Drie geuren dwarrelen in een roes voorbij amandel, whiskey, aftershave Drie vragen bleven open Wat is geluk? Het leven? En hoe schrijf je dat? Drie mensen zijn al lang niet meer De vriendin, de broer en de vader Wat kan nog troosten?
Ik ben een roerloos Eifelwoud vol helle okertinten In zachte herfst verlies ik sneeuwend traag mijn rimpelende tooi De laatste huid der bomen omhuld met mist en wolk kust nog zijn late zon Mijn bodem rolt zich om in het bruin rood avondkleed De heuvel schildert geel in lieflijk donkere kleuren De aarde dekt zich af Laat enkel God nog tekenen en vreedzaam laten wat er is Zo rusten ook mijn dooraderde wegen intens bewandeld niet minder vaak belopen door mensen uit het verleden Diep en moeilijk begaanbaar was de weg pijnlijk maar op tijd verrassend mooi Hoe verder in mijn land hoe stiller en verloren Maar welk genot in zwijgzame eenzaamheid in verre nevelblik waar nog alleen de ogen richten kalm alles liggen blijft in zorgeloos verpozen Dan huil ik om de jongste zomer die in mijn koude meer verdronken ligt
Ik zie niet meer mijn ogen turen zonder doelen Ik ruik niet meer het prikkelt slechts in doffe geuren Ik hoor niet meer mist in mijn hoofd blijft ongelezen Ik proef niet meer mijn tong verhardt, mijn speeksel zwijgt Ik zweef niet meer zijn hier ook banden doorgesneden
Waar is de zon het warme luie liggen weggespoeld in de trage golven van het verleden
De koude as van een vergeten vuur de geur komt me nog tegen Maar verder weg is op dit donkere uur herinnering van leven, liefde, loos plezier Mijn naam ben je vergeten de laatste brief bij het oud papier Neen, nergens zijn er resten van goedheid, leed of avontuur Verloren zuchten op dit late uur maar heimwee heeft zijn rechten Eenzame tranen helen niet toch blijf ik altijd wachten en knipoog naar de nacht de stilte en beschouwend zacht hoor ik jouw warme melodie
Beste, lieve, dag... Peter... jouw conclusies zijn choquerend, ontluisterend hard en toch helemaal niet raar of onverwacht. Is het te open als ik over herkenbaar spreek? Te feitelijk, te duidelijk... maar het vaststellen van die feiten en een brok sensatie veroorzaken is nog niet de oplossing... ik geef toe het bevrijdt misschien... maar het lost niets op. Tegen dit verdriet, deze agressie en de pijn helpt spijtig genoeg niets, ook geen mooie verstandige woorden, geen verhaal, geen statistische cijfers, geen psychiater met wijze woorden. En zoals steeds moet een gekwetste mens zijn eigen pijn verbijten en doorgaan met leven. De pijn van het geweld dat door mensen, in een of andere machtspositie, aan kinderen of zwakkeren gebeurt, is dagelijkse kost... of het nu vaders zijn, grote broers, opa's, buurmannen, nonkels, neven, leiders van de jeugdbeweging, priesters, leerkrachten, sporttrainers, overal zitten ze aan je, aan je lijf, je wezen, je persoonlijkheid... op alle rare plaatsen wordt er emotioneel, fysiek en moreel geweld op je gepleegd. Het hoort blijkbaar bij het leven. Broers, buurjongens, nonnen, rare vrienden, slechte echtgenoten, vervelende bazen... wie is ze nog niet tegengekomen... en wat biedt dan uitkomst of enig herstel of heling, een bevrijdende genoegdoening? Ik weet het niet ... een persoonlijk excuus is zeer goedkoop, een gerechtelijke procedure is wrange dure weerwraak. Straks is de wereld om zeep en is het mensdom tot het dinosauriërsrijk gedoemd... tot stof en as zullen alle bozen en wij ook terug keren. Niets blijft! Het liefdevolle leven... een illusie!?
De dag waait binnen fluitend door de vensterkieren De paraplu wacht te gretig aan de deur vertrekkensklaar voor elke hand die hem grijpt Wie mijn smalle gang passeert spreekt hij claimend aan en verkneukelt zich om deze vroege herfst present voor zijn nieuwe lente
Mijn hart klopt trager hapert in de grijze dagen De vakantie is voorbij gevlogen ver herinnering In foto's rust zijn licht geluk Wie mijn trage ziel bevraagt praat liefst zachtmoedig en geniet met mij nog even na voor de winter me meesleept in zijn lange slaap
Wat zucht je liefje? Een wolk, een regen, een grijs gevoel Wat deert je liefje? Een niet, een leegte, een klein besterf Wat hoop je liefje? Een ja, voor even, kom hier jij meid!
Het regent. Het blijft grijs. De anticlimax van een prachtige zomertijd is licht deprimerend. Het feest in onze stad is gehypothekeerd. De ommegang en vele buitenactiviteiten worden afgelast. Deelnemers en toeschouwers keren triest weer naar huis. Ook mijn ramen liggen er stil bij en kunnen niet geschilderd worden. Het hemelse water blokkeert wat kleine mensen plannen. Een symbolische afspiegeling van wat op grotere schaal bezig is? Overstromingen, bosbranden, super bacteriën, ... Wat zitten we nog oorlog te voeren? Moet er niet veel dringender aandacht zijn voor de toekomst van onze planeet aarde? Terug wat nederigheid kan geen kwaad. De natuur is machtiger dan onze onnozele ambities. Respect en deemoed is nodig om stilletjes beter door te gaan.
Zware wolken onderspannen de hemel Mijn kleine persoonlijke wereldje is geschud De voorgenomen planning kan niet anders dan wachten Licht ontstemd en in de war zoek ik een beetje dolend een alternatief Zo wacht ik geduldig Ik reik naar een plan B Rustig niet stressen Bid ik misschien een beetje?
Ik spreek op dit ogenblik tegen mijn ramen Ze wachten en lachen erg stil naar me terug Ze laten gedwee zich nu strelen en aaien Ik kijk op hen toe merk elk kleinste detail Ze hebben mijn leeftijd de knarren van hout Zuchtend als oudjes en moe als ze zijn Blijven ze zwijgzaam aan zacht renoveren toe
Ik lees weer in een verjaardagscadeau... 'Kleine dagen' van Bernard Dewulf. Zijn heel typische stijl en korte kerntjes. Heerlijk leesbaar. Met alweer veel tussen de lijntjes om van te genieten. Een aanrader,
voor vaders met kinderen voor kinderen van vaders voor moeders om in vaders te geloven voor allen om van vaders te houden
Gewoon omdat ik weer jonge merels in mijn tuin zag vandaag en toevallig dit oude verhaaltje terug vond...
Nog altijd is hij ergens die oude merel Jaren geleden arriveerde hij in mijn tuin Als jonge vogel herkende ik hem uit de duizend aan zijn doffe flanken met sprietige witte veren De jonge durfal werd een vaste waarde Uren kon hij me plezieren met zijn gekke luchtdansen Geboeid volgde ik zijn speelse capriolen over het gazon en bleef gekluisterd aan zijn op en aan vliegen Hij nestelde jaar na jaar in de haag aan het terras Hij was een uniek voorbeeld van beouderingslust die zachte pluizen voor en voedselhapjes na het broeden rusteloos aansleepte Nu kijk ik naar de jongen die hij kweekt met dezelfde sprietige witte veren Ze gaan en keren En hij blijft de tamme huisvogel die uit mijn handen eet Dit is zijn tuin geworden Ik ben maar een aangename bijkomstigheid Daar zit hij ongegeneerd voor mijn keukendeur en bedelt korstjes kaas en brood Hij vraagt of hij mag binnenkomen Hoe oud kan zo'n vogel worden?
De olifant had weer een muis gebaard De intelligentsia haalden het niet In hun schijn kwam slechts schrale wijsheid verbloemd naar boven De diepte ontbrak maar niemand reclameerde Liefde was hier niet op zijn plaats In de chique zaal van de Alma Mater sprak geen meerwaarde slechts dat wat het was De warmte bleef buiten te ver Er hing een verbrijzelde hoop tussen schuimwijn en te late warme hapjes Toch vond ik je mooi Zo ben ik nu eenmaal ontgoocheld maar te weinig boos het gekend verweesd En slechts ingetogen weer terug naar mezelf gaande stapte ik op Zo gaat mijn leven Met de trage trein terug Een gelezen boek en dan naar huis
Een theezakje dus droog en afgeleverd Ben ik dat volgens jou? Da' s hard Of is het een klein varkentje het roze biggetje braaf en gedwee met verse verf op zijn rug dom, verweesd, verloren op zoek in het verbouwde huis vermomd als onschuld in de chaos van het leven Dan glimlach ik even en vraag om een nieuwe letter voor een beter woord Het spel is nog steeds niet gespeeld