Regenboog
Wie je schoonheid wil zien,
moet zijn hart openen en zijn ogen sluiten,
Wie je stem wil horen, moet doof zijn voor alle geroezemoes en gedaver van stad en verkeer, van vogels en sopranen.
Wie je zoetheid wil proeven,
moet zijn papillen en maag negeren en leren snoepen van een ogenblik dat men van mij met jou mag delen.
Wie je charmes wil voelen,
schakelt zijn zintuigen uit heeft lamme handen en klamme vingers versteende lippen en een stramme tong meet de temperatuur niet van de dampkring
Wie je schatten wil zien,
keert de zon zijn rug toe, kijkt de regen in de ogen, trotseert elke storm en ruikt zijn leven lang je regenboog.
26/62012
|