Zo rond deze tijd van het jaar wordt het lastig elke dag nog iets nieuws in de tuin te ontdekken. We gaan dan ook, net zoals de tuin, in winterrust. Dat betekent niet dat ik niet meer met het fototoestel door de tuin ga wandelen. Het zal alleen niet meer elke dag zijn.
We plannen sowieso nog enkele artikeltjes rond de feestdagen en vanaf 1 maart staan we weer paraat. de mooiste winterfotootjes krijgen jullie dan sowieso te zien, met enige vertraging weliswaar.
Volgend weekend ga ik (eindelijk) mijn nieuwe tulpenbollen planten, de grond is nu voldoende afgekoeld zodat het risico dat de bollen zouden kunnen aangetast worden door schimmels sterk verminderd is.
Als je af en toe eens onder de rubriek tuinen/vijvers en groen kijkt naar de blogs met de meest actuele artikels zie je wel wanneer we uit onze "winterslaap" ontwaken.
Soms hoor je wel eens zeggen dat alles in de tuin een beetje saai en kleurloos wordt rond deze tijd van het jaar. Ik ben het daar niet helemaal mee eens. De fotootjes bewijzen het tegendeel. De Viburnum bloeit nog de hele winter door en de Mahonia houdt het ook nog wel even vol!
't Is weer zo ver. Vannacht heeft het gevroren, alles wat niet direct beschutting had van bomen zag mooi wit deze morgen.
We hadden onze voorzorgen genomen en alle subtropisch spul enkele dagen geleden al naar warmere oorden verhuisd. Eén van de warmere oorden is de veranda, daar blijft het de ganse winter tussen 10-15°C. Nadeel is wel dat we vanaf nu tot in mei niet meer in de veranda kunnen gaan zitten wegens geen plaats meer! Tja, je moet er wat voor overhebben zeker?
Ik heb ook nog plaats in de serre. Die houd ik tussen 0-5°C, hier mogen o.a. oleander en siergember overwinteren. De siergember sterft bovengronds af maar vermits de kluit daar niet kan bevriezen loopt de plant in het voorjaar snel terug uit. Ik heb bij wijze van test dezelfde soort ook in de volle grond staan, als winterbescherming krijgt deze een omgedraaide kuip gevuld met bladeren als dak. Doordat de bladeren droog blijven isoleert dit redelijk goed. Vorige winter was er geen enkel probleem, alleen had de plant enkele weken achterstand op zijn neefje dat in de serre mocht overwinteren. Morgen gaat de snoeischaar in het buitenexemplaar en krijgt deze zijn winterjasje. Zo kan je ten andere ook dahlia's overwinteren zonder ze uit te graven.
Helleborus zijn schitterende tuinplanten en het leuke is dat ze heel de winter bloeien. Zo rond deze tijd beginnen ze er aan en sommige soorten gaan daarmee door tot laat in het voorjaar. Ook na de bloei blijven ze decoratief omwille van het blad. Ze zijn ook makkelijk te combineren met andere planten (vooral dan ook andere bos- en schaduwplanten). Hoewel ze vrij makkelijk zijn, durven sommige soorten toch wel eens wispelturig zijn. Hier enkele tips, als je daar rekening mee houdt zijn er weinig of geen problemen en heb je mooie planten die tot 6 maanden per jaar kunnen bloeien en dat dan nog op een tijdstip waar wat bloei extra welkom is.
De wortels van Helleborus verdragen geen langdurig contact met vocht. Hierdoor gaan de wortels rotten. Zorg dus voor een goede drainage of plant ze in een verhoogd plantbed.
Plant ze in vruchtbare goed doorlatende grond. Arme, droge grond kan mits elk voorjaar een goede gift met compost. Soms wordt aangeraden wat kalk en beendermeel toe te voegen.
Je kan ze heel het jaar door aanplanten behalve in de zomer, dan is de plant in rust. In de winter natuurlijk niet als de grond stijf bevroren is.
Verplanten doe je best eind augustus/begin september. Zorg steeds dat de planten voorzien zijn van een flinke wortelkluit. Verplant echter zo weinig mogelijk.
Als we terugblikken op afgelopen zomer zien we dat we dikwijls bezoek hebben gehad in Bernerhof. Voor sommige gasten moest je al heel goed kijken en wat geluk hebben om ze te zien. Er waren er echter ook waar je niet kon naast kijken. Eén van de meest merkwaardige exemplaren kwam langs op 11 juli vroeg in de morgen. Ik moest me even in de ogen wrijven toen ik deze zag. Normaal gesproken horen ze thuis in Afrika. Bij de Oude Egyptenaren hadden ze een heilige status, vandaar de naam Heilige Ibis. Ze zijn verre familie van de lepelaars en leven meestal in de buurt van ondiep water waar ze op jacht gaan naar een kikkertje of een visje. Het feit dat er een vijver is in Bernerhof zal wel meegespeeld hebben dat deze juist bij ons even kwam uitrusten. Vermoedelijk was dit een exemplaar dat ergens ontsnapt was. Meneer of mevrouw is nog de ganse dag in de buurt blijven hangen en is toen terug vertrokken.
Cotinus dankt zijn Nederlandse naam Pruikenboom aan het feit dat de heester behoort tot de groep van de pruikenboomachtigen. Het best bekend zijn de roodbladige variëteiten maar er zijn ook groenbladige. De roodbladige Cotinus bloeit roodbruin met lange geveerde behaarde en steriele stelen vanaf juni tot en met juli. Van ver lijkt het precies of er rook hangt boven de struik, vandaar de Engelse benaming "Smoke Tree". Snoeien is normaal niet nodig. Wil je de plant compact houden kan het echter wel. Doe dit dan direct na de bloei en hou er rekening mee dat dit ten koste zal gaan van de bloei voor volgend jaar. Let ook op bij het snoeien : de plant bevat sappen die onder invloed van zonlicht allergische reacties op de huid kunnen veroorzaken. Snoei dus best op een bewolkte dag of speel zeker en draag handschoenen. Deze struiken staan graag op een tegen de ergste koude gespaarde plaats. Bij mij staat deze, nog jonge plant, tegen de westkant van het huis, beschut tegen de koude oostenwind. De grond mag redelijk droog zijn maar mag wel wat kalk bevatten. Stenen in de grond zijn een meerwaarde, dit komt de drainage ten goede. In de herfst zetten ze de tuin in vuur en vlam en verkleuren ze prachtig rood alvorens hun blad te verliezen,
Met het mooie zachte weer op Allerheiligen zoemden er nog heel wat late Akkerhommeltjes door de tuin. Nu zijn er niet meer zo heel veel bloemen waar nog eten te vinden is voor onze zoemers. De Mahonia struik is momenteel één van de uitzonderingen, met tientallen waren ze zich hier dan ook het buikje aan het volproppen voor de winter komt.
Euphorbia characias is een plant uit de grote wolfsmelkfamilie die meer dan 1000 soorten telt. Een aantal daarvan zijn goede tuinplanten. Een waarschuwing is hier wel op zijn plaats. Alle soorten uit deze familie bevatten een dik wit sap dat giftig is. Het kan irriterend zijn op de huid maar vooral met de ogen is het oppassen. Dat hoeft je er niet van te weerhouden om ze in de tuin te zetten want het zijn fraaie planten. Het altijd groene blad alleen al is mooi om naar te kijken maar als ze in het voorjaar beginnen te bloeien is dit nog een extra bonus. Dat bloeien gaat trouwens zeer lang (soms maanden) door. De bloemen zijn meestal gelig van kleur maar ook crème wit komt voor. Er zijn bontbladige cultivars maar ook rood blad is te vinden. Als de planten in het voorjaar begint te bloeien komen we hier nog op terug. De meeste soorten houden van een zonnige niet te natte plek. Wat beschutting tegen koude noorden of oostenwind wordt op prijs gesteld. Ze zijn niet allemaal 100% winterhard. Bij mij krijgen ze deze beschutting door enkele rhododendron struiken die de wind wat temperen. Meestal wordt aanbevolen wat kalk aan de grond toe te voegen maar echt kritisch is dit volgens mij niet, mijn bodem is zuur en ze doen het daar toch heel goed. Om ze compact te houden kan je ze snoeien, best net na de bloei. Omwille van het sap doe je dit best met handschoenen!
Afgelopen zondagmiddag toen het zonnetje vrolijk stond te schijnen viel mijn oog op een drukte van belang rond de bloemetjes van Fatsia japonica en Mahoniastruik. Van ver leek het net of er zoemden honderden kleine bijtje rond de struik. Iets dichterbij gekomen zag ik dat het geen bijtjes maar zweefvliegen waren. Ik heb minstens drie verschillende soorten gespot. Ze allemaal een juiste naam meegeven is niet zo makkelijk, er zijn meer dan 300 soorten in onze contreien. Van eentje ben ik wel 100% zeker.
Op de foto zie je de snor- of pyamazweefvlieg. Je ziet direct wel de gelijkenis met een bijtje of een wesp. Zweefvliegen leven vrijwel zonder uitzondering van nectar en stuifmeel, ze zijn dan ook vaak op bloemen te zien. Veel soorten zweefvliegen zijn geliefd in serres en in de tuinbouw vanwege de vraatzuchtige larven die alleen bladluizen eten.
Het nabootsen van kleur, vorm en/of geluid van andere, gevaarlijkere dieren heet mimicry en komt bij zeer veel diergroepen voor.
De bosbijvlieg leeft niet in het bos en is geen bij! Volgen wie volgen kan.
Deze zat zich met tientallen soortgenootjes wel vol nectar te slurpen op de bloemen van Fatsia japonica. Sommige exoten zijn dus best wel nuttig in de tuin voor onze inheemse beestjes.
Vanavond is het Halloween. Tot de jaren 80 van de 20ste eeuw hadden weinigen hier er waarschijnlijk ooit van gehoord. Dat veranderde o.a. mede door de gelijknamige horrorfilm uit 1978. De commerce sprong hier gretig op om allerlei artikelen aan de man te brengen.
De naam "Halloween" is afgeleid van Hallow-e'en, oftewel All Hallows Eve (Allerheiligenavond), de avond voor Allerheiligen. Bij de Kelten begon het jaar op 1 november, dus 31 oktober was oudejaarsavond. De oogst was binnen, het zaaigoed voor het volgende jaar lag klaar en dus was er even tijd voor wat ontspanning, het Keltische Nieuwjaar of Samhain.
In Groot-Brittanië werd Halloween vooral door de Kelten gevierd, die geloofden dat op die dag de geesten van alle gestorvenen van het afgelopen jaar terugkwamen om te proberen een levend lichaam in bezit te nemen voor het komende jaar. De geesten die uit dode mensen zouden oprijzen, werden aangetrokken door voedsel voor hen neer te leggen voor de deuren. Om echter de boze geesten af te weren droegen de Kelten maskers.
In ieder geval ga ik er niet wakker van liggen. Misschien wel best losstaande bezems even binnenzetten, er kunnen misschien wel hooligans onder de geesten zitten die aan "broom-jacking" doen!
Eén van de mooiste bananenplanten vind ik persoonlijk : Ensete ventricosum (Abbesijnse banaan) .
Mijn Abessijnse banaan is gisteren naar zijn winterstandplaats verhuisd. In tegenstelling met een aantal Musa soorten, die mits goed ingepakt, de winter bij ons in volle grond kunnen overleven kan deze absoluut geen vorst verdragen. Van zodra de nachten koeler worden dan 5-6° gaat hij naar binnen. Die verhuizing is geen kleinigheidje, de plant is meer dan 3 m hoog en weegt behoorlijk zwaar. We trachten zo veel mogelijk blad aan de plant te laten, dat is niet strikt noodzakelijk, zonder blad loopt de plant ook wel terug uit maar het duurt dan wel veel langer vooraleer je terug iets hebt dat het bekijken waard is. Ik heb Monty Don op Gardener's World (BBC) ooit zulke bananenboom zien "onthoofden" en de stronk (zonder grond) in een jute zak ergens in een vorstvrij schuurtje laten overwinteren. In hun land van herkomst worden ze overigens tot 6 m groot.
Wist je trouwens dat een "bananenboom" eigenlijk geen boom is maar een uit de kluiten gewassen vaste plant?
Er zijn geen houtachtige delen aan de plant, dus per definitie is dit geen boom.
Veel mensen hopen ook dat hun "bananenboom" snel bloeit en banaantjes krijgt, ik dus niet.
Deze bananenboom is "monocarp", dat wil zeggen dat éénmaal er banaantjes zijn geproduceerd, de plant zijn werk in de natuur gedaan heeft en afsterft. Er is voor nakomelingen (zaad) gezorgd dus de plant is verder niet noodzakelijk meer, zo zit de natuur nu éénmaal ineen. Ze vormen geen uitlopers dus vermeerderen kan enkel via zaad (of tegenwoordig met weefselkweek). Die kleine banaantjes zijn wel eetbaar maar absoluut niet lekker! Ze bevatten harde zwarte ronde zaden.
Hun donkergroen blad met rode nerf is wel een blikvanger en maakt ze zeer gegeerd. Zorg er wel voor dat ze ergens een plekje krijgen waar ze niet teveel in de wind staan. Hun gigantisch blad wordt er niet mooier op na een zomerstormpje. Enkele jaren geleden was er hier een zomeronweer met dikke hagelbollen, de plant was zwaar toegetakeld. Gelukkig maken ze redelijk snel terug nieuw blad en was er na een maand of twee niet veel meer van de schade merkbaar.
Zon wordt uiteraard op prijs gesteld maar ze hoeven niet persé heel de dag in de de volle zon te staan. Is dat toch het geval zal je tweemaal per dag met een emmer water moeten langskomen want de gigantische bladeren verdampen massaal veel water.
Momenteel staan de siergrassen nog mooi recht. Binnen enkele weken is dat waarschijnlijk een ander verhaal. Regen, wind en vorst zorgen ervoor dat vroeg of laat alles tegen de grond gaat. Zolang alles mooi blijft rechtstaan grijp ik niet in. Dat wordt anders als de Miscanthus & Co bovenop mijn rozen gaan liggen. Dan, maar ook pas dan, wordt er ingegrepen en gaat er een stuk af. Ik laat sowieso nog minstens 1 meter van de siergrassen staan tot na de winter. Ik heb daar twee redenen voor : beter voor de plant zelf, het hart van de plant is beter beschermd tegen de vorst. Nu hoor ik je denken dat de meeste siergrassen toch volkomen winterhard zijn en daar heb je ook gelijk in. Ikzelf ga ook niet dood door in de winter even naar het kippenhok te lopen met enkel een T shirt bij -10°C maar met een jas aan is toch net iets aangenamer. En er is nog een tweede reden : in zo'n bundel verdord siergras is het ook iets droger en warmer dan in de rest van de tuin en daar profiteren een boel beestjes van die daar een leuke schuilplaats vinden. Ik vermoed dat zo één bos Miscanthus meer bewoners heeft dan een bijenhotel! Pas in het voorjaar net voor ze beginnen uit te lopen gaat de schaar er een tweede keer in. Je ziet dan ook dat er in het hart reeds fris groen te zien is en van buitenaf nog niets. En als je zo'n groene spriet dan per ongeluk mee afknipt, geen probleem, enkele weken later zie je daar niets meer van. In naam van hommel & Co reeds dank bij voorbaat!
Ja ja , een duizendknoop in de tuin aanplanten, is dat niet om problemen vragen? Wel, het hangt er van af welke soort. Duizendknoop is een zeer grote familie, met als beruchtste lid waarschijnlijk wel de Japanse duizendknoop die ongelooflijk woekert en die, eens je hem in de tuin hebt, zonder bulldozer of kernbom waarschijnlijk niet meer weg te krijgen is.
Deze gedraagt zich wel wat beschaafder. Ze zijn afkomstig uit N-Amerika, meer bepaald de oostkust waar ze voorkomen van Quebec in Canada tot helemaal in Florida in het zuiden van de VS. In tegenstelling tot de rest van de familie heeft deze soort graag een koele vochtige grond die niet noodzakelijk in de volle zon hoeft te liggen. Het meest opvallende is de zeer duidelijke bruinrode wig in het donkergroene blad. De bloei met fijne roodkleurige aren valt in het najaar maar is niet zeer opvallend. Ze zaaien wel wat uit als ze zich goed voelen maar zijn toch onder controle te houden.Kan eventueel ook als bodembedekker gebruikt worden in een schaduwwhoekje van de tuin.
Dit weekend is het zover. mijn tuinslaafje krijgt een paar maanden welverdiende vakantie.
De temperaturen gaan dalen, als het overdag kouder blijft dan 10C° stopt het gras sowieso met groeien. Tegelijkertijd beginnen de blaadjes nu ook serieus te vallen. Vermits ons robotje enkel grassprietjes kan mulchen maar geen raad weet met eikels, dennenappels, takjes en afgevallen bladeren mag hij op wintervakantie. We schuiven hem in de veranda onder de tuinzetel zodat hij lekker droog en vorstvrij staat en zijn batterijtje zich lekker blijft voelen.
Uiteraard krijgt hij eerst nog een schoonheidsbehandeling vooraleer de wintervakantie begint. Indien nodig nieuwe mesjes, een poetsbeurt zodat hij propertjes de winter ingaat. Afhankelijk van het weer mag hij in maart of april terug aan de slag. Ondertussen rijden we nog wel eens een paar keren over de grasmat om alle rommel met de klassieke grasmaaier bijeen te vegen (gaat veel sneller dan met de grashark). Bye bye zomer! Het is mooi geweest!
Gelukkig hoeft onze Malou niet nu meer af te zien!
We zullen altijd aan haar terugdenken als "een zotte doos", altijd vriendelijk tegen iedereen, steeds bereid de boel op stelten te zetten maar steeds met een gouden hart!
De Turkse tortel is een elegant, bruingrijs duifje met een zwarte nekband. De soort werd pas in 1952 voor het eerst in België waargenomen. Ze eten vooral plantaardig materiaal met een voorkeur voor granen en zaden.
De Turkse tortel is een echte opportunist en cultuurvolger. Ze komen vooral voor in de buurt van bebouwing, bij graansilos of andere overslagplaatsen van graan.
Ook mijn kippenren is een zeer aantrekkelijke plaats, ik vermoed dat de torteltjes meer van de mais eten dan mijn kippen zelf!
De Turkse tortel is een hoogproductief beestje : doorgaans brengen ze drie tot zes (uitzonderlijk zelfs negen) broedsels per jaar groot. De broedtijd bedraagt 14 - 18 dagen. Het vrouwtje broedt 's nachts en wordt 's ochtends door het mannetje afgelost voor een broedbeurt van acht uur. De jongen uit het eerste legsel zijn na een paar maand al geslachtsrijp.
De Turkse tortel kwam oorspronkelijk voor van Turkije tot in India, Zuid-China en Korea. Begin vorige eeuw werd de soort voor het eerst opgemerkt in Europa maar tot 1925 bleef de westwaartse uitbreiding beperkt tot de Balkan. Nadien heeft de Turkse tortel één van de meest spectaculaire expansies in de Europese faunageschiedenis gerealiseerd waarbij in een periode van 40 jaar ongeveer 2,5 miljoen km² nieuw gebied werd ingepalmd. De eerste Turkse tortels in België werden waargenomen in 1952. In dat najaar werd in Molenbeersel een exemplaar door een landbouwer gevangen en opgesloten in een kippenhok. Een tweede exemplaar werd in november bemachtigd in Elsene en na determinatie weer vrijgelaten. Het eerste broedgeval dateert van 1955 en vond plaats in Knokke.
Ik ben Roger
Ik ben een man en woon in de Kempen (België) en mijn beroep is jong gepensioneerde.
Ik ben geboren op 29/05/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: tuinieren, fotografie, zeewateraquarium, modelbouw, ....