Ontworteld
Toen ik wakker werd, had ik niet geslapen. Toen ik opstond, had ik niet gelegen. Toen ik buiten keek, was er niets te zien, en toen ik luisterde, was er niets te horen.
Mijn brein wou wel, maar het kon niet slapen. Ik zocht rust, maar kon nergens gaan liggen. Ik staarde wijd in ’t rond, maar kon alleen de verte zien. Het was lawaai en chaos, ik kreeg jou maar niet te horen.
13/1/2016
|