Het zijdehoen heeft een vacht, die meer lijkt op haar of wol dan op veren. Ze bezitten ook vijf tenen aan de voeten in plaats van de gebruikelijke vier.
Het meest opvallende kenmerk van dit ras, met zijn aan alle kanten afgeronde lichaam, is zijn vacht. De vacht (veren) is erg zacht en voelt aan als zijde, vandaar ook de naam zijdehoen. Doordat ze geen echte veerstructuur hebben kunnen ze ook nauwelijks vliegen, een afscheiding van 50cm hoog is ruim voldoende om ze achter te houden.
De huid is zwart tot blauw en zelfs paarsig van kleur. Ook het vlees, de botten en bloed zijn zwart. Deze hyperpigmentatie is het gevolg van een genetische afwijking die fibromelanose wordt genoemd, en die behalve bij zijdehoenders ook bij enkele andere kippenrassen voorkomt.
Zijdehoenders zijn taaie beestjes die bestand zijn tegen extreem lage temperaturen. Ze komen waarschijnlijk oorspronkelijk uit het Himalaya gebergte. Het is een zeer rustig, aanhankelijk en lief hoender, die zich makkelijk laat aaien.
Hoewel Aristoteles al zijdehoenders vernoemde, hoorde men in Europa voor het eerst van het zijdehoen door de Italiaanse ontdekker Marco Polo die ze China aangetroffen had. In de middeleeuwen werden ze door zwendelaars en zakenlui verkocht als een kruising tussen een konijn en een hoen!
Dit koppeltje zijn al bijna 3 jaar de vaste bewoners van het Bernerhof. Eitjes leggen is er niet veel meer bij maar ze mogen rustig van hun pensioen genieten. Mijn jongste Berner Sennen gaat elke ochtend mee naar de kippenren om te kijken als ze uit hun nachthok komen.
Cyclamen hederifolium behoort net als zijn grotere neef Cyclamen persicum (de bekende kamerplant) tot de Primula familie. Deze miniatuurversie wordt slechts 10 tot maximum 15 cm groot en is winterhard tot -20°C. Voorwaarde is dan wel dat de grond niet te nat is! Geef ze een plaatsje ergens in de halfschaduw, in de buurt van een boom en je voldoet meteen aan deze voorwaarden (zeker op onze Kempense zandgrond). Ze houden wel van wat kalk in de bodem. Omdat mijn tuingrond te zuur is vanwege de dennennaalden krijgen ze hier elk jaar voor en na de winter een handjevol extra kalk. Dit plantje heeft een iets of wat afwijkende levenscyclus. Tijdens de winter behouden ze hun blad en blijven groen. In het voorjaar sterft het blad af en lijkt de plant verdwenen. Dan plots, eind juli, komen de roze bloemetjes boven, het blad volgt pas later.
Ze bloeien van eind juli tot in oktober. Als ze het naar hun zin hebben komen ze elk jaar talrijker terug.
Je zou ze ook in een schaal kunnen houden om de tuintafel te versieren. Dan zou ik in de winter als het echt koud is wel enige bescherming voorzien tegen de ergste vorst en nattigheid.
Ik zou eigenlijk blij moeten zijn, weken hebben we zitten jammeren dat het veel te droog was. Nu er eindelijk wat hoogstnoodzakelijk vocht uit de lucht valt is het toch weer niet goed. Moet dat regenen nu echt in het weekend gebeuren? Ik was gisteren nog wat plantjes gaan bijkopen. Ze zullen nog enkele uurtjes in hun potjes moeten wachten vooraleer ze een vast plekje krijgen. Dat geeft mij de kans om er nog eens goed over na te denken waar wat moet komen. Toen ik de kippen deze morgen ging buitenlaten (in de Kempen zitten vossen en marters die 's nachts kippetjes lusten) keek meneer de Haan mij aan met een blik van " dit meen je niet, ga jij maar zelf in de regen rondhossen als je dat leuk vindt". Maar tja, hoe was dat spreekwoord nu weer? Na regen komt zonneschijn, en 't is nog 2 dagen weekend! Komt allemaal wel goed!
Dan is het nu het moment om te gaan kijken, ze komen nu stilaan op hun mooist te staan. Noteer welke soorten je mooi vindt maar hou je nog even in vooraleer aan te kopen. Grassen plant je eigenlijk best in het voorjaar als de kans op nachtvorst praktisch weg is, ze slaan dan het beste aan. Nadeel is dat je dan niet goed kan beoordelen wat je op dat moment aankoopt omdat ze pas beginnen uit te lopen.
Nu zie je dat duidelijk wel, maar na half augustus zou ik af raden ze nog aan te planten. Ze moeten namelijk goed aangeslagen zijn om de eerste nachtvorsten aan te kunnen. Dat kan eind november zijn maar soms ook reeds half oktober! Een kristallen bol zou soms toch wel handig zijn om in de toekomst te kijken.
De klassieker onder de crocosmia's. Een betrouwbare plant die jaar na jaar terugkomt en goed tegen de vorst kan ondanks zijn afkomst uit Zuid Afrika. Is één van de eerste crocosmia's die in bloei komt vanaf de tweede helft van juli. Veel vlammender van kleur dan dit kan je niet hebben, maar toch komtdeze plant niet schreeuwerig over.
De crocosmia is gelukkig op een een voedzame, zandige, losse tuingrond. Prachtig in combinatie met hoge siergrassen!
Het is de nationale boom in China, heilig voor boeddhisten en in de westerse wereld wordt hij gezien als de ‘boom van hoop’. Hij is niets veranderd sinds de tijd van de dino's.
De boom wordt gezien als levend fossiel, omdat het de enige soort is die overbleef van een aparte orde van bomen die tijdens de Jura-periode (200 tot 145 miljoen jaar geleden) op aarde bestond.
Rond het begin van onze jaartelling was de boom bijna uitgestorven, in Noord-Amerika en Europa kwam hij al miljoenen jaren niet meer voor. Enkel in het verre oosten (China) waren ze nog te vinden.
Momenteel komt hij in de natuur niet meer voor. In 800 na Christus kwam de boom, samen met het Boeddhisme, over van China naar Japan. De ‘heilige’ boom werd bij tempels gekweekt en kreeg daardoor de bijnaam ‘Japanse tempelboom’. Voor de boeddhisten is het de ‘boom van kennis’, ook vanwege de geneeskracht die al sinds 2800 voor Christus word beschreven in de Chinese literatuur. De bladeren zouden goed zijn voor de bloedcirculatie, het geheugen en de longen.
De Japanse notenboom is tweehuizig. Wereldwijd zijn er minder vrouwelijke exemplaren dan mannelijke. De mens plant selectief mannelijke bomen aan omdat de 'vruchten' een onaangename geur verspreiden. Het verschil tussen beide geslachten is alleen te zien als de boom in bloei staat of 'vruchten' heeft (wat hier vrij zelden gebeurt). De boom groeit onregelmatig en min of meer kegelvormig en kan circa 40 meter hoog worden. In Nederland en België worden kweekvormen gebruikt waardoor de boom hier nooit zo hoog wordt.
Als ik in de buurt rondkijk staan er regelmatig huizen te koop. Als deze dan verkocht zijn dan komen de graafmachines om de volledige tuin ondersteboven te zetten. Alles moet er aan geloven : hagen struiken, bomen. Alles eruit, zwembad erin. In plaats van een groene afscherming een betonnen, in het beste geval een houten afscheiding. Driekwart van de overblijvende ruimte wordt terras. Oh ja, ik vergeet de "buitenkeuken" nog, een gewone BBQ is zo passé. In het beste geval, om het groene geweten te sussen nog enkele potten met een palm- of bananenboom. Waar die dan in de winter moeten blijven zien ze later wel!
De overblijvende 10% van de grondoppervlakte kan "beplant" worden met kunstgras, voilà, nooit meer werken in de tuin. Af en toe eens stofzuigen en klaar is de klus!
Nu doet iedereen in zijn tuin wat hij/zij zelf graag wil maar ik denk bij het woord tuin nog steeds in eerste instantie aan een groene ruimte waar iedereen zich kan ontspannen.
Is het niet zalig 's avonds nog eens buiten te zitten tussen het groen en naar de vogeltjes te luisteren? Met een parasol kan je desnoods ook in de schaduw zitten bij 30° maar onder een boom is het toch 5° koeler!
Hydrangea quercifolia (eikenbladhortensia) is afkomstig uit Amerika. Sommige cultivars kunnen tot 2,5 meter hoog en breed worden en met behulp van uitlopers tot 3 meter. Door die uitlopers weg te halen kun je de plant in toom houden. Het zijn bladverliezende struiken met opvallende diep ingesneden donkergroene bladeren. In de nazomer beginnen ze al snel te verkleuren naar allerlei oranjerode en paarse herfsttinten. Ze verkiezen een plekje in de halfschaduw of op een standplaats met gefilterd zonlicht. Naast het prachtig gevormde blad verschijnen er ook vanaf half juli langwerpige bloempluimen met witte bloemblaadjes. De bloempluimen bestaan hierbij uit kleine fertiele bloempjes die worden omgeven door prachtige grote witte steriele bloemen om insecten aan te trekken. Deze laatste verkleuren na verloop van tijd naar roze en blijven aan de struik hangen waardoor de bloei zeer lang aanhoudt. Al bij al een mooie aanwinst voor de tuin waar je lang plezier van hebt. Deze heesters zijn perfect winterhard, enkel de eerste winter zijn ze iets meer vorstgevoelig (een vliesdoek erover bij strenge vorst doet wonderen). Door ze in de halfschaduw onder grotere bomen te zetten zijn ze sowieso al iets beschermd tegen de strengste vorst door het microklimaat daar.
Deze waterjuffers fladderen rond zoals vlinders. Ze leven in een klein groepje aan de rand van een stromend beekje vlakbij. Af en toe komt er eentje op verkenning aan de vijver.
Vermoedelijk zijn het weidebeekjuffers die redelijk zeldzaam zijn in Vlaanderen (ze hebben zuiver stromend water nodig).
Itea virginica is een bladverliezende sierheester. Zoals de naam laat vermoeden is deze plant afkomstig uit Virginia (VS). Op een beschutte plaats in de halfschaduw is deze plant bij ons volkomen winterhard. Deze struik verkiest een een neutrale of lichtzure grond. In juni-juli-augustus verschijnen de witte bloemen in opstaande, iets geknikte katjesachtige trossen die druk bezocht worden door bijen en hommels. De bloemen geven een aangename geur die vooral 's avonds zeer ver draagt. De maximum hoogte na 10 jaar is ongeveer 1.5m.
Snoeien : Om de heester in vorm te houden kan men na de bloei de uitgebloeide scheuten terugsnoeien tot een sterke groeiknop. Bij volwassen planten kunnen elk jaar een op vier oudere takken tot bij de basis worden terug geknipt.
Trachycarpus wagnerianus is nauw verwant aan de bekende Trachycarpus fortunei. T. wagnerianus heeft kleiner maar steviger blad dan T. fortunei waardoor hij beter tegen de wind bestand is. Zelfs bij een hevige najaarsstorm lopen de bladeren weinig of geen schade op. T. wagnerianus is zelfs nog iets beter tegen vorst bestand dan T. fortunei (tot -16°C.). Kan dus bij ons in de volle grond zonder extra winterbescherming. Zeker de eerste paar jaren traaggroeiend. Daardoor is deze plant ook duurder in aanschaf !
Staat bij voorkeur op een lichte plek maar moet niet de ganse dag volle zon hebben. Trachycarpus komt uit China en groeit daar als ondergroei in bosrijke gebieden.
Perovskia 'Little Spire‘ of blauwspirea is een bladverliezende heester met prachtige kleine lavendelkleurige bloemen. De bladeren zijn grijsgroen, grof getand en geuren ook naar lavendel indien ze gekneusd worden. Perovskia houdt van een zonnige standplaats in een pH neutrale tot kalkrijke goed doorlatende grond. Dat wil zeggen dat ik op mijn zure zandgrond elk jaar een handvol kalk rond elke plant strooi. Komt van origine uit de bergstreken van Afghanistan, vandaar goed bestand tegen droogte.
Door het feit dat deze plant in zijn thuisland hogerop in de bergen groeit kan deze toch vrij goed onze winters doorkomen. Liefst staat hij niet te vochtig in de winter, op de goed doorlatende zandgrond van de Kempen is dit geen probleem maar ik vermoed dat de plant op leemgrond moeite kan hebben om onze meestal nogal natte winters te overleven. Wat grind of keien onder de wortelkluit kan hier helpen.
Enige nadeel van deze plant is dat deze na een forse regenbui kan gaan overhangen (wat je op de foto ook kan zien).
Verlangt iedere herfst een stevige snoeibeurt tot op 30cm van de grond. Eventueel een winterbeschermlaag van bladeren wordt aangeraden maar ikzelf doe dit niet omdat je hiermee ook de vochtigheid verhoogt.Ik vermoed dat er meer planten sneuvelen door vocht dan door koude.
Leve de naaktslak ! Vooraleer jullie denken dat ik gisterenavond in de drank ben gevlogen een woordje uitleg. Iedereen kent natuurlijk de naaktslakken die onze tuin terroriseren en het vooral op onze hosta’s of dahlia’s gemunt hebben. Ik zwijg dan nog over de slijmsporen die op de pas gepoetste ruiten verschijnen als deze lieverds ’s nachts op pad gaan. Hier heb ik het dus niet over. Vorige zomer schrok ik me een hoedje toen ik bij het opruimen van een border plotseling een naaktslak tegen kwam van zo’n 10-15 centimeter lang, grijsbruin met donkere strepen - een kruipende drol. In eerste instantie dacht ik aan een alien, een mutatie veroorzaakt door Fukushima of Tjernobyl! Gelukkig was het dat niet. In de literatuur vind je dit monstertje terug onder de naam “Grootste aardslak”. Het is de grootste inheemse naaktslak in Europa. Ik hou persoonlijk meer van de naam Tijgerslak, als je het streepjespatroon bekijkt zie je direct hoe dit beest aan die naam gekomen is. Mijn eerste reactie was: ik gooi het bij de kippen. Helaas, de kippen gingen al kakelend op de loop van deze reus. Nu zijn mijn kippen ook niet de grootste en moedigste maar toch. Enig opzoekwerk (lees Google) leerde me echter al snel dat dit eigenlijk best een nuttig beestje is. Deze soort eet geen levend fris groen maar leeft van schimmels en tuinafval en bovendien lust hij best een naaktslakje van de soort die we liever niet zien! Overwinteren doen ze ergens in een hoop vermolmd of rottend hout waar ze veilig zitten tegen de vorst. Een naaktslak bestaat voor 90% uit water, dus vorstbestendig zijn ze niet. Volgende keer dat ik er eentje tegenkom ga ik het beestje als bewaker bij de hosta’s zetten. Helaas heb ik er sindsdien geen meer gezien. Het meeste kans heb je in de vochtigste plekje in de tuin maar deze zomer zijn die er niet veel.
Op zoek naar een kleine elegante boom die weinig problemen geeft en bovendien in juli-augustus getooid is met gele bloemen?
Koelreuteria paniculata (lampionboom, blaasjesboom of vernisboom genoemd) is een kleine bladverliezende boom met een losse ronde kroon. De stam splitst zich dikwijls spontaan waardoor het mogelijk is meerstammige exemplaren te kweken. Deze boom heeft grote dubbelgeveerde bladeren die groenrood uitlopen, later dofgroen worden en in de herfst weerom een schitterende oranjegele kleur aannemen. Koelreuteria bloeit in juli en augustus rijkelijk met gele bloemen in grote eindstandige bloempluimen, later in de herfst gevolgd door merkwaardige, roosbruine, wat opgeblazen, lampionachtige peulvruchten met zwarte zaden. Koelreuteria paniculata houdt van een beschutte standplaats in volle zon, gesitueerd op het zuiden of westen. De vernisboom stelt verder weinig eisen aan de bodem. Koelreuteria is goed winterhard, droogtetolerant en verdraagt luchtverontreiniging.
Dit voorjaar (eind april) was het nieuwe blad net uitgelopen toen een late strenge nachtvorst (tot -6°C) al het nieuwe loof deed verdorren. Het boompje zag er 2 weken redelijk triestig uit maar toen kwam er nieuw fris blad op zo rond half mei.
Ondergronds maakt dit boompje vrij makkelijk uitlopers. Door deze te scheiden van de moederboom kan je makkelijk nieuwe exemplaren opkweken die je dan bvb. kan cadeau doen aan andere tuinliefhebbers.
Dat je dit boompje niet meer ziet in onze tuinen is me een mysterie want het is een echt hebbeding.
Reeds jaren probeer ik rozen te houden op mijn arme zandgrond in de Kempen. Van origine is dit zure bosgrond wegens de dennebomen die hier talrijk zijn. Met compost kan je de grond verbeteren maar na 2 of 3 jaar houden de meeste rozen het voor bekeken. Niet zo voor deze soort. Rosa "Lavender Blue" is een kleinbloemige doorbloeiende heesterroos met halfgevulde lila roze bloemen, wordt niet zeer hoog (60-70 cm), geschikt voor informele beplanting in de plantenborder. Zo rond deze tijd van het jaar (eind juli) doet ze het even kalm aan. Wegsnoeien van de uitgebloeide takken doet wonderen, na een 2 tal weken komen er nieuwe bloemknoppen en kan het feestje herbeginnen tot de eerste nachtvorst er een einde aan maakt. Enkele jaren geleden had ik nog bloemen tot Kerstmis!
Als onderhoud is enkel een snoei nodig in het voorjaar, een beetje kalk (vanwege de van nature zure grond) en wat rozenmest.
Strooi die rozenmest wel pas enkele weken na de kalkgift. Als de grond te zuur is kunnen rozen de meststoffen niet opnemen, je kan dan meststof strooien zoveel je wil, de plant heeft er niets aan!
Op zoek naar een hortensia die maanden bloeit en niet omvalt na een regenbui? Hortensia paniculata "Pinky Winky" begint rond half juli te bloeien. De bloemen openen zuiver wit, na enkele weken verkleuren ze naar roze en bloeien verder tot in oktober. Deze plant is één van de kleinere H. paniculata’s, hoogte ongeveer 1,5m. Houdt van zon tot halfschaduw en een goed drainerende bodem. Volkomen winterhard. Je mag ze in maart terugsnoeien tot op 1/3 van de hoogte om ze compact te houden.
Gisterenavond nog een niet alledaags nachtvlindertje gespot, 't was nochtans klaar licht. Het beestje zijn klok was ontregeld vermoed ik. Dat zijn dan de voordelen van niet te spuiten met van alles en nog wat!
Elke week duiken nieuwe beestjes op, waarvan de meeste perfect onschadelijk zijn.
De nachtvlinder op de foto luistert naar de naam" Hageheld", waar deze naam vandaan komt heb ik niet kunnen achterhalen. Iemand met een suggestie?
Ik ben Roger
Ik ben een man en woon in de Kempen (België) en mijn beroep is jong gepensioneerde.
Ik ben geboren op 29/05/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: tuinieren, fotografie, zeewateraquarium, modelbouw, ....