Trachycarpus fortunei (Chinese henneppalm, waaierpalm of windmolenpalm) is in onze streken één van de meest winterharde palmen. Deze palm met zijn opvallende grote, waaiervormige bladeren is van oorsprong afkomstig uit Zuidoost-Azië (China). Deze groeien daar aan de uitlopers van het Himalayagebergte tot op 2500m hoogte. Op die hoogte kan in de winter ook sneeuw vallen. Deze palm is dan ook makkelijk bestand tegen vrieskou tot -15°C. Het is dan ook een van de bekendste, populairste en makkelijkste palmen om de tuin een tropisch sfeertje te geven. Wat veel mensen niet weten is dat de plant wel goed ingeworteld moet zijn om in volle grond de winter door te komen. Plant dus nooit een exemplaar uit pot na augustus nog uit in de volle grond, veel kans dat deze de winter niet zal overleven. Doe dit best aan het begin van de zomer (juni), de plant heeft dan ruim de tijd om zijn wortelgestel te ontwikkelen. De planten hebben van nature al een goede bescherming tegen de vrieskou door de vezelachtige, behaarde stam met de stekelloze bladstelen. Het is wel belangrijk dat de plant niet heel de winter met natte voeten staat. Het eerste jaar kan de plant bij extreme koude wat winterbescherming gebruiken (een rieten mat rond de stam en wat vliesdoek rond de bladeren doen wonderen). Ook de groeipunt bovenop de stam kan beschermd worden met wat vliesdoek. Neem deze wel weg als de vorstperiode voorbij is en laat dit niet gans de winter zitten om schimmels en rotting te vermijden. Een aantal jaar geleden hadden we een heel strenge winter met wekenlang temperaturen ’s nachts tot -15°C en lager. Omdat de grond toen ook vrij diep bevroren was kon de plant geen water meer opzuigen, de groene bladeren verdampen echter wel constant water waardoor de plant helemaal uitdroogde en alle bladeren bruin werden. Snoei deze dan weg in het voorjaar en geef de plant wat extra water en meststof. In juni kwamen er voorzichtig terug nieuwe groene punten kijken en 2 jaar later was er van de opgelopen schade weinig meer te zien. Plant ze op een zonnige plek waar toch liefst nog enkele uren schaduw is. Het zijn dan wel palmen maar ze komen niet uit de woestijn, wel uit gebieden waar andere bomen ook voor schaduw zorgen. Een probleempje bij Trachycarpus fortunei is de wind. De lange bladeren kunnen bij stormwind makkelijk gekneusd worden en gaan knikken. Trachycarpus wagnerianus is dan een beter alternatief, de bladeren zijn korter en stijver en zijn vrijwel ongevoelig voor de wind. T. wagnerianus is zelfs nog iets beter bestand tegen de kou. Nadeel is wel dat deze, zeker de eerste jaren, een zeer langzame groeier is. Dit vertaalt zich dan ook in de aankoopprijs, ze zijn merkelijk duurder dan T. fortunei en je vindt ze ook lang niet overal. Als de planten het naar hun zin hebben, maak je veel kans dat ze elk jaar opnieuw bloeien met grote trossen vol gele bloemen. Voor zaadvorming heb je zowel een vrouwelijke als een mannelijke plant nodig.
foto's : Trachycarpus fortunei (boven) en Trachycarpus wagnerianus (onder)
Bij het horen van de naam Salvia denken we meestal direct aan de knalrode éénjarigen die vooral vroeger erg populair waren om de borders kleur te geven. Er zijn echter zoveel doorlevende salvia’s die zoveel mooier zijn. Spijtig genoeg zijn de meeste bij ons niet echt winterhard te noemen. Enkele zijn toch redelijk vorstbestendig : “Hotlips” is er zo eentje. Dat komt omdat Salvia microphylla in zijn thuisland (Mexico) op grote hoogte groeit (1500-2800m). Salvia microphyllla “Hot Lips” is een leuke plant met vrolijke tweekleurige rood en witte bloemen die bovendien heel de zomer doorgaat met bloeien. Je kan ze op een min of meer beschermde plaats met veel zon gewoon in de vaste grond zetten. Deze mag in de winter niet te nat blijven, een vruchtbare niet te droge zandgrond is ideaal. Tot -10°C is er geen probleem. Bij mij staan ze reeds de 4de zomer op rij mooi te wezen. Normaal blijven ze het hele jaar groen maar bij strenge vorst vallen de blaadjes af. In het voorjaar terug een beetje in model snoeien wordt goed verdragen. Als je echt zeker wil spelen kan je ze ook als kuipplant behandelen. Vanaf juni begint het bloemenfestijn en dit gaat door tot ver in oktober. De plant is een magneet voor bijen. Deze vaste plant ( eigenlijk is het meer een klein heestertje) wordt ongeveer 70 cm hoog, als hij in bloei staat dan kom je met de bloemen erbij tot een hoogte van 1 meter.
Geen plantje deze keer maar wel een vliegende voorbijganger. Ondanks wat zijn naam doet vermoeden worden hier gelukkig geen paarden gebeten. Deze libel, want daar gaat het over, komt aan zijn naam omdat deze soort dikwijls op jacht gaat naar insecten die zich ophouden bij paarden of andere dieren. Het lijkt of ze de paarden aanvallen terwijl ze in werkelijkheid een aantal plaagdieren van deze edele viervoeters weghouden.
De paardenbijter of Aeshna mixta komt voor in grote delen van Europa, maar niet in Ierland, Schotland, Midden- Scandinavië en de zuidelijke Balkan. De soort komt behalve in Europa ook voor in Klein Azië, de Kaukasus en het gebied rond de Kaspische Zee, oostwaarts tot China en Japan. Deze soort is eveneens aanwezig in Noord- Afrika (Marokko tot Tunesië). De paardenbijter komt regelmatig op bezoek bij tuinvijvers en wordt ook ver van het water waargenomen.
Voor Bernerhof is dit de tiende libellensoort die deze zomer wordt waargenomen, en ik heb nog andere soorten gezien, ik moet ze alleen nog africhten om te willen poseren voor de lens.
In juni zaten we allemaal te puffen en te jammeren dat het veel te warm was. Om de tuin enigszins groen te houden zat er dikwijls niet veel anders op dan extra water te sproeien. Liefst geen drinkwater, veel te goed en te duur om aan de tuin te geven. Maar je kan toch niet alles laten verdorren? Hier komt dan weer één van de voordelen van een tuinvijver kijken. Ik heb het geluk dat mijn vijver redelijk royaal van afmetingen is (ongeveer 35m³ waterinhoud). Als je hier een gietertje water uithaalt zie je het waterniveau niet direct dramatisch zakken. Alle kuipplanten en sommige vaste planten kregen zo regelmatig een frisse douche met vijverwater. Ok, het waterpeil in de vijver zal langzaam dalen maar dat doet het sowieso toch door verdamping. Op het einde van de droogteperiode stond het water ongeveer 10cm lager dan normaal. So what? Dit jaar heb ik niet meer de stommiteit van vorig jaar herhaald! Toen had ik het lumineuze idee om de vijver bij te vullen tot zijn normaal peil met putwater, uren zitten water pompen. Toen was ik terug een tevreden mens. De volgende dag kregen we een hevig onweer met wolkbreuk waardoor de vijver vrolijk overliep in de borders errond. Allemaal werk voor niets geweest en een elektriciteitsmeter die ook overuren moest maken. Nee, laat het peil nu maar zakken, zolang er geen moerasplanten komen droog te staan, geen probleem. Dit jaar staat het waterpeil na de verschillende buien of buitjes van augustus bijna terug even hoog als pakweg ergens in mei (en bovendien nog gratis ook). Als je je gazonperk groen wil houden kom je er natuurlijk niet met de inhoud van je vijver maar da’s weer een ander verhaal.
Cyrtomium falcatum (Ned. ijzervaren) is een mooie middelgrote, wintergroene, uit Oost Azië afkomstige varen (familie niervarens) die recentelijk ook in Nederland en België in de natuur aangetroffen werd (ontsnapt uit een tuin?). Deze kruidachtige varen heeft geveerde, glanzende, lichtgroene bladeren. IJzervaren houdt van een beschutte standplaats in de halfschaduw of schaduw en een goed doorlaatbare, humusrijke, vochtige grond. Deze varen is bij ons goed winterhard en blijft groen tot -10°C. Kouder wordt ook nog overleefd maar de plant moet dan volledig terug uitlopen in het voorjaar. Eens goed geworteld kan deze varen ook drogere periodes aan. IJzervaren heeft weinig last van ongedierte en is ook weinig ziekte gevoelig. Cyrtomium kan toegepast worden als onderbeplanting in de bostuin, informele tuin of cottage tuin. Knip eventueel bruin blad in het voorjaar weg, de plant zal snel terug uitlopen.
De Spaanse margriet (Osteospermum ecklonis) uit Zuid-Afrika wordt in België en Nederland vooral verkocht als éénjarige perkplant. Eigenlijk is het een vaste plant, behorend tot Aster familie, waarvan de basis kan verhouten. Er is een grote verscheidenheid aan bloemkleuren en plantvormen. Ze bloeien van juni tot oktober. Ze staan het liefst in een niet te rijke zandachtige bodem. Als de winter niet te streng is kunnen ze die doorkomen. Als je echter zeker wil zijn volgend jaar dezelfde soort over te houden kan je best stekken nemen en daar is het nu de ideale tijd voor ( de grond is nog goed warm). Als stekgrond neem je een mengsel van 2/3 tuinaarde en 1/3 potgrond De plantjes zijn makkelijk te stekken, neem wel stekken van takjes die niet bloeien. Snij stukjes van 5-6 cm af en dip de onderkant in stekpoeder. Verwijder alle blaadjes behalve enkele bovenaan, dit vermindert de kans op uitdrogen. Je kan heel makkelijk mini serretjes maken van in 2 gesneden PET flessen. De bovenste helft is hiervoor aangewezen, laat de dop eraf zodat er toch een klein beetje luchtcirculatie mogelijk is . Bij een bodemtemperatuur van 15-20°C zouden deze stekjes moeten wortelen binnen de twee weken. Je kan ze dan verplanten naar een grotere maat pot. Eens je ziet dat de groei erin zit kan je best de bovenste blaadjes weghalen, hierdoor zal de plant zich vertakken en voller blijven. Overwinter op een lichte vorstvrije plaats. Geef af en toe wat water en een beetje algemene meststof. Na de IJsheiligen (half mei) kunnen ze dan naar hun vaste standplaats. Je kan ze natuurlijk ook elk jaar terug als éénjarige kopen of hopen dat de oude planten de winter overleven.
Zo’n lieveheersbeestje ziet er eigenlijk wel best schattig uit op het eerste zicht. Schatjes zijn het echter alles behalve. Het zijn vraatzuchtige rovertjes die zich, gelukkig voor ons, gespecialiseerd hebben in bladluizen. De larven van deze lieverdjes zijn wat dat betreft nog erger. Het schatje op de foto is een Aziatisch lieveheersbeestje, hier ooit in de jaren negentig doelbewust ingevoerd werden om in de serres (“kassen” voor onze Ned. vrienden) van tuinbouwers de bladluizen te lijf te gaan. Ze voerden hun opdracht feilloos uit maar toen ging het mis : er ontsnapten er een aantal de vrije natuur in. Behalve bladluizen eten ze ook heel graag de larven van onze inlandse lieveheersbeestjes waardoor deze laatsten nu in de minderheid aan het komen zijn. Ze worden ook teruggevonden op druiven in wijngaarden waar ze de smaak van de druiven verpesten zodat de wijn die hiervan gemaakt wordt waardeloos is. Men denkt er nu aan om vleugelloze lieveheersbeestjes te gaan inzetten in de tuinbouw, afwachten maar of het ditmaal wel goed gaat.
Anemone 'Honorine Jobert' is een bladverliezende vaste plant met een polvormige groeiwijze en diepgelobde, ruw getande, donkergroene bladeren. Deze prachtige herfstanemoon bloeit van half augustus tot oktober met grote zuiver witte, enkelvoudige bloemen . De plant houdt van een zonnige standplaats en een neutrale, goed doorlaatbare grond. Halfschaduw of een plek met gefilterd zonlicht van een boom wordt ook goed verdragen. Deze planten zijn in ons klimaat perfect winterhard. Eens de plant is aangeslagen kan hij ook nog eens goed tegen droogte (van belang op zandgrond). Deze planten worden ongeveer 60 tot 120cm hoog. De bloemen zijn zuiver wit met duidelijk zichtbare goudgele meeldraden. De enkelvoudige bloemen lokken ook veel bijen en vlinders . Kortom, een plant die niet mag ontbreken om de grote herfstfinale kracht bij te zetten!
In Madagaskar waar deze palm oorspronkelijk vandaan komt is de boom bijna uitgestorven wegens massale houtkap. Deze palm groeit op een smalle strook in zuidoost Madagaskar in droge bossen op arme grond. Als je de stam van deze palm bekijkt zie je direct hoe deze aan zijn Nederlandse naam driehoekpalm gekomen is. De bladbasis verspringt telkens onder een hoek van 120° waardoor de typische driehoekvorm ontstaat. De bruinzwarte stipjes op de stam zijn geen ziekte of aantasting maar zijn volledig natuurlijk. Probeer ze dan ook niet te verwijderen (iets wat sommige mensen ooit al wel geprobeerd hebben). Deze kuippalm is een sensationele verschijning op een ruim terras of als solitair in uw tuin. Is niet makkelijk te verkrijgen, en wordt in België en Nederland meestal als kamerpalm aangeboden. Deze soort is absoluut niet winterhard (niet onder 0°C). Omdat deze soort niet zo goedkoop en ook niet makkelijk te vinden is speel ik op veilig en zet de plant in de inkomhal als de temperatuur ’s nachts onder 5° uitkomt. De sierlijke bladeren groeien bijna verticaal wat een voordeel is want zo neemt de plant minder plaats in tijdens de winterberging. Deze palm is goed droogte resistent, maar een licht vochtige bodem bevordert de groei. De driehoekpalm staat graag in de zon maar verdraagt ook lichte schaduw. Enkele uurtjes schaduw zorgen ervoor dat de potgrond minder snel uitdroogt. Verder stelt deze palm geen speciale eisen aan de grondsoort, licht zuur is optimaal. Het is een zeer makkelijke palm die ook binnenshuis of op kantoor als kamerpalm gebruikt kan worden, mits hij voldoende licht heeft en genoeg luchtcirculatie. Als je wil weten waar deze mooie niet winterharde palmen verkrijgbaar zijn kan je reageren op dit artikeltje of iets in het gastenboek achterlaten.
De kuiflelie, soms ook ananasplant genoemd, komt uit Afrika. Het is een bolgewas, dat een licht vochtige grond wenst met veel zon. Bovenop de plant staat een soort kuif die wat op een ananas lijkt, vandaar ook de Nederlandse naam. De kuiflelie behoort tot de familie van de Liliaceae. In het late voorjaar (mei-juni) groeit uit de bol een rozet met glanzende groene bladeren (een beetje vergelijkbaar met de rozet van een Bromelia). In de loop van de zomer verschijnt dan een stengel met daarbovenop de “ananas”. In de meeste literatuur vind je dat Eucomis binnen in pot moet overwinteren. Bij mij staat deze reeds een drietal jaren in de volle grond (weliswaar op een tegen oostenwind beschutte plaats). De plant staat wel op een goed gedraineerde plaats. Zoals dikwijls met planten uit (sub)tropische oorden is het vooral de combinatie van kou en vocht die voor de plant dodelijk is. De plant komt tot nu toe elk jaar vrolijk terug en elke keer steeds uitbundiger. In de handel vind je meestal Eucomis bicolor met groenachtig witte bloemen op een gespikkelde steel. Soms ook Eucomis comosa die hoofdzakelijk paars gekleurd is.
In dit artikeltje wou ik het even hebben over een ernstig onderwerp dat ik zelf deze week heb meegegemaakt (of beter gezegd één van de honden heeft het meegemaakt) : de ziekte van Lyme. Het is veel minder algemeen geweten dat onze honden of katten dit ook kunnen krijgen.
Hoe wordt de bacterie overgedragen?
De ziekte van Lyme wordt overgedragen door de Ixodes teek. Het is niet de teek zelf die de ziekte veroorzaakt maar wel de Borellia bacterie. Deze bacterie leeft o.a. in herten, reeën en everzwijnen. Een teek die hier bloed gaat zuigen kan zo besmet raken en de bacterie doorgeven aan zijn volgend slachtoffer. Teken zijn miniscule kleine parasitaire spinachtigen van enkele mm groot. Ze zitten ergens in het gras of struikgewas te wachten op een passerend slachtoffer waar ze op meeliften. Ze zoeken zich dan een warm plaatsje waar ze de huid doorboren en zich vastzetten om zich tegoed te doen aan een bloedmaaltijd. Wanneer ze voldaan zijn laten ze zich vallen en zijn dan zo groot als een erwt. Onderzoek heeft uitgewezen dat de teek zich minimaal 24 uur moet voeden om voldoende bacteriën over te dragen om de ziekte te veroorzaken. Vroege verwijdering van teken verkleint dus de kans op ontwikkeling van ziekte. Wordt Lyme bij uw huisdier vastgesteld dan loopt uzelf geen kans op besmetting via uw huisdier.
Symptomen bij een hond (of kat) met de Ziekte van Lyme
De ziekte gaat progressief en in het begin zijn de verschijnselen niet erg duidelijk. Komt er nog bij dat de hond of de kat ons niet kan vertellen wat er fout loopt. Bij mijn hond (4 jaar) was het meest opvallende naast hijgen en kortademig zijn dat zij veel minder actief was, spelen was er niet meer bij en wandelen vond ze niet zo leuk meer. Ze maakte ook koorts, had verminderde eetlust (voor het eerst in haar leven). Ik had ook de indruk dat ze last had van spier- of gewrichtspijnen. Bij mensen ontstaat meestal een rode plek na een besmetting met Lyme, bij onze viervoeters zie je dit niet vanwege de vacht. Het ontwikkelen van een bultje op de plaats van de beet zegt niets over het wel of niet ontwikkelen van Lyme maar is eerder een reactie op de tekenbeet zelf.
Diagnose
De ziekte van Lyme vaststellen is niet zo voor de hand liggend. De symptomen kunnen passen bij een groot aantal andere (wellicht meer voor de hand liggende) aandoeningen. Ik zelf had bij het eerste consult aan de dierenarts het idee geopperd maar die vond het hoogst onwaarschijnlijk : “nog niet meegemaakt in zijn carrière”. Enkele weken en onderzoeken later bleek uit bloedanalyse dat het toch Lyme was. Om positief te testen moet de besmetting al een tijdje aanwezig zijn.
Behandeling van de Ziekte van Lyme
De Ziekte van Lyme wordt behandeld met specifieke antibiotica. Het actieve bestanddeel hiervan is Doxycycline. Mijn hond kreeg ook nog een ontstekingsremmer (geen cortisonen) in druppelvorm erbij om de gewrichtspijnen te verlichten. Na enkele dagen is nu reeds een verbetering zichtbaar. Als de ziekte niet snel genoeg wordt opgespoord kan deze chronisch worden en ernstige nierschade veroorzaken.
Wat nu ?
De hond zal vermoedelijk wel volledig herstellen maar dient in de toekomst opgevolgd te worden, de ziekte kan later terugkomen zelfs zonder nieuwe tekenbeet en er wordt geen immuniteit opgebouwd. De ziekte is niet overdraagbaar van hond op mens of naar andere honden (besmetting gebeurt enkel via de bloedbaan).
Voorkomen
Er zijn middeltjes op de markt (vlooien en tekenbanden, pipetjes, …) maar 100% effectief of onschadelijk voor woef zijn deze niet. Ik had vorige zomer de vacht van mijn momenteel zieke hond behandeld met vloeistof uit zulk pipetje en het beest kreeg na enkele uren een soort epileptische aanval die ze nadien gelukkig nooit meer heeft ontwikkeld !
Opmerkingen
Ondanks wat men beweert zijn er volgens mij de laatste meer jaren beduidend meer teken dan vroeger. Wij speelden 50 jaar geleden de ganse dag buiten en ik heb nooit gehoord van iemand met een tekenbeet. Enkele jaren geleden waren 5% van de teken besmet met Lyme, tegenwoordig denkt men eerder aan 20-30% ! Mijn oudste hond heeft ook reeds vele tekenbeten meegemaakt maar is gelukkig nog nooit besmet en ziek geworden. Dus niet overdrijven maar wel alert blijven. En van de tuin blijven genieten!
We kennen venkel waarschijnlijk wel als groente uit de supermarkt maar deze plant kan met zijn bloemetjes ook een border opfleuren.
Venkel (Foeniculum vulgare) is een plant uit de schermbloemenfamilie (Apiaceae). De plant smaakt naar anijs, de draadvormige vertakkingen van de bladeren worden als keukenkruid en de zaden als specerij gebruikt. Niet te verwarren met knolvenkel (Foeniculum vulgare Azoricum). Deze laatste is een aparte cultivar met verdikte bladscheden die tezamen een bovengrondse bol achtige structuur vormen, de venkelknol, die als groente wordt gebruikt. Bij bladvenkel ontbreekt de knol. De venkelplant kan tot boven manshoogte groeien. Ze komen van origine uit het Middellandse Zee gebied. De plant kan heel goed als weefplant gebruikt worden, zowel het blad als de gele bloemetjes zijn zeer fijn , je kijkt er dwars doorheen. Ze worden ongeveer 1.5 m hoog.
Venkel groeit zowat eender waar, al wordt een beetje zon wel op prijs gesteld. Ze zaaien zich vrolijk uit zonder echt opdringerig te worden en bloeien de hele zomer lang. Een plant waar je weinig of geen zorgen moet aan besteden.
Ik ben Roger
Ik ben een man en woon in de Kempen (België) en mijn beroep is jong gepensioneerde.
Ik ben geboren op 29/05/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: tuinieren, fotografie, zeewateraquarium, modelbouw, ....