Zo’n lieveheersbeestje ziet er eigenlijk wel best schattig uit op het eerste zicht. Schatjes zijn het echter alles behalve. Het zijn vraatzuchtige rovertjes die zich, gelukkig voor ons, gespecialiseerd hebben in bladluizen. De larven van deze lieverdjes zijn wat dat betreft nog erger. Het schatje op de foto is een Aziatisch lieveheersbeestje, hier ooit in de jaren negentig doelbewust ingevoerd werden om in de serres (“kassen” voor onze Ned. vrienden) van tuinbouwers de bladluizen te lijf te gaan. Ze voerden hun opdracht feilloos uit maar toen ging het mis : er ontsnapten er een aantal de vrije natuur in. Behalve bladluizen eten ze ook heel graag de larven van onze inlandse lieveheersbeestjes waardoor deze laatsten nu in de minderheid aan het komen zijn. Ze worden ook teruggevonden op druiven in wijngaarden waar ze de smaak van de druiven verpesten zodat de wijn die hiervan gemaakt wordt waardeloos is. Men denkt er nu aan om vleugelloze lieveheersbeestjes te gaan inzetten in de tuinbouw, afwachten maar of het ditmaal wel goed gaat.
Anemone 'Honorine Jobert' is een bladverliezende vaste plant met een polvormige groeiwijze en diepgelobde, ruw getande, donkergroene bladeren. Deze prachtige herfstanemoon bloeit van half augustus tot oktober met grote zuiver witte, enkelvoudige bloemen . De plant houdt van een zonnige standplaats en een neutrale, goed doorlaatbare grond. Halfschaduw of een plek met gefilterd zonlicht van een boom wordt ook goed verdragen. Deze planten zijn in ons klimaat perfect winterhard. Eens de plant is aangeslagen kan hij ook nog eens goed tegen droogte (van belang op zandgrond). Deze planten worden ongeveer 60 tot 120cm hoog. De bloemen zijn zuiver wit met duidelijk zichtbare goudgele meeldraden. De enkelvoudige bloemen lokken ook veel bijen en vlinders . Kortom, een plant die niet mag ontbreken om de grote herfstfinale kracht bij te zetten!
In Madagaskar waar deze palm oorspronkelijk vandaan komt is de boom bijna uitgestorven wegens massale houtkap. Deze palm groeit op een smalle strook in zuidoost Madagaskar in droge bossen op arme grond. Als je de stam van deze palm bekijkt zie je direct hoe deze aan zijn Nederlandse naam driehoekpalm gekomen is. De bladbasis verspringt telkens onder een hoek van 120° waardoor de typische driehoekvorm ontstaat. De bruinzwarte stipjes op de stam zijn geen ziekte of aantasting maar zijn volledig natuurlijk. Probeer ze dan ook niet te verwijderen (iets wat sommige mensen ooit al wel geprobeerd hebben). Deze kuippalm is een sensationele verschijning op een ruim terras of als solitair in uw tuin. Is niet makkelijk te verkrijgen, en wordt in België en Nederland meestal als kamerpalm aangeboden. Deze soort is absoluut niet winterhard (niet onder 0°C). Omdat deze soort niet zo goedkoop en ook niet makkelijk te vinden is speel ik op veilig en zet de plant in de inkomhal als de temperatuur ’s nachts onder 5° uitkomt. De sierlijke bladeren groeien bijna verticaal wat een voordeel is want zo neemt de plant minder plaats in tijdens de winterberging. Deze palm is goed droogte resistent, maar een licht vochtige bodem bevordert de groei. De driehoekpalm staat graag in de zon maar verdraagt ook lichte schaduw. Enkele uurtjes schaduw zorgen ervoor dat de potgrond minder snel uitdroogt. Verder stelt deze palm geen speciale eisen aan de grondsoort, licht zuur is optimaal. Het is een zeer makkelijke palm die ook binnenshuis of op kantoor als kamerpalm gebruikt kan worden, mits hij voldoende licht heeft en genoeg luchtcirculatie. Als je wil weten waar deze mooie niet winterharde palmen verkrijgbaar zijn kan je reageren op dit artikeltje of iets in het gastenboek achterlaten.
De kuiflelie, soms ook ananasplant genoemd, komt uit Afrika. Het is een bolgewas, dat een licht vochtige grond wenst met veel zon. Bovenop de plant staat een soort kuif die wat op een ananas lijkt, vandaar ook de Nederlandse naam. De kuiflelie behoort tot de familie van de Liliaceae. In het late voorjaar (mei-juni) groeit uit de bol een rozet met glanzende groene bladeren (een beetje vergelijkbaar met de rozet van een Bromelia). In de loop van de zomer verschijnt dan een stengel met daarbovenop de “ananas”. In de meeste literatuur vind je dat Eucomis binnen in pot moet overwinteren. Bij mij staat deze reeds een drietal jaren in de volle grond (weliswaar op een tegen oostenwind beschutte plaats). De plant staat wel op een goed gedraineerde plaats. Zoals dikwijls met planten uit (sub)tropische oorden is het vooral de combinatie van kou en vocht die voor de plant dodelijk is. De plant komt tot nu toe elk jaar vrolijk terug en elke keer steeds uitbundiger. In de handel vind je meestal Eucomis bicolor met groenachtig witte bloemen op een gespikkelde steel. Soms ook Eucomis comosa die hoofdzakelijk paars gekleurd is.
In dit artikeltje wou ik het even hebben over een ernstig onderwerp dat ik zelf deze week heb meegegemaakt (of beter gezegd één van de honden heeft het meegemaakt) : de ziekte van Lyme. Het is veel minder algemeen geweten dat onze honden of katten dit ook kunnen krijgen.
Hoe wordt de bacterie overgedragen?
De ziekte van Lyme wordt overgedragen door de Ixodes teek. Het is niet de teek zelf die de ziekte veroorzaakt maar wel de Borellia bacterie. Deze bacterie leeft o.a. in herten, reeën en everzwijnen. Een teek die hier bloed gaat zuigen kan zo besmet raken en de bacterie doorgeven aan zijn volgend slachtoffer. Teken zijn miniscule kleine parasitaire spinachtigen van enkele mm groot. Ze zitten ergens in het gras of struikgewas te wachten op een passerend slachtoffer waar ze op meeliften. Ze zoeken zich dan een warm plaatsje waar ze de huid doorboren en zich vastzetten om zich tegoed te doen aan een bloedmaaltijd. Wanneer ze voldaan zijn laten ze zich vallen en zijn dan zo groot als een erwt. Onderzoek heeft uitgewezen dat de teek zich minimaal 24 uur moet voeden om voldoende bacteriën over te dragen om de ziekte te veroorzaken. Vroege verwijdering van teken verkleint dus de kans op ontwikkeling van ziekte. Wordt Lyme bij uw huisdier vastgesteld dan loopt uzelf geen kans op besmetting via uw huisdier.
Symptomen bij een hond (of kat) met de Ziekte van Lyme
De ziekte gaat progressief en in het begin zijn de verschijnselen niet erg duidelijk. Komt er nog bij dat de hond of de kat ons niet kan vertellen wat er fout loopt. Bij mijn hond (4 jaar) was het meest opvallende naast hijgen en kortademig zijn dat zij veel minder actief was, spelen was er niet meer bij en wandelen vond ze niet zo leuk meer. Ze maakte ook koorts, had verminderde eetlust (voor het eerst in haar leven). Ik had ook de indruk dat ze last had van spier- of gewrichtspijnen. Bij mensen ontstaat meestal een rode plek na een besmetting met Lyme, bij onze viervoeters zie je dit niet vanwege de vacht. Het ontwikkelen van een bultje op de plaats van de beet zegt niets over het wel of niet ontwikkelen van Lyme maar is eerder een reactie op de tekenbeet zelf.
Diagnose
De ziekte van Lyme vaststellen is niet zo voor de hand liggend. De symptomen kunnen passen bij een groot aantal andere (wellicht meer voor de hand liggende) aandoeningen. Ik zelf had bij het eerste consult aan de dierenarts het idee geopperd maar die vond het hoogst onwaarschijnlijk : “nog niet meegemaakt in zijn carrière”. Enkele weken en onderzoeken later bleek uit bloedanalyse dat het toch Lyme was. Om positief te testen moet de besmetting al een tijdje aanwezig zijn.
Behandeling van de Ziekte van Lyme
De Ziekte van Lyme wordt behandeld met specifieke antibiotica. Het actieve bestanddeel hiervan is Doxycycline. Mijn hond kreeg ook nog een ontstekingsremmer (geen cortisonen) in druppelvorm erbij om de gewrichtspijnen te verlichten. Na enkele dagen is nu reeds een verbetering zichtbaar. Als de ziekte niet snel genoeg wordt opgespoord kan deze chronisch worden en ernstige nierschade veroorzaken.
Wat nu ?
De hond zal vermoedelijk wel volledig herstellen maar dient in de toekomst opgevolgd te worden, de ziekte kan later terugkomen zelfs zonder nieuwe tekenbeet en er wordt geen immuniteit opgebouwd. De ziekte is niet overdraagbaar van hond op mens of naar andere honden (besmetting gebeurt enkel via de bloedbaan).
Voorkomen
Er zijn middeltjes op de markt (vlooien en tekenbanden, pipetjes, …) maar 100% effectief of onschadelijk voor woef zijn deze niet. Ik had vorige zomer de vacht van mijn momenteel zieke hond behandeld met vloeistof uit zulk pipetje en het beest kreeg na enkele uren een soort epileptische aanval die ze nadien gelukkig nooit meer heeft ontwikkeld !
Opmerkingen
Ondanks wat men beweert zijn er volgens mij de laatste meer jaren beduidend meer teken dan vroeger. Wij speelden 50 jaar geleden de ganse dag buiten en ik heb nooit gehoord van iemand met een tekenbeet. Enkele jaren geleden waren 5% van de teken besmet met Lyme, tegenwoordig denkt men eerder aan 20-30% ! Mijn oudste hond heeft ook reeds vele tekenbeten meegemaakt maar is gelukkig nog nooit besmet en ziek geworden. Dus niet overdrijven maar wel alert blijven. En van de tuin blijven genieten!
We kennen venkel waarschijnlijk wel als groente uit de supermarkt maar deze plant kan met zijn bloemetjes ook een border opfleuren.
Venkel (Foeniculum vulgare) is een plant uit de schermbloemenfamilie (Apiaceae). De plant smaakt naar anijs, de draadvormige vertakkingen van de bladeren worden als keukenkruid en de zaden als specerij gebruikt. Niet te verwarren met knolvenkel (Foeniculum vulgare Azoricum). Deze laatste is een aparte cultivar met verdikte bladscheden die tezamen een bovengrondse bol achtige structuur vormen, de venkelknol, die als groente wordt gebruikt. Bij bladvenkel ontbreekt de knol. De venkelplant kan tot boven manshoogte groeien. Ze komen van origine uit het Middellandse Zee gebied. De plant kan heel goed als weefplant gebruikt worden, zowel het blad als de gele bloemetjes zijn zeer fijn , je kijkt er dwars doorheen. Ze worden ongeveer 1.5 m hoog.
Venkel groeit zowat eender waar, al wordt een beetje zon wel op prijs gesteld. Ze zaaien zich vrolijk uit zonder echt opdringerig te worden en bloeien de hele zomer lang. Een plant waar je weinig of geen zorgen moet aan besteden.
Dit beestje passeerde vanochtend vroeg voor de lens van de fotocamera. Kon het eerst niet goed thuisbrengen maar het is een vrouwelijke buxusmot ! De foto is niet 100% vanwege wat weinig licht. Op internet vind je betere foto's (meestal van mannelijke exemplaren) maar deze heeft voor mij een emotionele waarde. Deze mevrouw haar kroost heeft mijn buxushaag helemaal kaalgevreten!
Dicksonia fibrosa (Ponga tree) is een boomvaren die misschien iets minder bekend is dan zijn neefje Dicksonia antarctica. D. fibrosa blijft wat kleiner en compacter wat zo zijn voordeel heeft om ze te overwinteren. In Groot-Brittannië zouden ze buiten kunnen overwinteren en temperaturen tot -5°C aankunnen mits winterprotectie. In onze Kempen kan het echter wel een pak kouder worden! Die -5° kan misschien wel kloppen in een klimaat waar het eens één of twee nachten vriest maar bij ons duren die koude periodes meestal iets langer. De stam moet dan volledig ingepakt worden en de bladeren gaan verloren. Vooral de combinatie van kou en vocht blijkt de plant fataal te zijn. Gezien de nogal forse aankoopprijs overwinter ik ze in de veranda op ongeveer 10°C. Ze krijgen dan zeer spaarzaam water (1 keer per week) maar de groeipunt boven op de stam wordt wel regelmatig vochtig gehouden (door wat water te vernevelen). Ze houden dan bijna al hun blad zodat, als ze terug naar buiten kunnen half mei, al direct een aandachtstrekker in de tuin zijn en je niet eerst een paar weken op een kale stronk zit te kijken. Zet ze niet in de volle zon, het blad zal verbranden. Bij mij staat de plant in een schaduwhoekje onder de dennenbomen en heeft het daar best naar zijn zin. Bij heel warm weer zoals onlangs in juni heeft de plant baat bij een dagelijkse sproeibeurt. In Nieuw-Zeeland waar ze vandaan komen kunnen ze 10-15 meter hoog worden maar zo’n vaart loopt het bij ons niet.
Misschien hebben jullie het ook gelezen : aan de Universiteit van Gent is een wel erg opmerkelijke ontdekking gedaan. Bio-ingenieurs zijn erin geslaagd om tarwe en rijst te beschermen tegen ziektes door ze bloot te stellen aan stoffen die de geur van vers gemaaid gras verspreiden. De geur van vers gemaaid gras doet waarschijnlijk denken aan het begin van de lente. Toch heeft deze specifieke geur een heel andere functie. Planten maken een stof aan wanneer zij worden aangevallen door bijvoorbeeld een insect, een schimmel- of een grasmachine. Door deze stof te verspreiden, laat de plant aan zijn buren weten dat er gevaar dreigt. Het was al langer bekend dat planten communiceren wanneer ze bvb. worden aangevallen door bladluizen. Dat dit ook opgaat voor de geur van gazonmaaisel is wel nieuw. Volgens Maarten Amaye, die er vier jaar doctoraatsonderzoek naar deed blijkt uit de resultaten van het nieuwe onderzoek dat bepaalde chemische stoffen, groenbladvolatielen (GLV’s) genaamd, de weerstand van de andere planten verhogen. “Je zou het kunnen beschouwen als een soort biologische vaccinatie van een plant. Net als bij een vaccinatie prikkelt de chemische stof het verdedigingsmechanisme van de plant ”. Voor het onderzoek werden tarwe en rijst behandeld met de stoffen. “We zagen effectief dat tarwe en rijst een hogere weerstand hadden tegen een aantal ziekten en schimmels, nadat we hen hadden blootgesteld aan GLV’s ”, zegt Ameye. Het onderzoek biedt heel wat nieuwe mogelijkheden voor de toekomst. Zo kan men simpelweg een grasstrook aanbrengen op bijvoorbeeld een tarweveld om de gewassen te beschermen. “Door die stoffen toe te dienen aan planten, komen we alweer een stap naar een meer innovatieve en duurzame manier om gewassen te beschermen, en naar een groenere landbouw in het algemeen”, besluit Ameye. In mijn inmiddels op hol geslagen fantasie lopen de bladluizen en meeldauw weg telkens de maairobot passeert. Dat zou pas mooi zijn, toch?
Bloedooievaarsbek (Geranium sanguineum) behoort tot de familie van de Geraniaceae. De bloemkleur is karmijnrood en de bloeitijd loopt van juni tot en met juli met nog wat nabloei in augustus en september. De bladeren zijn groen en ongeveer 20 cm. hoog. De volwassen hoogte van deze vaste plant is ongeveer 25 cm. Volledig winterhard, verdraagt temperaturen tot -25°C. Deze plant staat graag vrij zonnig maar doet het ook nog goed op een plek met enkele uren wat lichte schaduw van bomen. De bodem moet voedselrijk, doorlatend en vochthoudend zijn, al wordt een droge standplaats ook goed verdragen. Kan gebruikt worden als bodembedekker.
Leverkruid (Eupatorium purpureum) heeft zijn bakermat op het Amerikaanse continent. Deze planten houden van een vochtige tot natte grond. Deze moet goed water doorlatend zijn en anderzijds toch ook weer ruimschoots water kunnen vasthouden. Koninginnekruid doet het goed in de zon, halfschaduw wordt ook nog getolereerd. Het koninginnenkruid behoort tot de familie van de asterachtigen (Asteraceae). Er zijn ongeveer een 40 soorten, slechts een beperkt aantal daarvan zijn in onze tuinen terug te vinden. Meestal gaat het dan om cultivars van Eupatorium purpureum. Eupatorium bloeit met roze tot paarsroze (soms witte) bloemschermen. Afhankelijk van de soort kunnen ze meer dan twee meter hoogte halen. Een soort die bij ons ook in het wild voorkomt is Eupatorium cannabinum (zo genoemd vanwege de vorm van het blad). De bloemen hiervan zijn iets lichter van kleur.
Met hoge siergrassen (Miscanthus) op de achtergrond komen ze zeer mooi tot hun recht. De bloemen die verschijnen tussen eind juli tot oktober zijn een echte bijenmagneet. Plant leverkruid samen met Verbena bonariensis en vlinderstruik in de border en je hebt een hele zomer gezoem en gefladder van bijtjes en vlinders. Bij een lange droogteperiode wordt een emmertje water af en toe op prijsgesteld. De planten zijn volledig winterhard, best snoei je de bloemstengels pas in het volgende voorjaar af.
De Amerikaanse kolonisten in de 19de eeuw trokken thee van de bladeren tegen griep en koorts of gebruikten het ook als laxeermiddel. Opgelet, zoals met veel natuurproducten zijn grote hoeveelheden giftig ! (kan leverschade veroorzaken).
Op de foto's (van boven naar onder) : E. purpureum en E. cannabinum
De Chinese vernisboom Koelreuteria paniculata (gele zeepboom, lampionboom of blazenboom) is een kleine boom uit de zeepboomfamilie (Sapindaceae). Het geslacht waartoe deze boom behoort is genoemd naar Josef Gottlieb Kölreuter. De boom komt van nature voor in O-Azië (China en Korea).
We hebben hier enkele weken geleden al eens een artikeltje over geschreven. Toen stond dit boompje in bloei, nu is hij bijna uitgebloeid en verschijnen de eerste zaaddozen. Deze doen wat denken aan de opgeblazen zaaddozen van de lampionplant. Later op het seizoen verkleuren deze naar een kleur ergens tussen geel en roze. In de zaaddozen zitten de zwarte zaden zelf die 5-8 mm groot en geroosterd eetbaar zijn. Of deze lekker zijn heb ik nog niet geprobeerd.
Ik ga wel eens proberen er een aantal te zaaien om te zien of er iets van voortkomt. We houden jullie op de hoogte.
Stokrozen (Alcea rosea) hebben niets met rozen te maken, ze behoren tot de malva familie (kaasjeskruid). Ze komen oorspronkelijk uit Turkije en Palestina.
Gezien de hoogte van de bloemstelen (tot 2 m en meer) staan ze graag wat beschut tegen de wind. Om ze rijkelijk te laten bloeien hebben ze graag enige uren per dag zon. Meestal worden ze beschouwd als tweejarige maar onder goede condities komen ze meerdere jaren na mekaar terug. Bij mij komt deze plant reeds voor het vierde jaar in bloei. De grote, enkelvoudige bloemen hebben een grote aantrekkingskracht op bijen en hommels. Ze bloeien redelijk lang (juli-september).
Ze groeien graag in niet te zware maar wel vruchtbare grond. bij mij groeien ze in Kempense zandgrond die wel is aangerijkt met compost. De grond mag niet te droog worden, daarom staan ze bij mij in de halfschaduw. Elk jaar in het voorjaar wat verse compost rond de plant en je houdt ze perfect gelukkig. Qua kleuren betreft ben je bijna onbeperkt in keuze.
Ze hebben soms last van roest. Dit geeft bruine vlekken op de bladeren, de plant gaat er niet direct dood van maar mooi is het niet. Dit is een schimmelinfectie. Vermits ik ecologisch tuinier en niet wil spuiten moet de plant zichzelf maar zien te redden, een koperen draad in de grond steken juist naast de plant zou helpen. Je krijgt de schimmel er niet mee weg maar het zaakje blijft er wel mee onder controle.
De naam van mijn cultivar ben ik jammer genoeg kwijt geraakt met de jaren. Ik vermoed dat één of andere vogel het labeltje heeft meegepikt om er zijn nest mee te versieren.
Deze namiddag een achtste libellensoort tegengekomen rond de tuinvijver.
Als je weet dat er in heel België ongeveer 70 soorten voorkomen vind ik dat ze met die 8 hier redelijk goed vertegenwoordigd zijn. Temeer daar ik er eigenlijk pas een maand geleden mee begonnen ben om er specifiek op te letten.
De (voorlopig) laatste in het lijstje is de koraaljuffer.
Ik realiseer mij maar al te best dat ik absoluut niet kan concurreren met de waterlelies van Monet in Giverny(F). En ze schilderen kan ik al helemaal niet. Er van genieten daarentegen wel !
Waterlelies houden van zuiver, stilstaand tot traag stromend water. In een klein vijvertje met fonteintje zullen ze het meestal minder goed doen. De drijvende bladeren zijn een prima schuil- en rustplaats voor allerlei beestjes, zowel boven als onder water.
Kikkers komen graag op een waterlelieblad zitten om van daar uit de boel te kunnen overkijken. In onze streken zijn er een 100 tal cultivars die winterhard zijn, in de tropen zijn nog veel meer.
Naast bescherming bieden zijn ze ook van belang voor het biologisch evenwicht in de vijver. Door hun grote drijvende bladeren geven ze schaduw in het water wat er voor zorgt dat de temperatuur niet te hoog oploopt op warme dagen. Tevens halen ze voedingsstoffen uit het water waardoor algen minder kans hebben om zich te vermenigvuldigen.
Vanaf juni komen regelmatig bloemen tevoorschijn die gemiddeld 3-4 dagen bloeien. Daarna blijft de bloem dicht en verdwijnt onder water. De meest voorkomende kleuren gaan van wit over rose tot rood maar gele zijn ook te vinden. Sommige geuren bovendien nog heerlijk.
Soms worden de bladeren aangetast door de larven van de waterleliekever. Hier is weinig tegen te doen als je geen insecticides wil gebruiken. Sommige vissen ( goudvissen, koi, ...) willen wel eens aan de stengels knabbelen maar voor de rest zijn ze redelijk probleemloos. Wel erg mooi!
Ik ben Roger
Ik ben een man en woon in de Kempen (België) en mijn beroep is jong gepensioneerde.
Ik ben geboren op 29/05/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: tuinieren, fotografie, zeewateraquarium, modelbouw, ....