De bovenste vleugel van het mannetje is 17-18 mm lang, die van het vrouwtje is groter. De bovenkant van de vleugel is donkerbruin met oranje vlekken bij de achterkant. De vrouwtjes hebben tevens grote niervormige vlekken op de voorvleugel.
Op de oranjebruine onderkant van de vleugel zitten omrande, sabelvormige, donkeroranje vlekken, die van de bovenrand in de richting van de onderrand wijzen. De sleedoornpage heeft maar één generatie per jaar. De vlinder vliegt van eind juli tot in oktober. Sleedoorn en soms gecultiveerde prunus-soorten zijn de waardplanten. De vlinder legt de eitjes in de oksels van takken op de grens van oud en jong hout, waar de eitjes overwinteren. De eitjes zijn wit en plat en hebben een gribbeld patroon.
In het voorjaar komen de eitjes uit en vreten de rupsjes de knoppen van binnen uit, later vreten ze van het blad. De rupsen verpoppen eind juni of begin juli op de grond onder afgevallen bladeren. Mieren begraven de poppen in oppervlakkige holletjes. De oude naam van deze vlinder was berkenpage en hoewel ook de wetenschappelijke naam daarop duidt, blijkt dat de berk geen waardplant van de sleedoornpage is. Wel kiest de mannetjesvlinder graag markante bomen in de omgeving als vliegplaats, en daartoe kan de berk goed dienen.
Originele boerenhuizen uit de laatste 5 eeuwen, prachtige tuinen, indrukwekkende multimedia-installaties en speciale voorstellingen garanderen een leuke daguitstap in de openlucht.
Slechts enkele kilometers buiten de stad Salzburg kunt u zich onderdompelen in de unieke sfeer van het boerenleven van toen. We brengen onze dag door tussen de bonte boerentuintjes, huisjes, molens en almhutten uit de laatste 5 eeuwen. De huizen zijn afkomstig uit heel Oostenrijk en werden hier zorgvuldig terug opgebouwd.
In de schaduw van de machtige Untersberg vinden we een grote verzameling van boerderijen en stukjes volkskunst uit alle hoeken van de provincie Salzburg samen gevoegd tot een gemakkelijke verkende wandeling van 10 kilometer. De buitengewone "collectie" werd verzameld uit de gehele provincie, afgebroken, vervoerd naar Großgmain en opnieuw gebouwd in de originele staat - zij omspant meer dan 500 jaar van volkskunst en architectonische tradities van het platteland Salzburg.
De gebouwen zijn aangevuld met bijpassende meubels, een dorp school is volledig ingericht en trekker oldtimers aantonen hoe de boeren werkten ongeveer 50 jaar geleden (in Opper-Oostenrijk 10 jaar geleden).
De boerderijen zijn door de traditionele omheiningen uit de Alpengebieden omringd en een aantal van de boerderijen hebben boomgaarden en velden. De vijvers in het Freilichtmuseum worden gebruikt voor de exploitatie van de molen, waar - op speciale gelegenheden - meel wordt gemaakt.
Wij kiezen voor de grote toer van 10 kilometer. Een prachtige dag in de het museum je heb een hele dag nodig om al het prachtige te zien.
De Obersalzberg is een circa 1000 meter hoge berg, gelegen in de Beierse Alpen nabij Berchtesgaden, in het zuiden van de Duitse deelstaat Beieren. De naam Obersalzberg komt van de zoutmijnen die zich onder deze berg bevinden en die vanaf 1517 in productie zijn.
Deze berg is voornamelijk bekend geworden vanwege haar bewoner Adolf Hitler. Een historisch uitzichtpunt hoog boven het Berchtesgadener Land, van op de Kehlsteinhaus opent zich voor ons een panorama over 200 kilometer. Martin Bormann schenkt het huis aan Adolf Hitler voor zijn 50ste verjaardag. Als je het bouwwerk bezoekt kun je moeilijk geloven dat dit imposante bouwwerk met zijn meter dikke grondmuren in 12 maanden bebouwd werd. Het werd gebruikt om officiële gasten te ontvangen. Hitler zelf kwam niet veel in het Kehlsteinhaus.
Na de oorlog werden alle andere gebouwen die met de Nazi te maken hadden opgeblazen en verwijderd, alleen het Kelhsteinhaus werd bewaart, waardoor dit prachtige bouwwerk bewaard is gebleven. Maar niet alleen het huis is een staaltje van bouwkunst, de straat vanaf Obersalzberg tot aan het Kelhsteinhuis is uniek in de wereld. Het geweldige hoogte onderscheid word door een bochtige straat overwonnen die door mensen handen uit de bergwand gehouwen werd, een hele onderneming als je weet dat er niks dan rotsen en bossen waren.
Alles moest op de rug naar boven gedragen worden, verschillende tunnels werden aangelegd en tot op de ingang van de tunnel naar het huis. De weg van de parkeerplaats tot aan het Kehlsteinhaus is een hele belevenis. Eenmaal boven met de bus aangekomen, staan we voor de 124 meter lange tunnel afgewerkt met marmer die ons naar de lift brengt. De prachtige in met messingbeklede lift brengt ons 124 meter omhoog binnen in het Kehlsteinhuis. Eenmaal boven worden we overdonderd door de pracht van de omliggende bergen, indrukwekkend, hier is het genieten van de natuur, wij wandelen naar de top van de Kehlsteinberg het bergpanorama is betoverend. Wij maken een rondwandeling op de top van de berg met indrukwekkende zichten.
Wij nemen ook de tijd om het huis even te bezoeken en dan nemen we de voetweg naar de parkeerplaats. Dit is een goede beslissing die ons de prachtige omgeving laat zien. Wij dalen af langs de wandelweg en genieten van de prachtige omgeving. Dan komen we aan de bus die ons weer naar beneden brengt.
Een hele belevenis is dit bezoek en wandeling aan het Kehlsteinhuis. Wij gaan ook het museum van Oberzalsberg bezoeken, hier kunnen we de geschiedenis van het Derde Rijk en hoe de Obersalzberg een belangrijke plaats in deze geschiedenis ingenomen heeft. Wij bezoeken ook de bunker, het is een hele belevenis om hier rond te lopen, wat opvalt is de stilte in het museum, alhoewel er heel veel volk is.
De geschiedenis van het Derde Rijk heeft zijn sporen nagelaten. Wij wandelen nog wat rond in de omgeving. Oberzalsberg is zowel een mooie en aangename plaats, maar ook een plaats die een plaats heeft in de geschiedenis en die tot nadenken doet.
PAREL VAN DE JEKERVALLEI / TONGERSE WANDELVRIENDEN / KANNE-RIEMST 20/06/2009
PAREL VAN DE JEKERVALLEI.
TONGERSE WANDELVRIENDEN.
KANNE-RIEMST.
De Tongerse Wandelvrienden wandelen in de gemeente Riemst en wel in Kanne, het dorpje bekent voor zijn mergelgrotten en de vele mergelhuizen.
De wandeling brengt ons naar de kapel in mergel, de Heilige Grafkapel is een prachtig gebouw in mergel, wij wandelen nog even verder en komen zo aan de ingangweg naar het kasteel van Neerkanne. Dit kasteel ligt op Nederlands grondgebied. Een kleine wijngaard ligt naast het kasteel en wij wandelen het bos binnen langs de mergelwanden, hier heeft men vroeger een wegje uitgehakt in de rots en de jaren hebben dit stilaan uitgeslepen.
Zo komen we in het natuurpark van Kanne. St Pietrsberg is een prachtig wandelgebied met veel afwisseling en prachtige zichten over het Albertkanaal en de weide omgeving. De mergelberg is door de jaren heen een aantrekkelijk plek geweest voor de mensen, eerst werden stenen uit de berg gehakt en daardoor ontstonden grotten met kilometers gangen, waarvan een gedeelte toegankelijk is. De boeren gebruiken de grotten ook voor opslag van hun gerief. Op Nederlands grondgebied zijn aan aantal grotten gebruikt door het Nederlandse leger.
Maar ook de vleermuizen hebben de grotten ontdekt en voor velen een jaren lange verblijfplaats, deze grotten zijn nu beschermt grondgebied en alleen voor de vleermuizen toegankelijk. We wandelen terug naar Kanne om dan de steenweg over te stekken en wandelen het natuurgebied Thier de Caster binnen.De oude kasteelhoeve ligt boven op de Caster, het draag verschillende wapenschilden.
Nu ligt het kasteel van Neercanne voor ons en hebben van hier uit prachtige zichten op de bouw en de tuinen. We komen dan weer terug naar het kanaal en gaan zo weer Kanne dorp binnen waar we onze wandeling begonnen zijn. Een prachtige wandeling in een van de mooiste en unieke plekjes van Limburg.
De oudste Enzianbrennerei van Duitsland, nodig iedereen uit om eens te komen kijken en proeven. De brandewijn wordt gestookt van de Enzian: De Grote Gele Gentiaan. De tot 1 meter lange wortelstok is vlezig verdikt (5 cm) en rijk aan suikers als Gentiobiose en aan waardevolle bitterstoffen (Gentianopicrine en Amarogentine).
Deze laatste twee bieden de plant bescherming tegen aanvreten door dieren. Voor medische doelen wordt de plant gebruikt als bittermiddel, zoals als eetlustopwekkend middel, en als onderdeel van likeur, speciaal gentiaanlikeur. Voor de fabricage van gentiaanlikeur wordt vooral de gedroogde wortel van deze soort gebruikt.
Na de bloei in de herfst trokken de wortelzoekers de almen op zoek naar de Enzian al van in 1602 werden in Berchtesgaden enzianlikeur gestookt. Bij het betreden van de branderij worden we vriendelijk onthaal en word ons het verhaal van het stoken verteld, een film laat ons zien hoe dit gebeurde en hoe het nu gebeurd.
Vandaag worden er meer dan 30 verschillende likeuren gestookt. Na de film kunnen we rijkelijk proeven van de verschillende likeuren. We kijken wat rond in de winkel, en natuurlijk nemen we een paar flessen mee. Buiten staat de oude Brennhütte, vroeger gebeurde het stoken op de almen zelf in zulke hutten. De in 2000 afgebroken en weer opgebouwde alten Almkaser is nu een Brennhüttenmuseum.
Op de weide staan ook nog Enzian planten. Vandaag worden de Enzian wortelen zelden nog geoogst op de bergen en almen ze zijn beschermt, de stokerij heeft eigen velden waar de Enzian gekweekt wordt. En zo de wilde soorten beschermt blijven.
WANDELING NAAR DE ALMBACHTKLAMM / BISCHOFSWIESEN-MARIA GERN-DURRLEHEN-ALMBACHTKLAMM.
WANDELING NAAR DE ALMBACHTKLAMM.
Bischofswiesen ----- Maria-Gern------Durrlehen-----Almbachklamm en terug.
Van onze verblijfplaats, gelegen aan het wandelknooppunt kunnen we deze wandeling starten. Even door het bos en dan door de almweide en hier zien we de prachtige Kerk van Maria-Gern liggen wij wandelen ernaar toe en dan volgen we de Wandelweg naar de Almbachklamm.
Maria Gern
Het bezoek van Almbachklamm is een speciale ervaring. We wandelen tot aan de kloof die door de Beierse Ingolstadt Pioniers toegankelijk gemaakt in 1894 en binnen een maand de weg door de 3 km lange kloof volbrachten, met een verschil van circa 200 meter tussen de Theresienwiese Hermitage en het einde van de kloof meer dan 320 niveaus, een tunnel, 168 m en 29 bruggen zo ontstond de Nischenweg.
Op deze manier is de Almbachklamm veilig en toegankelijk, en leidt ons langs de oevers van de Almbachs. De Almbachklamm werd tot 1963 in gebruik om hout naar beneden te voeren. De boomstammen en het brandhout tot een lengte van 4,50 m werd door de smalle kloof vervoerd. Voor dit doel werd - van 1834 - 1836 op het bovenste gedeelte van de kloof een 14 m hoog, 6 meter breed en 17 m lange dam gebouwd, dit ter ere van koningin Theresia van Beieren, echtgenote van Louis I. "Theresiensdam" genoemd.
Achter deze dam kon tot 15.000 vierkante meter van het water opgeslagen worden, die bij het openen van de sluisdeur tot een enorme stijging in de kloof tot gevolg had en het hout in de kloof gegooid werd door de kracht van het water naar beneden gebracht. Hoewel het bovenste gedeelte van de Almbachklamm nog steeds vrij groot is word de kloof smaller vanaf de "Sulzer Waterval", die vanaf een 114 m hoge rots valt.
Vaak is de rivierbedding slechts twee tot drie meter breed. Vanaf o de grootste houten en ijzeren bruggen kunnen we diepte van de kloof zien en in het heldere bergwater van de Almbaches zien we in de heldere wateren levendige bergforel. Maar natuur en bloemenvrienden komen aan hun trekken, omdat op de hellingen van gemengd bos bijna de gehele alpenflora vertegenwoordigd is. Ook vlinderliefhebbers kunnen hier verschillende soorten waarnemen.
Het 3km lange Almbachklamm met zijn watervallen is een van de mooiste en wildste, romantische kloven in de Beierse Alpen. Het bezoek van Almbachklamm is een speciale ervaring. Aan het einde van de kloof komen we aan de herberg Almbachklamm.
Hier bevind zich de "kogelmolen" al meer dan 300jaar en is een van de laatste kogelmolens in Duitsland. Hier houden we even halt. In de herberg genieten we van een Bayerische Dampfnudel.
Na een beetje rust vatten we de terugweg aan, door de bossen en dan langs de oude boerderijen. Zo komen we terug aan in Maria-Gern hier rusten we nog wat en genieten van de Bayerische muziek.
Nog een laatste stuk wandelen de zon gaat al onder en dit geeft prachtige beelden. Een prachtige dag met een wandeling die bij de top wandelingen behoort.
Zoek je rust en natuur moet je zeker de Jenner eens bezoeken. De Jenner is de hoogstgelegen toegangspoort tot het Nationalpark Berchtesgaden. Hier word je verlangen naar rust en natuur op een Koninklijke wijze vervult. Met gezellige twee personen gondels worden we van het Talstation am Köningssee, in volle zon met onder ons de donkere dennen en de rotsen naar het boven op 1802 meter gebracht.
Op het plateau te midden van een grandioos berglandschap worden we overweldigd door de schoonheid en pracht van de omliggende bergen en dalen. Het prachtige bergpanorama met meer dan 100 Duitse en Oostenrijkse bergspitsen. Met een klim van 72 meter komen we op de top van de Jenner. Hier start onze rondwandeling door het prachtige berglandschap klimmen dalen en telkens weer verrast worden door de pracht van de bergen, de vele bloemen die toch nog op deze hoogte voorkomen, de vlinders gewoon prachtig, geen woorden om de wondere wereld te beschrijven, genieten van al de pracht, van de zon en blauwe hemel.
Wij kiezen voor de rondwandeling op de top en dan naar beneden naar het midden station waar we dan later de lift naar benden nemen. Een wandeling van 20 kilometer door dit prachtige landschap. We dalen af naar de Köningsbachtalm1240 meter hoogte, 640 meter zijn we al afgedaald gewoon prachtig dan weer een stuk door woeste rotsen en dan weer een eind door de weilanden waar de koeien met bellen rond grazen, ook een stuk door het bos met aan de wegrand prachtige bloemen, hier houden we even halt om iets te eten en te drinken, om te genieten van de prachtige omgeving.
Nu vervolgen we onze weg om naar het middenstation te gaan om daar de afdaling met de liften et maken, we komen zo onder in het stadje Jenner am Königsee. Wij wandelen het stadje binnen, langs de winkelstraat naar de Königssee. Hier op het terrasje kun je genieten van het zicht op de Königssee, de elektrische boten varen af en aan om gasten rond te varen op de Königssee. Voor ons vandaag niet maar binnen een paar dagen komen we ook dit natuurwonder bezoeken. Een dag aan de Jenner is zeker een belevenis die nog lang in onze herinner zal blijven. Een wandeling in het hartje van Berchtesgaden Land, gewoon buitengewoon.
BISCHOFSWIESEN - VAKANTIE IN BERCHTESGADENER ALPEN - BAYERN - DUITSLAND.
Bischofswiesen midden in berchtesgadener land. met zijn sappige weilanden en heuvels, is het dal rond Bischofswiesen hetideale gebied voor prachtige lange wandelingen en bergtoeren op heel goed uitgeruste wandelwegen.
Gekend is de heilzame werking van de berglucht. bergen als de Watzmann, de Jenner en de Obersalzberg liggen in wandelbereik. Prachtige panorama's en bergbanen, natuur op zijn best. Dat is het Berchtesgadener Land.
Wij verblijven op een eeuwe oude boerderij, zorgvuldige bewaard en onderhouden, liefelijk gekoesterd in een prachtige omgeving, met op het terras de prachtige bergen, de Watzmann de Jenner en we zien het Theehuis van Hitler voor ons op de Obersalzberg, veel zullen we kunnen ontdekken de volgende 10 dagen.
Elke morgen een ander schouwspel van wolken en zon over de bergen voor ons, iedere keer weer een spel van kleuren. De koeien voor ons op de almweide met hun bel rond de nek, geven aan alles nog een specialer effect, rustgevend op het balkon genietend van de prachtige natuur.
Hombourg is een deelgemeente van Blieberg (Plombières) in de Belgische provincie Luik. Tot 1977 was Hombourg een zelfstandige gemeente. Het ligt aan de Gulp in het Land van Herve. We vertrekken met de wandeling in het centrum van het dorpje en komen langsBrasserie dHombourg Grain dOrge
Wij gaan nu naar beneden en voor ons kunnen wij het station Hombourg zien, dat op de berghelling gelegen is. Ingericht in een plattelandssite, in de welke men de kalmte en het groen kan uitademen, wordt het station, bovendien gelegen buiten de dorpskern, de eigenaar, wiens wens was er een museum van de lijn te maken, heeft bovendien de kilometer van de spoor tussen zijn station van de lijn 24 en Montzen verworven om er af en toe enkele wagens te kunnen ontvangen. Hier staat een groot aantal spoorwegmateriaal. We wandelen verder door het prachtige landschap van het Land van Herve.
We komen aan de Anciene Ferme dÖneschtehindel een boerderij uit de 17de eeuw en gedeeltelijk nog in vakwerk. We gaan verder en genieten van al het moois wat we tegen komen. We wandelen verder en komen langs een huis met vele beelden hier woont zeker een kunstenaar. Dan verder langs de kleine bunker, terug naar Hombourg. Op het plein staat een prachtig heiligengroep, wat verder staat de Anciene Cour de Justice een gebouw uit de 17de en 18de eeuw. Terug langs de brouwerij en terug aan ons vertrekpunt. Zeker genoten van deze prachtige wandeling in het Land van Herve ondanks het regenweer.
Het landkaartje (Araschnia levana) is een dagvlinder uit de familie Nymphalidae, de vossen, parelmoervlinders en weerschijnvlinders. De onderkant van de vleugels is een netwerk van lijnen en daar dankt deze vlinder zijn naam aan. Het landkaartje komt in grote delen van Europa algemeen voor en heeft als leefgebied de bossen en bosranden. De waardplant van de rupsen is de brandnetel.
Bijzonder aan deze vlinder is dat er twee vormen zijn. De eerste generatie in het voorjaar is oranjerood met zwarte vlekken terwijl de zomergeneratie zwart is met een witte band. De verschillende vormen had Carolus Linnaeus in 1758 als twee verschillende soorten beschreven. De voorjaarsvorm als Papilio levana en de zomervorm als Papilio prorsa. Het seizoendimorfisme wordt veroorzaakt door de diapauze die de overwinterende poppen van de voorjaarsvorm ondergaan. De vlinder vliegt van zeeniveau tot 1500 meter. De vliegtijd is van mei tot en met oktober.
De distelvlinder (Vanessa cardui) is een trekvlinder uit de onderfamilie van de Nymphalinae. De vlinders die we in Europa zijn in het algemeen afkomstig uit Centraal-Afrika, waar de soort overwintert, en in veel mindere mate in Noord-Afrika en Zuid-Europa. In de voorzomer trekken de vlinders naar onze streken, (tot in Scandinavië toe) en planten zich hier voort.
Hij laat zich daarbij door gunstige wind meevoeren. In het najaar vindt remigratie plaats, al is niet duidelijk in hoeverre die vanuit Nederland en België succesvol is. Distelvlinders hebben oranje vleugels met zwarte en witte vlekken. Aan de onderzijde van de achtervleugels zitten 5 oogvlekken. De spanwijdte is 5 tot 6 centimeter. Distelvlinders komen overal ter wereld voor, behalve op de Noordpool, Zuidpool en in Zuid-Amerika. De vliegtijd in de Benelux is van mei tot oktober, in tropische gebieden is hij heel het jaar door te vinden.
De distelvlinder drinkt graag nectar van allerlei bloemen. De waardplant is de distel, maar ook wel de brandnetel. De distelvlinder lijkt op de parelmoervlinders maar onderscheid zich door de zwarte punten met witte vlekjes op de vleugel. De nieuwe generatie is nu volop te bewonderen en ze hebben prachtige heldere kleuren.