Het volgend gedicht werd geschreven door MARLEEN DE SMET, dichteres uit Geraardsbergen, die op 19 januari verkozen werd tot dorpsdichteres 2011 van Galmaarden.
Ze gaf me de toelating om haar winnende inzending op mijn blog te zetten, waarvoor ik haar hartelijk dank.
De opdracht was een gedicht te schrijven over de rivier De Mark, die door Tollembeek en Galmaarden vloeit, en ten zuiden van Geraardsbergen in de Dender uitmondt.
De Mark
Gewiekst soms wulps soms wispelturig slingert de markiezin in de greep van haar oevers. Heerlijk hoe de lage zon haar beloop verzilvert en goudlagen legt in de kruinen. Een knotwilg kruist de knokige takken voor de nesteling.
Luister, het land galmt waar water stoeit zoals het stoeien moet met de spiegeling van een wolkenstoet. De aarzeling de razernij nabij klotst en kringelt de ruigte tot lispelen. En als een pianist bespeelt regen haar golvende dijen. Welke slagvaardige waagt de dans? De watermolen - van malen moe - walst het troebele tot bruidbruis. Alles goed en wel, maar geradbraakt blaast een vis een laatste bel. Rietkragen buigen door de deining aangeslagen.
Tot wie dit leest: water is drachtig van komen en gaan. En wij, wij zijn of worden weer kinderen starend naar later, naar waar het maanlicht glinstert in haar nachtelijk geklater, naar waar alle sterren op haar zijn gericht.
Marleen De Smet
(zie ook verwijzing naar haar blog in linkerkolom )
|