Bij het graf van mijn moeder
Papa, neen, er is geen mens die in kan schatten wat met jou verloren ging,
Al vond je niet altijd dat ik de zoon was van de dromen toen je trouwde.
Ik dweep niet met een man die opgehemeld wordt doorheen herinnering,
maar koester dromen die me confronteren met de dag dat ik niet rouwde.
Als je nu nog leefde, peter, was ik alleszins in onmin met al je ideeën
van trouw aan koningshuis en vorst, aan God en bovenal aan 't vaderland.
Maar niemand kon me ooit zo heerlijk laten dromen van de verste zeeën,
en nooit vergeet ik de verzwakte ferme druk die 'k voelde in je liefdevolle hand
Ik noemde jou bobonne, en een van mijn foto's prijkt hier op het graf
Dat je kocht toen peter was bezweken aan de hartkwaal die hem kwelde,
Je hart was edeler dan goud en God kreeg van jou de kinderen die Hij je gaf,
En Hij beloonde je familie die alle dingen eerden wat je hun vertelde.
Moeder zoet, bijna honderd jaren ren je, dien je, hou je van ons allen,
Geef je, ween je, lach je, oordeel en vergeef je alles wat wij doen en laten.
Blijf hier nog wat weg, het leven met ons zal je wel nog lang bevallen
Want ik doe niets liever dan met jou te zijn en samen wat te praten.
29/8/2012
|