| 
					
					  
 
 
  
Geheugendreun 
   
  
De bouwkraan kijkt neer op mijn zondag 
en aarzelt tot morgen om te zwiepen met de wind. 
Welk deel van mijn geheugen zal gewist worden 
wanneer de handlangers hun voorbereidend werk hebben voltooid ? 
De winkel met de wafeltjes 
opgevuld met zachte kandij, 
Het zandpad langsheen de witte stulp 
in de bocht van hei en veld, 
het beluik dat deed dromen 
van Congo en van natte kasseien, 
waar ik overal mensen zag die verdwenen zijn 
onder 't puin van mijn ijle souvenirs. 
Of die ergens, God weet waar, staren zoals ik, 
naar een kraanarm die hun geheugen ondermijnt 
tot niets nieuws nog al dat oude wil vervangen.  
 
  
 
8/7/2012 
 
					
 
					
					
					 |