Winterslag geniet bekendheid enerzijds als oudste mijn omdat hier in 1917 de eerste Kempische steenkool geproduceerd werd, en anderzijds omwille van het vroege globale tuinwijkontwerp van architect Andrien Blomme.
De belangrijkste gebouwen vinden we in de lange gevels van de hoofdburelen met bad- en lampenzaal, langs de Evence Coppéelaan. Ze zijn opgetrokken in een sobere architectuur, in baksteen en arduin op een traditionele breuk- steensokkel. De mijn haalde haar steenkool op 600,660,735 en 850 meter. Een maximum jaarproductie van 1.635.514 ton werd nog in 1967 gehaald (in 1986 nog 988.620ton). In 1953 werkte 6250 mijnwerkers en in 1986 nog 2.491 mijnwerkers. Op 31 maart 1988 werd de kolenproductie stilgelegd en werden de laatste kolenwagentjes bovengehaald.
Vandaag zijn een groot aantal gebouwen bewaard en hebben een andere functie bekomen. De twee schachtbokken zijn hersteld en bewaard voor het nageslacht. Ook de machinekamers met ophaalmachines zijn bewaard gebleven. Hier vertrekt de wandeling in de barenzaal.
We wandelen naar de terril waar we prachtige zichten hebben over het Kempenland, de kolenkerken en de terrils van de andere mijnen. Het is een stevige klim, maar de zichten zijn buitengewoon mooi. Wij blijven in de omgeving van de mijnzetel wandelen.
We wandelen ook door de tuinwijken die vanaf 1912 werden gebouwd. Vandaag zijn ze nog steeds bewoond en geven ons een inzicht van hoe de mijndirectie de mijnwerkers aan de mijn verbond door ze te voorzien van een woning, scholen en kerk.
De bouw van de eerste cité werd ongeveer in 1924 afgesloten met de inhuldiging van de kerk en de beide schoolcomplexen eromheen. Een tweede tuinwijk werd gebouwd in de jaren 1930-1940. een derde tuinwijk werd gebouwd na de Tweede Wereldoorlog, maar deze was gebouwd in veel goedkopere materialen en op twee jaar tijd was ze af. (1950-1952).
In 1957 telde deze tuinwijk niet minder dan 10.000 inwoners op een totaal van 44.000 voor de ganse gemeente Genk. Er werd een spoorlijn aangelegd om de mijnwerkers aan te voeren en de kolen te vervoeren. Met een mijnstation in Winterslag.
Nu staan er op de pleinen en parken verschillende monumenten uit het mijnwezen. Het is steeds weer een mooie en aangename wandeling in de mijnstreek en een prachtig initiatief om het mijnverleden van Limburg te bewaren.
In vlucht bieden de kraanvogels het karakteristieke beeld van lijn- of V-vormige groepen van grote steltlopers die vliegen met een uitgestrekte, lange hals en poten. De spanwijdte kan tot 2,20 meter bedragen. De bekende V-vorm is een energiezuinige vorm van vliegen, waarbij de vogels als het ware in elkaars 'kielzog' vliegen. De gemiddelde kruissnelheid kan tot ongeveer 70 km per uur oplopen, uiteraard afhankelijk van de weersgesteldheid. De trek vindt zowel overdag als 's nachts plaats, meestal op een hoogte tussen 200 en 1.000 meter; zelfs op 4.000 meter zijn trekkende kraanvogels wel eens waargenomen. Tijdens de trek maken kraanvogels in tegenstelling tot bijvoorbeeld ooievaars geen gebruik van de thermiek. Ze vliegen op eigen kracht aan één stuk door waarbij ze af en toe 'zeilen'.
/p> Eén van de meest spectaculaire West-Europese vogels is de kraanvogel. In de Lage Landen is deze broedvogel honderden jaren geleden al uitgeroeid. In de herfst verzamelen grote groepen kraanvogels zich in het noorden van Oost-Duitsland, met name op het eiland Rügen. Rügen is van groot belang voor de kraanvogels. Tijdens de herfsttrek verzamelen hier gemiddeld meer dan 25.000 individuen op twee slaaplocaties op West-Rügen en op het nabijgelegen eilandje Bock. Na de eerste zware vorstinval trekt een deel weg naar het zuidwesten. De slechts enkele honderden kilometer brede trekbaan van deze vogels schampt langs de oostkant van Nederland en België. De overwinteringgebieden liggen in Spanje (ca. 80.000 individuen), maar ca. 25.000 kraanvogels houden traditioneel halt in Frankrijk, nl. aan het voor vogelaars overbekende 'Lac du Der' in de Champagnestreek.
Sinds gisteravond wordt vooral het oosten van België verrast door trekkende kraanvogels (Grus grus). De waarnemingen uit België kwamen binnen nadat maandagmiddag zes groepen van respectievelijk 350, 500, 200, 75, 200 en 350 migrerende kraanvogels werden geregistreerd op een trekvogeltelpost in Koningsbosch, ten noordoosten van Sittard (Nederland). Bij valavond werden ca. 200 kraanvogels gezien boven Geistingen, een deelgemeente van Kinrooi (Limburg), en deze morgen signaleerden vogelkijkers drie groepen van 50, 39 en 110 vogels boven het natuurreservaat 'De Maten' in Genk. Rond de middag werd nog een groepje van 19 kraanvogels gesignaleerd in Neerpelt, een groep van 50 boven Hasselt en een groep van 138 boven het 'Schulensbroek' in Halen, allemaal trekkend in zuidwestelijke richting. Ook boven Tienen werden deze voormiddag drie groepen van 180, 39 en 26 kraanvogels gezien, terwijl de 'Mechelse Heide' tussen 11:00 en 14:00 uur ca. 1.100 kraanvogels over 18 verschillende groepen (de grootste telde 370 vogels) over de vloer kreeg. Het ver dragende geluid van overvliegende Kraanvogels doet iedere rechtgeaarde vogelaar naar buiten hollen.
Ieder voor- en najaar verschijnen er kraanvogels boven het oosten van ons land (vooral Limburg en de Ardennen).
KASTELEN EN NATUUR / LANDSCHAPSWANDELING / RULLINGEN 30/11/2006
KASTELEN EN NATUUR.
LANDSCHAPSWANDELING.
RULLINGEN.
Ergens halverwege tussen Kuttekoven en Berlingen, in het overgangsgebied tussen Droog en Vochtig Haspengouw, ligt het kasteeldomein van Rullingen. Het landschap is er wat heuvelachtig een gevarieerd landschap met een net aan holle wegen, op de hellingen boomgaarden en in de natte valleien weilanden en populieren aanplantingen. Dit gevarieerd landschap maken van deze omgeving een prachtig wandelgebied.
PARK KASTEEL RULLINGEN
Het merendeel van de gronden worden ingenomen door de fruitteelt. In het midden van de vorige eeuw werden de weilanden op de hellingen omgezet tot meer rendabelere hoogstamboomgaarden. In die tijd ontwikkelde vaak elke gemeente of dorp zijn eigen fruitvariëteit. Enkele voorbeelden zijn, de Polse Kers uit Borgloon, de Wimmertingse kers, of de Kernielse Zwarte. De laatste 50 jaar werd een opvallend groot areaal hoogstamboomgaarden omgezet naar laagstamplantages.
KASTEEL RULLINGEN
Door de vruchtbare gronden kwam er de voorbije eeuwen een enorme rijkdom naar de streek wat te zien is aan de vele kastelen in de omgeving. Op de wandeling rond Rullingen komen we niet minder dan 3 kastelen tegen, Kasteel van Rullingen, Kasteel De Klee en Kasteel De Hulsberg.
KASTEEL DE HULSBERG
Onze streek bezit hierdoor een schat aan tuinen en parken in Engelse en Franse en zelfs in Italiaanse stijl, niet minder dan 70 kastelen vind je in Haspengouw. Waarvan zeker 12 in de fusie Borgloon.
KERK KUTTEKOVEN
Een andere bijzonder gedeelte van de wandeling is de oude spoorwegbedding Sint-Truiden-Tongeren.
STATION BORGLOON-FRUITLIJN.
Deze verbinding werd aangelegd in 1879 en gaf toegang tot Zuid-Limburg en het Luikse industriegebied. Tot 1957 deed ze dienst als belangrijkste route voor de fruitexport. In 1970 werden de sporen over heel de lijn afgebroken. Nu deze bedding vormt bovendien een boeiend natuurspoor in het landschap. Wat opvalt is het charme offensief van de landbouwers en fruittelers, zij bieden ons het prachtige landschap aan op grote borden, alléén spijtig dat hun daden niet in overéénstemming zijn met hun woorden.
Als wandeling kan het wel tellen, zoals al de wandelingen van het Regionaal Landschap Haspengouw.
SINT GERARDUSTOCHT / DE SCHOVERIK / DIEPENBEEK 26/11/2006
SINT GERARDUSTOCHT
DE SCHOVERIK.
DIEPENBEEK.
Sint Gerardusinstituut is een instelling voor gehandicapte kinderen waar opvang verzorgd word. Jaarlijks organiseert De Schoverik er een wandeling waarvan de opbrengst naar het instituut gaat. We vertrekken dan ook uit de lokalen van het instituut.
Een wandeling door de natuur, langs velden en de Demer. Langs de vijvers, deze vijvers ontstonden door ontginning van ijzererts. Vanaf 1869 maakt men melding van ontginning in Diepenbeek. Het erts werd voor een groot deel uitgevoerd naar de smeltovens van Luik en het Rijnland. Gewassen en geladen kostte het erts in 1870 voor 1000 kilogram 6,3bfr.
Vandaag is het een unieke natuurgebied met een verscheidenheid aan watervogels. Nu staan de er honderden bruine, fluwelen sigaren op lange stengels langs de oevers. Dat zijn de zaden van de lisdodde. Deze sigaren gebruikte men om het glas de ouderwetse olielampen te reinigen. Daarom worden ze ook wel lampenpoetsers genoemd. Een andere vijver waar we na dien langs komen is de Pomperik deze vijver ontstond door de zandwinning voor de ophoping van de Verbindingsweg, het is een 15 meter diepe visvijver. Deze vijver is een verlengstuk van de Dorpsbeemden. In Diepenbeek komen nog verscheidene 19de eeuwse vakwerkhuizen.
Wanneer we richting centrum gaan komen we langs de O.l.Vrouwkapel uit 1872. Wat verder het kasteel van Diepenbeek, was een vrijheerlijkheid dat in 1433 verdeeld werd, het kasteel Aldenhof kwam in bezit van de familie Schoonvorst en een nieuw kasteel werd er gebouwd op deze plaats van het eerste kasteel is alleen de toren nog over in de 17de eeuw werd het kasteel eigendom van de Duitse Teutonische ridderorde van Alden-Biezen.
Wij wandelen langs de Demer en keren terug naar het St.-Gerardusinstituut. Een prachtig herfstwandeling met een goede doel.
Jozef en Heidi zijn voor enkele dagen aan zee en vandaag gaan we hen even opzoeken. Oostende strand is altijd een mooi plek om een wandeling te maken, Jefke geniet van zijn vrijheid op het strand en speelt vrij rond.
We gaan samen naar Brugge, wat een prachtige stad met vele prachtige huizen en plekken. Langs de Minnewaters, het begijnhof.
De vele pleinen, waar nu de kerstmarkt op is. De koetsen die door de smalle straten lopen. De winkels met Brugse kant, gewoon prachtig. Een fijne en aangename dag tezamen met Jozef en Heidi.
Brouwerij de Halve Maan. Nog even binnen in de brouwerij de Halve Maan waar we een Brugse Zot Proeven..
Ik kreeg een vraagje via onze blog of we verzamelaars waren van stroopdozen. Wij hebben wel enkele dozen maar verzamelen kun je het niet noemen.
Onze vriend Werner den Hartigh uit Lekkerkerk Nederland is wel een stroopdozen verzamelaar, hij zoek nu andere stroopdozen verzamelaars.
Ik vond het een goed idee om zijn vraag op onze blog te zetten. Hij heeft dubbeldozen die hij kan en wil ruilen. Hij is ook op zoek naar reclamemateriaal van Belgische stroopfabrikanten.
Wie wil hem helpen? Wie verzamelt ook stroopdozen en wil ruilen.
Zijn gegevens zijn: w.hartigh1@chello.nl of charlied@chello.nl
Het kasteel van Gaasbeek bevindt zich in het hart van het Pajottenland, enkele kilometers van Brussel. De schilderachtige streek, waar Breugel ooit werkte en het Geuzenbier nog ambachtelijk gebrouwen wordt, biedt ons prachtige landschappen en prachtige stiltegebieden. Het Gaasbeekse domein 49 ha groot is een uitloper van de groene gordel rond de hoofdstad.
Naast het park met zijn historische gebouwen en de vijvers biedt deze site ons een schitterende museumtuin met inheemse fruit- en groentesoorten. Spijtig dat deze maar bezocht kunnen worden na afspraak. Maar het slot dat dateert oorspronkelijk uit de dertiende eeuw, maar werd op het einde van de negentiende eeuw door de laatste bewoonster, markiezin Arconati Visconti, grondig verbouwd tot een romantische sprookjeskasteel.
In de museumvleugel vinden we kostbaar meubilair, wandtapijten, beelden, schilderijen, beelden, goud en zilverwerk. We worden door een reeks historische interieurs gegidst waarvan de sfeer en de grandeur van weleer perfect bewaard bleven.
RIDDERZAAL
DE GROTE GALERIE
De Ridderzaal met zijn grote luchter uit 17de eeuw bestaat uit een bol met dertig armen. De gehele geschiedenis van het kasteel wordt in een aantal schilderijen verteld. Dit is wel een van de prachtigste zalen van het kasteel. De grote galerij met een prachtige wit marmeren schouw en rood beschildert wanden. Alle houtwerk bestaat uit Franse eik. De archiefkamer behangen met prachtige met Brusselse tapijten die rond 1540 geweven werden uit wol en zijde. Ook de houten trap die hier bovenkomt met zuilen met het wapenschild van de adellijke familie. Het oog voor details is bijzonder in dit kasteel, elk stukje hout is bewerkt.
ARCHIEFKAMER
BLAUWE KAMER
De slaapkamer zijn ook bijzonder mooi, de kamer van Scockart met zijn parket vloer en wandtapijten, het houtsnijwerk indrukwekkend. De blauwe kamer met waardevol porselein en houtsnijwerk, de gotische kamer met indrukwekkende schouw en een adembenemend uitzicht op de omgeving. De rondleiding in het kasteel en de wandeling rond het kasteel zijn een prachtige ervaring. In het kasteel is een prachtige herfsttentoonstelling Van Piéce Montée tot Péche Melba, adellijke desserten in de 19de eeuw.
KAMER VAN SCOCKART
GOTISCHE KAMER
Geuren van vanille en chocolade, keukengeluiden en filmfragmenten bespelen onze zintuigen. De reconstructie van de oude desserten zijn dan ook zonder meer spectaculaire getuigen van een weelderig verleden, en leiden ons doorheen de historische kamers van het kasteel. Spijtig dat er geen fotos gemaakt mochten worden want het was prachtig. Het gehele domein gelegen op een heuvel met een prachtig uitzicht op de omgeving. Een bezoek meer dan waard.
Het is altijd fijn om een reactie te krijgen van lezers van je blog.
Een reactie van Brasserie de Bellevaux
Beste Johnny en Christiane,
We waren al druk aan het zoeken naar jullie adres om even te bedanken voor het 'duwtje in de rug': niet alleen wandelaars hebben dat zetje wel eens nodig!! Wij hebben inmiddels contact gehad met William Roelen: hij had een zoekertje op internet gezet en mijn zoon heeft meteen gereageerd. Fijn dat jullie zo enthousiast waren over onze brouwerij en haar omgeving. Als jullie nog eens in de buurt zijn weet je ons te vinden: dan drinken we er samen een pint op Vriendelijke groeten Wil en Carla Schuwer Nog enkele foto's van deze brouwerij in Bellevaux.
KASTEELTOCHT / DE LOONSE TSAFFELEERS / VOORT 15/11/2006
KASTEELTOCHT
DE LOONSE TSJAFFELEERS.
VOORT-BORGLOON.
Een heerlijke herfstdag met wat zon, en een prachtige wandeling. We vertrekken op Puthofveld en wandelen zo verder naar de start in Voort.
De herfst is nu op zijn mooist de bomen hebben hun bladeren nog maar ze zijn in alle tinten gekleurd van licht groen, geel en rood de verscheidenheid van tinten met de zon erop het lijkt het wel goud. De bladeren dwarrelend in het rond en vormen een tapijt op de grond. Het is heerlijk om door de bladeren te wandelen en het ritselen van de bladeren geeft een rustgevend gevoel, ontspanning op zijn best. Dat is wat de herfst zo mooi maakt. Ik denk eraan dat het lijkt of de bloesem pas op de bloemen stond en nu vallen de bladeren al. Wat draait de tijd toch vlug.
KASTEEL EN KASTEELHOEVE DE KLEE.
We wandelen nu richting Kuttekoven en zien het kasteel van de Klee liggen badend in een zee van kleuren. We wandelen nu naar Kuttekoven langs de kasteelhoeve dalen we af naar de taverne De Klee waar controle is, dan wandelen we langs de oude spoorweg naar het kasteel van Rullingen, in de verte zien we kasteel van het Hulsberg.
KASTEEL VAN DE HULSBERG.
We wandelen naar het domein van het Kasteel van Rullingen, dan door de velden en langs de plantages. Mooi is het wel als je langs de laan naar het kasteel van Rullingen wandelden dan het kasteel steeds dichter bij komt.
KASTEEL RULLINGEN.
We verlaten het domein en wandelen naar Gotem. Waar we langs het kasteel van Gotem het Fonteinhof en de kerk van Gotem, dan langs de velden naar Voort.
KASTEEL FONTEINHOF KERK GOTEM
Hier is de inschrijving. Voor ons is het bijna einde van de wandeling. Na de nodige rust en niet te vergeten de lekker pannenkoeken wandelen we verder, voor ons op de berg het kasteel van de Hulsberg en de Loretto kapel.
KASTEEL HULSBERG
GRAETHEMKAPEL
Nu wandelen we naar het centrum van Borgloon langs de Graethemkapel en zo richting Puthofveld. Hier begon onze wandeling en hier eindigt ze ook. Een pracht van een wandeling in eigen stad.
HERFSTWANDELING / WC BLASIUS / CADIER EN KEER 12/11/2006
HERFSTWANDELING
WC BLASIUS.
CADIER EN KEER.
Een gezellig dorpje aan de rand van Maastricht. Natuur op zijn best. We zullen het wel ondervinden op deze prachtige herfstwandeling.
We wandelen door het Savelsbos deze 6kilometer lange bosgordel van 300 ha groot in Zuid Limburg. Gelegen tussen Maastricht en Rijckholt. Verschillende dorpen waaronder Cadier en Keer, en Eckelrade bepaalde de ontwikkeling van het bos, dat om praktische reden gebleven is zoals het nu is, de steile hellingen van het bos maakten het namelijk onmogelijk om hierop akkers of weilanden aan te leggen.
Vanuit het oosten lopen grubben en dellen richting Maas. Deze grubben zijn ontstaan omdat zij regenwater afvoerden in tijden van extreme regenwateroverschotten. Later gebruikte men ze als verbindingsweg, de zogenaamde holle weg, tussen de gehuchten, de bekende grubben door het bos zijn; De Sjoan grubbe, de Slegkeldergrubbe en de Dorreweg. In de hellingen en in het bos zijn de terrassen te herkennen van de wijnbouw, die uit de Romeinse tijd stamt. Het gebied is eigendom van staatsbosbeheer. Het bos is onderverdeeld in het Eijsderbos, het Rijkholterbos, het Rieseberg en ook het Savelsbos. Een prachtige wandeling door de prachtige natuur. Door de dalen en dan de hellingen op. Steeds weer mooie vergezichten en de prachtige dalen volop in herfstkleuren.
We wandelen naar Eckelrade een dorpje met grote witte boerderijen. Temidden van de prachtige natuur. We blijven wandelen in het Savelsbos, in 1881 ontdekte een Belgische archeoloog (Marcel de Puydt) hier de eerste sporen van prehistorische vuursteenmijnbouw. Hij trof een groot aantal gebruiksvoorwerpen aan. De mijnen bestaan uit honderden kleinere kuilen, waar de mensen zon 7500 jaar geleden vuurstenen uit haalden om werktuigen zoals bijlen en hakken van te maken. Tot in de 19de eeuw werden vuurstenen ook gebruikt om vuur mee te maken met hulp van een tonteldas. We genieten van de omgeving en de natuur zo komen we terug in Cadier en Keer.
Vandaag even binnengewipt in de Loonse stroopfabriek. Al een tijdje komt de geur van kokend fruit en de typische geur van kokende stroop ons tegen als we langs de oude siroopfabriek gaan.
De koperen ketels staan dampend op het vuur, in de eerste staan de appelen en peren te koken om dan wat later geperst te worden, in de andere drie koperen ketels staat het sap te koken en zo word het ingedikt om uiteindelijk stroop te worden, er hang een aangename geur.
Aan de andere kant staat Raf de reeds gekoelde stroop in potjes te doen. Er heerst een gezellige bedrijvendheid.
Het is aangenaam om eens het stookproces te kunnen volgen, wij hebben het geluk dat we kunnen binnenwippen wanneer we willen, altijd worden we door Raf hartelijk ontvangen.
Voor wie wil kan eens een afspraak maken om het proces te volgen of gewoon eens een bezoekje te brengen. Bezoek hun website eens http://gebroedersbleus.be
VAKWERKHUIZEN TYPISCHE BOUWSTIJL VAN HET HEUVELLAND.
De schoonheid van het Heuvellandschap wordt gekenmerkt door de vele prachtige en eeuwenoude witte vakwerkhuizen en vakwerkboerderijen.
Op onze wandeling hebben we er vele aangetroffen, alleen al in Epen zijn 200 beschermde monumenten de meeste zijn vakwerkhuizen. In de weidse panoramas liggen ze hier en der verspreid als charmante markmalen van de prachtige Euregiostreek.
Men zegt dat de eerste vakwerkbouw dateert uit de tijd van de Bandkeramiekers, die uit het oosten komend, zich omstreeks 6000 voor Christus in de Maasvallei vestigden. Uit Romeinse geschriften weet men dat de bewoners van het huidige Heuvelland huizen bouwden met daken van stro en wanden die opgetrokken werden uit leem.
In de euregio treft men nog veel vakwerkhuizen aan die drie a vierhonderd jaar oud. De bewoners van destijds, boeren die als eigen bouwmeesters fungeerden, hebben bij hun huizenbouw met opzet gekozen voor matigheid. De vakwerkhuizen etaleren zich onopgesmukt, ja zelfs sober, de enige teken van dekoratie vindt men boven de hoofdingangen in de vorm van, spreuken en aanvangletters van namen als initialen en bouwjaren.
Men gebruikte bij de vakwerkbouw uitsluitend grondstoffen van eigen bodem. De voornaamste bestandsdelen waren klei, stro en hout. Het gebint een samenstelling van balken, werd opgebouwd uit van tevoren nauwkeurig vervaardigde en door uitgebeitelde Romeinse cijfers gemerkte delen. Die vandaag nog altijd te zien zijn. De man die dat werk voor zijn rekening nam was de raammaker, hierna begon het vlechtwerk in de vakken.
Hiervoor gebruikte men buigzame twijgen die aan beide kanten bepleisterd werd. Dit met een brei van klei en gehakt stro, het dak werd oorspronkelijk gemaakt uit stro later uit dakpannen. Wat bijzonder was en is dat er dikwijls bakovens gebouwd werden, waar brood in gebakken werd, maar die ook dienst deden als werkplaats. Nu worden ze gerestaureerd.
Zo komen we op een wandeling door het Heuvelland honderden vakwerkhuizen tegen. Gezellige huizen met kleine tuinen met bloemen en groenten. Bijzonder mooi.