Ik ben Bompapatje
Ik ben een man en woon in Wilrijk/Antwerpen (België) en mijn beroep is Gepensioneerd bediende.
Ik ben geboren op 02/10/1953 en ben nu dus 71 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Bier, amateurtoneel en schrijfselen.
Ik heb mezelf voorgenomen om gezond en volledig bij mijn verstand 120 jaar te worden
Hier se, hier se een bezoeker se.....
Welkom in mijn nederige blog...
Iets drinken?... Als je een biertje wenst, klik dan even op de foto onder de datum en kies maar... keuze genoeg. Gezondheid!
26-01-2017
Houden van je kinderen
Houden van je kinderen Is aanvaarden dat ze fouten maken Is leren leven met hun beperkingen Respect te tonen voor hun eigen leven
Houden van je kinderen Is er te zijn als het mis gaat Hun beperkingen aanvaarden en begrijpen Los laten en hun eigen leven laten leiden
Houden van je kinderen Is om nooit op te geven Altijd hun ouder te zijn, door dik en dun Dat ze weten dat ze altijd op je kunnen rekenen
Houden van je kinderen Is nog meer houden van hun kinderen De keuze van hun partner een deel van je gezin laten zijn Samen één grote familie te zijn
Houden van je kinderen Vraagt veel van je emoties Je cijfert je zelf maar al te vaak weg voor hun belang Want zonder die band, dan beteken je niets.
Soms kunnen mensen zo DOM zijn Zo onbeschoft en marginaal Om de dood van een jonge landgenoot Weliswaar met vreemde roots Maar geboren en getogen hier bij ons Dus gewoon één van ons Maar slachtoffer van terreur Slachtoffer van de waanzin Wat zulke extremistische mensen Alleen maar voeding geeft Door hun waanzinnig racisme Hun onverklaarbare haat Om die jongen openbaar te beledigen De familie en vrienden te kwetsen … Erger nog … Sommigen van die marginalen hebben dezelfde roots Sommige van die marginalen zijn zelfs buren / stadsgenoten Begrijpen die idioten dan niet Dat terrorisme niet alleen met wapens wordt gevoerd Maar ook door onzin uit te kramen, kwetsende woorden Zogenaamde ironie, flagrant sarcasme Pure provocatie … MARGINAAL … fascisme.
Tweeduizendzeventien, wat gaan we dit jaar wel niet zien? Meer vrede en begrip, gezondheid, voorspoed en meer geld, veel liefde zonder overspel, alles wat ons hart beliefd, de beste wensen voor elkaar?
Of blijft alles bij het oude zoals in tweeduizendzestien? Haat en onbegrip, terreur en onverdraagzaamheid, rampen, oorlog en armoede, teleurstelling om de onverschilligheid. Geloven we zelf onze beste wensen noch?
Ach, hoop doet leven en daarom elkaar het beste wensen en optimistisch naar de toekomst kijken, is het enige wat ons rest.
Het is nooit fijn om iemand pijn te doen maar soms gebeurt het onbewust een goed bedoelde opmerking met de verkeerde woorden op het foute ogenblik gaan vaak door merg en been het kwaad is dan geschied.
Het is nooit fijn om iemand pijn te doen maar als het is gebeurd komt die goed bedoelde troost dat wel gemeend gebaar altijd weer te laat de pijn zit dan al veel te diep al was dat de bedoeling niet.
Een sorry is niet genoeg, maar minstens op z’n plaats… “SORRY !”
iedereen heeft het wel eens moe … oververmoeid mentaal en fysiek totaal op tijd voor rust en wat eenzaamheid weg van alle drukte en verplichte evidenties tijd voor meer ik, myself and me soms wordt het ons echt te veel maar schaam je niet om het te bekennen ’t is zo menselijk … heel normaal er zijn grenzen voor iedereen gewoon even rusten en dan herpakken optimisme, humor en geloof zijn de sterkhouders in ons zijn alleen vol verwachting naar de toekomst kijken het verleden is voorgoed en voor altijd voorbij.
Waar een wil is, is een weg Waar een weg is, is een wil Waar is de weg naar de wil? Waar is de wil naar de weg? Waar wil de weg naar? De wil is weg naar Waar? Naar waar wil de weg? Naar dat de weg wil. Naar dat de wil weg is. En toch is er een weg naar de wil!
De storm heeft de wind gevangen Hard tegen hard Niet alle takken blijven hangen Of bomen blijven staan Huisdieren zijn verward Daar komt weer zo’n windstoot aan Van links naar rechts Over en weer Tuinmeubelen vallen Bloempotten vliegen Gelukkig blijft het droog En staat de vuilbak uit de wind Staat mijn fiets nog wel recht? Och … ’t zal wel overwaaien.
Piekeren Is de verkeerde kant op fantaseren Geef kabouters en elfen Weer een plaatsje in je fantasieën Laat het licht weer schijnen Verban duivels en demonen En geniet van de nachtelijke duisternis Om hoop en vreugde weer een kans te geven En alleen nog in de juiste richting te fantaseren … Laat het piekeren maar aan negatievellingen.
Op de dag dat mensen verjaren dat je die mensen van harte geluk wenst met kussen, cadeautjes en bloemen en samen met familie en vrienden een heerlijk feest beleeft …
op een dag dat je geniet van het mooie weer lekker lui in je stoel in de schaduw van de zon met een leuk of een spannend boek rust en stilte, alleen de wind zen, en met je eigen zelf …
op de dag dat kennissen in het huwelijk stappen een liefdevolle toekomst tegemoet je deel mag nemen aan de festiviteiten met je mooiste kleren aan naar het feestmaal en het avondbal …
op zo’n dag sterven in stilte vrienden of familie voor hen is het leven voorgoed voorbij we zullen hen zeker missen maar voor ons gaat het leven verder alsof er geen einde aan komt …
Slaap eeuwig zacht lieve dierbaren wij hadden nog graag met jullie verder gefeest maar aan alles komt een eind behalve aan onze innige band die was, is en zal altijd blijven.
Grijs en rimpels hier en daar hangbuikje, slechte tanden, hardhorend en bijziend en de haren dunnen uit maagzweren met chronische slokdarmontsteking slechte ruggenwervels, restless leg syndroom onrustig, niet genietend, voortdurend afwezig en verward vergeetachtig en dromerig met de gedachten heel ver weg angstig om wat onverwacht nog komen kan ongeduldig, humeurig en kort van stof oververmoeid, maar toch nog heel veel goesting maar vooral dorstig om rust en stilte opvallende nostalgie naar die onbezorgde kinderjaren.
Is dat nu gewoon oud worden of de gevolgen van teveel stress?
Wanneer ik later groot zal zijn word ik cowboy of indiaan brandweerman of wel soldaat misschien wel poortensluiter van de Zoo.
Wanneer ik later groot zal zijn word ik koning van de Galliërs ik ben Belg en dus dapper Julius Caesar zei het al.
Wanneer ik later groot zal zijn word ik priester op de barricades voor vrijheid, gelijkheid en solidariteit dat worden mijn idealen voor eeuwig en altijd.
Maar wanneer ik later groot geworden ben doe ik het allemaal wat kalmer aan moe van al dat strijdgewoel maar ‘mijn’ vader is ‘echt’ soldaat … echt waar.
Later als ik oud zal zijn zal ik dan nog helder zijn of moe en verbitterd teleurgesteld het leven beu wachtend op het eind?
Later als ik oud zal zijn wil ik nog bij de pinken zijn energiek met volle moed vol goesting om wat nog komen zal een toekomst voor de boeg!
Later als ik oud zal zijn zal ik denken dat ik nog helder ben wel moe maar niet verbitterd voldaan om wat ik wel goed heb gedaan trots met opgeheven hoofd.
Ooit had ik een roeping luid en duidelijk ik wou wel maar gehoorzaamde niet en ging mijn eigen weg volgde verkeerde idealen evolueerde tot de mens die ik nu ben sceptisch, kritisch; een weegschaal op en top zelfzeker, maar vanbinnen heel onzeker optimistisch … emotioneel en ‘k kan de mensen om me heen niet missen ik hou van iedereen echt haten is me vreemd maar ’t wordt zo evident allemaal zo heel gewoon alsof ik Petrus ben, de rots maar ‘k ben zwak, gewoon een mens beperkt en gevoelig had ik maar naar mijn roeping geluisterd … maar dan was ik niet de mens wie ik nu ben.
slapeloos, onrustig, slecht gevoel, twijfels, onbegrepen, er licht een grote knoop in mijn maag! waarom lijkt alles zo evident? is alles dan zo normaal? ben ik dan zo naïef?
naïef dat ben ik zeker! maar normaal is dat toch niet! en evident al helemaal niet! vandaar die knoop in mijn maag. want onbegrepen, vol twijfels en slechte gevoelens ongerust dus slapeloos.
Kabouter Nabukkodonozoor en de kleine zieke Pieter
Tekst: Pat. Coenen (alias Bompapatje)
Kabouter Nabukkodonozoor is geen gewone kabouter. Hij woont in een zeer gezellig huisje, net buiten het grote bos, in de tuin van een oma en een opa. Je weet toch dat je kabouters alleen maar kan zien als je er echt in gelooft? Maar kabouter Nabukkodonozoor zie je zelden of nooit, want hij slaapt de hele dag en wordt pas wakker als alle kinderen en grote mensen gaan slapen zijn.
Kabouter Nabukkodonozoor woont daar in de tuin bij oma en opa, samen met zijn lieve vrouwtje Miepollewie, die heel goed voor hem zorgt, want Kabouter Nabukkodonozoor is, voor een kabouter, al redelijk oud; wel zeker 500 jaar. Vroeger was kabouter Nabukkodonozoor nog een dappere soldaat geweest bij de Zonnekabouterkoning en daar is Miepollewie heel trots op.
Kabouter Nabukkodonozoor, die nu al lang geen soldaat meer is, is ook geen kabouter die zich graag verveelt. Daarom gaat hij elke nacht op stap naar het mensendorp, om te kijken of iedereen wel rustig slaapt. Hij fluistert dan zachtjes wat lieve woordjes in je oor en haalt uit zijn rugzakje één van zijn vele flesjes met zachte geuren, zodat iedereen rustig kan slapen en heerlijk dromen.
Maar elke nacht komt hij ook bij de kleine zieke Pieter. De kleine zieke Pieter slaapt helemaal niet rustig en droomt alleen maar akelige dromen. De dokters kunnen hem echt niet helpen en weten niet meer wat ze moeten doen. Zelfs de lieve zachte woordjes en reukflesjes van Kabouter Nabukkodonozoor helpen niet. De kleine zieke Pieter wordt daardoor alleen maar zieker en zieker.
Kabouter Nabukkodonozoor wordt daar echt verdrietig door en slaapt dan zelf ook altijd heel slecht. Daarom mag je nooit lawaai maken als je in de buurt komt van het huisje van Kabouter Nabukkodonozoor en Miepollewie. Want als je Kabouter Nabukkodonzoor wakker maakt met je lawaai, wordt hij heel boos en humeurig, omdat hij niet uitgeslapen is en dan komt hij misschien vannacht niet bij je langst.
Op een nacht, na weer zo slecht geslapen te hebben, neemt Kabouter Nabukkodonozoor een besluit. “Miepollewie” zegt hij “geef mij een paar dikke boterhammen mee met kwartelei en muizenspek en steek ze in mijn rugzak. Ik ga vannacht naar Heksje Salamandra, die weet zeker een oplossing voor de kleine zieke Pieter. Miepollewie, de lieve schat, deed er nog een paar lekkere appels bij voor onderweg… en … ssssst! … een snoepje omdat hij alweer zo flink is.
Heksje Salamadra woont diep in het bos; nog ver voorbij het Trollendorp. Salamandra is een klein, lief heksje, dat alles weet over kruiden, bloemen en planten en die niemand kwaad zal doen, ook al kent ze alle toverspreuken en heksenstreken. Maar iemand kwaad doen; nee hoor, dat doet heksje Salamandra niet.
Maar om bij het huisje van Heksje Salamdra te komen, moet Kabouter Nabukkodonozoor voorbij de hut van de Trollenfamilie Dambetanterik. Dat zijn vervelende Trollen. Baaspestkop is een lelijke Trol met gele stinkende tanden, omdat hij die nooit poetst en hij heeft altijd zo’n vieze groene snottebel uit zijn neus hangen. Zijn vrouw Megadecibel is een kromme lelijke trollenvrouw, met spitse oren en een stem die zo scherp is en zoveel lawaai maakt, dat je oren er pijn van doen. Hun kindje Babyvandal is al even lelijk en kan niet eens fatsoenlijk lopen en praten, maar doet wel altijd alles van iedereen kapot.
Om niet de aandacht te trekken van deze vervelende trollen, doet Kabouter Nabukkodonzoor of hij bloemen aan het plukken is in ’t bos en padenstoelen. Hij fluit een leuk deuntje en groet alle dieren die hij tegenkomt onderweg. Maar Baaspestkop had hem gezien en vertrouwde kabouter Nobukkodonzoor niet en besloot om hem ongemerkt te volgen. Baaspestkop slingerde van boom naar boom, zodat hij van tussen de bladeren ongezien Kabouter Nabukkodonzoor in de gaten kon houden.
Heksje Salamandra verwelkomde Kabouter Nabukkodonozoor met open armen. Salamandra en Nabukkodonozoor kennen elkaar al wel zeker 200 jaar. Ze was heel blij met de bloemen en paddestoelen die Kabouter Nabukkodonozoor onderweg geplukt had. Toen Kabouter Nabukkodonzoor het verhaal verteld had van de kleine zieke Pieter, nam ze uit de enorme grote boekenkast een heel dik oud boek en blies er al het stof af door het open raam.
Baaspestkop, die zich verstopt had onder dat openstaande raam van Heksje Salamandra, had het hele verhaal over de kleine zieke Pieter gehoord en wat Kabouter Nabukkodonozoor en Heksje Salamandra van plan zijn. Maar doordat Heksje Salamandra al het stof van die heel dikke oude boek had geblazen door het open raam, moest hij zo hard niezen, dat iedereen het gehoord had en moest Baaspestkop gaan lopen om niet betrapt te worden.
Kabouter Nabukkodozoor en Heksje Salamandra zagen Baaspestkop nog net verdwijnen in het bos. “Ach, laat maar lopen” zei Kabouter Nabukkodonozoor “dat zijn problemen voor later, geef mij nu maar eerst het recept voor de kleine zieke Pieter”. Heksje Salamandra bladderde door het dikke oude boek en schreef dan op een briefje wat Kabouter Nabukodonzoor moest halen uit het bos. “zaadjes van het bloempje Kruidje-roer-mij-niet en druppels van de snottebel van een Trol”
Dat wordt dus een gevaarlijk en spannende tocht naar het Trollendorp, want die bloemetjes, Kruidje-roer-mij-niet, groeien in dit bos enkel vlakbij het Trollendorp. En zo’n snottebel van een Trol groeit niet aan de bomen hé, maar hangt aan een Trollenneus, zoals bij Baaspestkop. Gelukkig woont de Trollenfamilie Dambetanterik aan de rand van het Trollendorp, vlakbij een veld vol met Kruidje-roer-mij-nietjes.
Kabouter Nabukkodonozoor vertrok meteen, want hij had geen tijd te verliezen. Eerst ging hij naar het veld met de kruidje-roer-mij-nietjes en plukte er zoveel hij kon. Hij moest wel oppassen dat de Trollen hem niet in ’t oog kregen, want dan was hij in groot gevaar. Als hij genoeg bloemetjes had verzameld, sloop hij heel zachtjes naar het huis van de Trollenfamilie Dambetanterik om de snottebel van Baaspestkopt te pakken te krijgen.
Gelukkig waren alle Trollen reeds gaan slapen en kon Kabouter Nabukkodonozoor gemakkelijk in hun huisje binnen sluipen. Het was er pikdonker, maar toch wist Kabouter Nabukkodonzoor heel snel het bed van Baaspestkop te vinden. Baaspestkop snurkte zo luid, dat zelfs Megadecibel stoppen in haar oren moest steken, om te kunnen slapen. Babyvandal, die sliep altijd als een echt Trollenroosje.
Kabouter Nabukkodonozoor pakte voorzichtig de schaar uit zijn rugzak en knipte de snottebel van Baaspestkop af. Nog voor Baaspestkop wakker werd en besefte wat er gebeurd was, zette Kabouter Nabukkodonozoor het op een lopen, recht naar Heksje Salamandra die het middeltje ging maken voor de kleine zieke Pieter. Baaspestkop was woedend en hij wist meteen dat Kabouter Nabukkodonozoor er voor iets achter zat.
Heksje Salamandra begon meteen aan het middeltje om de kleine zieke Pieter beter de doen slapen en zachtjes te laten dromen. Als het middel klaar was, keerde Kabouter Nabukkodonozoor met een volle rugzak van het toverpoeder, onmiddellijk terug naar huis. Want ondertussen was het bijna dag geworden en moeten Kabouters weer gaan slapen. Trouwens zijn lief vrouwtje Miepollewie zal ondertussen al wel heel ongerust geworden zijn. Maar eerst moest hij opnieuw voorbij het Trollendorp.
De familie Dambetanterik had zich verstopt in de struiken rond het Trollendorp. Ze waren van plan om Kabouter Nabukkodonozzor eens een echt Trollenlesje te leren. Toen ze Kabouter Nabukkodonozoor zagen afkomen, begon Megadecibel zo hard te roepen en te tieren dat horen en zien verging. Babyvandal begon met van alles te gooien, met takken, mastentoppen, steentjes en zo voort. Maar Baaspestkop, die zat ergens in een hoekje te treuren; zo zonder Trollensnottebel was hij niets waard, vond hij, en het duurt nog vele jaren vooraleer er weer zo’n snottebel aan zijn neus zal gegroeid zijn.
Kabouter Nabukkodonozoor had wel verwacht dat de Trollen wat van zin waren en had reeds een handvol van het poeder van Heksje Salamandra in zijn hand genomen. Als hij dicht genoeg bij de Trollen was, gooide hij wat van het poeder in hun ogen. En zie!... Op één, twee, drie waren de Trollen in een diepe slaap gevallen en aan hun gezicht te zien, droomden ze een heel fijne Trollendroom. De test was geslaagd; het poeder werkt. En nu vlug naar huis om te slapen en de volgende nacht zou hij zeker naar de kleine zieke Pieter gaan.
Terug thuis bij Miepollewie, vertelde Kabouter Nabukkodonozoor het hele avontuur. Miepollewie die toch erg ongerust was, was heel trots op haar moedig Kaboutermannetje. En maakte voor hem nog speciaal een lekker bord rijstpap klaar, maar hij moest beloven om, na zijn tandjes gepoetst te hebben, onmiddellijk naar bed te gaan, zodat hij fris en uitgeslapen de volgende nacht weer op pad kon, naar het mensendorp.
Om klokslag middernacht werd Kabouter Nabukkodonozoor wakker. Hij kon haast niet wachten om te vertrekken. Miepolloewie gaf hem dan maar een paar heerlijke dikke boterhammen met paddenstoelenchoco mee voor onderweg. Kabouter Nabukkodonozoor haastte zich naar het huis van de kleine ziek Pieter. Hij trippelde op z’n tenen stilletjes naar de slaapkamer en strooide een klein beetje van het poeder in de oogjes van de kleine ziek Pieter, die als een blok in slaap viel. Er verscheen een brede glimlach op zijn gezicht, alsof hij heel lief droomde van elfen en feeën … en dat was de nacht dat de kleine zieke Pieter eindelijk rustig sliep en heerlijk droomde.
Dus, als je ‘s morgens wakker wordt en in de spiegel kijkt en je merkt hele kleine gele korreltjes in de hoeken van je ogen, wees dan maar zeker dat Kabouter Nabukkodonozoor vannacht bij je is langs geweest.