Dobreta
Uitstekend geslapen.
Het is droog maar zwaar bewolkt en zeer fris. Elf graden. De zomerkledij blijft
in de koffers en de verwarming van de jas wordt aangestoken. Om negen uur
starten we met de wijnroute, althans volgens de borden. Als ik aan wijnroute denk,
denk ik ook aan: druiven, bergen, wijnboeren en eventueel een paar kastelen.
Niet in Servië, niets van dit alles. Wel een verschrikkelijk slecht wegdek,
maar het moet gezegd, met mooie vergezichten. Na een kilometer of tien is het
echter gedaan met de pret. Ik rij een onooglijk dorpje uit met krotten van
woningen en een mooi kerkje, plots sta ik voor een slagboom. Einde weg. Awel,
Garmien hoe zit dat? Volgens Garmien loopt de weg gewoon verder zelfs door een
natuurgebied. Kaart van Servië er bijgenomen, ook daar staat de weg op vermeld.
Dan maar op onderzoek. Het blijkt dat er hier al jaren grote wegenwerken bezig
zijn (steun uit de pot van Europa) Dorpsbewoners zijn razend, moeten kilometers
om rijden door dit project dat waarschijnlijk nooit beëindigd zal worden. Ik
zet een via punt in Garmien en we zijn terug vertrokken. Na enkele kilometers
kom ik op een godsverlaten weg die langs enorme afgravingen loopt. Kilometers
lopende band door het landschap. Een landschap dat echt surrealistisch is
geworden. Ik parkeer Guz en ga wat
fotos nemen. Eerlijk gezegd ben ik er niet gerust in. Mag hier gefotografeerd
worden vraag ik me af. Mijn fantasie slaat op hol en ik zie me al opgepakt
worden als spion. Belachelijk natuurlijk, maar als je daar zo in een soort niemandsland
staat kun je het je gemakkelijk voorstellen. Ben al in meer landen geweest waar
ze niet konden lachen met een fototoestel. Zelfs in Griekenland, waar ik met
Armin ben geweest was het op een bepaalde plaats verboden om te fotograferen.
Een militair kwam ons dit uitdrukkelijk zeggen. Als ik aan de rand van die
ongelooflijk grote put sta voel ik me toch wel klein en eenzaam. Moet aan mijn
reis naar Finland denken, stond daar ook moederziel alleen in een zeer verlaten
streek. Toch maar een paar fotos genomen de rare gedachten uit mijn hoofd
gezet en snorren maar. Guz kreunt en steunt terwijl we putten van zon twintig
centimeter diep proberen te ontwijken. Ondanks dat het wegdek overal bar slecht
is ligt er hier en daar nog een gemene drempel. Een snelheidsovertreding is
hier niet te halen. Voordat ik een natuurpark in rij ga ik eerst tanken. Ja, ja
ik leer bij. Omdat ik deze morgen weer aan het sukkelen ben geweest met en te
lage suikerwaarde vliegen de pakjes druivensuiker nog harder de deur uit dan
mijn sigaartjes. Ik koop in het tankstation voor alle zekerheid vier marsen en
twee dubbele twix plus een halve liter water voor de prijs van 2,75. Na een
tiental kilometer kom ik terug langs de oevers van de Donau. Prachtig is het
hier om te rijden. In de overstromingsgebieden zitten talrijke vogels. De
zwaluwen scheren langs mn helm. Er zitten talrijke aalscholvers, witte
reigers, meerkoeten en ik heb zelfs twee visarenden gezien. Zolang je blijft
rijden blijven de reigers zitten, zodra je stopt om een foto te nemen zijn de
vogels gevlogen. Gelijk hebben ze. Ik moet me verplichten om door te rijden het
is twaalf uur en er staan nog maar vijftig kilometer op de teller. Er staat nog
honderdtachtig kilometer weg te wachten die constant langs de Donau blijft
kronkelen. Het asfalt is bijna perfect en de bochten heerlijk. De Donau perst
zich hier letterlijk door de bergen. Op het smalste punt, bekend in de
scheepvaart als zeer gevaarlijk wegens de ongelooflijk sterke stroming stop ik
voor de zoveelste keer om het te aanschouwen. Ik kan niet anders zeggen dan dat
het van ongelooflijk schoonheid is. Hier doe ik het dus voor, vergeten de
regen, vergeten de saaie stukken, vergeten het slechte eten, vergeten de
eenzaamheid. Dit wil ik zolang mogelijk blijven doen. Op reis gaan en van de
ene verbazing in de andere vallen. Dit is prachtig. De dorpjes aan de Donau
zijn een stuk aangenamer dan waar ik voordien ben doorgereden. Het valt hier op
hoe groot het verschil is tussen arm en rijk zelfs van dorp tot dorp. Ik ben
voorbij bewoonde huisjes gereden die wij nog niet als schuur zouden gebruiken.
Ik durfde er uit pure schaamte geen fotos van te nemen. Grote miserie is het
hier voor die mensen. In andere dorpen staan dan weer kasten van villas. Heel
raar allemaal.
Bij de
zoveelste stop komt er een wagen op de parking gereden met, jawel, een
Nederlandse nummerplaat. Ik kan eindelijk nog eens een fatsoenlijk gesprek
voeren. De bestuurder zit alleen in wagen, hij komt van Roemenië en is op weg
naar huis. Zijn twee maten volgen op de fiets, hij zorgt voor de bagage. Gelijk
heeft hij, want fietsen is hier volgens mij geen pretje. Er waait een strakke
wind door het dal en het is constant stijgen en dalen. Regelmatig zit je meer
dan driehonderd meter oven de Donau. Ik laat de Nederlander niet vertrekken
alvorens hij een foto van mij heeft getrokken. Zoals jullie zullen zien heeft
hij niet veel fantasie gebruikt voor de achtergrond van de foto. Nadat ik door
diverse onverlichte bochtige tunnels ben gereden komt de grens van Roemenië in
zicht. Om aan de grens te komen moet ik over een spectaculaire stuwdam. Er
staat een flinke rij vrachtwagen te wachten en een stuk of dertig
personenwagens. Het is ondertussen 14 uur geworden. Voorzichtig passeer ik de
vracht en personenwagens tot ik aan de grens ben. Wat en verschil met de
grensovergang naar Servië. Beligica, Belgica wordt er langs verschillende
kanten geroepen. Ze verwijzen me naar een leeg baanvak. Bij de douanier
aangekomen vraagt deze vriendelijk mijn paspoort, geen commentaar op de
stempels die er al in staan en na een korte blijk krijg ik het terug. Ik durf
zelfs te vragen of ik hier geen stempel krijg. Naar zijn zeggen is het al zon
dertig jaar geleden dat ze nog stempels hebben gebruikt. Bij de volgende douanier
moet ik nog een paar vragen beantwoorden; of ik alcohol bij heb en meer dan
duizend Euro. Ik bekijk hem en laat een fles water zien. Als ik hem vertel dat
ik nog nooit duizend euro heb gezien en moest ik die wel hebben dat ik dan
zeker hier niet met een motor zou staan maar met een BMW. Hij kon er om lachen,
en ik reed zonder probleem Roemenië binnen. Naast mij was een Nederlander onder
toezicht zijn caravan uit aan het laden.
Roemenië,
wat een verschil. Heerlijke wegen vriendelijke mensen en de zon is terug van de
partij. Ik moet nu met Lei betalen. De prijzen delen door vier om het in euros
te berekenen. Rond 15 uur ben ik op mijn overnachtingsbestemming in Dobreta.
Aan de receptie van het hotel zit een mooie vriendelijke jonge dame met
prachtige borsten. Ze schrijft me in en opent een poort zodat ik Guz achter een
gesloten poort kan parkeren. Aangezien het mooi weer is met een redelijk windje
besluit ik eerst een wasje te doen voor ik onder een welverdiende douche neem.
Ondanks dat het stadje best de moeite is beslis ik op mijn kamer te blijven. Ik
begin een zekere vermoeidheid waar te nemen. Uit ervaring weet ik dat daar niet
tegen gevochten moet worden. Op tijd rusten is het enige medicijn. Toch zeker
omdat er deze week nog een rit op het programma staat van 298 kilometer.
Het avond
eten is goed, anders dan in Servië. Zoete aardappelen (best lekker) en twee
stukken heerlijk gegrild lamsvlees. De ober wilde een Heineken inschenken, is
niet aan mij besteed geef mij maar in elk land het plaatselijk bier. Hier is
het Silva, het half litertje liep er gesmeerd in.
De
weersberichten voor morgen zijn uitstekend, waarschijnlijk in zomerkledij naar
Bulgarije. Ik overnacht in Belogradechik een ritje van 213 kilometer.
Morgen naar
Bulgarije om te overnachten in Belogradechik een ritje van 213 kilometer.
Beste blogvrienden, ik wordt overstelpt met mails waarvoor mijn dank natuurlijk. Mag ik jullie vragen om te reageren via de blog. Onder elk artikel staat rechtsonder reageer, als u daar op klikt komt uw commentaar rechtstreeks op de blog. Voor mij minder administratie en voor de blog in het algemeen leuker. Ik kijk uit naar uw reacties.
|