Kilometers voorbij
Vukovar staan er in de afgelegen velden nog steeds aan flarden geschoten
huizen. Geen monumenten, geen wegwijzers voor de toeristen, niets alleen de in
puin geschoten huisjes. Waar zijn de oorspronkelijke bewoners? Niet terug
gekeerd? De juiste personen niet gekend om de wederopbouw te betalen? Stof om
toch even bij na te denken.
Het
landschap gaat over van grootschalige landbouw naar wijngaarden. Het wordt ook
heuvelachtiger met hier en daar zelfs een haarspeldbocht. De gedachten aan
Vukovar uit het hoofd gezet en terug genieten van de omgeving. Om 14 uur
meld ik me aan bij een Servische douanier. Wat een verschil met de vorige
grenspost. Een degoutante snotneus vraagt op een zeer onvriendelijke toon om
mijn paspoort. Hij bestudeert nauwkeurig de stempels die er in staan van de
reis naar het Midden-Oosten. Hij begint vragen te stellen in een taal waar ik
geen bal van versta. Uit ervaring weet ik dat dergelijke machtsmisbruikers meestal
vragen; Waar naar toe, hoe lang is het verblijf en voor welke doeleinden kom je
naar hier. Ik antwoord op goed geluk in het Nederlands: naar Novi Sad, één
nacht, vakantie, op weg naar Tulcea. Blijkbaar volstaat het. Met een chagrijnig
gebaar knalt hij een stempel in mijn paspoort. Het is raar maar bij elke
grensoverschrijding voel je en zie je dat je in een ander land bent. In Kroatië
zijn de wegen een stuk beter dan in Hongarije, er ligt veel minder vuil langs
de wegen, en de huizen zijn veel beter onderhouden. In Servië is de landbouw
veel kleinschaliger dan in Kroatië, meer natuur, terug slechtere wegen en meer
armoede. Het wordt heuvelachtiger en ik krijg weer heerlijke bochten. Uit het
verleden weet ik dat er nog al wat corruptie is bij de arm der wet, ik blijf
dan ook steevast een kilometer of vijf onder het toegelaten maximum snelheid. Weer
een andere munteenheid, de Dinar. De prijzen delen door 111 om in euro te
rekenen. In Kroatië moesten de prijzen door 7,5 gedeeld worden. Ik heb vakjes
te weinig in mijn portefeuille. Euros, Kunas en Dinars. Om 15 uur ben ik in
hotel Fontana, een vriendelijke manager wijst me direct de weg naar de
ondergrondse parking van het hotel. Er is in de garage een klusjesman aan het
lassen. Nadat ik Guz geparkeerd heb vraag ik een hamer aan de klusjesman. Door
de slechte staat van het wegdek is de hittebeschermer van de uitlaat los
gekomen. Niet erg hij kan er niet afvallen omdat het rond de uitlaat zit. Het
moet gewoon op zijn plaats worden geschoven. De klusjesman bekijkt het even en
zegt dat hij het wel zal oplossen. Hij is van plan om heel de uitlaat af te breken
om het te regelen. Ik verzoek hem vriendelijk om het maar te laten zoals het
is, ik rij heel de dag al zo en heb er geen last van. Klusjesman gaat terug met
zijn eigen werk verder. De manager, die alles vertaald had neemt de helft van
mijn bagage mee naar boven. Aan de receptie de nodige documenten ingevuld en
mijn bagage wordt naar mijn kamer gebracht. En wat voor kamer, een appartement
groot met een terras. Vanop het terras heb ik een redelijk uitzicht over de
stad. Aangezien ik hier een terras heb e het goed weer is doe ik eerst een
wasje voor ik onder de douche kruip. Na de douche ga ik naar Guz om mijn laptop
te halen. Ik kon mijn ogen niet geloven toen ik bij Guz aankwam. De klusjesman
had het hitteschild toch gerepareerd. Maar hoe, dat wil je niet weten. Een gat
geboord in mijn amper twee jaar oude Guzzi en met een grote bout het
hitteschild aan de uitlaat bevestigd. Ik was een hartinfarct nabij. Morgen maak
ik er een foto van.
Geen fotos
van Novi Sad wegens hevig onweer en kletterende regen.
Morgen blijf
ik nog in Servië. Overnachting in Smederevo.
|