Wat meer zon.
Ik denk niet dat ik jou nog ooit zal wederzien,
je gaat nu immers weg, en zegt zelfs geen vaarwel.
De trein van tienen zal niet langer blijven wachten
tenzij de bliksem inslaat op het sein misschien.
Gevoelens en verlangens zijn niet meer van tel
en kunnen pijnen noch verdriet voor ons verzachten.
De grote wijzer mikt nu langzaam naar de hoogste stand
en niemand wil nog wuiven naar de man op dit perron.
Ik weet, er is hier wel iets heel verwarrends aan de hand.
Ik denk alleen: er komt wel ooit een dag met wat meer zon.
|