MARCHE INTERNATIONALE. / MARCHEURS DE LA BASSE-MEUSE VISE. / VISE. 03/08/2019
MARCHE INTERNATIONALE.
MARCHEURS DE LA BASSE-MEUSE VISE.
VISE.
Visé-Wezet- ligt aan weerszijden van de Maas, tussen Luik en Maastricht. De gemeente grenst voor een deel aan de Nederlandse gemeente Eijsden-Margraten, met de Maas als grensrivier ertussen. Daarnaast grenst deze Waalse gemeente bij Ternaaien aan Maastricht (zonder dat de Maas ertussen ligt). Halverwege de 19e eeuw werd het Kanaal Luik-Maastricht aangelegd, en werd de Maas voorzien van stuwen en sluizen, terwijl in 1861 ook de spoorlijn van Maastricht naar Luik gereedkwam, welke in 1899 werd genationaliseerd. De Maasbrug, gebouwd in 1868 door private investeerders, werd in 1909 genationaliseerd. De Berwijn stroomt ten oosten van Wezet in noordelijke richting en buigt dan om naar het westen, om ten noorden van Wezet in de Maas uit te komen. De voorstadswijk Devant-le-Pont ligt op de westoever van de Maas, tussen Maas en Albertkanaal. Wij vertrekken met onze wandeling tegenover De Onze-Lieve-Vrouw van de Karmelkerk (Église Notre-Dame du Mont-Karmel) gelegen aan de Avenue Franklin Roosevelt 42 te Devant-le-Pont (Wezet). Wij wandelen Vise uit steken de Maas over en dan volgen we een eindje de rivier. Tot we in Haccourt komen die deel uit maakt van Oupeye. Hier verschillende mooi oude huizen en boerderijen. Het dorp Haccourt is bekend als "Payïs des macrâles". In de 16de eeuw werden de heksen veroordeeld en levend verbrand op de hoge plaatsen van de streek. De laatste veroordeling van hekserij in Haccourt vond in 1731 plaats. Het bovennatuurlijke en de onheilbrengende bevoegdheid blijven aanwezig in deze legendarische plaats. Er was niet meer nodig opdat een groep inwoners een folkloristisch gezelschap oprichtte dat de aangename naam "Les macrâles di Hacou"draagt. Er staat een standbeeld langs de straat en op sommige huizen hangen heksen. We wandelen verder en komen langs het kerkhof waar verschillende oud-strijders begraven zijn. Wat verder komen we terug in Vise. Aan de overzijde zien we het prachtige stadhuis van Vise. Dan wandelen we terug naar het vertrek een mooie en aangename wandeling zoals steeds met de club van Vise.
In de vallei van de Kleine Herk in Borgloon-Kerniel ligt de abdij Mariënlof die in de volksmond beter gekend is als klooster van Colen. De panoramische uitzichten en erfgoedrijkdom zijn de belangrijkste troeven van dit Verborgen Moois. Niet voor niets dat kunstenaars zich laten inspireren door deze magische plaats. In 2012 bouwde de Schotse kunstenaar Aeneas Wilder een opvallend architecturaal bouwwerk:Untitle#158. Bij ons ook gekend als de rotonde in Colen. De wandeling brengt ons van uit het Stoomstroopfabriek naar het klooster Colen. Dit via het Fruitspoor. Dit fruitspoor werd aangelegd tussen 1870 en 1878 en verbond Tongeren met St Truiden. De aanleg van dit spoor was het begin van de industriële ontsluiting van dit gebied. Het transport van fruit van uit onze regio naar de grote steden en het buiteland verliep hierdoor veel vlotter, maar niet alleen fruit werd vervoerd maar ook andere goederen. Het stationsplein van Borgloon word de draaischijf voor het vervoer van fruit en de verwerking van het fruit. Niet minder dan 3 stroopfabrieken waren er bij het stationsplein actief. Als na WOII stroop niet meer het enige broodbeleg is en word vervangen door confituur en chocopasta luidt dit het einde van de stroopfabrieken in. De stroopfabriek Wijnants-Groendaels sluit als laatste in 1988 de deuren. De laatste trein rolt over de sporen in 1968. Van dan af word het fruitspoor verlaten en de stoomstroopfabriek gaat langzaam maar zeker over tot een vervallen industrie gebouw. Gelukkig is vandaag de tij gekeerd en is het stoomstroopfabriek gerestaureerd en een bijzondere plek in Borgloon. Als je langs het fietspad naar Colen gaat kom je langs de spoorwegbrug en daar kun je dan opgaan naar het klooster en langs het kunstwerk. In Colen kom je langs het stichelke naar Kerniel dit werd vroeger veel gebruikt door de meisjes om naar de school van de nonnen te gaan en ook de kleuters kregen er school boven de ingangspoort van het klooster. De wandeling gaat verder langs de vallei van Colen waar een planken pad aangelegd is en zo door een nieuwe wandelweg naar de beneden en dan terug via een klim door de Kalverenstraat naar de parking, maar eens aan de muur van het klooster gekomen draaien we even rechts in om zo langs de plantages aan de brug over de Kleine Herk terug de spoorwegberm op te gaan. Het is een mooie wandeling in het Land van Loon. Met prachtige erfgoed gebouwen en een rijke geschiedenis. Een wandeling om van te genieten en met de mogelijkheid om het klooster-abdij- en stoomstroopfabriek te bezoeken.
10E MEMORIAL BERNARD DUBOIS. / LES ROTEUS WAIBIENS. / GOZEE. c 31/07/2019.
10E MEMORIAL BERNARD DUBOIS.
LES ROTEUS WAIBIENS.
GOZEE.
Een woensdag wandeling in Henegouwen. Een deelgemeente van de gemeente Thuin. We wandelen een eindje door de natuur om naar Montigny-le-Tilleur te gaan. De gemeente maakt deel uit van de streek Thudinië. Deze streek is ten noorden begrensd door de Samber, in het oosten door de Eau d'Heure, in het westen door de Hantes en gaat in het zuiden langzaam over in de Condroz. Thuin is de hoofdplaats van Thudinië waar Thuin een deel van is. Hier veel bos tot we plots staan we voor een groot poorthuis. We wandelen de Abdij van Aulne binnen. De ruïnes van de voormalige Abdij van Aulne liggen aan de bosrijke oever van de Samber, op het grondgebied van Gozée. Cisterciënzerabdij, volgens de legende gesticht door Saint Landelin in 657. In 1147 biedt de Prins Bisschop van Luik, Hendrik II van Leyen, Aulne aan Sint Bernard, abt van Clairvaux, propagator van de Cisterciënzer hervorming. In de zestiende en achttiende eeuw zullen de "Ada" abtenbouwers kennen. In 1794 zal het worden vernietigd door de Franse revolutionairen. We nemen de tijd om even de ruïnes te bezoeken. Het is en blijft een indrukwekkende plek maar sinds ons laatste bezoek enkele jaren geleden vinden we dat alles wat verwaarloost bij ligt. Op vele plekken kun je niet meer komen deze zijn afgezet . na het bezoek weer op pad op de wandeling. Wat verder komen we langs de abdij boerderij. Wat een prachtig gebouw en zo indrukwekkend mooi. Wat verder lanfs de abdij vijvers. Gelegen in de vallei. Weer verder met onze wandeling en komen aan de controlepost in de oude boerderij “ Beaudribus” een grote boerderij met een prachtige ingangspoort. We wandelen verder langs velden en weilanden waar de oogst nu bezig is. Een fijne wandeling is het geworden.
Het dorp ligt in de provincie Vlaams Brabant, aan de samenvloeiing van de Grote en de Kleine Gete op 4,5 km van Zoutleeuw. We wandelen vandaag eens in Vlaams Brabant. We wandelen de gemeente uit komen langs de beek. Mooie zicht over het dal en de omgeving. We wandelen een bospad binnen en dan weer wat verder door de velden en weilanden. Gewoon prachtig langs een paardenweide en dan weer verder. We zien dat de zomer al ver gevorderd is de velden beginnen al te kalen, graangewassen worden al geoogst. Vandaag hebben we geluk hier komen verschillende vlinders voor. We komen nu aan op een plein hier staat de motor van een vliegtuig uit WOII die hier in de buurt neergestort is. Dan weer door het veld en hier ook mooie vlinders en libellen. Zo komen we aan een mooi huis met vijvers voor hier zitten groene kikkers zo mooi weer. Zo komen we in “ Aronst Hoek” is een natuurgebied in de vallei van de Grote Gete.
ARONST HOEK.
Aronst Hoek bestaat uit een breed overstromingsdal langs de samenvloeiing van de Gete en de Melsterbeek met zeer weelderige begroeiing van metershoge rietvelden, zompige zeggeveldjes en kriskras groeiende wilgenbossen die aan een oerwoud doen denken. Aansluitend vind je eeuwenoude overstromingsbeemden met meidoornhagen en knotwilgen errond. De Melsterbeek, de Graasbeek en de Gete zorgen voor water in het gebied. Vroeger bestond de vallei uit vochtige weilanden met bomenrijen errond. Heel wat weilanden zijn omgevormd tot fruitplantages of akkers. Af en toe zie je nog sporen van de oorspronkelijke bomenrijen.
We wandelen langs de beek en daar zitten twee reigers. Weilanden met bomen en struiken zo mooi. Dan komen we in Geetbets. De kerk is open en we nemen even de tijd om ze te bezoeken.
Sint-Pauluskerk
Een rijk uitgevoerde plattelandskerk opgetrokken in baksteen en Gobertange en bestaande uit een ingebouwde westtoren, een brede beuk van vijf traveeën en een smaller koor met halfronde apsis en oostsacristie. Het interieur wordt verfraaid met een vrijwel homogeen uit de tweede helft van de 18de eeuw daterend meubilair: hoofdaltaar, deels beschilderd en gemarmerd hout, 1774, Frans Van Ursel, Antwerpen. Lam van de Apocalyps geflankeerd door hermen met respectievelijk symbolen van Geloof en Hoop. zijaltaar (noord) toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw, deels vergulde eik, 1772. In nissen worden beelden van Onze-Lieve-Vrouw geflankeerd door de Heiligen Barbara en Antonius. Zijaltaar (zuid) toegewijd aan de Heilige Anna, deels verguld hout, 1772. In nissen beelden van de Heilige Anna geflankeerd door de Heiligen Rochus van Montpellier en Paulus Apostel. Koorlambrisering, eik, vierde kwart 18de eeuw. twee biechtstoelen, eik, circa 1777, met in bekroning respectievelijk medaillon met de buste van Paulus en Maria Magdalena. Preekstoel, eik, circa 1777: kuip met medaillon met buste Heilige Paulus; klankbord met tafelen der Wet en Heilige Geest. Orgel, 1863, Jan Arnold Clerinx (Sint-Truiden). Het eerste orgel in de parochiekerk werd in 1752 aangekocht van een klooster te Zepperen. Na de uitbreiding van de kerk, met de bouw van een nieuw doksaal, kon ook een nieuw orgel worden geïnstalleerd. Rond 1860 werd het oude orgel gedemonteerd. Het nieuwe orgel werd in 1863 geplaatst door Jan Arnold Clerinx. Op de linker binnenzijde van de pedaalkast staat vermeld: "Place en 1863 par A. Clerinx, A. Radino son accordeur" en op de rechterbinnenzijde: "Place le 23 juillette 1863 par A. Radino Accordeur St Trond". Alfons Radino was een stemmer in het bedrijf van Clerinx.
Alhoewel het een simpele kerk is bezit het toch een heel rijk interieur. Toch fijn dat we even gestopt zijn en binnen gaan kijken zijn. Langs de kerk de pastorij een prachtig gebouw. Dan weer verder door het dorp. Dan komen we aan de controle en rustpost. Even uitblazen en genieten van een drankje en dan weer verder. Voor we verder gaan nog even van de route afwijken om Landgoed D’or te bekijken. Is onlangs verkocht en de nieuwe eigenaren hebben al veel gerestaureerd. In de volksmond ook wel ‘Goed Storms’ genoemd, het sprookjesachtig domein met kasteel, park en paviljoen uit de negentiende eeuw, maar liefst 2,54 hectare groot en gebouwd in 1820. We zullen toch maar verder gaan met onze wandeling. op een groen perkje staan 2 poppen opgesteld. Met een gedichte bij. Wij verder aan de andere zijde van de weg een bord “Slagveld in een dorp” op 18/08/1914 kwamen de Duitsers voor de 3 keer in twee weken langs. Zij staken 8 woningen en het station in brand. De Duitse soldaten stalen, dekens en kleren en eten uit de huizen. Na de brand van de statie werd een 21 jarige jongen van welgestelde ouders voor d e krijgsraad gebracht en ter dood veroordeelt en door de Duitsers doodgeschoten onder de ogen van de inwoners. Een tragische gebeurtenis. Nu nog een eind door de velden en zo komen we terug in Budingen. Een mooie en aangename wandeling. .
16e MARCHE DES VACANCES. / LES MARCHEURS DE LA MAGNE. / SOUMAGNE. 27/07/2019
16e MARCHE DES VACANCES.
LES MARCHEURS DE LA MAGNE.
SOUMAGNE.
Soumagne ligt in het Land van Herve, in de vallei van de Magne. Ten zuidwesten van de kom ligt het Domein van Wégimont, met het kasteel. De omgeving wordt gekenmerkt door landbouw en veehouderij. De veehouderij vormde een belangrijk bestaansmiddel, maar ook de steenkoolwinning speelde een rol. Dit leidde in de 19e eeuw tot de activiteit van de Société anonyme des Charbonnages du Hasard, welke in de jaren '70 van de 20e eeuw tot een einde kwam. De aanwezigheid van steenkool leidde ook tot metallurgische activiteiten. Kleine bedrijfjes op het terrein van de spijkersnederij boden in 1840 een bestaan aan vrijwel de helft van de bevolking. In 1914 werd een deel van het dorp in brand gestoken door de Duitse indringers. Dezen vermoordden bovendien 118 personen. Zover een stukje weetjes over Soumagne. We vertrekken met de wandeling en komen vlug aan het kerkhof met de graven en het monument voor de vermoorde burgers door de Duitsers.
Het martelaarschap van het Pays de Herve.
MELEN-LABOUXHE IN 1914
De tegenslagen van het dorp Melen begonnen met de aankomst van soldaten van 165 RI (14e Brigade) die door verdedigers van fort Fléron werden gerouteerd en zich op 6 augustus terugtrokken. Ze maakten de inwoners wakker en doodden minstens elf van hen. Op 8 augustus keerde hetzelfde regiment terug naar Melen, greep tweeënzeventig mensen, waaronder enkele van de omliggende dorpen (Herve, Battice), leidde hen naar een veld en executeerde ze collectief (in deze groep waren 8 vrouwen en 4 kinderen). Het grootste deel van het dorp werd verbrand. Een getuige meldt dat de Duitsers de kinderen hebben laten dansen voor de lijken. Toen de burgemeester van Herve, M. Iserentant, arriveerde om de lichamen te herkennen, werd hij aangehouden en neergeschoten.
Het is een speciale plek en moet met het nodige respect onderhouden worden. We wandelen verder en op het rondpunt staat een miniatuur schachtbok die verwijst naar het mijn verleden. Dan wandelen we verder en lopen door het prachtige Land van Herve. We lopen een eind op de “ Les chemin des échaliers” een wandelpad door het landschap dat de mooiste plekjes aandoet. We wandelen hier een heel eind door de weilanden, langs de koeien en komen zo aan onze rustpost. Weer verder komen we aan het “Museum van het populaire leven van Soumagne” een klein arbeiders huisje werd omgevormd tot een klein museum waar het leven van de mensen verteld word. Er tegenover een prachtige gebouw met toren. Weer verder met onze wandeling wat verder tussen de bomen komt de schachtbok van de mijn “Belle Fleur” tevoorschijn. Wat verder met onze tocht en we komen zo terug aan ons vertrek. Tegenover staat een oude fabriek SGC de ingang is nog altijd zoals bij het begin. Hier was de “Societe Generale de Cultures” gevestigd en het eerste fabriek hier was een stroopfabriek. Verder een schoenfabriek en hemdenfabriek. Vandaag zijn er uitgebreide werken bezig om de site te behouden en een nieuwe invulling te geven. Een mooie wandeling in het Land van Herve.
HASPENGOUWS MOOISTE. / AVIAT. ST TRUIDEN. / GELINDEN. 22/07/2019
HASPENGOUWS MOOISTE.
AVIAT. ST TRUIDEN.
GELINDEN.
Gelinden is een Haspengouws landbouwdorp gelegen aan de Herk. Gelinden ligt in Droog-Haspengouw nabij de vallei van de Herk, waar men het natuurgebied Overbroek-Egoven vindt. De hoogte loopt op van ongeveer 50 meter nabij de Herk tot 102 meter in het zuiden. Gelinden kent landbouw, waaronder fruitteelt. Overbroek-Egoven is een natuurgebied wordt beheerd door Natuurpunt. Het gebied is gelegen in de vallei van de Herk, en het is vernoemd naar de twee nabijgelegen gehuchten Overbroek en Egoven. Hier komen de Grondelingenbeek, de Molenbeek, de Fonteinbeek en de Kasteelbeek uit in de Herk. Het gebied bestaat uit kalkgraslanden, vochtige beemden, rietlanden, populierenbossen, en een mergelgroeve. Mergel werd hier in dagbouw gewonnen voor bodemverbetering. De afzetting is 57 miljoen jaar oud en bevat vele fossielen. Er werden 59 fossiele plantensoorten ontdekt, waarvan vele nieuw voor de wetenschap bleken te zijn. Mergelgroeve van Gelinden. Tot de opkomst van kunstmest, na de 2de Wereldoorlog werd er eeuwenlang mergel ontgonnen in de steilrand van Overbroek. Die groeven werden reeds vernoemd in 1612. Eertijds werden er over een lengte van 300 meter drie openluchtgroeven uitgebaat, waarvan de mergel gebruikt werd om verzuring van landbouwgrond tegen te gaan. Einde 19de eeuw werd de groeve van Gelinden wereldvermaard als een site van uitzonderlijke wetenschappelijke door de vondst van grote hoeveelheden goed bewaarde, unieke fossielen van planten (boombladeren, zaden, zeegrassen) uit het vroeg tertiair van West-Europa. De kalkmergel van Gelinden is ongeveer 58 miljoen jaar geleden afgezet in een vermenging van zout zeewater met zoet rivierwater, ideaal voor het fossiliseren van zee- en landplanten. In het nabijgelegen Natuurhuis Haspengouw in Gelinden is er een permanente tentoonstelling over de mergels van Gelinden. We wandelen het dorp uit en komen aan de Steenbornbeek hier heeft de gemeente een picknick plek aangelegd met een wandelparkje bij de bron van de beek. De bron heet de Steenbron. We wandelen door het velden en langs de akkers van Gelinden en zo komen we in Mechelen-Bovelingen. Hier verschillende oude huizen, vakwerk en de Darishoeve vandaag dienstig als woonerf in de zelfde straat een prachtig vakwerkhuis. Dan weer verder tot aan de rustpost. Daarna wandelen we het natuurreservaat binnen . Overbroek-Egoven. We wandelen Gelinden weer binnen en komen langs de mergelwand van Gelinden. Spijtig dat we er maar vanop de weg kunnen kijken. Enkele keren per jaar kun je tot aan de wand wandelen. Dan wandelen we het natuurgebied Overbroek binnen. Na een eindje door het natuurgebied komen we terug aan ons vertrek. Een mooie en aangename maandag wandeling.
50E MARCHE DES 2 RIVIERES. / MARCHE CLUB PEPINS. / PEPINSTER. 21/07/2019
50E MARCHE DES 2 RIVIERES.
MARCHE CLUB PEPINS.
PEPINSTER.
Pepinster ligt aan de samenvloeiing van de Hoegne in de Vesder. Onze wandeling vertrekt aan de rivier. In de vertrekhal is er een tentoonstelling over de herdenking van 75 jaar bevrijding van Pepinster. We hebben eigenlijk geluk dat de wandeling gelijk valt met de herdenking en op de wandeling komen we nog een paar mooie momenten tegen die deze herdenking mogelijk maken zoals de vele militaire voertuigen en het tentenkamp. We wandelen het dorp uit steken de brug over de rivier over en dan wandelen we de bossen binnen. We wandelen door de prachtige natuur en krijgen na de klim een prachtig panorama over het Land van Herve. Het is genieten van al dat moois wat de natuur hier tentoonstelt. We wandelen verder en komen zo aan onze eerste controlepost. Hier is het Museum “Musée du Fort de Tancrémont” een klein maar fijn museum e als wandelaars mogen we vandaag gratis binnen. We bekijken de verschillende vitrines met uniformen en onderdelen van wapens. Ook is er een heel deel informatie voorhanden, het is zeker de moeite om eens langs te gaan. Het fort ligt een eindje verder en we gaan even langs spijtig dat we niet de tijd hebben om het fort binnen te bezoeken.
Het Fort.
Het centrale deel van het fort is een onregelmatige vierhoek en heeft een oppervlakte van 3,5 hectare groot. Het wordt omgeven door een droge gracht van minstens acht meter breed en zes meter diep. Op drie van de vier hoeken zijn betonnen werken geplaatst om aanvallers die in de droge gracht zijn gekomen met lichte kanonnen en mitrailleurs te beschieten. In het centrale deel staan vijf gebouwen die met ondergrondse gangen zijn verbonden. De gebouwen zijn genummerd van B.I tot en met B.IV en in het midden ligt B.M. Gebouw B.I ligt als enige direct aan de droge gracht en functioneerde in vredestijd ook als ingang. Het gebouw is bewapend met twee mitrailleurs. Gebouw B.II en gebouw B.IV zijn allebei voorzien van een intrekbare koepel met daarin twee kanonnen met een kaliber van 75mm. De kanonnen hebben een bereik van 10 kilometer. Verder zijn er twee observatieposten, beide uitgerust met een mitrailleur. Het gebouw B.III telt drie observatieposten elk met een mitrailleur. Plannen voor een hefkoepel met twee 120mm-kanonnen zijn door geldgebrek niet uitgevoerd. Gebouw B.M huisvest drie 81mm-mortieren, met een bereik van 300 tot maximaal 3600 meter, en een uitkijktoren met mitrailleur. Buiten de droge gracht zijn nog twee gebouwen zichtbaar die als luchtkoker functioneren. In het fort verbleef de bemanning op zo’n 30 meter onder de grond. Alle lokalen en gangen zijn uitgegraven uit leisteenrots. De overgave van dit relatief kleine fort greep plaats op 29 mei 1940, anderhalve dag na het beëindigen van de Achttiendaagse Veldtocht.
We lopen even rond boven het fort. En dan moeten we weer verder. We wandelen nu door het bos en we komen aan een prachtig domein. Het kasteel Les Mazures. Wij mogen over het domein wandelen en komen langs de boerderij die gebouwd is in Bayerische stijl en dan langs het kasteel en de gebouwen, een prachtige tuin en veel bos. Het kasteel ligt wat hoger en we dalen af naar de ingang welke prachtig is, hier is er nu een B&B. we steken de Vesder over en kunnen nog eens terug kijken op dit prachtige kasteel. Wat verder komen langs het legerkamp. Hier word de bevrijding van Pepinster nagespeeld. Mensen die in hun vrije tijd militairen spelen. Dan weer verder met een prachtig zicht op de stad en dan dalen we weer af om zo in de stad te komen. Langs het mooie stadhuis en dan wat verder zijn we terug aan de sporthal waar onze mooie wandeling eindigt. We mogen spreken van een leerrijke en prachtige tocht.
43E MARCHE DES CHARMILLES. / CLUB DE MARCHE DES CHARMILLES. / XHOFFRAIX. 20/07/2019
43E MARCHE DES CHARMILLES.
CLUB DE MARCHE DES CHARMILLES.
XHOFFRAIX.
Voor de huizen werden grote heggen gezet die als bescherming dienen voor de barre weersomstandigheden. Verjaagd door de wind op het plateau, vinden we terug rust aan de oevers van de Warche en de Bayehon. De Hoge Venen zijn ongetwijfeld één van de meest ongerepte stukjes natuur van de Ardennen en de Eifel en zijn één van de bekendste toeristische trekpleisters van de Oostkantons. Het hemelwater dat op het dak van België valt en later weer uit de turfbodem sijpelt, wordt verzameld in kleine beekjes. Naarmate die samenvloeien en aanzwellen als ze de flanken van het hoogplateau afdalen, ontstaan echte bergbeken. In verschillende windrichtingen banen Helle (Hill), Soor, Roer (Rur), Bayehon, en Warche,) en hun zijbeekjes zich soms rustig, soms onstuimig klaterend een weg door de venen en uitgestrekte bossen, naar de omliggende dalen. De woeste valleien met hun glasheldere bergbeken zijn vaak oogverblindend mooi. Zo kun je de wandeling vandaag omschrijven, na ons vertrek komen we onze wandelvrienden uit Luxemburg tegen fijn om Leon nog eens te zien, dan vertrekken we op onze tocht. Prachtige huizen en dan de bossen in met enkele stevige klim maar met prachtige vergezichten. We wandelen verder door het bos van Malmedy. Dan wandelen we de vallei van de Bayehon binnen. Een prachtig stukje natuur met smalle wegjes over met grote stenen bezaaid. Over plankenpaadjes. Prachtige natuur tot we aan de cascade de Bayehon komen. De Waterval van de Bayehon is een 9 meter hoge waterval in de nabijheid van het Belgische dorp Longfaye (7 km ten noorden van Malmedy), gelegen op een hoogte van 510 meter. Het is de hoogst bevaarbare waterval in België voor kajaksporters. Deze natuurlijke waterval ligt op het verloop van de Bayehon. De waterval ligt in een diepingesneden boskloof, en er loopt een wandelpad naartoe vanuit de watermolen Moulin de Bayehon. De bron van de Bayehon is gelegen in het gebied van de Hoge Venen in de omgeving van de berg het Signaal van Botrange. De beek mondt uit in de Warche. Wat verder komen we terug in Xhoffraix waar onze wandeling eindigt.
31E MARCHE DES EPIS. / LES PIVERTS DE COURRIERE. / DURNAL. 17/07/2019
31E MARCHE DES EPIS.
LES PIVERTS DE COURRIERE.
DURNAL.
De naam van Durnal betekent „kleine Dorinne“. Het vindt dus net als Dorinne, zijn oorsprong in het Keltische woord durom, dat een klein fort betekent. Bij de rots klimmers is Durnal bekend omwille van een klimgebied dat aan de rivier le Bocq ligt, is ook voor leerling geologen een unicum tussen al de kalkstenen en dolomietmassieven die België rijk is. Het is een soort harde zandsteen waarmee in de Condroz veel huizen zijn gebouwd. Men vindt in deze oude steengroeve tal van variëteiten terug. Een bezienswaardigheid is het gerenoveerde station Dorinne-Durnal van de spoorlijn 128. We vertrekken met onze tocht en al vlug wandelen we tussen de prachtige natuur en de eerste keer dit jaar dat wij zoveel verschillende vlinders zien op onze tocht. Wat verder lopen we het bos binnen. Dan komen we aan het gerenoveerde station Dorinne-Durnal. Het station Dorinne-Durnal is een spoorwegstation langs spoorlijn 128 dat Dorinne en Durnal, beide deelgemeenten van de gemeente Yvoir, bedient. Het stationsgebouw is van het type 1893 R6 en werd opgetrokken in de lokale steen. Het station heeft een uitwijkspoor en een goederenkoer. Het station is een van de gerestaureerde stations van de toeristische trein op de Bocqlijn (lijn 128) vanuit station Ciney. Momenteel is dit spoor terug in gebruik tot in station Purnode. We hebben aan het station onze controlepost. Spoorlijn 128 De spoorlijn is enkelsporig uitgevoerd en werd nooit geëlektrificeerd. Uit militair oogpunt werd de lijn nooit opgebroken en tot 1985 minimaal onderhouden. Sinds 1992 werkt het TSP aan het herstel van de spoorlijn. Tussen juni en september rijden vanaf 1999 in het weekend museumtreinen van het TSP tussen Ciney en Spontin. Omdat het baanvak tussen Spontin en Yvoir gedurende lange tijd geen onderhoud meer had gekend, was de spoorbaan in slechte staat geraakt. Struiken en bomen worden gesnoeid, dwarsliggers vervangen, nieuwe ballast aangevoerd. Er werd zelfs een waterloop verlegd. Alle werk gebeurt door vrijwilligers van de vereniging Le Chemin de Fer du Bocq (CFB). Sinds 2001 wordt er gereden tot Dorinne-Durnal. De maximumsnelheid bedraagt 40 km/u, net als voor alle Belgische toeristische lijnen. Op 1 juni 2007 werd het traject tussen Dorinne-Durnal en Purnode officieel ingehuldigd. In juni 2015 werd de lijn verlengd tot Evrehailles-Bauche. De stationsgebouwen van Braibant, Sovet, Spontin, Dorinne-Durnal, Purnode en Evrehailles-Bauche zijn bewaard gebleven. Het is een prachtig zicht om te zien hoe mooi het station hersteld is en nu gebruikt word voor de toeristische treinen. Na de rust gaan we even klimmen. Door het bos en over de brug van d e spoorweg. Ook hier weer veel vlinders. Nu wandelen we langs het riviertje De Bocq, is een rechterbijriviertje van de Maas in de Condroz (provincie Namen). Het ontspringt in het plaatsje Scy op 294 m hoogte en mondt uit in de Maas te Yvoir. In de waterrijke kalkstenen van het Onder-Carboon werden te Spontin en Sovet in de valleiwand van de Bocq galerijen geboord tussen 1895 en 1899 voor de drinkwatervoorziening van de Brusselse agglomeratie. Dit gebeurde ook in de vallei van de Crupetbeek te Crupet en Durnal (1903-1904). De gemiddelde opbrengst van de circa 50 bronnen bedraagt respectievelijk 30.000 en 12.000 m³ per dag. Een leiding van 80 km lengte voert het water van Spontin naar Brussel. Onze wandeling volgt De Bocq en we wandelen onder de vele bruggen door die over de rivier staan. Hier komen we vele vlinders tegen. Kleine ijsvogelvlinder; De Kleine ijsvogelvlinder is een soort van bossen met een hoge luchtvochtigheid en een vochtige bodem. Hier verkiest de vlinder vooral brede en zonnige paden met half beschaduwde kamperfoelie voor de ei afzet en braam voor de nectarvoorziening. Een gevarieerd bosrandbeheer waarbij verhinderd wordt dat de wind vrij spel heeft en een vrij dichte, maar gevarieerde mantelen zoomvegetatie. Daarnaast zonnen de vlinders vaak op open plekken in bossen en op bospaden. En dit is hier de perfecte plek voor deze soort vlinders en ze komen hier met honderden voor. Wat een prachtige vlinder. We blijven de rivier een heel eind volgen en we blijven ons verbazen over de pracht van deze streek. We komen wat verder en maken hier een stevige klim uit het dal en komen zo terug in het dorp en wat verder komen we aan ons vertrekpunt. Wat een prachtige wandeling, veel natuur.
23E MARCHE DES TROIS SOURCES. / LES AMIS DU HENRY FONTAINE GRAND - HALLET. / GRAND-HALLET. 14/07/2019
23E MARCHE DES TROIS SOURCES.
LES AMIS DU HENRY FONTAINE GRAND - HALLET.
GRAND-HALLET.
Grand-Hallet is een landbouwdorp in Droog-Haspengouw met nog veel akkerbouw en veeteelt. En dit is duidelijk op de wandeling al vlug na het vertrek komen we aan een prachtige kasteelhoeve. Wit geschilderd met een toegangstoren de koeien grazen voor op de weide. We wandelen verder en komen langs gerestaureerde oude huizen die gebouwd werden in tufsteen die in de plaatselijke groeve gedolven werd. We wandelen langs een onlangs gerestaureerde kapel, vorige keer toen was de kapel nog niet in orde gezet. Nu is het een mooie plek wat verder staat een houten kruis voor 3 bemanningsleden van een vliegtuig dat hier op 28-08-42 neerstortte.
Wellington te Grand-Hallet
Voor de navigator van de Wellington III 'KO-D' (X3675), Sgt Cope was het de eerste maal dat hij met deze bemanning vloog. Hij kende enkel hun voornamen. In de buurt van Luik schreeuwde de staartschutter plotseling "Fighter close underneath". De nachtjagers van Sint-Truiden hingen immers al vroeg in de lucht om de indringers te onderscheppen. Enkele minuten na elven was Hptm Bietmann (II./NJG 1) naar de 'KO-D' geslopen. Er was geen tijd om aan zijn salvo's te ontsnappen, en langsheen de bakboordzijde zette een lange reeks Duitse munitie de romp in brand. Het hydraulische systeem was meteen uitgeschakeld. De staartschutter verloor bij dit treffen het leven. Cope sprong vanop 3000 meter hoogte. Hij landde in de buurt van Petit-Hallet, in een veld rapen. De navigator bedekte zijn parachute met het loof. Het vliegtuig cirkelde een keer boven Thisnes vooraleer in de buurt van de Sainte Therèsekapel te Grand-Hallet als een granaat uit elkaar te spatten. Een tweede overlevende, Sgt John Mackenzie wordt de volgende dag omstreeks het middaguur gevangen genomen door de Geheime Feldpolizei. Zij brengen hem naar Landen, waar hij helemaal doorzocht wordt. Later wordt hij teruggebracht naar de plaats waar zijn Vickers Wellington zijn einde vond. De vliegenier was erg aangegrepen door wat hij zag. Hij salueert de schamele resten van zijn vier gesneuvelde vrienden, en begint te schreien. Hij identificeert er de lichamen van zijn piloot, W/O John Smith (23 j.), alsook beide boordschutters, Sgt Leslie Carr en Sgt William Sharpe (zij rusten nu te Heverlee).
We wandelen verder en komen langs de molen en wat verder komen we langs het kasteel en kasteelhoeve van Grand Hallet. Wat een prachtig gebouw en een indrukwekkende hoeve. Er is wel wat onderhoud nodig aan de hoeve maar alles ziet er nog goed uit. We wandelen verder door de velden en weilanden langs oude huizen en boerderijen tot we in Lincent komen. Kerk Saint-Pierre Lincent is een kerk ruïne van de kerk de omgeving is prachtig aangelegd en de kerk word gebruikt voor activiteiten. Is een beschermt monument. Wij wandelen verder en komen door de velden in Petit Hallet. Wat verder en we zijn terug in het dorp van ons vertrek boven op de heuvel van de kerk staan de monumenten voor de gesneuvelden en dan eindigt onze wandeling.
MARCHE DES VACANCES / LES KANGOUROUS DE FALISOLLE. / AUVELAIS. 10/07/2019.
MARCHE DES VACANCES.
LES KANGOUROUS DE FALISOLLE.
AUVELAIS.
De gemeente Auvelais ontstond in 1809 door de fusie van Auvelais-le-Comté en Auvelais-le-Voisin. Na de gemeentelijke fusies van 1977 werd Auvelais de hoofdplaats van de nieuw gevormde fusiegemeente Sambreville. We vertrekken met onze wandeling aan de Samber. En wandelen door het dorp om zo in Sambreville komen. We wandelen een eind langs een grote weg met rondpunten met mooie beelden op. Dan komen we aan de controlepost. De prijzen zijn hier heel voordelig een voorbeeld voor vele clubs. Het eerste deel is eigenlijk niet meer dan weg en nog eens weg. Maar nu word het veel beter. We wandelen het bos in. Prachtig stukken natuur met zichten op de omgeving, holle wegen en vlinders zo mooi. Ook nog een zicht op een terril van de kolenmijn. Dan komen we terug in Auvelais. Langs een paar mooie gebouwen en een klein kasteeltje en dan zijn we terug op ons vertrek. Een wandeling die wel verraste het eerste deel minder maar na de controle word het veel beter. Een fijne ervaring rijker.
49E INTERNATIONALE VOLKSWANDETAGE. / EIFELER WANDERVEREIN HUNNINGEN-BULLINGEN. / HUNNINGEN.07/07/2019.
49E INTERNATIONALE VOLKSWANDETAGE.
EIFELER WANDERVEREIN HUNNINGEN-BULLINGEN.
HUNNINGEN.
Hunningen is een deelgemeente van Bullingen, is de hoogst gelegen Belgische gemeente. Een landelijke en agrarisch ingestelde regio met religieuze verbondenheid, wat zich uit in de vele wegkruizen, kerken en kapellen met hun bouwkundige zeldzaamheid. We gaan ons inschrijven voor de wandeling en een band speelt in de zaal wel mooi om zo onthaalt te worden, we vertrekken met onze wandeling en we komen op de Culturele routes Hünningen. Met waargebeurde verhalen vertellen de culturele routes over het leven van de mensen en de landbouw. 29 Geïllustreerde borden staan langs een parcours van in totaal 11 km. Hoe leefden de ambachtslui 100 jaar geleden? Waarom waren er zoveel steengroeven? Wanneer en hoe ontstonden er wegen? Wie deze thema’s boeiend vindt, zal verbaasd staan over de geschiedenis van dit landelijk gebied. Dan wandelen we de natuur in. De Hoge Venen. Beschermd sinds 1957, vormen 5.000 hectare open veengebieden in de Hoge Venen niet alleen het oudste natuurreservaat van Wallonië, ze zijn met stip ook het meest bekende natuurgebied ten zuiden van de taalgrens. Terwijl toponiemen als Signal de Botrange en Baraque Michel als verplichte kennis gebeiteld zitten in de eindtermen van het onderwijs, omvatten de 67.000 hectare bossen en venen van het nog veel grotere Natuurpark Hoge Venen-Eifel ook tal van minder bekende plaatsen en natuurgebieden. Qua schoonheid en ecologische waarde moeten die vaak niet onderdoen voor de alom bekende toeristische topbestemmingen. We wandelen langs de Warche, de naam is afkomstig van het dorpje Warche, de plaats waar de rivier in de Amblève uitmondt. Dan komen we in Buchholz hier lopen wilde koeien heel mooi. Wat verder komen we aan de plek waar het station van Losheimergraben was. Ligt op de RAVeL Lijn 45A. Je hebt een prachtig uitzicht op de omliggende bossen. Kort na het dor kom je in de typische landschappen van het Natuurpark van de Hoge Venen. Het bestaat uit veenmoerassen, heide en bossen. De flora en fauna is er uitzonderlijk. Vlakbij het voormalige station van Bücholz, zie je enkele overblijfselen van het rijke spoorwegverleden. Losheimergraben was Duits tot 1920, toen het aan België werd toegewezen. In 1958 kwam de rotonde weer aan Duitsland, zodat het doorgaand verkeer over de Bundesstraẞe 265 in Duitsland bleef. De grenspost naar België is ondertussen opgeheven en slechts enkele vlaggen herinneren aan de -nu open- grens. Losheimergraben is bekend door een toevallig treffen -op 16 december 1944- tussen een Amerikaanse verkennerseenheid en een Duitse parachutisteneenheid. De verkennerseenheid, hoewel niet als gevechtseenheid toegerust, slaagde erin om de parachutisteneenheid zware verliezen toe te brengen wat van groot belang was bij het verdere verloop van het Ardennenoffensief. Een prachtig stuk om op te wandelen met prachtige zichten. We wandelen verder en genieten van de natuur, vlinders kunnen we bekijken en ook de vele verschillende planten die nu in bloei staan. Zo komen we terug aan ons vertrek een prachtige wandeling in de Hoge Vennen.
14E MARCHE DU CHATEAU VERT. / MARCHEURS DU CHATEAU VERT DE HUY. / HUY. 06/07/2019
14E MARCHE DU CHATEAU VERT.
MARCHEURS DU CHATEAU VERT DE HUY.
HUY.
Huy wordt met recht en reden “ de dochter van de Maas” genoemd. Zijn geschiedenis is immers onlosmakelijk verbonden met de stroom die het bespoeld. Als we doorheen de straatjes van de oude stad lopen, beseffen we algauw dat Huy een meer dan duizendjarige geschiedenis heeft. We vertrekken in het centrum van de stad tegenover het kliniek. Dan wandelen we al klimmend naar boven over de spoorweg. Langs oude wegjes die nu wandelwegen geworden zijn met hoge muren weerzijde. Zo komen we boven in het bos. We blijven klimmen en wandelen door holle wegjes. We blijven klimmen met prachtige vergzichten op de omgeving en kunnen zo diep in het dal kijken. Zo komen we aan “le puits Saint Leonard” Op de hoogten van Ahin, in het dorp Saint-Leonard, waterpunt in de vorm van suikerbrood uit de 18e eeuw. Nog wat verder komen we op het plateau, geheel anders dan het vorige nu vlakke weilanden en stukjes bos met in de weide de koeien die hun rustig staan te grazen. Weer een stuk verder tot we aan de rustpost komen. Dan weer op weg komen we in het bos hier staat een toren wat verder dan komen we aan een prachtig domein. Chateau D’Ahin. De oorsprong van het château d’ Ahin ligt vermoedelijk in de 13de eeuw en was opeenvolgend in het bezit van de families: Dominion (1350), de Faulx (1404), Aubrion (1468), en vanaf 1618 tot het einde van de 18de eeuw d’ Arberg de Valagin en de familie Huytens (1811). Het château d’ Ahin, gelegen tussen de Maasvallei en de hoogvlakte van de Condroz midden in een immens park van 20 ha en aangelegd in Engelse landschappelijke stijl, werd oorspronkelijk opgebouwd uit kalk- en baksteen in Romaanse stijl. In 1852 komt het in handen van de prins de Looz-Corswaren die het ingrijpend renoveert in Vlaamse-Renaissanse stijl. In 1887 ging het over naar de familie Dansaert en in 1896 de familie de Lhonneux. Sinds 1931 is het eigendom van baron Pierre van Zuylen. Door erving kwam het familie patrimonium in handen van de heer en mevrouw Thierry en Antoinette Van Zuylen die de bijgebouwen omvormden tot hotel. Het is een prachtig domein wij mogen met de wandeling over het domein lopen en kunnen zo prachtige foto’s maken van het kasteel wij verlaten het domein door de hoofdingang. Zo komen we in Ahin. Het dorp ligt in de Maasvallei op de rechteroever, aan de overzijde van het stadscentrum van Hoe. Dan komen we aan de Maas. We wandelen langs de rivier. Voor ons zien we het fort van Huy uit het begin van de 19e eeuw op een heuvel langs de Maas. Het fort werd ten tijde van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden gebouwd en wordt daarom ook wel het Hollandse Fort genoemd. Vanaf 1946 wordt het fort geëxploiteerd als bezienswaardigheid. Sinds 1992 is in het fort het Museum van het Verzet en van de Concentratiekampen gevestigd. Bezoekers krijgen hier een indruk van het leven in het fort en in concentratiekampen tijdens de Tweede Wereldoorlog. We wandelen een heel eind langs de Maas wat een prachtige rivier die hier Huy in vloeit. We komen dan tegenover het Huis Batta. was destijds het refugiehuis (1585-1794) van de cisterciënzers van de Abdij van Val-Saint-Lambert. Sinds de 19e eeuw is het Batta Huis in privé-handen. In 1940 blies een bom een deel van de oudste vleugel weg, aan de straatkant. Dit werd onmiddellijk na de oorlog hersteld. In 1954 werd het Batta Huis beschermd erfgoed van Wallonië. Nog een eindje langs het fort en dan gaan we langs de tunnel van de spoorweg en zo zijn we terug aan ons vertrek een mooie wandeling in het “Land van Hoei”.
MARCHE DE LA FRAISE. / LES SPITANTS DE NAMUR. / WEPION. 03/07/2019
MARCHE DE LA FRAISE.
LES SPITANTS DE NAMUR.
WEPION.
Vandaag de aardbeienwandeling in Wepion, wij hebben Seppe mee. Het vertrek is op het plein voor de kerk. We wandelen door de straten van Wepion en dan klimmen we even. Hoger op de oevers is de grond zeer geschikt voor de teelt van aardbeien, de beroemde fraises de Wépion. We komen op de controlepost waar we enkele wandelvrienden tegenkomen. Na de controle dalen we af naar de Maas. Het is aangenaam om aan de oever van de Maas te wandelen en naar de hoge rotsen te kijken en de eenden en andere watervogels te zien. In de verte zien we het kasteel van Dave. Het Kasteel van Dave is gelegen in Dave, het bestaat uit een aantal van de oudste gebouwen aan de zijde van de spoorlijn Namen-Dinant, en het 18de-eeuwse kasteel direct aan de Maas. Het is omringd door een park van 7 ha in Engelse stijl, met een aantal zeldzame boomsoorten. De grote bossen aan de westelijke kant van de spoorweg behoren tot het domein en worden om hun hout geëxploiteerd. Pal tegenover het Île de Dave ligt nog een kleiner kasteel. Het oudste gedeelte ervan, gelegen aan de achterzijde, dateert uit het begin van de 18e eeuw; het nieuwere gedeelte, in Engelse stijl, werd gebouwd in 1865 door de architect Alphonse Balat die ook de koninklijke serres in Laken ontwierp. Het kasteel, het beschermde park en de eveneens geklasseerde weiden rondom behoren toe aan de bankiersfamilie de Wasseige. Het kasteel wordt dan ook het Château de Wasseige genoemd. We wandelen nu naar het Musée de la fraise (aardbeienmuseum). Dank zij de wandelclub kunnen we vandaag het museum gratis bezoeken. In verschillende kamers word het verhaal van de aardbei verteld en het hoe de eerste struiken hier kwamen word op grote platen verteld. We wandelen even rond in het museum, het is klein maar heel mooi en leerrijk. Nog even verder wandelen langs een paar mooie oude gebouwen en nog een laatste klim en we zijn terug op ons vertrek. Het was een korte maar mooie wandeling samen met Seppe.
36E MARCHE DES MEUNIERS. / LES MEUNIERS. / ZETRUD – LUMAY. 30/06/2019
36E MARCHE DES MEUNIERS.
LES MEUNIERS. ZETRUD –
LUMAY.
Zétrud-Lumay, een oud dorpje met een paar interessante gebouwen waaronder de Sint-Barthelemykerk die in Gobertange-steen is gebouwd. Zittert-Lummen is de Vlaamse naam van dit Waals-Brabantse dorp dat kort tegen de provinciegrens met Vlaams-Brabant ligt. Het is in feite een samenvoeging van 2 gehuchten, Zittert en Lummen. We vertrekken in de Lumay-molen was een meelmolen aangedreven door een hydraulisch wiel met 10 paardenkrachten en een basis op 54 meter. Deze "fabriek" (Tarlier en Wauters) heeft altijd tot de heren van het dorp behoord. We wandeeln een eindje langs de beek en dan komen we in het dorp met prachtige huizen in Gobertange-steen. Dan wandelen we de velden in het is een landbouwstreek. We wandelen door d evelden en komen in Pietrain. We wandelen voorbij de Église Saint-Gabriel. Ook enkele huizen in Gobertange steen. Is wel de streek eigen steen en werd vroeger veel gebruikt om huizen te bouwen. We wandelen door het dorp en komen zo in Saint Jean Geest. We komen langs de Saint-Georges kerk er staat een afweergeschut aan de voorkant van de kerk. In het dorp grote boerderijen en huizen dan gaan we verder langs de grote kasteekhoeve. Dan wandelen door de velden naar Sainte Maria Geest. Nu wandelen we de oude spoorweg op en gaan terug naar Zetrud Lamay. Een mooie en aangename wandeling alleen spijtig dat men op de 13 kilometer geen controlepost hebben. Met dit hete weer is dit niet verantwoord.
28E MARCHE DES DJOYEUS. / LES DJOYEUS D’A TULTAY. / HODY. 29/06/2019.
28E MARCHE DES DJOYEUS.
LES DJOYEUS D’A TULTAY.
HODY.
Onze wandeling vandaag vertrekt in de zaal bij de Église Saint-Pierre, gelegen op een heuvel. We wandelen al vlug de velden in. Het is hier redelijk heuvelend en het is prachtig om te wandelen. De velden staan nog groen van de tarwe en een blauwe bloemen. Wat mooi. We wandelen verder door de velden en bossen. We blijven klimmen en komen langs gemaaide graslanden en de opgerolde hooiballen liggen in de weilanden, is telkens weer een mooi zicht. We komen zo in Limont waar we al klimmend de “Col de Limont” beklimmen, hij is op 240 meter hoogte. In dit dorp mooie huizen. Komen langs een bijzondere waterpomp nog nooit zulk één gezien, de huizen uit streeksteen zijn ook bijzondere zeker de oudere gebouwen getuigen van de pracht van het dorp. Weer verder met onze tocht, in het veld ligt er een kleine kapel, wel in slechte toestand maar toch wel bijzonder, iets verder een oude boerderij met bakoven. We wandelen weer een eind verder door de velden en weilanden tot we in Tavier komen. Tavier is een typisch dorpje uit de Condoz. Aan d ekerk een grote kasteelhoeve en hier aan de kerk is onze rustpost. Gezellig aan de oever van de beek en met een prachtig zicht op kerk en hoeve. Na de rust verder met onze tocht weer prachtig en klimmen door het landschap. Tussen de bomen wat verder komt de toren van een kasteel tevoorschijn. Na een klim komen we aan de plek die “Lieu dit Les 4 Chemins” waar 4 wegen samenkomen op een hoogte van 275meter. En dan een eind door een hole weg en zo komen we terug in Hody. Ook hier staan twee met bakstenen gemetste waterpompen, wat ook bijzonder is. De streek waar we wandelen is gekend voor zijn stenen die gebruikt worden in de woning bouw. Een fijne en aangename wandeling in Hody - Anthisnes.
WATERBRONNENTOCHT. / WC AVIAT ST TRUIDEN. / VELM. 24/06/2019
WATERBRONNENTOCHT.
WC AVIAT ST TRUIDEN.
VELM.
Bij het ontstaan van de gemeenten in 1795 werd Velm een zelfstandige gemeente. Het was oorspronkelijk een landbouwdorp maar ontwikkelde zich in de 20e eeuw tot een woondorp. In 1977 werd de gemeente Velm opgeheven en werd het een deelgemeente van Sint-Truiden. We vertrekken met onze wandeling aan de classicistische Sint-Martinuskerk uit 1783. En dan vanuit de zaal gaan we onze tocht aanvangen. Langs de beek komen we aan een prachtige boerderij met een ingangspoort en een prachtig huis. Weer een stukje verder. We wandelen nu de velden in na een tijdje zien we het kasteel van Velm, is een voormalig klooster der jozefieten. Oorspronkelijk was dit een kasteel, Kasteel "Het Schoor" of Kasteel van Velm genaamd. Het kasteel was eigenaar van diverse particulieren. Tot 1902 woonde er ene Gillis Cajot, welke toen echter overleed. Hij had het vruchtgebruik van het bezit van zijn, eerder overleden, vrouw Fulvie Rigo. Eigenaar van het kasteel was -na Fulvie's dood- echter Fulvie's broer, Alexis Rigo. Deze woonde er niet zelf, maar maakte het kasteel weer over aan zijn minnares, Jeanne Gijzelinck, die weduwe was van Isidoor Parijs en zich madame Parijs liet noemen. In 1930 werd het door haar erfgenamen verkocht aan Clement Peten jr., die het in 1931 doorverkocht aan de Jozefieten. In 1962 werd het door de paters verkocht aan een particulier, die het ging verhuren aan het Centrum voor Talenleer, een private talenschool. Het U-vormige gebouw stamt uit de tweede helft van de 18e eeuw, terwijl er in het eerste kwart van de 20e eeuw delen werden bijgebouwd. Het oorspronkelijke gebouw is in classicistische stijl en wordt gedekt door een mansardedak. Het 20e-eeuwse deel betreft de noordvleugel, die echter eveneens in classicistische stijl werd gebouwd. Het bijhorend park heeft verschillende prachtige oude bomen. De bijhorende hoeve is ook indrukwekkend. Kasteelhoeve Het Schoor . Gesloten hoeve uit de tweede helft van de 18de eeuw (oorspronkelijk woongedeelte en inrijpoort) en de eerste helft van de 19de eeuw (na vernieling door brand). Vormt samen met het voormalig klooster der jozefieten een belangrijk element in het landschap. De doorgang tussen beide complexen is van de straat afgesloten door een gesmeed ijzeren hek tussen hardstenen pijlers. Ten oosten, rondbooginrijpoort van kalksteen met verankerde sluitsteen; ingeschreven in een bakstenen muur, bekroond met een driehoekig fronton met geprofileerde, hardstenen lijsten. Ten noorden, naast de inrijpoort, oorspronkelijk woongedeelte van één travee en twee bouwlagen onder afgewolfd zadeldak (nok loodrecht op straat, mechanische pannen). Witgekalkte gevels, voorzien van kalkstenen hoekbanden en oorspronkelijk beluikte steekboogvensters in een vlakke kalkstenen omlijsting met sluitsteen. Het geheel is een indrukwekkend geheel. Wij mogen een toer rond het kasteel en park maken en dan verlaten we dit toch wel mooi domein en we stappen langs het station van Velm. Er zijn nog verscheidene gesloten hoeven uit de 18e en 19e eeuw gelegen die we passeren en dan komen we terug in het centrum van Velm waar onze tocht eindigt.
INTERNATIONALE WANDERUNG “RUND UM HAUSET”. / MICKY-MÄUSE HAUSET. / HAUSET. 22/06/2019
INTERNATIONALE WANDERUNG “RUND UM HAUSET”
MICKY-MÄUSE HAUSET.
HAUSET.
Hauset is een dorpje aan de Geul, deel van de gemeente Raeren. Het wordt doorsneden door de Geul, doorheen het Akenerbos zijn tevens de Rochuskapel en de Hammerbrug trekpleisters van Hauset. Ligt in het dal van de Geul op een hoogte van ongeveer 250 meter. De plaats wordt omringd door bossen, in het noorden vindt men uitlopers van het Aachener Wald. De Rotsiefbach stroomt vanuit een hoogte in dit bos zuidwaarts naar de Geul. Wij vertrekken met onze tocht in het centrum van Hauset aan de Sint-Rochuskerk, gebouwd in 1858 in neogotische stijl. We verlaten het dorp en wandelen de natuur in, langs de Geul wel mooi hier langs kleinen smalle voetpaden en zo komen op een plek die “Piepeljatz” noemt “Vlindersteeg”. Piepeljatz is in Platdiets een regionale dialect. We wandelen verder door de prachtig omgeving veel afwisseling weilanden stukken bos veldwegen zo mooi en de prachtig vergezichten. Dan komen we aan een grote ruïne, voorbijgangers weten ons te vertellen dat dit een grote kalkoven was. Wel een indrukwekkende ruïne ze is wel afgesloten maar kunnen toch een paar foto’s maken. Even verder komen we aan de Hammerbrug.
Deze heeft een hele geschiedenis. De eerste Hammerbrug werd aangelegd van 1841-1843. Het was een bakstenen brug, ontworpen door Georg Moller. Ze had een lengte van ruim 206 meter en was meer dan 37 meter hoog. Het viaduct had twee verdiepingen: de bovenste had 17 bogen en deze rustten op 13 andere bogen. 8 miljoen bakstenen werden ervoor gebruikt. Aangezien de Duitsers tijdens de Eerste Wereldoorlog hun troepen over dit viaduct hadden vervoerd, wilde het Belgische leger dit nu niet afwachten, en in 1940 werd het viaduct opgeblazen. Tijdens deze operatie stierven een aantal geniesoldaten. De Duitsers trachtten de brug te herstellen, waarbij ze ook Russische krijgsgevangenen inzetten. Er werden betonpijlers opgericht waarop metalen bruggen werden gemonteerd. Hierbij werden ook delen van de oude brug gebruikt. Uiteindelijk kwamen er twee metalen bruggen naast elkaar, in september 1944 was de dubbele brug gereed, maar korte tijd later bliezen de Duitsers hem alweer op, om de Amerikanen tegen te houden. De laatsten wisten de brug in 1945 weer provisorisch in gereedheid te brengen, en in 1948 was deze weer volledig gebruiksklaar. Het huidige viaduct werd geconstrueerd in 1999, ter vervanging van het oude gelijknamige viaduct, dat was gebouwd in baksteen en staal. Bij de ombouw van de bestaande spoorlijn 37 voor hogesnelheidstreinen, werd vastgesteld dat het oude viaduct, zwaar beschadigd tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog, de belastingen van een hogesnelheidstrein niet aan zou kunnen.
Onder de brug nog een bunker. We wandelen weer verder en komen zo aan de eerste controlepost. Na de nodige rust gaan we weer verder om de lus te maken weer veel door weilanden en langs bomen. Zo mooi in de verte een kasteel. We wandelen verder en komen in Astenet een plaats in de deelgemeente Walhorn. We wandelen het dorp binnen en komen aan een prachtig Chateau THOR.
Er zijn drie gedeelten, gegroepeerd om een binnenplaats. Het noordwestelijke gedeelte is het woongedeelte van omstreeks 1700. Hier tegenaan werd in 1738 een korte vleugel gebouwd. Op de hoek tussen beide staat een vierkante toren die in de 19e eeuw werd gewijzigd. In het noordoosten is een poortgebouw van 1733, met het wapenschild van de familie Heyendal. Dit gebouw heeft een schilddak. Oorspronkelijk was op de plaats van Kasteel Thor de brouwerij gevestigd van het domein van de familie d'Astenet. Het leen was afhankelijk van het Onze-Lieve-Vrouwekapittel te Aken. Herman d'Astenet (begin 15e eeuw) was de laatste telg van dit geslacht. In 1416 kwam het aan de familie Van der Heyden. In 1543 kwam het aan Claire van der Heyden, gehuwd met Jean Molener alias Hens d'Astenet. In 1615 kwam het door huwelijk aan de familie Reul. Door verkoop kwam het aan Jean Heyendal, en deze liet in 1700 op de plaats van de brouwerij een kasteel bouwen. In 1738 werd de tuinvleugel gebouwd. In 1732 werd toestemming gegeven om Missen op te dragen in de slotkapel. In 1806 stierf de laatste Heyendal en haar echtgenoot, Waltère Jean François Birven, nam het bezit over. In 1840 kwam het door huwelijk aan de familie 'Lamberz, en dat bleef zo. De eigenaren hebben een horecafunctie in het kasteel gevestigd.
Wat verder komen we langs de KATHARINNENSTIFT is een bejaardentehuis.
Het complex werd gesticht in 1888 met behulp van schenkingen door de Akense ondernemer Gerhard Rehm en zijn vrouw Katharina Rehm, naar wie de stichting is vernoemd. Katharina werd ten gevolge van ernstige ziekte in een ziekenhuis te Neuss door de Augustinessen verpleegd. In 1887 stierf zij, nadat ze een deel van haar vermogen aan de zusters had gelegeerd. Haar man heeft met dit geld een stichting in het leven geroepen, welke voorzag in de bouw van genoemd tehuis, wat beheerd zou gaan worden door genoemde Augustinessen. Er was aanvankelijk een centrum voor wijkverpleging, een huishoudschool voor meisjes, een katholiek weeshuis en een opvang voor hulpbehoevende bejaarde dames gevestigd. Spoedig kwam er toestemming om Missen op te dragen in een speciaal daartoe ingerichte zaal in het complex, die de status had van oratorium. Buitenstaanders mochten daar echter de Mis niet bijwonen. In 1897 werd een vaste geestelijke aan het stift verbonden die de functie van rector bekleedde. De kapel werd gebouwd van 1899-1900. De inrichting van de kapel kwam in de daaropvolgende jaren tot stand: Neogotisch meubilair en drie glas-in-loodramen in het koor behoorden daartoe. Ondertussen werd van 1906-1907 gewerkt aan de verbouw van het kloostercomplex onder het motto: Ohn' Gottes Gunst All' Bau' umsunst (zonder Gods gunst is al het bouwen tevergeefs). In 1907 werden nog twee zijaltaren toegevoegd. De kapel werd gewijd aan Johannes de Doper. De plechtige inzegening -door de bisschop van Keulen- van de nu volledig ingerichte kapel vond plaats in 1910.
Alles gelegen in een prachtig park. We wandelen weer verder en komen zo weer terug in het dorp van ons vertrek Hauset. Wat een prachtige wandeling rond Hauset met vele mooie plekken met veel geschiedenis. Bedankt wandelclub Micky Maüse voor deze mooie tocht.