25/05/1015
Goed geslapen en naar Franse normen een goed ontbijt gekregen. Op tijd gestart en we snorren over de autosnelweg naar de Zwitserse grens. Om kwart over acht komen we daar aan. Ze vragen geen identiteitskaart of paspoort ze moeten enkel weten of je een wegenvignet moet hebben. Ik zeg dat ik op doorreis ben naar Italië en dat ik amper een uurtje of vier door Zwitserland rij. Moet u en wegenvignet mijnheer is de vraag van de douaneambtenaar. Nou, zeg ik als het kan eentje voor een paar uur. Dus een wegenvignet vraagt die Pipo weer. Volgens mij kan hij enkel dit zinnetje gezegd krijgen. Euch, ja doe maar zeg ik. Hij haalt en vignet uit een onnozel kastje en plakt het zonder een woord te zeggen op de ruit van mijn geliefde Tri. Plots kan hij nog een paar woorden zeggen, vijftig euro a.u.b. Ik dacht dat ik terplekke een beroerte zou krijgen. Ik stotter nog wat dat ik dat toch wel duur vind. Valt wel mee zegt die Pipo het is geldig voor heel het jaar 2015. Dank u wel mijnheer, ik zal proberen om elke week naar Zwitserland te komen.
Ik vind het veel geld maar je krijgt er wel iets voor terug. Perfecte wegen, schitteren uitzichten, besneeuwde bergtoppen, grote meren en mooie rivieren. Hier is over de autosnelweg rijden zeker geen straf je verveeld je geen seconde. (behalve bij de af en toe absurde snelheidsbeperkingen)
Door een navigatiefout mis ik de Gotthardpas en rijden we door de tunnel. Een pijp van bijna 17 km lang. De temperatuur loopt er op tot 32 graden niet direct een pretje om er door te rijden. Als we uit de tunnel komen zitten we op 1.050 m hoogte en zakt de temperatuur naar een graadje of vijftien.
Rond de middag komen we aan de Italiaanse grens. We rijden onder een staal blauwe hemel met een temperatuur van 28 graden. Het is zweten geblazen vandaag. Na de grens overgang een tank stop. Hou je even vast, 1 liter euro 98 kost hier €1,96.
Over het Noorden van Italië val weinig te zeggen. Buiten de vele taalbarrières is er geen bal te zien. Het is dan ook een eindeloze saaie rit naar onze bestemming voor vandaag. Door een slecht aangegeven omleiding verspeel ik een half uur om het hotel te vinden. Om 15u30 zijn we dan nat tot op het hemd van het zweten op onze bestemming geraakt.
We zitten in Reggio Emilia ongeveer 100 km boven Bologna.
Reggio Emilia is een mooi Italiaans stadje met prachtige pleinen en ontelbare terrasjes en overheerlijk Italiaans ijs. Ik zit op zo’n heerlijk terrasje en vraag een pint. Een piccolo of grande vraagt de lieftallige bedienster. Doe maar een grande zeg ik met een knipoog. Amai 660 cl is toch wel een hele plas bier.
Morgen een rit van 630 km naar Napels.
|