30E MARCHE D’AUTOMNE. / LES DJALES D’ANHEE. / BIOUL. 24/09/2017.
30E MARCHE D’AUTOMNE.
LES DJALES D’ANHEE.
BIOUL.
Vandaag wandelen we in een bijzondere streek “La Haute Meuse Dinantaise” dit is een streek met heel wat troeven. Natuur en architectuur gaan hand in hand. Ook in Bioul met zijn prachtige kasteel, later wat meer daarover. Maar met een heel speciale plek en zeker een hoogtepunt van de streek “De Tuinen van Annevoie” maar eerst gaan we wandelen in Bioul. Door de velden en in de verte tussen de bomen de torens van het kasteel. We wandelen door de streek en als we op de eerste controle komen krijgen we een prachtige attractie. Een stoet van oude tractoren, er is blijkbaar een event met en de stoet trekt door het landschap er zijn enkele prachtige exemplaren bij, we blijven even staan om de stoet voorbij te laten gaan, en wij kunnen genieten van deze prachtige oude tractoren. We wandelen verder en komen aan in Warnant. Het dorpsplein is prachtig heringericht met prachtige oude huizen een monument voor een bekende inwoner en het kerkhof met een gedenkplaats voor Franse soldaten en voor Canadese soldaten. Op het kerkhof staan ook een paar kapellen van adellijke families. Wij moeten weer verder. Nu een heel eind door het bos met vele verschillenden paddenstoelen. Weer een heel eind verder om weer op ons vertrek aan te komen.
We stoppen even aan het kasteel van Bioul.
Het kasteel van Bioul is een kasteel gelegen in het dorp Bioul in de provincie Namen. Het kasteel stamt uit de elfde eeuw en was tot de dertiende eeuw eigendom van de familie Orbais. In de zestiende eeuw en tot 1708 was het kasteel in handen van het huis van Brandenburg. William Nicolas Moreau restaureerde het kasteel en het park in 1776. François Vaxelaire, oprichter van het warenhuis Au Bon Marché, kocht het kasteel in 1909 en liet door de architecten Edmond Franken-Willemaers en Leon Cabarche grote renovaties uitvoeren in de stijl van de zestiende eeuw. In 1956 werd het kasteel opnieuw gerenoveerd door kleinzoon François Vaxelaire, voorzitter van de GIB-groep. Hij liet de tuin aanleggen door landschapsarchitect René Pechère.
We rijden even verder tot aan “ Les Jardins D’Annevoie”.
Gelegen in de streek van de Hoge Maas, waar rivieren en wouden in harmonie samenleven, vormen de Tuinen van Annevoie een heuse parel in een prachtig groene streek. In deze schitterende tuinen versmelt de grandeur van de Franse stijl wonderwel met de Engelse romantiek en de Italiaanse verfijning. En dit adembenemende park geeft zijn pracht slechts mondjesmaat prijs: naarmate wij erdoor wandelen, ontdekt hij steeds meer bijzonderheden en wordt hij verrast door de uitzonderlijke veelheid aan contrasten. Een wandeling met als voornaamste ingrediënten ontspanning en frisheid temidden van watervallen, fonteinen, majestueuze, oude bomen, perfect gesnoeide haagbeuk, valse grotten met “trompes l’oeil”, een typisch Waalse kunstvorm. Een wandeling ver van de beslommeringen van het dagelijkse leven, een rustig oord, het resultaat van een man die lang geleden verliefd was geworden op zijn omgeving. En toch is deze tuin niet verstard. Integendeel, de tuin leeft meer dan ooit en wordt nog constant verbeterd. Een werkelijk unieke plek waar het water al 250 jaar zonder onderbreking en zonder enige machine stroomt. Niets zal uw reis naar de 18de eeuw verstoren. Via een klein paadje verdwijnt de moderne tijd om plaats te maken voor de sfeer van vroeger. De sfeer van eenvoudig en vergeten genot: rust, kuieren, en genieten van een mooi moment.
37E INTERNATIONALE WANDERUNG. / WANDERCLUB BUTGENBACH. / BUTGENBACH 23/09/2017.
37E INTERNATIONALE WANDERUNG.
WANDERCLUB BUTGENBACH.
BUTGENBACH.
In België zijn verschillende wandelfederaties vandaag wandelen met de “VOLKSPORTVERBAND DES GEBIETES DEUTSCHER SPRACHE IN BELGIEN” de federatie van het Duits sprekend gedeelte van België. In het hart van dit gebied ligt Butgenbach. Het heeft een hele geschiedenis en verschillende keren van nationaliteit verandert.
De eerste vermelding van Bütgenbach dateert reeds van de Karolingers in de 9de eeuw als een voorpost van het Büllinger Hof. Van 1200-1214 was het gebied eigendom van de graven van Luxemburg en vervolgens door huwelijk van het hertogdom Limburg. In de loop der tijd ging Bütgenbach achtereenvolgens over naar de graven van Vianden en het Huis Nassau. In 1795 werd Bütgenbach door de Fransen geannexeerd en in 1815 werd het Pruisisch. In 1920 werd Bütgenbach conform het Verdrag van Versailles aan België afgestaan. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het grondgebied van Bütgenbach samen met Eupen-Malmedy aan het Duitse Rijk gehecht. In de winter van 1944 was hier tijdens de Slag om de Ardennen generaal Eisenhower enkele dagen gestationeerd. In 1945 kwam Bütgenbach weer onder bestuur van België.
Nog een weetje over Butgebach: De Nederlandse koning voert de adellijke titel Heer van Bütgenbach. We vertrekken met de wandeling in Worriken: Het sport- en vakantiecentrum Worriken ligt aan de oever van het 120 ha grote stuwmeer van Bütgenbach en wordt omgeven door een prachtig boslandschap. De dam werd aangelegd van 1929 tot 1932 en heeft een hoogte van 23 m. De centrale kan jaarlijks ongeveer 2,2 miljoen kWh energie leveren. We wandelen door het landschap van de Oostkantons, prachtige zichten veel afwisseling bossen, velden en weilanden geregeld mooie boerderijen. Het is aangenaam om hier te wandelen met wat zon en mooie luchten, we genieten van onze wandeling en al het moois wat de natuur ons te bieden heeft. Vele verschillende paddenstoelen krijgen we te zien. Wat verder komen we terug aan ons vertrekplaats.
32E MARCHE INTERNATIONALE DES LONGS PIEDS ANTHEITOIS. / LES LONGS PIEDS ANTHEITOIS. / WANZE – HUY 17/09/2017.
32E MARCHE INTERNATIONALE DES LONGS PIEDS ANTHEITOIS.
LES LONGS PIEDS ANTHEITOIS.
WANZE – HUY.
Wanze ligt in het NATUURPARK VAN DE VALLEIEN VAN DE BURDINALE EN DE MEHAIGNE. Het natuurpark van de Valleien van de Burdinale en de Mehaigne strekt zich uit over de gemeentes Braives, Burdinne, Héron en Wanze in de provincie Luik. Het omvat 23 dorpen over 11.000 hectare beschermde groene ruimte. In het hart van Haspengouw is dit natuurpark de ideale plaats voor te gaan wandelen en te genieten van de natuur. We vertrekken met de wandeling in et centrum van Wanze en wij parkeren bij het gemeentehuis. De gemeentelijke diensten en het OCMW van Wanze zetelen sinds kort in een prachtig gerestaureerde hoeve die teruggaat tot in de middeleeuwen. Een prachtige gebouw. We vertrekken en gaan langs het kerkhof zoals in vele Waalse dorpen is de toegang een gebouw en dit is ook hier. Dan een heel eind door de velden, mooi om zo ver te kunnen zien groen zo ver het oog rijkt. Dan komen we aan Naxhelet. Gelegen op een plateau dat uitkijkt over de valleien van de Mehaigne en de Maas kom je aan de Naxhelet Golf Club. De kasteelhoeve van Naxhelet werd omgevormd tot een prachtig clubhouse. Dan verder met onze wandeling en komen in Moha. Het dorp ligt deels in de vallei van de Mehaigne en deels op het plateau tussen Mehaigne en Maas, in een vrij sterk golvend en op sommige plaatsen rotsachtig landschap. Moha maakt deel uit van het Natuurpark van de Valleien van de Burdinale en de Mehaigne. Vanaf het einde van de 18e eeuw bestonden er te Moha in de vallei van de Mehaigne ook enkele steengroeven. Op het einde van de 19e eeuw werden plannen ontwikkeld voor een meer intensieve uitbating van deze groeven en werd de site uitgebreid met een steenzagerij en een kalkoven. Zo ontstond een lokale industrie die in 1947 aan 121 mensen werk verschafte (114 in 1980). Recente uitbreidingsprojecten stuitten steevast op verzet van de bewoners van het naburige Vinalmont, waar de landelijke gehuchten Wanzoul en Roua door een vergroting van de huidige infrastructuur van de steengroeve in de knel dreigen te komen. Tijdens een in 1997 door de plaatselijke overheid georganiseerd openbaar onderzoek waren de schriftelijk ingediende protesten talrijker dan het totaal aantal inwoners van Vinalmont. In het verleden werd te Moha eveneens steenkool ontgonnen. De laatste mijnen, beheerd door "Espérance et Envoy", overleefden tot kort na de Tweede Wereldoorlog. We komen ninhet dorp met zijn prachtige oude huizen allemaal in lokale steen uit de steengroeven. Hoog boven het dorp rijst de Onze-Lieve-Vrouw van de Rozenkranskerk. We wandelen verder door een vakantiedorp, dit is eigenlijk een echte tegenvaller zo vuil heb je nog niet veel gezien, blij dat we er vlug door zijn. Dan weer prachtige huizen met lokale steen, 1890 staat op de kapel. Prachtig door het dorpje en dan weer een heel eind door de prachtige natuur. Langs en uitzonderlijk mooie boerderij en de watermolen om zo terug aan ons vertrek te komen. Een pracht van en wandeling.
We zijn toch in Moha en we zijn niet voorbij het kasteel gekomen even een bezoekje brengen. Spijtig dat de ruïne niet te bezoeken is maar wij kunnen er wel rond om wandelen.
Het kasteel van Moha of Sint-Gertrudiskasteel: In 1031 wordt het kasteel voor het eerst genoemd. Het werd gebouwd ter bescherming tegen binnenvallende Noormannen. Door de geografische ligging van het kasteel lag het in de bufferzone van drie grote machten, het graafschap Namen, het graafschap Hoei in het prinsbisdom Luik en het hertogdom Brabant. Dat leverde een aantal moeilijke perioden op. In 1225 stond het graafschap Moha onder het gezag van de prins-bisschop van Luik, Hugo II van Pierrepont. Het kasteel werd een fort en gebruikt als een gevangenis. Voor de prelaat was Moha het enige kasteel waar hij zich kon terugtrekken in het geval van opstand in Hoei of Luik, niet ver van de hoofdstad. In 1345 werd Engelbert van der Mark ingewijd als bisschop van Luik. In 1376 belegeren de opstandige inwoners van Hoei het kasteel. Dat werd het begin van het verval. Ze werd een kazerne en in de loop van de zeventiende eeuw werd ze verlaten. Omstreeks 1890 kocht de Belgische staat de ruïne en gebruikte deze als steengroeve voor gebouwen in de omgeving. Sinds 1981 wordt de ruïne opgeknapt.
46E MARCHE INTERNATIONALE DES TROIS FRONTIERES. / MARCHES DES TROIS FRONTIERES. / PLOMBIERES. 16/09/2017
46E MARCHE INTERNATIONALE DES TROIS FRONTIERES.
MARCHES DES TROIS FRONTIERES.
PLOMBIERES.
Het dorpje Blieberg heeft zijn snelle ontwikkeling in de loop van de negentiende eeuw te danken aan de aanwezigheid van lood en zink in zijn ondergrond. Tot rond 1820 was "Bleyberg" (Blieberg is hiervan een spellingsvariant) een eenvoudig gehucht waar drie gemeenten, te weten Gemmenich, Homburg en Montzen in elkaar overliepen. Plombières is fier op zijn oorsprong (Bleyberg), zijn geschiedenis en zijn patrimonium. Zoals een nestje in het groene langs de kronkelende Geul biedt het aan ons wandelaars een aantal prachtige plekken. De overblijfsels van de vroegere lood- en zinkmijnen (einde 1922), die binnenkort als natuurreservaat beschermd worden (typische galmeiflora, zelden in Europa) en de ovens en hangars van toen komen we op onze wandeling tegen, de natuur heeft deze plekken veroverd en via oude prentkaarten en uitleg word ons vertelt hoe de ertsen gedolven en verwerkt werden. Het is een prachtige plek. Een nadere prachtig gebouw is de kerk. Zijn achthoekige neo-byzantijnse kerk : een kunstwerk van elegantie waarin de lichtverdeling opvalt door een juiste verdeling van de talrijke ramen. Wij nemen even de tijd om binnen even te bekijken. We vervolgen onze wandeling door de prachtige natuur en genieten van de mooie omgeving de natuur op zijn best. De mooie in het landschap verspreide boerderijen zijn parels in het landschap. We krijgen ook de beroemde spoorwegbrug van Montzen. Weer een eindje verder komen zo aan De Steenkuil een oude steengroeve waar de meeste oude huizen van de streek gebouwd zijn. Nu is het een reservaat waar de natuur de hoofdrol speelt. Nog even langs de Geul en zo terug naar de start. Wat een prachtige wandeling in een streek die erfgoed en natuur hoog in zijn vaandel draagt.
Hoelbeek werd voor het eerst vermeld in 1178 onder de naam Hulobeken waarbij het woord hulo staat voor diepte of dal, en baki voor beek, dus feitelijk: diepenbeek. In 1974 werd, op Ketelveld aan de Maastrichterstraat, een Romeinse tumulus gevonden. In 1178 was Hoelbeek een Loons leen. Vanaf de 14e eeuw werd het een onderdeel van een grotere heerlijkheid, die vanuit de burcht van Jonckholt bestuurd werd. In 1795 bij de vorming van de gemeenten werd Hoelbeek een zelfstandige gemeente. Vanouds behoorde Hoelbeek gedeeltelijk tot de parochie Eigenbilzen, en gedeeltelijk tot de parochie Waltwilder. Pas in 1934 werd Hoelbeek een zelfstandige parochie. Hoelbeek ligt in Vochtig-Haspengouw op een hoogte van ongeveer 70 meter, en de Meersbeek heeft haar bron iets ten zuiden van het dorp. Hoelbeek was en is een landbouwdorp zonder noemenswaardige industrie. Ten noorden van de kom liggen de bossen en landgoederen van Kasteel Jonckholt en Kasteel Groenendaal.
De ruïne van Kasteel Jonckholt : een ruïne van een versterkte burcht die in de 14e eeuw werd opgericht op funderingen van een 11e-eeuwse strategische nederzetting. De burchtmuren zijn tot ongeveer een meter hoogte terug opgebouwd. Opmerkelijk is de aarden wal met dubbele slotgracht. Deze omwalling werd aangelegd bij de opkomst van het buskruit. Het geschut kon op die manier niet rechtstreeks de één meter dikke stenen muur treffen. De ingangspoort werd dwars op de aarden wal aangebracht. In de aarden wal maakte men vier ronde torens waarin men de verdedigingslinie met geschut plaatste. Dit is nu nog steeds duidelijk zichtbaar.
Kasteel Groenendaal. In de onmiddellijke omgeving, op het grondgebied van de gemeente Waltwilder, ligt het kasteel Groenendaal verborgen in de bossen. Het kasteel was vroeger via een dreef verbonden met de burchtruïne van Jonckholt.
Op het gehucht het Heyken ten noorden van de dorpskom vinden we de Kapel Geheim Leger van de weerstand tegen de Duitse bezetter uit 1944-45. In het Munsterbos verschuilden de weerstanders uit de Tweede Wereldoorlog zich tijdens de oorlogsjaren. We vertrekken aan de Parochiekerk Sint-Adrianus uit 1926 en wandelen zo langs de hoeve met speklagen en vakwerk, Gelegen Winkelomstraat 11; Vierkantshoeve gebouwd begin 18° eeuw. Opgetrokken met speklagen en mergelblokken. Genoemd naar Thomas Lathouwers (Timme) die in 1856 de woning verbouwde Hoelbeel bezit een paar oude en interessante boerderijen. Bijzonder is het hondenkerkhof bij de bunker wandelend langs een smalle kerkwegel kom je aan de bunker en je ziet de grafstenen voor de honden. Wij wandelen verder door smalle steegjes en weilanden en komen zo terug in Hoelbeek
HEIDETOCHT – HENGELHOEF. / SAMEN UIT SAMEN THUIS. / HOUTHALEN – HENGELHOEF. 03/09/2017
HEIDETOCHT – HENGELHOEF.
SAMEN UIT SAMEN THUIS.
HOUTHALEN – HENGELHOEF.
Houthalen – Helchteren is met zijn 2500 ha groen in het Park Midden Limburg een van de belangrijkste wandelgebieden van Limburg. Aan de zuidkant van de gemeente ligt het unieke natuurreservaat Terhaagdoornheide. In dit golvende heidelandschap graast een schapenkudde. We wandelen in de “groene long” van Limburg. Veel wandelen door de prachtig natuur. We kunnen verschillende paddenstoelen zien op de wandeling, en we komen zo aan het “Limburgs landschap” Bezoekerscentrum Hengelhoef in Houthalen-Helchteren is de uitvalsbasis om natuurgebied Hengelhoef en de nabijgelegen heidegebieden Teut en Ten Haagdoornheide (ANB) te verkennen. In en rond het bezoekerscentrum, een gerenoveerd kempisch vakwerkhuis, beleef je het vroegere leven op de heide. Geniet van een (h)eerlijk drankje in een natuurlijk kader! Maandelijks worden er verschillende 'natuurleuke' activiteiten georganiseerd. Bovendien kan je vanuit het bezoekerscentrum starten met verschillende wandelroutes. Wij wandelen voorbij het vakwerkhuisje en de tuinen waar op een eenvoudige leerzame wijze de streek ontdekt kan worden met een woordje uitleg over de streek. Wij gaan verder, klimmen een beetje tot we op de top van een heuvel komen en daar staat een kapel, hier kunnen we even rusten en van de omgeving genieten. Dan weer verder langs de vijvers en zo wandelen we een heel eind dan komen we terug op ons vertrek een mooie wandeling in een prachtig decor.
43E MARCHE DES GAIS LURONS. / LES GAIS LURONS – MELEN. / MELEN. 02/09/2017
43E MARCHE DES GAIS LURONS.
LES GAIS LURONS – MELEN.
MELEN.
Zoals vele andere dorpjes in het Land van Herve, heeft Melen zijn bouwkundig erfgoed kunnen bewaren in een prachtig groen kader. Dit kunnen we vandaag wel zien op onze wandeling veel, groen en natuur. De verspreide bewoning is eigen voor deze streek, waar veeteelt en fruitteelt de hoofd bezigheid zijn, denk maar aan de bekende kaas van Herve en de stroop van Aubel. Zoals vele dorpen waar de kerk en enkel huizen errond het dorp uitmaken ook zo in Melen. Maar Melen heeft ook een nadere donkere zijde gekend. Op 8 augustus 1914 vielen tijdens de Duitse invasie door het 56e en 165e regiment van het Duitse Keizerrijk 108 burgerslachtoffers en werden 60 huizen vernietigd. We wandelen door de weilanden en velden waar de mais hoog staat wat verder komen we in Evegnee, een bijzonder pittoreske hoek word gevormd door de kapel Notre-Dame d’Evegnee uit de 17de eeuw. Gerestaureerd in 1992. De kapel ligt in de schaduw van een eeuwenoude lindeboom en vlakbij een mooie, eveneens gerestaureerde fontein. we komen wat verder aan het Fort Évegnée is een van de twaalf forten rond Luik opgericht voor de verdediging van de Belgische stad Luik in de late negentiende eeuw op initiatief van Belgische generaal Henri Alexis Brialmont. Het eenvoudige fort is driehoekig van vorm. in het fort is een wapenfabriek (Forges de Zeebruges) gevestigd, dus buiten kleine stukken van de keelgracht, de rechter zijgracht en bovenop het centraal massief mag je nergens komen. Wat er te zien valt is dus ook verre van uniek. Één van de torens in de vorm van een paddenstoel staat vlak bij de straat. We wandelen door het dorpje langs mooie oude hoeven. We komen in Cerexhe-Heuseux hier ook weer prachtige huizen en oude gebouwen kastelen en kasteelhoeven. Eentje met een wapenschild en jaartal 1779. Wat een mooi gebouw. Ook hier hebben we controle en rustpost. Weer verder met onze wandeling we komen op een vaste wandeling van Soumagne “La flânerie du puits et des biscuits” deze wandeling vertrekt op het plein in Melen en loop door de prachtige streek. Wandelen door de velden over weilanden tussen de bomen van de kleine bosjes prachtig. Een eind over het plateau met verre zichten over het groene landschap. Een prachtig wandeling.
19E MARCHE DES BLES. / LES CASTORS DE BERNEAU. / AUBIN-NEUFCHATEAU. 30/08/2017
19E MARCHE DES BLES.
LES CASTORS DE BERNEAU.
AUBIN-NEUFCHATEAU.
We wandelen vandaag in Aubin, op het plein voor de start staat het monument van de Amerikaanse 740 tankbataljon deze hebben hier in november – december 1944 hun intrek genomen bij de inwoners. Ze gedenken met dit monument de helden die naar hier kwamen om ons land te bevrijden en vele hebben hier hun leven gelaten. Uit dankbaarheid dit monument. Dan wandelen we even naar beneden en komen aan het kasteel “Le château des Pontpierre-Méan” op de wapenschild staat datum 1642. Verder wandelen we het dorp uit en de vergezichten die we te zien krijgen zijn bijzonder. In de verte zien we de koolmijn van Blegny. De boerderijen liggen zo verspreid in het landschap wat toch zo mooi is en weer wandelen we verder. Langs velden en weilanden en hier en daar ook een plantage. Wat we ook veel zien zijn de wegkruizen in verschillende materialen. Dan komen we aan een prachtige kasteelhoeve het hoofdgebouw is gepleisterd en de andere gebouwen in rode baksteen één van de stallingen is nog in vakwerk een prachtige plek en dan klimmen we een eindje het veld binnen. Boven gekomen hebben een prachtige zicht op Aubin de kerk en kasteel. Nu wandelen verder en komen zo aan het Fort van Aubin- Neufchateau. Een militair verdedigingsfort dat deel uitmaakt van de fortengordel rond Luik. In 1935 werd begonnen met de bouw van het fort en in 1940 was het klaar. Samen met de forten Eben-Emael, Battice en Tancremont (Pepinster) vormden deze forten samen een versterkte positie om het gat tussen de Ardennen en de Nederlandse grens te dichten. De ondergrondse kazerne van het fort bevindt zich op 200 meter van de entree. De kazerne zit op een diepte van 25 meter en werd alleen gebruikt in oorlogstijd. Hier bevinden zich alle noodzakelijke lokalen, zoals een ziekenboeg, slaapplaatsen, eetplaatsen en toiletten. De lokalen boden rust aan 300 man en werden onder een constante overdruk gehouden en gefilterd. Dit werd gedaan om gifgassen buiten te houden, zodat de militairen gewoon konden eten en rusten zonder gasmasker. Spijtig dat het fort niet open is, maar we kunnen toch de ingang en de tank die er staat zien. Het is hier werkelijk prachtig het fort hoog gelegen en de vallei voor is indrukwekkend. Op de helling staat een grote wijngaard. Dan komen we in Heydt-Warsage. Hier ook weer prachtige oude boerderijen en dan gaan we via een smal steegje dat naar beneden gaat. Hier is het aangenaam om door te wandelen. Hier nog wat vlinders en ook paddenstoelen. We kome Jac tegen onze Nederlandse wandelvriend altijd een feest om hem te zien, dan verder door de velden, hier staat de maïs hoog dan komen we aan de andere zijde van het fort hier aan deze ingang staan nog tank versperringen. Nog een eind door de velden en dan weer langs de heuvels met hier weer een prachtig zicht op de wijngaarden die we voordien langs boven door wandelden. Hier een prachtig zicht op de flanken van de hellingen. Mooi. Wat verder met de wandeling en dan gaan we een heel eind door de weilanden golvend landschap klimmen en dalen afwisselend. Dan komen we terug aan ons vertrek waar deze toch wel mooie wandeling eindigt.
44E MARCHE INTERNATIONALE DES HAUTES FAGNES. / CLUB MARCHEURS DES HAUTES FAGNES. / SOURBRODT. 27/08/2017
44E MARCHE INTERNATIONALE DES HAUTES FAGNES.
CLUB MARCHEURS DES HAUTES FAGNES.
SOURBRODT.
Een wandeling in Sourbrodt is altijd een bijzondere wandeling. We zijn hierin de Hoge Vennen. We wandelen van de start aan de kerk het dorpje uit. Langs mooie oude huizen en de vele oude hoeven. Dan wandelen we de prachtige natuur in. Maar we blijven in de buurt van het dorp we blijven de kerk zien, maar toch door mooie wegen en langs veldwegen die je doen denken dat je door een tunnel wandelt. Zo mooi. Wat verder komen we aan het Monument Abbé Pietkin. Dan langs een mooie kapel en zo komen we aan de eerste controle waar we even rusten. Dan komt het prachtigste gedeelte van de wandeling. We wandelen de Hoge Vennen in dit is een prachtig gebied. De Hoge Venen zijn ongetwijfeld één van de meest ongerepte stukjes natuur van de Ardennen en de Eifel. Het is een van de laatste hoogveen in Europa en ligt tussen Malmedy, Eupen, Roetgen en Monschau. Het is heerlijk wandelen in dit mysterieuze hoog gelegen gebied, met veel waterlopen. Hier vindt u de mooiste wandelingen door de Hoge Venen. Wandelen is enkel toegestaan op de paden. De open veengebieden zijn doorgaans zacht glooiend zonder steile hellingen. In de bossen eromheen vind je diep ingesneden beekvalleien en droogdalen met een flinke hellingsgraad. De paden worden doorgaans smaller, natter en ruwer, met veel rotsen, modder en boomwortels. Zo mooi wat verder door de vennen en zo komen we aan het volgende dorpje, hier weer deze prachtige oude huizen, vakwerkhuizen en oude boerderijen en voor de huizen de grote charmilles. De hoge beukenhagen die de huizen beschermen tegen de hevige koude winterwinden. Hier komen we dan aan de tweede controle hier even rust en wat bij praten met vrienden. Dan vatten we de laatste kilometers aan weer langs de bossen en gaan een stukje van de “Weg des Gedenkenis”. Dan komen we terug in Sourbrodt waar onze wandeling eindigt.
MARCHE D’APRES-MIDI. - LES MARCHEURS DU GEER. - EBEN-EMAEL 26/08/2017
MARCHE D’APRES-MIDI.
LES MARCHEURS DU GEER.
EBEN-EMAEL.
We wandelen vandaag in Eben – Emael. Al vlug wandelen we het veld in en we komen langs de mergelgroeve. Hier is nog volop activiteit en de machines zijn vandaag aan het werk de mergel word afgegraven en vervoer naar de fabriek. Wij wandelen door een stukje natuur dat aangelegd is als buffer voor de mergelwinning. Dan wandelen we verder het dorpje binnen. Hier zijn er nog vele zwaluwen en aan de gevels hangen vele nesten. Wij blijven even kijken hoe de ouders de jongen komen voederen. Het is een prachtig schouwspel het aan en af vliegen van de vogels. Maar wij moeten verder. Langs een lange veldweg aan de ene zijde een hoge berm met struiken en aan de andere kant velden en akkers. Het is wel mooi om hierlangs te wandelen. Zo komen we aan de Toren van Eben-Ezer is een toren op een heuvelrug bij de Jeker, hij is ontworpen en eigenhandig gebouwd tussen 1951 en 1965 door de autodidactische kunstenaar, architect, schrijver en filosoof Robert Garcet (1912-2001). In en onder de toren bevindt zich een museum; het "Musée du Silex". De toren bestaat grotendeels uit op elkaar gestapelde blokken vuursteen. Hij staat op de rand van een helling en is vanaf het plateau 12,70 meter hoog. Vanaf de hoofdingang aan de helling is hij echter 16,80 meter hoog. Onder het maaiveld ligt nog een kelder van 3,40 meter hoog die toegang geeft tot een vuursteengroeve, die echter wegens vandalisme zelden publiekelijk toegankelijk is. Het gebouw kent zeven verdiepingen. De toren is vierkant en de vier kanten van 12 meter richten zich naar de vier windrichtingen: noord, oost, west en zuid. Op het dak van de toren staat op de kantelen van ieder van de vier hoektorens een uit beton gegoten beeld. Ieder beeld stelt een van de gevleugelde cherubijnen voor die de apocalyps aankondigen: de Stier aan de noordwestzijde, de Mens (in een sfinx-gedaante") aan de zuidwestzijde, de Leeuw aan de zuidoostzijde en de Adelaar aan de noordoostzijde. Vooral de toren ligt op een unieke plek midden in de natuur. Wij wandelen voorbij spijtig dat hij gesloten is weer moeten we verder. Een heel eind door de prachtige omgeving en dan weer het dorpje binnen. We komen langs het huis van de bouwer van de toren, kan niet missen is volledig uit silex gebouwd. We wandelen verder en komen op de controlepost, even rusten en met wandelvrienden praten en dan weer verder langs een prachtig stukje natuur. Hollewegen, smalle paadjes en mooie velden en weilanden. Dan komen we aan het uitkijkpunt van de sluis van Lanaye. Hier een prachtig panorama op de sluis en de Maas en Albertkanaal. We blijven even kijken hoe de schepen door de sluis varen. Dan komen aan het militair domein. Fort Eben-Emael; voormalig Belgisch militair verdedigingswerk dat deel uitmaakte van de buitenste oostelijk gelegen fortengordel rond Luik, gebouwd in het Interbellum. Dit uniek gelegen en uitstekend bewapend sperfort, met 17 ondergronds met elkaar verbonden bunkers beschouwde men destijds als oninneembaar. De praktijk toonde dat de hoge Belgische verwachtingen van het fort onterecht waren. Op 10 mei 1940 slaagden 86 goed geoefende Duitse Fallschirmjäger erin door verrassing, snelheid en innovatieve militaire technieken (gebruik van zweefvliegtuigen en toepassing van een nieuw wapen: de holle lading) om in een "dode hoek" (namelijk boven op het fort) te landen en het geschut van het fort in vijftien minuten uit te schakelen. Na anderhalve dag belegering moest het fort (1200 manschappen) capituleren. Vandaag is het een van de belangrijkste forten die bezocht kunnen worden en waar de geschiedenis uitlegt word. Wij hebben helaas de tijd niet meer om het binnen te bezoeken. We moeten verder en even later zijn we terug op ons vertrek. Een pracht van een wandeling in Eben - Emael.
MECHELSE HEIDETOCHT. / DE HEIKREKELS / MAASMECHELEN. 23/08/2017
MECHELSE HEIDETOCHT.
DE HEIKREKELS
MAASMECHELEN.
Eens een wandeling maken waar we naar uit kijken. Maasmechelen en de Mechelse heide.
Zo word de Mechelse Heide gepromoot: De Mechelse Heide is de toegangpsoort bij uitstek om al wandelend te verkennen. Van midden augustus tot midden september tovert de bloeiende heide dit landschap om in een paars schilderij. Anders dan aan de andere toegangspoorten vind je hier geen bezoekersonthaal. De natuur spreekt voor zich!
En zeker is dit niet overdreven. Dé wandelpoort bij uitstek. Talrijke routes leiden ons door de uitgestrekte heidevelden van het Nationaal Park Hoge Kempen. Van half augustus tot half september staat de heide volledig in bloei. Sommige routes doen je stevig klimmen. De beloning? Vergezichten tot in Nederland en bij helder weer zelfs tot in Duitsland en de Hoge Venen. Wij wandelen door de prachtige heide. Veel afwisseling wat bomen en dan weer heide een stevige klim met een prachtige zichten over de heide. We komen ook langs de grote vijver van d e zandwinning nu een prachtig stukje natuur. Dan wandelen over het nieuwe aan gelegde zandpad.: het Zandloperpad is een 1,5 km lang, verhard pad dat je laat kennismaken met het typische heide- en duinenlandschap van de Hoge Kempen. Onderweg passeer je de kenmerkende biotopen van dit landschap. Het is een prachtige wandeling in het Park Hoge Kempen.
PANNENKOEKENTOCHT. / DE LOONSE TSJAFFELEERS. / BOMMERSHOVEN. 20/08/2017
PANNENKOEKENTOCHT.
DE LOONSE TSJAFFELEERS.
BOMMERSHOVEN.
De heerbaan van Tongeren via Tienen naar Kassel liep door Bommershoven. Delen van deze weg bestaan nog steeds (Loonderweg, Moerenstraat, Oude Kassei). Begin 20e eeuw werden nabij de Wilderstraat resten van een Romeinse villa opgegraven. Ook de kasteelhoeve Tenhoven, ten zuidoosten van Bommershoven aan de Mombeek, zou oorspronkelijk een Galloromeins domein geweest zijn, dat later door de Franken in bezit werd genomen. In 773 kwam dit goed aan de Abdij van Corbie, die er een proosdij vestigde van waaruit de bezittingen van deze Abdij in deze streken werden bestuurd. Bommershoven was waarschijnlijk eigendom van de Graven van Loon. Samen met Haren vormde het één heerlijkheid, die in 1366 aan de Bisschoppelijke Tafel van het Prinsbisdom Luik kwam.
We starten met onze wandeling in het CC van Borgloon, de voormalige stroopfabriek Lowette. We verlaten de start en wandelen dadelijk richting voetbalveld. Langs de vijver en dan de steenweg op die we oversteken. Nu wandelen we op een nieuw wandelpad aangelegd door de ruilverkaveling die ons langs velden en weilanden brengt en zo belanden we in Haren. We wandelen langs het kerkje: De kerk werd gesticht door de Abdij van Corbie, die aanvankelijk ook het patronaatsrecht en het tiendrecht bezat. Aanvankelijk stond hier een Romaans kerkje, waarvan de onderbouw nog aanwezig is. In de 15e eeuw werd een gotisch kerkje op deze onderbouw opgetrokken. In de daaropvolgende jaren raakte het kerkje herhaaldelijk in vervallen toestand. In de 2e helft van de 17e eeuw werd het kerkje hersteld, waarbij ook de typische bakstenen voorgevel met mergelstenen speklagen tot stand kwam. Kort na 1763 werd ook het koor in baksteen herbouwd en werden de oorspronkelijke spitsboogvensters door rondboogvensters vervangen. Vandaag is het een mooi plekje met gras rond en enkele oude grafstenen. We wandelen voorbij de kerk en zo de natuur binnen, vele kleine veldwegen die ons langs weilanden en natuurgebied brengen, het is aangenaam om hier et wandelen veel afwisseling langs de vijvers komen we terug op de steenweg, nu wandelen we richting Bommershoven en wat verder zien we kasteel Terhove liggen, weer verder door de velden en langs de plantages en weer wat verder ligt de Monnikenhoeve, verder met onze wandeling, nu wandelen we naar het centrum van Bommershoven voor ons zien we Kasteel van Bommershoven en Sint-Alfonskerk . Kasteel Naveau de Marteau isq eigenlijk een herenhuis, werd gebouwd van 1759-1761 door Marcel-Gérard Magnée uit Luik, die in 1798 het Kasteel Horn zou kopen. Oorspronkelijk bestond het uit drie losstaande vleugels, namelijk een L-vormig herenhuis en twee dienstgebouwen. Eén daarvan werd begin 19e eeuw gesloopt. Het andere werd in de 2e helft van de 19e eeuw ingrijpend verbouwd. Een nabij het park aanwezige hoeve werd gesloopt en het terrein werd bij het park gevoegd dat in dezelfde tijd in de huidige vorm werd aangelegd en voor een deel in formele stijl, voor een deel in Engelse landschapsstijl werd uitgevoerd. De huidige dienstgebouwen, een aan het herenhuis vastgebouwd, U-vormig complex vormend, stammen uit de 2e helft van de 19e eeuw, maar de vleugel aan de straatzijde, met poort, is mogelijk een dwarsschuur geweest met een kern uit de 18e eeuw. Rond het kasteel zijn er verschillende prachtige hoeven. Wij draaien nu het centrum in naar het bekendste café van de streek “Café De Ware Vrienden” ervoor het oorlogsmonument. Wat verder en we komen terug aan ons vertrek. Een mooie en aangename wandeling.
39E MARCHE INTERNATIONALE. / CLUB DES MARCHEURS DE BELLEVAUX. / BELLEVAUX 19/08/2017
39E MARCHE INTERNATIONALE.
CLUB DES MARCHEURS DE BELLEVAUX.
BELLEVAUX.
Ligneuville, strekt zich uit in de vallei van de Amblève een groene oase omgeven door beboste heuvels waar men gezonde lucht inadement. Dit landelijke paradijs vormt met Pont en Bellevaux een gemeenschap van ongeveer 1273 inwoners. Het onstuimige water van de Amblève dringt zich door het weidelandschap, en het is moeilijk ongevoelig te blijven voor de charme van die natuur. Sinds 1984 is Ligneuville, de plaats waar forellen gekweekt worden, vandaar zijn naam (Capitale de la Truite). Het charmante dorp Bellevaux (Belva ) synoniem van mooie vallei, is met zijn pittoreske gehuchten verscholen in een dal. De geklasseerde kerk uit 1435 is toegewijd aan de heilige Albinus. Uit 1592 is ook het huis Maraite, een geklasseerde woning, alsook de oude molen van Bellevaux uit 1387 maar niet meer in gebruik sinds 1963. De tuinen van de tuinbouwers en de serres kan men bezoeken en aanbevelen, alsook de recent gevestigde brouwerij in het dorp. De amateur alpinisten kunnen zich uitleven op de rotsen van de Warche. De dorpskerk dateert van 1910. Ze werd na de 2de wereldoorlog gerestaureerd. In Pont, in de schaduw van reusachtige bomen hebben we de kapel van de heilige Donatius ingehuldigd in 1752. Ze behoort tot het geklasseerde patrimonium van de gemeente. In dit kleine dorp is er eveneens het Huis Micha, de grot van de Maagd Maria in een mooi park niet ver van het riviertje van Recht, en ook een forellenkwekerij. Zo krijgen we vandaag een prachtig parkoers voorgeschoteld met mooi en prachtige plekken. De rivier de Amblève is alom tegenwoordig en op sommige plekken is het wat moeilijk om te wandelen veel modder en glad maar dat hoort er eenmaal bij. Een mooie wandeling.
INTERNATIONALE EBURONENTOCHT. / TONGERSE WANDELVRIENDEN. / TONGEREN. 15/08/2017
INTERNATIONALE EBURONENTOCHT.
TONGERSE WANDELVRIENDEN.
TONGEREN.
Vandaag Eburonentocht in Tongeren.
De Eburonen, één van deze inheemse stammen, hadden in 54 v. C. onder het bevel van hun koning Ambiorix, een zware nederlaag toegebracht aan de Romeinse legioenen. Die veldslag had plaats in de nabijheid van Atuatuca, een nog onbekende plaats in het land van de Eburonen, waar de Romeinen hun winterkwartier hadden opgeslagen.
We wandelen vandaag in de meer dan 2.000 jaar oude stad Tongeren en overal kom je wel stukken van de lange geschiedenis tegen. We verlaten de start en al vlug komen we aan de Romeinse muur
Aan de rand van de oude stadskern, vooral vanaf het noorden tot in de west-sector , zijn nog imposante overblijfselen bewaard van de 4544 meter lange stadsmuur uit de 2de eeuw. Deze was eertijds ca. 6 m hoog en op regelmatige afstanden versterkt met ronde torens. Aan de buitenzijde werd de muur beschermd door enkele diepe verdedigingsgrachten. Op de plaats van de toegangswegen tot de stad bevonden zich monumentale poorten. Vanaf de Middeleeuwen werd de Romeinse stadsmuur grotendeels afgebroken voor de herbruikbare bouwmaterialen, vandaar dat er nu van deze eens zo indrukwekkende muur nog hoofdzakelijk de muurkern, bestaande uit twee ruwe blokken silex, overblijft. Langs deze muur werd een wandelweg aangelegd, gaande van de Bilzer- tot aan de Luikersteenweg.
We steken de straat over en wandelen nu naar Beukenberg.
Door de toenemende behoefte aan water in de Romeinse stad Tongeren was men genoodzaakt in de loop van de 1ste eeuw de problemen van de watertoevoer op te lossen. Daarom werd een aquaduct aangelegd die de verbinding maakte met het brongebied van de Mombeek. Het was een kunstmatige aarden ophoging met een houten constructie voor de aanvoer van het water. De Beukenberg is uitgegroeid tot een mooi wandelgebied vlak bij het centrum van de stad en recentelijk erkend als beschermd archeologisch monument.
We wandelen over Beukenberg en volgen de aquaduct tot we beneden komen en langs de muur van het Kasteel Betho Even buiten de stad bevindt zich het imposante kasteel Betho.
Het kasteel, waarvan de eerste vermelding terug te vinden is in 1267, was oorspronkelijk een waterslot. De huidige vijver refereert naar de slotgracht die ooit het volledige gebouw omsloot. Het residentieel kasteel is symmetrisch aangelegd en bestaat uit : kasteel, vierkantshoeve, vijver en park. De huidige gebouwen dateren voornamelijk uit de 17de en 18de eeuw, met een zuidwest toren uit 1478.
Dan wandelen we terug richting stad en wandelen weer een heel eind langs de Romeinse muur. Wat verder komen we aan de Romeinse tempelsite
De eerste keer dat de Romeinse tempel onder de aandacht kwam, dateert al van de zomer van 1964 toen archeologen tussen de boomrijen van een oude fruitboomgaard een aantal sleuven trokken. Doorheen de jaren werd het terrein weliswaar beschermd, werden er een aantal kleinere onderzoeken uitgevoerd, maar tot een gedegen ontsluiting kwam het nooit (mede omdat er geen bovengrondse structuren bewaard bleven). Aan de hand van eigentijdse materialen is getracht om voor de bezoeker een beeld te schetsen van de omvang van dit complex. Een aantal infopanelen geven daarbij de nodige duiding en achtergrondinformatie.
Wat verder wandelen we langs de Middeleeuwse wallen
Ingevolge de verwoesting van de stad in 1213 door de troepen van Hertog Hendrik I van Brabant, werd in 1241 begonnen met de bouw van de middeleeuwse omwalling. Deze muur omsloot de toenmalige stadskern wat nu ongeveer overeenkomt met de huidige ringlaan. Verschillende delen van deze 13de eeuwse omwalling bepalen nog gedeeltelijk het patroon van de vroegere middeleeuwse stad. De best bewaarde delen bevinden zich langs de Leopoldwal en de Elfde-Novemberwal, maar ook de Lakenmakerstoren en de Velinxtoren maakten deel uit van deze 13de eeuwse muur. In de 15de eeuw werden de stadsmuren gedeeltelijk afgebroken en in de 17de eeuw verwoestten de Fransen verschillende stadspoorten. De vestigingsmuren werden in de 18de eeuw hersteld maar moesten in de 19de eeuw uiteindelijk wijken voor de modernisering.
We wandelen verder en we komen aan de rust en controlepost. Hier even rusten en dan weer verder. Nu veranderd onze wandeling van een erfgoedwandeling in een natuurwandeling we wandelen het Landschapspark De kevie binnen.
Ten zuidoosten van Tongeren bevindt zich het 200 ha groot "Park van de Oostelijke Jeker". Omwille van zijn gunstige ligging en bijzondere flora en fauna behoort dit natuurpark tot het meest waardevolle van Zuid-Limburg. Kortom een zeldzaam stukje natuur in Haspengouw, dat gekoesterd dient te worden. De rijk gevulde kelder van Haspengouw en bestaat uit moerassen, rietkragen, beemdweiden en houtkanten in het natuurreservaat van de Oostelijke Jeker. Vanop de paden kan je dit typische Haspengouwse landschap bewonderen, met zijn bloemrijke hooilanden, omzoomd met hagen en knotbomen.
We wandelen door dit weel bijzonder natuurreservaat in de natste gedeelten lopen we over het planken pad. We verlaten Kevie en komen zo terug in de stad. We wandelen onder de Moerenpoort door.
Als enige overgebleven stadspoort uit de Middeleeuwen is de Moerenpoort zeker een bezoek waard. Dit historische gebouw is gelegen aan de rand van het begijnhof en vertelt het unieke verhaal van de militaire geschiedenis van de stad.
En zo wandelen we het Begijnhof binnen met zijn vele mooie monumenten.
Even wegdromen tussen de schilderachtige huisjes en gezellige pleintjes met een gevoel alsof je terug gaat in de tijd ! Dat is de ervaring die je krijgt bij een bezoek aan één van de oudste begijnhoven van Vlaanderen. Midden 13de eeuw werd het Tongerse begijnhof, vlak bij de Jeker, gesticht als een miniatuurstadje binnen de stad. De nauwe straatjes, mooi gerestaureerde panden,… een beetje apart en eigenzinnig, een gedroomde locatie voor kunstenaars en … sinds 1998 werelderfgoed van de UNESCO. Wij bezoeken dit 750 jarig stadsdeel.
Bijzonder is het Begijnhofmuseum Beghina spijtig dat het niet open is. Wat verder de Begijnhof kerk.
De St-Catharinakerk, beter gekend als Begijnhofkerk of Paterskerk, is een van de oudste kerken van de stad. Deze vroeg-Gotische kerk uit 1294 werd in de loop der eeuwen meerdere malen verbouwd en aangepast. In de 18de eeuw werd bv. het huidige barokgewelf aangebracht en het dakruitertje op de kerk geplaatst. Na de Franse Revolutie kwam de kerk in het bezit van de Tongerse Godshuizencommissie die in 1899 de kerk (voor 99 jaar), verhuurde aan de Paters Minderbroeders, wat uiteindelijk de naam Paterskerk verklaart. Deze sfeervolle St-Catharinakerk bevat een rijke verzameling kunstvoorwerpen waaronder vooral het houtsnijwerk en de schilderijen opvallen. Als voornaamste bezienswaardigheden gelden o.a. de preekstoel van Robrecht Verburgh uit 1711 in Lodewijk de XIV-stijl, het schilderij boven het hoogaltaar van de hand van Gaspar de Crayer, 17de eeuw en het beeld van de Lijdende Christus geschonken door begijn Anna de Floz.
Dan komen we aan de Sint-Ursulakapel
Kort na 1262 werd een infirmerie gebouwd waar bejaarde en zieke begijnen verzorgd werden. Aanpalend aan dit gebouw werd in 1294 een kapel gewijd aan de heilige Ursula. Het huidige Infirmeriegebouw dateert uit 1659. Op het einde van de 17de eeuw was ook de kapel bouwvallig en werd ze vervangen door een barok zaalkerkje uit 1701 met een unieke klokgevel. De gerestaureerde Sint-Ursulakapel wordt gebruikt als polyvalente ruimte voor kamerconcerten, thematentoonstellingen, voordrachten en andere culturele evenementen.
Ook vandaag is er een tentoonstelling wij kijken even binnen en dan verder. We komen zo op de markt. Hier is vandaag een bijzonder actie men is een kunstwerk van karton aan maken. Olivier Grossetête is een Franse beeldende kunstenaar die monumentaal werkt met kartonnen dozen en kilometers plakband. Het is indrukwekkend om te zien hoe vele vrijwilligers helpen om de kerk te bouwen. Wij blijven even kijken en dan over de grote markt terug naar ons vertrek. Wij passeren de held van Tongeren.Het Ambiorixstandbeeld
Ambiorix was de koning van de Eburonen, die in 54-53 v.C. in de omgeving van Atuatuca, de legioenen van Julius Caesaronder leiding van Cotta, de grootste nederlaag toediende, die zij bij de verovering van Gallië hebben gekend. In 1866 werd er voor Ambiorix een standbeeld opgericht, dat gemaakt werd door de beeldhouwer Jules Bertin.
MARCHE DES HAUTES ROCHES. / MARCHEURS DE “HAUTES-ROCHE” / DOURBES. 13/08/2017
MARCHE DES HAUTES ROCHES.
MARCHEURS DE “HAUTES-ROCHE”
DOURBES.
Onze wandeling vandaag is in Dourbes met zijn Ruïnes van het kasteel "Hauteroche" (15de eeuw). Gelegen in een prachtige natuurpark: Het Natuurpark Viroin-Hermeton, is een eiland van beschermde natuur, een groen juweel, een schat van erfgoed om te koesteren. Er is een groot verschil tussen een natuurpark en een natuurreservaat. "Een natuurpark is een landelijk gebied met een grote biologische en geografische waarde, die onderworpen is aan maatregelen om het milieu te beschermen in harmonie met de streefdoelen van het volk en de economische en sociale ontwikkeling van het desbetreffende gebied” . Kortom, in een natuurpark, staan de mens en natuur centraal. Kortom, in een natuurpark, staan de mens en natuur centraal. In de plaats van een natuurreservaat waarin men actie onderneemt voor het behoud van natuur en erfgoed worden in een natuurpark de duurzame economische ontwikkeling, beheer van ruimtelijke ordening en sensibilisatie in rekening genomen, met als doel een samenhangend beheer van het grondgebied. En in deze prachtige omgeving mogen we vandaag wandelen en je moogt het geloven het is een prachtige omgeving met veel afwisseling en vele mooie dingen om te zien en beleven. In het gebied zijn er toch ook verschillende stukken die een echt natuurreservaat zijn de eerste waar we aan komenis “La Montagne-aux-Buis”. Een hoog gelegen plateau met oude bomen en een heel groot palmenbos met struiken van vele honderden jaren oud heel bijzonder en opeens staan we voor de afgrond die verschillend tientallen meters naar beneden duikt. Beneden de grote gebouwen van een oude molen. Van hier uit een prachtig panorama. Weer verder met onze tocht. We wandelen nu naar beneden wat een prachtig stukje natuur de rotsen zijn bedekt met groene mos en het is weerkelijk een prachtige afdaling, genieten van wat de natuur ons schenkt. Als we beneden aankomen staan we aan de molen die we van boven hadden gezien. We zijn nu in NISMES wordt doorkruist door het riviertje Eau Noire in de dorpskom en het riviertje Eau Blanche ten noorden ervan. Op de grens met Dourbes vloeien de twee samen tot de Viroin. We komen in de “Jardins d’O” een waterpark en het kasteel. Oude Cense de Maugré - Kasteel Licot. Vandaag is het gemeentehuis van Nismes. Het park heeft als thema water met verschillende toestellen die met water bewegen en de grote vijver is mooi. We wandelen door het park en dan weer verder en komen dan in het volgende natuurreservaat “Les Abonnets” een bosrijk gebied met bloemen kanten waar veel vlinders in voor komen prachtig tukje natuur. Dan stekken we de spoorweg over en dalen af naar de controlepost. Verder een heel eind langs de rivier en een vlak stuk tot we opeens voor de “Haute Roche” staan. Hier boven bevind zich het oude kasteel van Dourbes. Het kasteel van Dourbes of van Haute Roche was een kleine burcht waarvan het lot steeds verbonden was met dat van het kasteel van Fagnolles. Het graafschap Dourbes en Fagnolles was prinselijk eigendom. In 1555, tijdens het beleg van Mariembourg en de oorlog tussen Keizer Karel en Henri II, worden Dourbes en Fagnolles vernield. De burcht die op de top van een uitlopende rots lag, werd van het plateau gescheiden door een brede gracht. Een deur met 2 torentjes en een hefbrug vormden de enige toegang. De ruïnes van de burcht van Haute-Roche, die in 1554, samen met het nabijgelegen kasteel van Fagnolle, het Château de Plaine, op bevel van Henry II door Anne de Montmorency werd vernield. De streek heeft vele legendes ook de kasteel van Dourbes.
Heb er eentje gekregen en wil ze hier ook weergeven:
De legende van Demoiselle de Haute-Roche en Sire Roger de Sautour (voor wie in legendes gelooft…) De geschiedenis van sire Roger, Heer van Sautour, en Ghislaine de Haute-Roche, Gravin van Dourbes. Roger de Sautour keek rond en zocht naar iemand die hem de weg kon wijzen. Hij stond oog in oog met een landschap dat hem vreemd was en voor zover zijn blik reikte was er niets anders te zien dan zachte glooiingen, waar hoogopgaand woud en kreupelbos slechts gescheiden werden door wilde beekjes. Plots verschijnt een mooie jonkvrouw op de weg. Haar ogen zijn even helder als een azuurblauwe hemel. Ook zij is verbaasd iemand tegen het lijf te lopen, maar ze glimlacht. -"Schone, zegt Roger - die niet meer weet waar hij zich bevindt - ik denk dat ik… Ik zou huiswaarts moeten keren. Waar ben ik? Behoort het kasteel dat ik daarginds vermoed toe aan vrienden van mijn vader"? De jonkvrouw antwoordt alleen met zachte stem: "Het behoort toe aan de Heer van Haute Roche, ik ben zijn dochter". -"En ik ben Roger, zoon van de Heer van Sautour, kleinzoon van François Montaigle, die een dodelijke haat voor je grootvader koesterde. Mijn vader en jouw vader zijn vijanden"! Maar wat hij in de ogen van de mooie jonkvrouw las, was zeker geen haat, dat wist hij zeker. Hij vernam ook dat haar naam Ghislaine was en dat ze net zo min als hij wenste dat de vete in stand zou blijven. Na een laatste blik op de schone, vertrok hij spoorslags in de richting van zijn kasteel. De jonge gravin sloot zich in haar kamer op en wendde zware hoofdpijn voor. Die nacht kon ze de slaap niet vatten, het beeld van Roger leek wel op haar netvlies gebrand. Ze was verliefd en ze wist dat hij dat ook was. Enige tijd later, toen Roger de drang om Ghislaine terug te zien niet meer kon weerstaan, vertrok hij op een avond op de rug van zijn strijdros naar het kasteel van Haute-Roche. Terwijl hij in stap de oevers van een beekje verkende, onderscheidde hij een menselijke gedaante met vreemd glinsterende ogen die zich moeizaam uit het water hees. Het was een vreemd uitgedoste kleine man met een baard. Roger hielp hem uit zijn benarde situatie en bedekte hem met zijn mantel. De dwerg bedankte hem en zei: -"Je bent een goede heer en ik wil je helpen om je kostbaarste wens te verwezenlijken. Vertel me wat die wens is! Ik ben Almarech; ik ben negenhonderd jaar oud en ik weet heel wat want ik woon in de berg". Roger sprak met de dwerg die inderdaad veel dingen wist. Vervolgens zegt de dwerg: -"Kom, volg me". Bij het kasteel aangekomen, vertelt hij Roger dat hij omhoog moet klimmen langs de ladder die hij tegen een van de torens heeft klaargezet. En dat hij precies op tijd komt om te horen wat het blonde kind aan de sterren te vertellen heeft. Met een bonzend hart doet Roger wat hem gezegd wordt. Toen hij de witte gestalte van een jonge vrouw zag die met haar elle bogen niet ver van hem verwijderd op de buitenmuur leunde, leek zijn hart tot stilstand te komen. Wat hij toen hoorde vervulde hem met uitzinnige hoop. Ze hielden blijkbaar evenveel van elkaar. Hij sprong over de kantelen en knielde voor Ghislaine neer; ze verklaarden elkaar de liefde en beslisten om hun vader te vertellen dat ze met elkaar wilden trouwen. De kasteelheer van Haute-Roche dacht daar echter anders over en strafte zijn dochter door haar op te sluiten in een diepe kerker in de rots. De volgende avond vat de jonkheer post onder het kasteel waar hij tevergeefs op zijn geliefde wacht. In het holst van de nacht duikt Almarech op die hem vertelt wat Ghislaine overkomen is. Roger had alle moed om zijn schone te redden al opgegeven als de dwerg hem opdracht geeft om een aantal mannen te verzamelen en onmiddellijk terug te komen. Zo geschiedde. Almarech wachtte Roger op en loodste de gewapende mannen door de opening van een grot. Via eindeloze gangen en trappen, kwamen ze uit op de binnenplaats van het kasteel, Roger voorop. Op zijn teken stortten de mannen zich op de schildwachten en namen ze de verdedigers van Haute-Roche gevangen. Alleen de graaf die in zijnslaap was verrast en begreep dat zijn kasteel werd overvallen, greep zijn wapens en verschool zich boven in de slottoren. Roger trachtte hem ervan te overtuigen dat hij het grootste respect voor hem had. Maar het kon niet baten. Uit woede en wanhoop stortte de graaf zich in de diepte. Roger bevrijdde Ghislaine, de jongelui konden trouwen en leefden nog lang en gelukkig. Het kasteel van Dourbes werd met de grond gelijk gemaakt om Almarech en de dwergen te plezieren. Zij eisten dat het kasteel werd vernietigd in ruil voor hun bewezen diensten. Bovendien kregen de dwergen dat jaar grote karren graan in overvloed, alsof de verdwijning van de Heer van Haute-Roche en zijn kasteel een voorspoedige toekomst inluidde.
De legende is maar een van de vele legendes die hier verteld worden. Maar soms is het zo mooi om ze te horen dat ik ze wil delen. We zijn nu terug in het dorp en eindigen onze prachtige wandeling.
MARIEMBOURG
Langs de vallei van de Viroin loopt een oude spoorlijn, die na jaren in onbruik te zijn geweest terug in dienst werd genomen door de Chemin de Fer à Vapeur des 3 Vallées. Deze vereniging van spoorfanaten, organiseert op het traject Mariembourg - Treignes ritten met stoomlocs en railbussen. In het oude station van deelgemeente Treignes werd door de dezelfde vereniging een spoorwegmuseum uitgebouwd, en worden ook oude locs en rijtuigen gerestaureerd. We bezoeken even het station en wachten tot de stoomtrein binnenkomt. Het is altijd mooi om te zien een stoomtrein in werking. Zo hebben we een extraatje aan onze wandeldag.
43e MARCHE DE LA GODASSE. / LA GODASSE OUPEYE. / OUPEYE 12/08/2017
43e MARCHE DE LA GODASSE.
LA GODASSE OUPEYE.
OUPEYE.
Een wandeling met onze wandelvrienden van Oupeye. De wandeling start aan het kasteel van Oupeye. We vertrekken met onze wandeling de velden in en ondanks het maar een zure dag is er al veel gewerkt aan de oogst. Vele velden zijn al leeg de strobalen liggen al gestapeld op de velden, zo komt stilaan de oogstmaanden aan. We wandelen verder en komen langs mooie grote boerderijen en dan zijn we in Heure le Romain. Uitgestrekte velden en weilanden en dan een einde langs de beek Grand Aaz tot we aan de molen komen. Moulin D’Amry een gewezen graanmolen waar later ook elektriciteit opgewekt werd, van de bovenslag watermolen is niet veel meer over dan het bakstenen gebouw en het waterrad al de rest is verdwenen. Verder met onze wandeling langs het monument voor de slachtoffers van de V I bommen van 1940-45. Dan weer door de weilanden en na een flinke klim langs een oude boerderij inde sluitsteen van de poort staat datum 1705. Wat verder staat een infobord en wat blijkt dit is een voormalige Cisterciënzer abdij. Abdij van Val Benoit één van de hoeve van de abdij. Weer wat verder komen aan de kerk aan de muur rond de kerk een gedenkplak voor 27 onschuldige inwoners die samen met de pastoor F. Janssen en de broer van de burgemeester werden op deze doodgeschoten door de Duitsers. Weer verder met onze wandeling en we komen aan onze controle rustplaats, dan weer verder komen aan een bosje “Les Hachettes” vertaald “de bijlen” waarom dit hier zo heet heb ik niet kunnen achterhalen. Dan komen we weer in openveld en daar is er een mooi spektakel een groep ooievaars zijn er aan het eten. Zeer mooi. Dan weer verder een eindje langs de Ravel en dan terug op ons vertrek in het centrum van Oupeye. Een mooie en aangename wandeling.
OOGSTTOCHT. / DE SCHOVERIK DIEPENBEEK. / BILZEN. 07/08/2017.
OOGSTTOCHT.
DE SCHOVERIK DIEPENBEEK.
BILZEN.
Vandaag wandelen we met de Schoverik in Bilzen. Het eerste wat we tegenkomen gaat over SCHUYLENBORGH. Even opzoeken wat dit was.
Nog in het zicht van de dorpskerk, aan de grens van de gemeente, langsheen de Raafstraat, bevinden zich de typische resten van een vroege motburcht. In de Middeleeuwen lag daar het goed Schuylenborg. Een alleszins tekenende naam. Een duidelijke terp van 20 à 25 m diameter is nog omgeven door een gracht van een zevental meter breed, die door de Winterbeek gevoed werd. De omgeving is moerassig. Hier ook de bron van de Sint Gertrudisbron.
Vandaag is hier ook een natuurreservaat met deze naam:
Natuurgebieden Beverst-Bilzen: ‘Schuylenborgh’
Op 1 mei 2009 werd dit gebied boven de doopvont gehouden. Het kreeg de naam „Schuylenborgh‟. Kadastraal is dit gebied bekend als “In de Raeve”. Erg opvallend is echter de heuvel met daarrond een gracht met een breedte van een tiental meter. Orchis vzw is gaan grasduinen in de geschiedenis van Beverst. Daar vinden wij één naam die door de eeuwen heen heel wat naamswijzigingen doorstaan heeft. Wij zijn teruggegaan tot 1345. Toen sprak men al over de naam Johannes de Schuylenborg, een van de eigenaars. Schuylenborgh, zo zien wij op de Ferrariskaart van 1770, bestond uit een loofbos op een moerasachtig bodem. Nadien moet het dan omgevormd zijn tot zompige beemden. De Winterbeek is hier de structuurdrager van het landschap die dit gebied door de eeuwen gevormd heeft. Nabij deze beek is dan een kleine, landelijke motburcht opgericht. De gracht rondom de Motte werd gevoed door de Winterbeek. In 1716 heette het gebied Schuylenborgh. De motburcht speelde in de middeleeuwen een bijzondere en centrale rol bij de plaatselijke bevolking: het had een beschermende en verdedigende functie. Het terrein bestaat nu uit ruigten en natte weide met sterke ontwikkeling van moerasspirea en zeggenvegetatie. Daarenboven functioneert een gedeelte van het gebied als overstromingsgebied. Typische soorten, eigen aan zulke terreinen, zijn in ontwikkeling. Prachtige meidoornstruiken staan er verspreid. Sleutelbloemen, knolsteenbreek en dotterbloemen zijn aan uitbreiding begonnen. Met de avifauna zit het er ook al goed: buizerd, ijsvogel, grasmus, bosrietzanger en ransuil.
We wandelen hier een heel eind door de natuur en komen dan in het dorpje met zijn prachtige vakwerkhuizen verder met onze wandeling en gaan dan naar het domein van Kasteel Schoonbeek.
Historiek: Het gekende kasteel van Schoonbeek schijnt ons ook een voorbeeld van oude, maar verbouwde burchttoren te leveren. In 1333 behoorde het kasteel toe aan het graafschap Loon. De oudstgekende eigenaar van de sterkte, Willem van Schoonbeek, vinden we op 8 december 1361 vermeld. Herman Typots, drossaard van het Land van Grevenbroek en kastelein van het Prinsenhof in Kuringen, huwde met Margriet van Chiney, dochter van Dirk van Chiney, heer van Schoonbeek en Anna Vandenbosch van Gors-op-Leeuw. In 1573 was hun kleinzoon Hendrik Typots nog heer van het kasteel van Schoonbeek In de vorige eeuw woonde de familie de Renesse op het kasteel. Gouverneur Graaf Theodoor de Renesse stierf er in 1927. In dit meermaals hersteld kasteel blijkt een oud stuk te zitten, links van de ingang. Het is een vierkante toren, een donjon, waar de andere gebouwen tegen aan gebouwd werden. Vandaag is het eigendom van de familie “de Grunne”
We wandelen voorbij het kasteel en komen zo aan de spoorweg en dan een eindje verder komen we terug op onze startplaats.
MARCHE INTERNATIONALE. / MARCHEURS DE LA BASSE-MEUSE VISE. / VISE. 06/08/2017
MARCHE INTERNATIONALE.
MARCHEURS DE LA BASSE-MEUSE VISE.
VISE.
Visé ligt aan weerszijden van de Maas, tussen Luik en Maastricht. De gemeente grenst voor een deel aan de Nederlandse gemeente Eijsden-Margraten, met de Maas als grensrivier ertussen. In het Belgische gedeelte van de St Pietersberg bevindt zich de Verloren Vallei. In de kalksteen van Wezet wordt het groene mineraal malachiet aangetroffen. Wij vertrekken met de wandeling aan de Maas en we wandelen een heel eindje langs het water. We kunnen genieten van de vele watervogels die langs en op het water zitten, toch mooi om te zien. We wandelen nu door de prachtige natuur en komen zo in Lixhe. Hier mooie oude huizen en dan wandelen we verder door steegjes en veldwegen omgeven door groen. Langs een van de vele bunkers die hier nog verspreid staan. Dan komen we in Lanaye. De volledig vernieuwde interactieve permanente tentoonstelling in het Maison de la Montagne Saint-Pierre in Lanaye geeft op boeiende wijze een inleiding in de rijke en unieke fauna en flora en het ontstaan van het gebied. We wandelen door het dorp en komen zo weer aan de Maas. Tegenover ligt Nederland. We wandelen langs de Maas en het kasteel van Eijsden zien we tussen de bomen liggen. We blijven een heel eind langs de Maas. We komen in Lixhe. Het dorpje ligt tussen Maas en Albertkanaal. In dit dorpje is er een wandeling die het religieus en historische geschiedenis van het dorpje. Wij komen een paar van deze prachtige gebouwen tegen. Eerst de prachtige oude hoeve met toren prachtig gerestaureerd, wat verder een prachtig kasteeltje. Abbyfield. Weer verder komen we aan de sluis van Visé en langs de jachthaven waar mooie boten liggen weer veder langs het water tot terug aan ons vertrek komen tegenover de kerk van Visé. Prachtige wandeling.