Naar Kufstein
Na een goede
nachtrust ben ik zo als gewoonlijk om zes uur opgestaan. Om half zeven is het
mogelijk om te ontbijten maar ik doe het allemaal kalm aan. En, het is droog. Af
en toe verschijnt er zelfs een waterig zonnetje. Om kwart over zeven een heel
goed ontbijt genuttigd. Na het ontbijt en wandeling nar een geldautomaat. Ook
hier hebben ze schijnbaar een hekel om belastingen te betalen, ze hebben liever
niet dat er met een creditcard wordt betaald. Mijn bagage, dat nog eens
fatsoenlijk gesorteerd is in de koffers van Guz gestoken en gaan betalen. In
het gezellige café zat er al redelijk wat volk. Het onderwerp was de sneeuw die
hier vannacht in de bergen is gevallen. In mijn brabbel Duits brabbel ik maar
wat mee. Of ik geen grosse bier wilde, het is kwart voor acht. Ik heb er
vriendelijk voor bedankt. Uiteindelijk is het kwart over acht als we
vertrekken. De wolkenformaties zijn prachtig. Jammer dat dit niet tot uiting
komt op de fotos. De wolken gaan van heel licht naar donker grijs tot bijna
zwart. Hier en daar een streepje blauwe lucht war een paar zonnestralen zich
laten zien. Deze zonnestralen geven een heel apart licht tussen de bewolking.
Weet niet hoe ik het moet verwoorden maar het is in ieder geval prachtig en
zeer afwisselend. Ik zou al bijna spijt krijgen moest er een heldere hemel
komen. In het eerstvolgende dorpje zien ze het wel zitten vandaag. Er staat een
groot spit op straat waar een heel varken boven een vuurtje wordt rondgedraaid.
De stad Klagenfurt laten we links liggen. We rijden naar Viktring om vandaar over
een perfect wegdek door een mooi landschap aan de Worther See te komen. We
blijven 23 kilometer langs het meer rijden met nog altijd prachtige wolken
formaties. Er valt geen druppel regen uit, de temperatuur is acht graden. Geen
probleem de elektrieke jas en de handvatverwarming houden het allemaal lekker
warm. Het is dan ook weer ongelooflijk genieten. We rijden werkelijk van de ene
prentkaart naar de andere. Nadat we het meer achter ons hebben gelaten wordt de
lucht toch wel heel donker. En het onvermijdelijke gebeurt dan ook, Het begint
te regenen, zelfs zo hard dat ik de hoes over de tanktas moet doen. Het is
echter van korte duur en het kan zeker de pret niet drukken. Ik rij liever hier
in de regen tussen de majestueuze bergen dan thuis mistroostig in den hof te
zitten kijken. Na een minuutje of tien gaat de regen over in wat gedruppel,
natuurlijk wordt je na de miljoenste druppel ook nat, het duurt alleen wat
langer. Als we Villach naderen is het gedaan met regenen, ook de zware donkere
wolken zijn verdwenen. We rijden nu vlak langs de Sloveense grens, en passeren
op enkele kilometers Kranjska Gora, een stadje waar ik en paar jaar geleden en
nacht of drie heb geslapen tijden een reis naar Slovenië. Voor we na Villach
het wondermooie dal induiken waar de rivier Gail door stroomt, steken we de
Drau over. Het is hier werkelijk prachtig. Ondanks de prachtige wegen waar men
zelfs wettelijk 100 km per uur mag rijden kan ik het weer niet laten om de
kleinst mogelijke prutweggetjes op te zoeken. Je komt er altijd wel
verrassingen tegen, bv. dat het wel eens doodloopt. Op een gegeven moment kom
ik voorbij de mooiste rotonde die ik ooit gezien heb. Hier zijn ze tenminste
blij met motorrijders. Ik ga graag naar de landen waar ik nu vandaan kom, zal
zeker ook naar dat soort landen blijven rijden. Als je daar een paar weken rond
dalkt weet je weer even de enorme luxe waar in wij leven te waarderen. Ik zie
ook graag die andere culturen, alles geregeld krijgen met weinig middelen, en
toch heel dikwijls de gastvrijheid. Maar potverdomme, wat is het hier ook
prachtig rijden. Je moet werkelijk van slechte wil zijn om te kunnen zeggen dat
je één saai stukje hebt gereden. Ik heb natuurlijk fotos getrokken, ze geven
echter absoluut niet weer hoe het is om hier te rijden, zeker met dit weer. Het
is eens wat anders dan die strakke heldere hemel. De bergtoppen liggen
geheimzinnig in de wolken. Hier en daar juist onder het wolkendek is er sneeuw
te zien. Echt prachtig. Oké, in Notsch duiken we het dal in en rijden tot
Kotschach naast de Gail. In Kotschach aangekomen is het rond de middag. Volgens
mij hoog tijd om op een mooi plein in een mooie koffiezaak een flink stuk
appelsstrudel met een berg slagroom te gaan bestellen. Een hete kom koffie en
een sigaartje maakt deze middagpauze voortreffelijk. Een foto van de mooie kerk
en we zijn weer weg. Vrij snel na de pauze krijgen we een beklimming met een
reeks haarspeldbochten om u tegen te zeggen. We komen iets boven de duizend
meter en hier en daar liggen er nog grote plekken sneeuw langs de baan. Ik heb
echter geen mogelijkheid om Guz voor een dergelijke plek te parkeren. Wel kan
ik op een parking nog eens een foto van ons maken met een mooie achtergrond.
Zoals jullie kunnen zien was bij de eerste foto de cameraopstelling niet al te
best. Na de korte maar felle afdaling rijden we richting Lienz waar we om 13
uur aankomen. De hemel is helemaal opgeklaard, af en toe zelfs zon. Van Lienz
is het nog veertig kilometer alweer over een prachtige weg tot de
Felbertauerntunnel. Om13u45 staan we aan de tunnel. En met staan bedoel ik
letterlijk staan. De tunnel is namelijk afgesloten voor alle verkeer. Een
Duitser, Italiaan en een Zwitser geloven het kennelijk niet. Ze negeren de
versperring en rijden door. Ik twijfel het is minstens 14 km bochtige wegen, waarschijnlijk
ook nog eens terug. Die versperring staat er natuurlijk niet voor niets, het is
notabene een tolweg, die sluiten ze niet zonder reden af. Er komt een auto uit
de tegenovergestelde richting, het is een plaatselijke bewoner. Hij stopt op
mijn teken en ik vraag hem of ik er met de motor door kan. Onmogelijk zegt hij,
het is voor alle verkeer gesloten. Nu, die Oostenrijkers zijn natuurlijk niet
gek. Die leggen daar niet zo maar een tunnel omdat ze graag tunnels bouwen. Die
tunnel ligt daar omdat één of andere berg te hoog was om er een weg over te
leggen, of omdat die tunnel gemakkelijker te bouwen was dan een weg over die
berg te leggen. Die tunnel gaat dus door die berg om uit het dal te kunnen
rijden. Nu is een dal in Oostenrijk ook een echt dal. Aan beide kanten van het
dal liggen knoerten van bergen waar ik Guz zonder vleugels nooit van zijn leven
over kan krijgen. Je kunt niet gelijk bij ons in de Ardennen een paar honderd
meter verder rechtsaf gaan en binnen drie minuten weer op de goede weg zitten.
Als ik door die tunnel had kunnen rijden moest ik nog en goede honderd
kilometer rijden om in Kufstein aan te komen. Nu moet ik echter terug naar Lienz?
Hoewel ik eerst nog geprobeerd heb om via en onnozel padje over die berg te
geraken. Hoe onnozel kan een mens zijn. Het was trouwens wel een heel mooi
padje. Toch maar terug naar Lienz gereden. Dan ben je natuurlijk nog niet uit
dat dal. Neen, beste vrienden dan staat er namelijk nog een aangename of
misschien met dit weer een onaangename verrassing te wachten. Je moet dan
namelijk over de Grosglockner Hochalpenstrase. Nu ken ik die zeer goed, ben er
namelijk al een keer of zes zowel met auto als met motor over gereden. Daar ben
je niet op vijf minuten over. Als ik in Heiligenblut aan kom is het al over 15
uur. Ik zie het dan ook niet zitten om nog aan de Grosglockner te beginnen.
Aangezien ik hier altijd al eens heb willen overnachten, komt dit goed uit.
Tevergeefs rij ik echter alle hotels af. Ze zijn allemaal gesloten tot juni. Dan
maar verder gereden, ik kom een bordje tegen met en pijl naar een gasthof er
staat op vermeld dat het open is. Het enige nadeel is dat je een minuut of tien
de bergen in moet om er te komen. We gaan de bergen in weer over een prachtig
smal pad. Inderdaad binnen tien minuten staan we aan het gasthof. Het staat er
moederziel alleen hoog in de bergen. Joepie, prachtig om hier een nacht te
verblijven. Jammer dat er geen plaats meer is. Terug naar de Grosglockner, er
zijn nog twee kansen om te kunnen overnachten. Ik weet dat er vlak voor het
tolhuis van de Grosglockner een hotelletje staat en op het hoogste punt van de
Grosglockner staat ook een hotel. Als ik bij het eerste hotelletje aankom zie
ik licht branden, dat geeft de burger moed. Het is ondertussen 15u45 en er begint
korrelsneeuw te vallen. Als ik hier niet kan overnachten, zit ik met een
serieus probleem. Met de moed der wanhoop parkeer ik Guz en ga informeren of er
een kamer vrij is. Jongens, ik krijg een prachtige kamer met balkon en uitzicht
op de besneeuwde toppen van de bergen. Van op het balkon zie ik het tolhuis
staan. Het balkon links op de foto is de kamer. In het verleden als ik hier passeerde nog gezegd; hier zou ik eens graag
overnachten. En zie, hier zit de Kees nu. Kan morgen op mijn gemakje die super
col gaan beklimmen, als we niet ingesneeuwd zijn, terwijl ik het verslag aan
het schrijven ben, het is nu 20u30 dwarrelen er weer sneeuwvlokken in het rond.
Wat een prachtige dag vandaag, wat mij de kou, regen of sneeuw schelen als je
dit allemaal mee kunt maken. Wat het morgen gaat worden op de Hochalpenstrase
zal hopelijk op de blog te lezen zijn.
|