Dagboek van Covid-19
Vrolijk reisde ik door mijn Chinees geboorteland.
Dat vonden de bewoners meer dan ambetant,
In Wuhan mocht er niemand meer uit zijn kot,
het openbaar leven ging terstond op slot.
Mijn kindjes hebben zich prachtig vermenigvuldigd
en de overheid heeft zich verontschuldigd
bij de mensen die familieleden verloren
en onze verspreiding wilden verstoren.
Toen trokken we naar de Italiaanse bergen
om daar de skiërs te besmetten en te tergen.
Het werd voor ons een ongelofelijk succes
Want wij reisden maar rond zonder vast adres.
Stoere binken vonden ons ongevaarlijke mietjes
En ze zongen verder hun leuke liedjes.
Zelfs de dokters, professoren en specialisten
Zegden dat ze het wel allemaal beter wisten.
Mensen moesten vooral samen drinken en eten
Maar dat mogen ze nu al lang vergeten:
Mijn familieleden van COD negentien
Hebben al die trucjes zeer goed voorzien,
Al wie over ons heeft gesproken of gezongen
Krijgen ons bezoekje in hun longen,
Ze gaan dan zweten , hoesten en beven
Vaak zelfs vechten voor hun leven.
Ministers zeggen dat wij maar flauwe watjes zijn
En snel ondervinden ze wat voor pijn
En miserie wij brengen in gans Europa
En heus niet alleen bij een oude oma of opa.
Nog vele miljoenen mensen zijn gezond,
Maar jullie reizen met ons de wereld rond.
En zo lang als je denkt ons te kunnen verslaan
Des te verder zullen wij dodend verdergaan.
We kleven aan alles wat je handen raken
Aan alles wat je bedrijven en fabrieken maken,
Je geld, je vrienden, je dieren die je vol liefde aait,
Je fruit en groenten die je hebt gezaaid.
En telkens je hoest of gewoon moet niezen
Ben je de strijd tegen ons aan het verliezen.
Je kan niet schatten wat je strijd tegen ons wel kost
Want volgend jaar ben je van ons nog niet verlost.
Jullie zien ons gewoon nog veel te graag
En handelt zo ongelooflijk dom en traag.
Wij komen naar elk land, naar elke streek,
en laten jullie nooit nog in de steek!
25/3/2020
|