Wat zucht je liefje? Een wolk, een regen, een grijs gevoel Wat deert je liefje? Een niet, een leegte, een klein besterf Wat hoop je liefje? Een ja, voor even, kom hier jij meid!
Het regent. Het blijft grijs. De anticlimax van een prachtige zomertijd is licht deprimerend. Het feest in onze stad is gehypothekeerd. De ommegang en vele buitenactiviteiten worden afgelast. Deelnemers en toeschouwers keren triest weer naar huis. Ook mijn ramen liggen er stil bij en kunnen niet geschilderd worden. Het hemelse water blokkeert wat kleine mensen plannen. Een symbolische afspiegeling van wat op grotere schaal bezig is? Overstromingen, bosbranden, super bacteriën, ... Wat zitten we nog oorlog te voeren? Moet er niet veel dringender aandacht zijn voor de toekomst van onze planeet aarde? Terug wat nederigheid kan geen kwaad. De natuur is machtiger dan onze onnozele ambities. Respect en deemoed is nodig om stilletjes beter door te gaan.
Zware wolken onderspannen de hemel Mijn kleine persoonlijke wereldje is geschud De voorgenomen planning kan niet anders dan wachten Licht ontstemd en in de war zoek ik een beetje dolend een alternatief Zo wacht ik geduldig Ik reik naar een plan B Rustig niet stressen Bid ik misschien een beetje?
Ik spreek op dit ogenblik tegen mijn ramen Ze wachten en lachen erg stil naar me terug Ze laten gedwee zich nu strelen en aaien Ik kijk op hen toe merk elk kleinste detail Ze hebben mijn leeftijd de knarren van hout Zuchtend als oudjes en moe als ze zijn Blijven ze zwijgzaam aan zacht renoveren toe
Ik lees weer in een verjaardagscadeau... 'Kleine dagen' van Bernard Dewulf. Zijn heel typische stijl en korte kerntjes. Heerlijk leesbaar. Met alweer veel tussen de lijntjes om van te genieten. Een aanrader,
voor vaders met kinderen voor kinderen van vaders voor moeders om in vaders te geloven voor allen om van vaders te houden
Gewoon omdat ik weer jonge merels in mijn tuin zag vandaag en toevallig dit oude verhaaltje terug vond...
Nog altijd is hij ergens die oude merel Jaren geleden arriveerde hij in mijn tuin Als jonge vogel herkende ik hem uit de duizend aan zijn doffe flanken met sprietige witte veren De jonge durfal werd een vaste waarde Uren kon hij me plezieren met zijn gekke luchtdansen Geboeid volgde ik zijn speelse capriolen over het gazon en bleef gekluisterd aan zijn op en aan vliegen Hij nestelde jaar na jaar in de haag aan het terras Hij was een uniek voorbeeld van beouderingslust die zachte pluizen voor en voedselhapjes na het broeden rusteloos aansleepte Nu kijk ik naar de jongen die hij kweekt met dezelfde sprietige witte veren Ze gaan en keren En hij blijft de tamme huisvogel die uit mijn handen eet Dit is zijn tuin geworden Ik ben maar een aangename bijkomstigheid Daar zit hij ongegeneerd voor mijn keukendeur en bedelt korstjes kaas en brood Hij vraagt of hij mag binnenkomen Hoe oud kan zo'n vogel worden?
De olifant had weer een muis gebaard De intelligentsia haalden het niet In hun schijn kwam slechts schrale wijsheid verbloemd naar boven De diepte ontbrak maar niemand reclameerde Liefde was hier niet op zijn plaats In de chique zaal van de Alma Mater sprak geen meerwaarde slechts dat wat het was De warmte bleef buiten te ver Er hing een verbrijzelde hoop tussen schuimwijn en te late warme hapjes Toch vond ik je mooi Zo ben ik nu eenmaal ontgoocheld maar te weinig boos het gekend verweesd En slechts ingetogen weer terug naar mezelf gaande stapte ik op Zo gaat mijn leven Met de trage trein terug Een gelezen boek en dan naar huis
Een theezakje dus droog en afgeleverd Ben ik dat volgens jou? Da' s hard Of is het een klein varkentje het roze biggetje braaf en gedwee met verse verf op zijn rug dom, verweesd, verloren op zoek in het verbouwde huis vermomd als onschuld in de chaos van het leven Dan glimlach ik even en vraag om een nieuwe letter voor een beter woord Het spel is nog steeds niet gespeeld
Ik schrijf mijn hart aan stukken Open deuren die 'k weer sluit De zon blijft aan mij rukken Haar licht gaat aan en uit Wie volgt mijn wandelpaden Op zoek naar 't warme oord Wat helpt de vragen op te lossen Wat is het juiste woord
De zon is er Eindelijk Verlicht zucht ik even De eerste stuiptrekkingen van een nieuwe lente Ze lokken me uit Alles is rustig Het sluimert zacht in mij En ik luister naar de muziek van toen I' ll be there
Ik zal er zijn denk ik dan Als je me vraagt en in de ogen kijkt Als ik zover ben en jij kan zien Want morgen is het zomer Dan wil ik niet herinnerd worden aan de pijnlijke herfst Het is te vroeg om te berusten in het levensverdriet dat altijd knaagt Eerst nog er zijn Als jij kan en ik ook
De eerste lenteregen ruikt naar de zee en spoelt het stof weg van een koude winter De zwaar beladen donkerte van lange dagen smelt met het ijs en de rijm Planten rekken zich Even trillen de snaren van mijn moeë ziel Met enig geduld wacht ik nog Dan roept de nieuwe morgen mij uit een duffe slaap Een zacht verlangen lonkt Er is al hoop
Nerveus en angstig stormt de dag naar binnen alles in een vreemd geluid gerommel in de pannen
Verder in de straat giert een alarm zonder reden Wind loeit door de bomen Nog bladerloos buigen ze zwaar geroerd en rusteloos
Niets waagt zich buiten De lichten vallen uit Ik wacht weer bang af want alles kan veranderen Sterker is de natuurkracht
Twee koppigen lopen er trotseren weer en wind Ze gaan er verbeten tegenin Een laatste boodschap aan de maker van dit alles
Wat brengt de morgen waar alles kraakt en plooit De luchten razen over het land Sirenes loeien ergens heen
Mijn hart giert mee over de grenzen van hier en nu met weerbarstige gedachten
Kon ik maar mee vliegen ver weg naar de warmte van ooit en een zachte zon naar lieve woorden op vergeten bankjes aan de oever van de stroom naar de zomer van vroeger vroeger vroeger vroeger...
Het is stil De nachten lengen Het is koud De dagen lossen Mijn verloren hart luistert nog even Jouw laatste woorden vloeien ademloos door het huis Jouw stappen schuifelen onhoorbaar zacht En verder waait jouw ziel doorheen de ramen zonder meer mij rustig achterlatend Jouw dagen, dit jaar, het ging te snel onherroepelijk voorbij
Aan iedereen die hier al eens komt lezen, bekenden en onbekenden, wil ik heel aangename kerstdagen toewensen, ... een beetje sfeer en warmte, iets lekkers, een aangenaam bezoek van familie of vrienden, inspiratie om over na te denken, wat liefde voor zichzelf en anderen, rustige dromen en verlangens,... die als het meezit volgend jaar mogen uitkomen. Dus meteen ook een heel gezond en gelukkig 2010,... maar misschien komen we daar later op terug,... doe nu maar eerst een beetje kerst!
Ja Kabouter Wesley bestaat. Ik ontmoette hem gisteren. Hij is 8
jaar, geplaatst door de jeugdrechter in een gezinsvervangende setting omwille
van onmogelijke gezinstoestanden. Deze Wesley heeft het kwaad met zichzelf. Hij
is boos, dwars, koppig. Hij vloekt, slaat en stampt om zich heen. Op school
stoort zijn gedrag dagelijks de lessen. Zo dat hij meer op de gang, bij de
directeur en uit de klas is dan er in. Andere kinderen gaan geregeld met blauwe
plekken en een hoop lelijke scheldwoorden in hun koppen terug naar huis.
Wesley stelt het niet goed. Sommigen veroordelen hem nu al nog voor
zijn leven begonnen is.
Ik werd gevraagd om zijn dossier in orde te maken en hiervoor een
standaard IQ-onderzoek te doen. Ik was benieuwd of dit wel zou lukken. Want
Wesley kent volgens de wandelgangen maar één soort reactie neen! en laat me
gerust of ik mok, gil, stamp, verniel mijn wereld.
Wesley kwam binnen. Hij keek schichtig. Ik gaf hem een hand en
stelde me voor. Het zat mee. Hij gaf een hand terug en vroeg wat ik kwam doen.
Op maat van zijn verwachte inzichten gaf ik uitleg over de
bedoeling van mijn bezoek en het onderzoek. Ik wilde hem eigenlijk uitdagen,
zei ik, om te laten zien wat hij in zich had. Hij luisterde en wachtte af Hij
liet toe dat we startten. Na vijf minuten kreeg Wesley het al op zijn zenuwen.
Hij wilde terug weg. Zijn gezicht stond direct op mokken.
Wesley moest gemotiveerd worden en ik sprak hem aan op zijn
stoerheid, zijn mogelijkheden, op het feit dat ik er van overtuigd was dat hij
dit heel goed zou doen, dat ik voelde dat hij veel wist en kon. En dat ik hem
de kans wilde geven om dat te bewijzen. Hij moest gewoon, ook als het hem
moeilijk scheen, meedoen en doorzetten. Wij zouden samen eens gaan bewijzen dat hij wel
iets in zich had. Hij moest ons alleen de kans geven dit te tonen. "Ik kan
Michael Jackson dansen", zei hij. "Ok," zei ik, "We spreken af dat als we klaar zijn
met deze oefeningen, jij voor mij mag dansen. Laten we nu eerst jouw andere
talenten ook meten!"
Wesley bleef. Hij hing op de tafel, hij schoof op de stoel, hij schuifelde
en wiebelde hij kon zich nauwelijks bedwingen en moest zijn lijf enorm onder
controle houden om niet weg te rennen. Maar ik greep elke positieve mogelijkheid, moedigde hem aan, liet zien wat
hij goed deed, zei voortdurend dat hij zeer goed bezig was en dat was ook zo.
Na een half uur werd het vreselijk moeilijk Ik wil weg, zei
hij. "Komaan Wesley we zijn al zover je gaat het toch niet opgeven nu het is
al zo geweldig knap wat je gedaan hebt". Ik ga naar het toilet en kom niet meer
terug! daagde hij uit. Ik zei: Ja dat kan je doen maar dan missen we de kans
om dit af te werken en dan moet ik je komen zoeken in de leefgroep terwijl we
in het andere geval hier iets afwerken en jij kan dansen en nadien toch naar de
leefgroep gaan. Aan jou de keuze maar ik verwacht je liefst hier terug Hij
stond al aan de deur en verliet als een wervelwind de kamer Ik dacht: die ben ik kwijt!
Twee minuten later ging de deur stilletjes open. Hé fijn dat ja
al terug bent Wesley! . Het bleef een marteling, voor hem en voor mij. Nog twintig keer of meer ik kan het niet meer reconstrueren moest ik Wesley aanmoedigen en hermotiveren. Maar hij zat het uit tot het laatste. Wat een zucht van verlichting toen hij
de laatste streep op het blad getrokken had. Hij wilde onmiddellijk weg naar de
deur Hé en je dans? Die wil ik wel nog zien!
Hij was geweldig je moest hem zien! Hij ging er volledig in op.
Zijn gezicht klaarde op als een jonge lentedag. Als er nu muziek bij was
geweest, was het werkelijk perfect zei ik. Hij glunderde en stond al weer klaar
om de kamer te verlaten. Hé! zei ik Ben je niet benieuwd naar je punten?
Samen berekenden we de uitslag Ik kon hem al tellend prijzen.
Deze jongen scoorde hoog! Deze Wesley had talenten maar oh! Hoe moeilijk voor
hem om ze te tonen.
Ik zei het hem uitdrukkelijk. Ik liet hem verstaan dat het
knapste wat hij gedaan had die namiddag, naast het dansje, was ook al was het
voor hem verschrikkelijk moeilijk toch te blijven en de oefeningen af te
werken tot het laatste. Ik zei dat ik hem daar vooral om proficiat wilde wensen
Hij kwam naar me toe en gaf me totaal onverwacht en uit zijn normale doen een hele dikke knuffel. Ik
wenste hem nog eens proficiat en een fijne vakantie. Hij liep naar de deur, weg
naar de leefgroep . Maar... even later... hij kwam terug en ik kreeg opnieuw een hele dikke knuffel