De Franse veldwesp is van andere wespen te onderscheiden door het iets afgeplatte, slankere lichaam, meer oranje voelsprieten en een overwegend zwarte kleur met gele dwarsstrepen. Mannetjes zijn van vrouwtjes te onderscheiden doordat ze gekromde uiteinden van de voelsprieten hebben en daarnaast hebben mannetjes groene ogen en de vrouwtjes zwarte ogen. De Franse veldwesp wordt ongeveer 12 tot 18 millimeter lang en is het hele jaar te zien, de koningin overwintert op beschutte plaatsen in bomen maar ook wel in huizen.
Deze sociale wesp wordt steeds vaker in België en Nederland gesignaleerd. Zij hebben een sociale levenswijze en leven in een volk van meestal minder dan honderd stuks. Het grote verschil tussen de Franse veldwesp en de “limonade” wespen die wij kennen is dat zij meestal geen overlast bezorgen en een open nestbouw hebben. Daardoor zijn zij goed te observeren. Het zijn dus "brave" tuinwespen die een levenswijze hebben die sterk op die van bijen lijkt.
Op de tweede foto zie je een Franse veldwesp (rechts) en een Gewone knoopwesp (links). De twee waren geen dikke vriendjes want ze hadden het regelmatig met elkaar aan de stok. Overigens kan je de knoopwesp ook terugvinden onder de naam Grote snuittordoder. Kan je nog volgen ?
Onze twee jongelui genieten vandaag nog even van het zonnetje. De volgende dagen worden een ander verhaal ! Met zo'n dikke zwarte bontjas aan en temperaturen boven 30° hou ik ze dan overdag zoveel mogelijk binnen. Ik zou niet willen dat ze een hitteslag opdoen. Ze kunnen hun speeltijd verschuiven naar de avonduren als de warmte dragelijker wordt en overdag een siesta houden !
De zomer nadert zijn hoogtepunt. De dagen zijn weliswaar al terug wat korter geworden maar de temperaturen gaan de volgende dagen nieuwe hoogtes opzoeken. De prairieborder is zowat het enige deel van de tuin dat daar weinig of geen last van ondervindt. De Rudbeckia's laten tegen 's avonds weliswaar soms hun hoofdjes hangen na een hete dag maar staan tegen 's morgens terug mooi kaarsrecht. Nog even en dan staat de sedum ook mee in bloei. De bijtjes en hommeltjes zullen er blij mee zijn want die zijn er gek op. De siergrassen staan er nu ook op hun best bij. We hebben deze zomer nog geen onweer gehad dat heel de boel platlegde. Sommige van die siergrassen zoals de Miscanthus zijn een beetje opdringerig aan het worden. Ik vrees dat we er na de zomer effe met de grove borstel moeten doorgaan anders hebben we volgend jaar een tuin met alleen nog siergrassen. Als we diversiteit willen houden moet er af en toe ingegrepen worden. Daarom net is een tuin nooit "af" !
We hebben het al eens over bruine en oranje zandoogjes gehad maar er is nog een derde vertegenwoordiger van de familie die zo nu en dan eens langs komt. Alhoewel vrij algemeen voorkomend komen bonte zandoogjes toch niet zo regelmatig op visite in Bernerhof. Het zijn wel een fraaie vlindertjes en ze zijn een pak makkelijker te fotograferen dan hun familieleden want ze zijn meestal veel minder schuw. Vooral het oranje zandoogje is wat dat betreft een echte zenuwlijder die geen 10 seconden kan stilzitten. Dit bont exemplaar zat gisterenavond rustig te genieten van de laatste zonnestralen, enkele minuten later zat hij er nog steeds !
Het bonte zandoogje is eigenlijk meer een bosvlinder die toch ook regelmatig de tuinen in trekt. Het is één van de weinige soorten vlinders waar er de laatste jaren meer van zijn dan vroeger. Ze zijn dan ook niet kieskeurig om hun eitjes af te zetten. Verschillende soorten grassen die in de halfschaduw moeten staan voldoen prima. De rupsjes zijn grasgroen en vallen dan ook niet op in het gras zodat ze relatief veilig zijn voor vogels.
Magnolia grandiflora is een grote groenblijvende heester afkomstig uit het zuiden van de VS. De zuiver witte bloemen bloeien midden in de zomer zodat ze niet bevriezen zoals wel eens gebeurt bij hun voorjaarsbloeiende familieleden. Magnolia's behoren tot één van de oudste bloeiende plantenfamilies op aarde. Hun bloemen worden in de natuur bevrucht door bepaalde kevertjes, niet door bijen of hommels. Dat komt omdat er in de beginjaren van de magnolia's nog geen bijen of hommels waren. Er zweefden toen vooral grote libellen en bepaalde kevertjes door het luchtruim. Vogels werden ook pas veel later "uitgevonden". De geurende bloemen van M. grandiflora worden tot 20 cm in diameter, zo groot als ondertasjes! De struik wordt zo'n 25-30m groot in zijn natuurlijke habitat. Hier blijft het wel wat bescheidener. De grote glanzende bladeren blijven het jaar rond aan de heester hangen.
Vroeger werd gezegd dat M. grandiflora het hier in de winter niet kon redden. Dat kan dus wel mits enkele voorzorgen. Zorg dat de plant enigzins beschut staat tegen de oostenwind, een aantal uren zonlicht krijgt en op een niet te zware grondsoort staat. Volgens de literatuur moet er liefst wat kalk in de grond aanwezig zijn maar hier op mijn zure zandgrond gaat het ook goed. De aanzet voor de bloemknoppen van volgend jaar wordt nu al gezet. Met de grote hitte en vooral droogte van vorige zomer zijn er een aantal van verdroogd zodat we dit jaar minder bloemen hebben. We proberen dus dit jaar de plant wat extra water te geven om volgend jaar meer bloemen te hebben. Als tuinier moet je vooruitziend zijn !
Het was gisteren blijkbaar de derde warmste dag ooit in ons landje. Het was in ieder geval te warm voor de lelies. Zit je daar een heel seizoen met de verrekijker op te kijken om leliehaantjes te jagen en als ze dan eigenlijk in bloei staan zie je ze zo verschrompelen. Het was geen kwestie van uitdrogen maar letterlijk verbranden door de zonneschijn. Zelfs de knoppen van nog niet geopende bloemen werden op enkele uren tijd bruin aan één kant. Vorig jaar hadden we ook al iets soortgelijks maar nu is het volgens mij nog iets erger gesteld. Volgend jaar maar beter zeker ? Eenzelfde verhaal bij de herfstanemonen; die hebben ook de volle laag gehad !
Het kwik ging hier dan ook vlotjes voorbij 38° in de schaduw (gemeten op een plekje waar nooit zon komt). Vandaag zou het (maar) 30° worden, heerlijk koel vergeleken met gisteren ! De sproeier heeft gisterenavond overuren moeten maken om al dat verdampte water te compenseren.
In de prairietuin is de schade meegevallen, de Rudbeckia's zijn terug mooi netjes rechtop gekomen en Verbena is volgens mij zelfs waarschijnlijk atoombombestendig ! Het was overigens niet allemaal kommer en kwel; de Zuidafrikaanse bloemtjes en planten dachten waarschijnlijk even terug thuis te zijn en zetten hun beste beentje voor.
'Elk nadeel heb zijn voordeel', wie zei dat nu indertijd weer ?
Zilveren blaaskop, zouden ze dat tegen mij zeggen zou er waarschijnlijk ruzie van komen maar dit beestje trekt zich daar niks van aan. Biologen zijn toch creatieve mensen, hoe kom je anders aan al die rare namen? Onze zilveren blaaskop behoort tot de familie van de blaaskopvliegen en is direct te herkennen aan, je raadt het nooit, ... zijn oranjerode poten ! Het is een algemene verschijning in onze tuinen. De volwassen vlieg is vreedzaam maar de larven parasiteren en leven op/van steenhommels. Blij dat ik niet zo'n hommel ben !
Zo stilaan gaat de prairieborder naar zijn hoogtepunt. Verbena bonariensis bloeit al heel de zomer en zal hiermee nog wel een tijd doorgaan. De purperen phlox past daar qua kleur goed bij. En het warme geel van Rudbeckia zorgt voor het nodige vuurwerk. Op de herfstasters is het nog even wachten net als op de sedum maar ondertussen zijn de hommels en bijtjes best tevreden met wat er nu te vinden is. Er zijn ook nog vlinderstruiken en hibiscus voor de fijnproevers die geen nectar van verbena lusten.
We zullen vandaag eens rondkijken voor een koel plekje waar we morgen kunnen wegkruipen als het 35° wordt. Ik heb zo al een idee !
Wil je weten of het later op de dag gaat onweren ? Zoek dan in de tuin naar de kleine rode weekschildkever ! Vind je het beestje rustend op een blad dan is er niks aan de hand, zit het aan de onderzijde van een blad dan kan je er 100% zeker van zijn dat er de volgende uren een onweer langskomt. Ze zijn wat dat betreft veel accurater dan het KMI of buienradar. In de volksmond worden ze ook soms ook soldaatjes genoemd.
Soms zitten ze urenlang te paren op een blad, liefst van schermbloemigen. Ze leven van nectar maar ze durven even goed een passerend insect oppeuzelen. De larven die op de grond leven eten o.a. ook slakken. Da's nu eens een kevertje naar mijn hart !!!
Elk jaar voer ik vanaf het prille voorjaar een oorlogje tegen het leliehaantje. Als je dat even niet doet zijn de gevolgen voor de lelies desastreus: enkel de stengel wordt niet opgevreten door de rode sloeries en hun vettige zwarte larven. Maar als dan ergens in juli de eerste lelies ontluiken zie je dat al die moeite niet voor niets geweest is ! Welke bloem kan zo'n prachtige vormen combineren met zulk kleurenpalet en daar bovenop nog eens een hemels parfum de tuin insturen?
Ik denk dan soms terug aan een zinnetje uit een liedje van wijlen Wim De Craene. In "Tim" zingt hij: "Hier heeft de mens gewonnen", en voor één keer lijkt het ook zo want meestal is de natuur oppermachtig.
En nu een paar dagen genieten van al dat moois. Sorry leliehaantjes maar volgend jaar begint de strijd opnieuw!
Neen, ik heb het niet zelf verzonnen, het beestje bestaat echt. Ik moet toegeven dat ik er tot eergisteren ook nog nooit van gehoord had, laat staan eentje gezien ! Als je naar de kop van het beestje kijkt zie je direct hoe ie aan zijn naam is gekomen.
Het is een nachtvlindertje behorende tot de familie van de snuitmotten. Doorgaans zijn ze 's nachts actief maar deze was op klaarlichte dag op pad. Anders had ik hem waarschijnlijk gemist want sinds mijn pensionering zijn mijn activiteiten 's nachts eerder beperkt! Dat het een "hem" is, ben ik vrij zeker van want de vrouwtjes zijn doorgaans veel donkerder van tekening.
En zo krijgen we regelmatig nieuwe verrassingen in de tuin, beestjes waarvan we het bestaan zelfs niet vermoedden. Ondertussen staat de teller al over de 200 verschillende diersoorten. Het merendeel daarvan zijn vlinders en libellen gevolgd door hommels en bijen. Bij de iets grotere beestjes wordt het lijstje aangevoerd door vogels.
Een jaar geleden zaten we bij zo'n 40° in de schaduw te puffen. Ettelijke planten en struiken kropen van miserie de grond in en hielden het voor bekeken. Met zo'n 25° is de temperatuur dit jaar heel wat draaglijker. Wat gebleven is is echter de droogte. Vrijdag was regen voorspeld maar behalve 5 druppels voor en 10 na de middag is het kurkdroog gebleven. Gisterenavond heb ik ontdekt dat mijn nieuwe phloxen er maar belabberd bijstaan. Direct een extra scheut water gegeven en duimen dat het goedkomt. De oudere exemplaren, die beter ingeworteld zijn zien er nog wel ok uit. Deze voormiddag zagen ze er al terug wat beter uit, het was op het nippertje !
Voor afgelopen nacht werden bakken water voorspeld (20 mm) en het KMI waarschuwde voor wateroverlast. Het werden er 2.5 mm, daar zal wel niemand in verdronken zijn zeker ? We zullen vanavond de sproeier nog maar eens bovenhalen ! Heeft er iemand soms een choreografie liggen voor een authentieke regendans, je mag het me altijd doormailen !
Ondertussen is de jongste de tuin ondersteboven aan het bewonderen
De bijenwolf is een grote wesp waarbij de mannetjes veel kleiner blijven dan de vrouwtjes. De kleur is zwart met gele poten en een gele onderbroken bandering op het achterlijf. De grote kop is duidelijk ingesnoerd en de antennes zijn plat en breed. Overigens is er ook een kever met dezelfde naam maar daar gaat het hier niet over. De bijenwolf dankt zijn naam aan het feit dat hij bijen vangt. De mannetjes zijn onschuldige bloembezoekers, die dol zijn op guldenroede. Het grotere vrouwtje echter is in staat met haar gevoelige reukzintuigen een bij van andere insecten te onderscheiden. Als ze een bij heeft gevonden, blijft ze boven de bij hangen tot het juiste moment daar is om aan te vallen. Dan stort de wesp zich op de bij, en met haar poten grijpt ze de bij vast. Tegelijkertijd geeft de wesp de ongelukkige bij een verlammende steek, en perst haar gif door het lichaam van haar slachtoffer. Eventuele nectar loopt uit de monddelen van de bij en worden door de wesp opgedronken. Zo legt de wesp een aantal van deze verlamde bijen in haar nest, en legt op een ervan een eitje. Het nest bestaat uit een gang waaraan een aantal kamers liggen, voor iedere larve één. Wanneer het eitje uitkomt, eet de wespenlarve de bijen één voor één op. Omdat deze niet zijn gedood maar zijn verlamd, zijn ze nog vers en worden levend gegeten ! Het aantal honingbijen bepaalt tevens het geslacht; een of twee bijen geeft een mannetje, bij meer bijen wordt de larve een vrouwtje, deze zijn ook groter.
Wie beweerde dat vrouwen hun mannetje niet konden staan ?
Dit fleurig zonnehoedje (Echinaceae) steekt mooi af bij de felgele meisjesogen (Coreopsis verticillata) iets verderop. Beide staan in de prairieborder. Die meisjesogen herinner ik me nog van vroeger in de jaren zestig bij de bomma thuis. Sommigen vinden het misschien een oubollige plant maar ze bloeien makkelijk en lekker lang en ze zijn onverwoestbaar ! Alleen wel graag in de zon a.u.b. ! Er zijn de laatste jaren tal van varianten op deze coreopsis bijgekomen maar die zijn bijlange na niet zo sterk en winterhard als deze !
Na de vondst van enkele Aziatische hoornaars in Vlaanderen vorige zomer en berichten in de media over “allesverslindende monsterwespen”, brak er heel wat onnodige paniek los over deze exotische wespensoort. Slachtoffer daarvan werd onze inheemse hoornaar die in feite een "goedzak" is.
De Europese hoornaar is best een fraai insect, met alle kleuren van de Belgische driekleur: opvallende rode poten, veel rood aan de kop en op het borststuk, en met geel en zwart op bijna alle achterlijfsegmenten. Met 2,4 tot 2,6 cm is de soort forser dan een gewone wesp. Koninginnen kunnen tot 3,5 cm lang worden. Daarmee is het onze grootste inheemse wespensoort. De soort is zelfs een flink stuk groter en breder dan de uitheemse Aziatische hoornaar. De Europese hoornaar blijft (in tegenstelling tot gewone wespen) doorgaans uit de buurt van mensen en heeft het voornamelijk gemunt op andere wespen en vliegen. Dat maakt hem eigenlijk nuttig en een bondgenoot voor wie een zomerse barbecue organiseert.
Wie een nest zou verstoren, kan wel te maken krijgen met een steek van de hoornaar. Die bevat minder gif dan die van een gewone wesp, en is in die zin minder gevaarlijk voor wie allergische reacties vertoont. Wel klopt het dat de steek zelf pijnlijker kan zijn, omdat de angel nu eenmaal een stuk langer is.
Hoewel de Europese hoornaar er een stuk forser uitziet dan een gewone wesp, is er geen reden tot paniek. De sympathieke loebassen zijn niet opvallend agressief naar mensen toe.
De Aziatische hoornaar is kleiner en heeft geen rood in zijn tekening, ze kunnen wel hele inheemse bijenkolonies uitmoorden en zijn daarom ongewenste exoten die best zo snel mogelijk vernietigd worden.
En al die heisa dan rond de "killer" wesp ? Dit berust op een misverstand waarbij de aziatische hoornaar verward wordt met de Aziatische reuzenhoornaar die uit Japan komt. Die zijn wel behoorlijk groot en agressief maar deze zijn echter gelukkig nog nooit tot in Europa doorgedrongen.
Onze twee jongsten, halfbroer en zus en onafscheidelijk ! De foto is bij laagstaande zon met tegenlicht genomen, vandaar het lage contrast. Maar ik vond ze er zo mooi bij liggen dat ik het niet kon laten !
Vandaag zetten we de zaak in vuur en vlam met wat exotische kuipplanten die momenteel in bloei staan.
We beginnen bescheiden met het zachte zalmroze van de oleander. Wist je dat oleanders in het wild o.a. in wadi's groeien in Jemen ? Zo'n wadi is een drooggevallen rivierbedding. Da struik groeit daar tussen de keien en rotsen. Zand is er nauwelijks want dat wordt, als het dan eens regent, weggespoeld. Onze oleander kan dus goed tegen de droogte maar mag gerust eens enkele dagen met z'n voetjes in het water staan ! (dat geldt uiteraard alleen maar voor de zomerperiode).
Pelargoniums komen bijna allemaal uit Z-Afrika en worden daar struiken tot 2 meter hoog. Ze kunnen ook best een tijdje tegen de droogte maar af en toe een verkwikkende douche zien ze wel zitten. Deze vind ik bijzonder geslaagd door de combinatie van roze met wit.
Hibiscus rosa sinensis is een tropische hibiscus die in de zomer graag op het terras in het zonnetje staat. Draai de plant niet als alle knoppen naar dezelfde kant wijzen want dan vallen ze eenvoudigweg af ! De bloemen houden het sowieso slechts één dag uit maar er komen heel de zomer nieuwe bloemen om dit te compenseren. In de winter staan ze graag op een licht plekje tussen 12-15°C. Normaal houden ze dan hun blad en kunnen doorbloeien tot de kerstdagen.
Sundaville (Mandevilla of Dipladenia) is een geweldige klimplant voor op het terras of balkon. Deze klimplant, oorspronkelijk afkomstig uit Centraal- en Zuid-Amerika bloeit de hele zomer met fantastische, trompetvormige bloemen. In ons geval knalrood maar ze zijn er ook in roze en wit. De bladeren hebben een diepe, groene, glanzende kleur. Als standplaats heeft een sundaville een voorkeur voor de halve schaduw of een licht zonnige plek.
Het gaat niet over zand in de oogjes maar wel over zandoogjes vandaag. Zandoogjes zijn kleine vlindertjes die heel snel kunnen wegschieten in de tuin. Er zijn verschillende soorten zandoogjes in omloop. De twee meest voorkomende (hier toch) zijn het bruine en het oranje zandoogje. Als je ze naast mekaar ziet is het simpel maar als je ze apart ziet kan er makkelijk verwarring ontstaan. Bruine zandoogjes hebben oranje in hun tekening en oranje zandoogjes uiteraard bruin om het simpel te maken ! Een hulpmiddel zijn de witte puntjes op de zwarte vlek op de vleugels. Bij het bruine zandoogje is dat één wit puntje en bij het oranje twee. Voila, opgelost, nooit meer verkeerd! Simpel toch ! Hoe je dat met die puntjes moet onthouden los je zelf maar op maar het klopt wel ! Er zijn ook nog bonte zandoogjes maar da's iets voor gevorderden (level 6 en hoger).
Zet je schrap want veel groter kan het kleurcontrast niet worden. Het knaloranje van de vuurpijlen contrasteert fel met het donkere blad van de Cotinus die in zijn thuisland (de zuidelijke VS) ook wel de "Smoke Tree" wordt genoemd. Volgens de literatuur groeit Cotinus graag op grond met een hoge pH waarde (alkalisch). Laat je dat echter vooral niet tegenhouden om er toch eentje aan te planten. Hier doen ze het prima op zure zandgrond (Kempen). Veel belangrijker is zon, zon en nog eens zon. En bijna even belangrijk is dat ze 's winters absoluut niet graag met hun voeten in het water staan. Dat geldt ten andere net zo goed voor de vuurpijlen die uit Z-Afrika komen. In de natuur groeien ze dan wel 10.000 km van elkaar verwijderd maar ze hebben dezelfde voorkeuren !
De vuurpijlen zijn bijna uitgebloeid maar de aflossing staat al te wachten : een gele Kniphofia ! Nog een paar keer slapen en 't is zo ver.
Ik ben Roger
Ik ben een man en woon in de Kempen (België) en mijn beroep is jong gepensioneerde.
Ik ben geboren op 29/05/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: tuinieren, fotografie, zeewateraquarium, modelbouw, ....