Dwarrelvlucht
Kindergelach toeterde door mijn ogen, de roos begon te geuren en de dauw gleed in de kelk.
Waar wacht de merrie? Ik weet niet of ze op haver wacht. Ergens is ze verscholen in mijn gisteren.
Ze neuriet een wiegenlied over de koelte van de ochtend en de zwoelte van een roes die me troost tussen de kille muren, waar de smart bevriest in witte kegels, wijzend naar de paarse lucht.
Ja, er is een kind dat schreit, en dat hoor ik echt.
Mijn droom is gezadeld, en galoppeert verder in de bossen van één donker glas wijn.
Maar waarheen: weiger ik te raden sinds de rozen geuren.
2/9/2009
|