BLOESEMTOCHT / AVIAT SINT TRUIDEN / HOEPERTINGEN 26/04/2010.
BLOESEMTOCHT.
AVIAT SINT TRUIDEN.
HOEPERTINGEN.
Vandaag wandelen we in Helshoven, vertrek in het fruitbedrijf van Karel Vaes. Hellingsfort is een fruitbedrijf dat het hele jaar door rondleidingen geeft door het bedrijf, laat de bezoeker zien hoe fruit geteeld word. Tegenover het fruitbedrijf ligt Kapel van Helshoven.
De Kapel van Helshoven is een eeuwenoud gebedsoord, ligt aan de heerweg die Keulen, via Tongeren, met Bavay verbond. Oorspronkelijk stond hier een in 1254 opgericht oratorium of bidkapel, gebouwd door de Johannieters, die later ridders van de Maltezer Orde werden genoemd. De Johannieters bezaten een gasthuis tegenover de kapel ter verzorging van de voorbijtrekkende pelgrims. Toen ze in de 14e eeuw in geldnood geraakten, verkochten hun bezittingen te Helshoven aan Gozewijn, een commandeur van de Duitse Orde. Rond 1574 werd de kapel tijdens de Tachtigjarige Oorlog door brand verwoest. Edmond, grootcommandeur van Alden Biesen, bouwde de kapel rond 1661 weer op. Zijn wapenschild is nog steeds aanwezig boven de ingang van de kapel.
In april 1674 werd, om in het onderhoud van het gebouw te voorzien, toelating aan Gerardus van Deventer uit Terheijden gegeven, tot dan toe kluizenaar in Lantremange, om naast de kapel een kluis te bouwen. Er verbleven in totaal 14 mannen. Ze onderhielden de kapel gedurende 234 jaar, verzorgden zieken en gaven onderwijs. De laatste overleed in 1908 (Andreas Gielen). Broeder Andreas verbleef er gedurende 56 jaar. De kluis geraakte in verval en werd afgebroken in 1925. De kapel is toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw, koningin van de Blije Vrede. Haar beeld werd tijdens het bezoek van paus Johannes Paulus II aan België in 1985 te Ieper gewijd. Het is een kapel die het hele jaar druk bezocht word en er worden dopen en huwelijken gehouden uit heel het land. Het is ook prachtig gelegen in het Haspengouwse landschap.
Nu de bloesems op zijn mooist zijn is er een drukte van belang. Katarakt heeft daar wel wat bij toegedragen maar dit verminderd nu wel. Voor wandelaars een ideale vertrekplaats voor een verkenning in dit prachtige landschap.
Wij wandelen langs de Romeinse Heerweg en door de velden met de prachtige bloesem, wij wandelen verder richting Rijkel waar het kasteel al in het landschap te zien is. Dit kasteel is was sinds 1965 eigendom van de Provincie Limburg en deze hebben dit stukje Loons Erfgoed verkocht aan de privé, waardoor het nu aan verkommeren is. Oorspronkelijk was het eerder een hoeve vervolgens een kasteel of een burcht. Het oudste gedeelte is de oostvleugel stammend uit de 16e eeuw. Die was opgevat als een laatgotisch herenhuis met trapgevels. In de loop van de 17e eeuw, toen het geheel eigendom was van de familie de Hinnesdael, werd het geheel uitgebreid tot een U-vormig waterkasteel, met 3 hoektorens. Gedurende de 18e eeuw (ondertussen zijn we bij de familie van baron Pierre-Antoine de Thiribu) volgden er verdere aanpassingen, waarbij o.a. de ophaalbrug in 1785 verdween. Nadat Marie Thiribu in 1831 overleed, heeft het kasteel 100 jaar leeg gestaan! Na enkele herstellingen in 1939, werd het gebouw in 1942 beschermd. In 1966 stortte de noordwestelijke hoektoren in. Met de heropbouw van die toren in 1972 startte een algehele restauratie. Sinds enkele jaren terug in privé bezit en de afbraak binnen is volop bezig. Wat er met dit stukje Loons erfgoed gaat gebeuren weet niemand. Het word bewoont door arbeiders van buitenlandse afkomst die hier tijdelijk verblijven en de werken uitvoeren. De restauratie op kosten van de gemeenschap gaat zo geheel verloren. De omgeving is stilaan aan verloederen, eens een mooi park met kastanjedreef ligt er maar treurig bij.
Wij wandelen over het domein en komen aan de controlepost. Wij verlaten Rijkel en wandelen terug de velden in. Door de velden met de prachtige bloesem en dan komen we terug aan de kapel van Helshoven waar deze prachtige wandeling eindigt.
In de 14 de eeuw kreeg Borgloon, samen met de negen andere goede steden in het oude land van Loon, de rechten, vrijheden en onschendbaarheden van de stad Luik. Na het verlies van zijn hoofdstedelijke functies evolueerde Borgloon van een regionaal marktcentrum naar een bescheiden landbouwdorp.
In de 19e en 20e eeuw zijn landbouw en fruitteelt niet meer weg te cijferen. Sinds het ontstaan van het Belgisch spoorwegennet en vooral na de aanleg van de lijn St. Truiden Tongeren (1879) ontbolsterden Borgloon en de regio er omheen zich geleidelijk tot de boomgaard van Vlaanderen. Tussen de twee wereldoorlogen beleefde de Loonse stationsbuurt zijn economisch en commercieel hoogtepunt.
Er waren toen drie fruitgroothandels en vier stroopstokerijen operationeel waarvan het gebouwenbestand tot op heden gedeeltelijk als industrieel-archeologisch erfgoed bewaard bleef. Tot omstreeks het midden van de 20ste eeuw gedijde er op de heuvels rond Borgloon een monocultuur van hoogstammige fruitbomen. Teeltveredeling, modernisering en rationalisatie in de fruitteeltsector zorgden na 1960 voor een snelle overschakeling naar laagstammige fruitteelt. Sindsdien wordt op een geringere teeltoppervlakte een veel hoger rendement bereikt. Naast St. Truiden profileert Borgloon zich thans als de hoofdplaats van de Zuid-Limburgse fruitstreek.
Hier wandelen we vandaag. Prachtige omgeving met bloesems zo ver het oog reikt. We wandelen door het landelijk Borgloon met zijn monumenten. We gaan naar Colen de abdij. Weggedoken in het heuvelend Haspengouwse landschap midden in de fruitstreek straalt de Abdij "Mariënlof" vrede en rust uit. In de loop der jaren is ze een vaste waarde geworden in Zuid-Limburg. Oorspronkelijk gesticht voor en bewoond door de Kruisheren, opgeheven met de Franse Revolutie, wordt de Abdij sedert 1822 bewoond door de cisterciënzerzusters, als voortzetting van de Abdij Woutersbrakel in Waals-Brabant.
In een zijgebouw op het binnenplein van de Abdij Colen staan een aantal panelen opgesteld die de ganse geschiedenis van de fruitteelt uit Haspengouw weergeven aan de hand van foto's en teksten. Daarbij kan de bezoeker eveneens de nevenactiviteiten aangaande fruit bezichtigen en ook de moderne fruitteelt met al haar facetten. Thema's als het belang van de fruitproductie, fruit en gezondheid, fruit en wetenschap, worden zeer bevattelijk en educatief geïllustreerd, uitgelegd en getoond. Uiteraard zijn er ook een groot aantal relicten uit het verleden te zien, waaronder de oudste sorteermachine uit Europa en de oudste veilingklok van België.
Wij wandelen weer verder en genieten van de prachtige wandeling. We komen aan in de veiling. Hier start de wandeling eigenlijk, wij kozen om thuis op het parkoer te beginnen en zijn nu halfweg. Wij wandelen weer een eind verder en komen zo langs boomgaarden en laagstamplantages.
Wij wandelen naar Borgloon centrum en steken de steenweg over naar Bollenberg nu een natuurreservaat geworden met veel mooie hoogstambomen. Naar de Kersenweide, ingericht als ontmoetingsplaats met zitbanken en picknick plaatsen, wel mooi zo midden in het veld aan de Romeinse Kassei. We wandelen weer verder en genieten van de prachtige bloesem. In de verte Grootloon en dan wandelen we terug naar Borgloon centrum.
We naderen Borgloon met als beloning een prachtig zicht op Borgloon kerk en centrum. Als we door de straatjes van de stad lopen vinden we toch dat we in een mooi stadje wonen met een rijk verleden.
MARCHE DES ETOILES / LES KANGOUROUS DE FALISOLLE / VELAINE 24/04/2010
29E MARCHE DES ETOILES.
LES KANGOUROUS DE FALISOLLE.
VELAINE.
De streek tussen Samber en Maas strekt zich uit tussen de heuvels van de Maasvallei en het door de industrie getekende bekken van Charleroi.
Deze oud streek was vaak het toneel van oorlogen en invallen. Gelukkig treffen we nog enkele getuigen aan van dit roemrijke verleden. Op onze wandeling komen we versterkte hoevens tegen. De streek bestaat uit hoofdzakelijk uit rustige landbouwdorpjes die een harmonisch geheel vormen met de heuvels die met meidoornhagen begroeid zijn. Onze wandeling is deze keer vooral heel veel natuur met prachtige bossen en weilanden.
Nu en dan een klein dorpje met een paar oude hoeven en heel veel landbouw. Wij genieten van de wandeling en nemen de rust en kalmte op. Rustig wandelen we de veldwegen af met zijn golvend landschap. De natuur op zijn best. Een wandeling van weinig woorden maar een pracht van natuur genieten is het. Het is heerlijk wandelen in de valleien, door de bossen, over heuvels en langs de akkers.
MARCHE DES GAIS LURONS / LES GAIS LURONS MELEN / MELEN 18/04/2010.
30E MARCHE DES GAIS LURONS.
LES GAIS LURONS MELEN.
MELEN.
Melen een deelgemeente van Soumagne, heeft zoals vele andere dorpjes in het Land van Herve zijn bouwkundig erfgoed kunnen bewaren in een prachtige groen kader. Ondanks het mijn verleden en de industrie, de nabijheid van de Luikse agglomeratie is het een prachtige omgeving gebleven. Het verleden is er op verschillende manieren bewaard, de prachtige boerderijen, het oorlogsverleden en de mijnbouw en het prachtige domein van Wegimont.
Elk met zijn verleden en zijn toekomst. Wij wandelen langs de prachtige boerderijen en komen dan even buiten het dorp aan het monument voor de gefusilleerde door de Duitser in 1914 op 4-12 augustus. We komen aan de nieuwe rondpunt met een model mijn erop, zo word de herinnering aan de mijnbouw levend gehouden. Wat verder komen we aan de Schachttoren van Bas-Bois. Prachtig ligt de voormalige mijn voor ons. De term Belle-Fleur mag dan al poëtisch klinken, zijn functie was dat allerminst: de schachttoren diende immers om de mijnwerkers via een liftkooi te laten afzakken en weer op te halen. Deze structuur bevatte de kartelwieltjes waarboven de kabels liepen die de schachtkooi droegen. De constructie heeft een dubbele symbolische betekenis. Gisteren nog was het leven van de mijnwerkers in handen van zijn kabels; vandaag blijft de toren samen met de terrils, de meest zichtbare herinnering aan de mijnbouw.
De gemeente Soumagne is een buurgemeente van Blegny en speelde vanaf het einde van de negentiende eeuw een belangrijke industriële rol dankzij de aanwezigheid van vele steenkoolmijnen. Deze voormalige kolen site was van 1860 geëxploiteerd. De Mijn bevatte twee schachten, één voor de extractie en de andere aan de ventilatie. Galerieën bereikt een diepte van 355 meter. De site wordt definitief gesloten in 1970. Van deze voormalige activiteit, die begin van de jaren 1960 werd stopgezet, blijft vandaag niet veel meer over. Veel terrils hebben plaats geruimd voor verkavelingen of beboste heuvels. De terril van Bas-Bois mag prat gaan op zijn geklasseerde schachttoren en zijn machinekamer waarin het volledige mechanisme staat dat de schachtkooien op en neer liet gaan. Beide werden gerestaureerd in het kader van het project Pays des Terrils, tot grote vreugde van de bewonderaars. Wij wandelen verder door het dorp met kerk en klein kasteeltje en hier hebben we controle, nu klimmen uit het dorp richting Wegimont.
We gaan het Provinciaal Domein Wegimont binnen. Het kasteel van Wégimont in Soumagne bij Luik is berucht omwille van de Lebensborn-kraamkliniek en tehuis waar de nazi's tijdens de Tweede Wereldoorlog buitenechtelijke kinderen, verwekt door Duitse soldaten, lieten opvangen in de aanwezigheid van hun niet-Duitse moeders.
"Ardennen" in Wegimont bij Luik (1943 - september 1944) - Hier werden, op bevel van de militaire chefstaf België/Noord-Frankrijk, Aanstaande moeders van germaanse bloeden, ..., die van bloeden zijn van leden van de Wehrmacht van het Duitse rijk of buitenlandse leden van Duitse steunorganisaties (de Waffen-SS, het Waalse (SS-)Legioen, Vlaamse SS, NSKK e.d.) of anderszins Duitsen bloeden opgenomen.
Het in Louis XIV stijl bebouwde indrukwekkende kasteel van Wegimont ontplooit zijn mooie architectuur voor de donkere achtergrond van het weelderige gebladerte van een groot park omringd door hoge muren. Het uitgebreide complex (22ha) ligt rondom een prachtig in Maaslandse stijl opgetrokken kasteel. Aan de rand van het plateau van Herve ligt het kasteel van Wégimont mooi te wezen tussen bomen . Sinds 1938 is het een provinciaal domein. Al sinds de 14de eeuw stond er waarschijnlijk op deze plaats een donjon met bijgebouwen, die eigendom was van Oude de Wégimont. In 1756 vinden we de familie dOultremont op het kasteel. Ze blijft er tot 1920, het jaar waarin ze het kasteel schenkt aan de provincie Luik. Rond de gebouwen bevindt zich een vrij diepe slotgracht, die gevoed wordt door een beek.
Een stenen loopbrug verbindt het kasteel met de vaste grond. Oorspronkelijk was er een ophaalbrug. In de loop van de 19de eeuw verbleef de dOultremont nu eens in het kasteel van Warfusée, dan weer in Wégimont. Achterin het park, aan de Fond de Grottes, bevindt zich de grafkelder van de familie. Wij wandelen door het park en genieten van het prachtige park en kasteel. Nog even wandelen we door het dorp en komen zo terug aan ons vertrekpunt.
Wat oude postkaarten
Een prachtige wandeling met veel natuur en prachtige gebouwen waar toch een heel stuk historie achter zit.
Gotem, een echte heerlijkheid behoorde in de middeleeuwen tot het Graafschap Loon, maar werd later bezet door de prins-bisschop van Luik. De buitenbank van Graethem zorgde voor de rechtspraak. Gotem leende zijn naam en faam aan een geslacht van ridders die een reeks niet-leenroerige goederen en bezittingen hadden.
"Les Ramiers",
Wij wandelen van Borgloon naar Kuttekoven en dan via de oude spoorweg de fruitlijn naar Gotem, we komen langs verschillende plantages en hoogstamboomgaarden, de bloesem is nog steeds prachtig en we kunnen er nog vol op van genieten, we wandelen door een laagstam kersenplantage en komen zo in Gotem. We wandelen voorbij "Les Ramiers", de kasteelhoeve van het kasteel van Hulsberg en steken dan de steenweg over naar Gotem centrum.
We komen aan de kastanjedreef die naar het Fonteinhof leidt. De kastanjedreef verbind de kerk met het Fonteinhof, het poortgebouw is van 1729. Het complex met het herenhuis en dienstgebouwen rond een binnenplein, is opgetrokken in strenge Maaslandse stijl van het begin van de 18de eeuw. Op het pleintje staat de kerk met oorlogsmonument en pastorij. De schilderachtige Sint-Niklaas en Denijskerk is een één beukige Maaslandsromaans gebouw uit de 12de eeuw. Op het kerkhof staan verschillende grafstenen uit de 13de en 14de eeuw. Wij wandelen even over het kleine kerkhof en zien een grafsteen van een hele familie die omgekomen is tijdens een bombardement tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Wat verder komen we aan het oude schoolgebouw, ondanks dat Gotem een kleine gemeente was (280 inw/2009) is het een groot schoolgebouw. Gotem bezit ook verschillende prachtige boerderijen, wij verlaten Gotem via de Pruimensteeg en wandelen richting Hulsberg. We komen de kapel Onze-Lieve-Vrouw van Loretto. Deze kapel en kluis op het gehucht Hulsberg dateren van 1882. Een steen met daarop het jaartal 1689 herinnerd aan de eerste kapel. Deze stond op de plek waar nu het kasteel staat en werd afgebroken en beneden terug opgebouwd. Het is een prachtig plekje, spijtig dat de kapel niet open is voor de bezoekers, het kasteel van de Hulsberg werd in 1882 op de heuvel gebouwd, 108 meter boven zeeniveau. De heuvelrug is beplant met hoogstamboomgaarden, gewoon prachtig nu om te zien.
Wij wandelen verder langs de kasteelmuur met prachtige zichten op de hoogstamboomgaarden. Wij verlaten Hendrieken en wandelen langs het nieuwe Centraal kerkhof. De eerste overledenen zijn er begraven. Het is een prachtig park met hoogstamboomgaarden en zeer smaakvol aangelegd. Een dikke proficiat aan de gemeente voor deze waardige begraafplaats. Wij wandelen nu terug naar Borgloon centrum waar onze wandeling eindigt.
GRANDE MARCHE INT. / STAVELOT MARCHE CLUB / STAVELOT 17/04/2010.
32E GRANDE MARCHE INT.
STAVELOT MARCHE CLUB.
STAVELOT.
Voorheen een Prinsdom met Abdij, is de streek van Stavelot nu een groot Ardeens Woud. Vanuit de venen van Hockai tot Coo, waar de mooie Amblève sprankelt , biedt zij grandioze landschappen aan, alsook tientallen kilometers wandelingen die langs legendarische wegen, naar rustige dorpjes leiden. Door de eeuwen heen hebben de mens en de natuur het zicht van Stavelot bewerkt, cultureel-historisch gebied maar ook, en vooral, een streek van goed onthaal !
onze wandeling brengt ons door een van de prachtigste plaatsen in en rond Stavelot. Een stuk door de prachtige natuur. Mooi om te zien, aangenaam om te bewandelen. Een stukje verder en we komen aan het Leau Rouge een riviertje dat wat verder uitmond in de Amblève. De wandeling brengt ons naar Wavreumont, met prachtige huizen in vakwerk, de zon schijnt heerlijk over het landschap en wij houden even halt om te rusten en wat te eten, prachtige huizen en dan weer verder langs de waterpomp en daar wat verder ligt een prachtige kasteelhoeve met ronde toren. Mooi om te zien. Wij wandelen de oude spoorweg op, hier is het rustig om te wandelen geen verkeer alleen wandelaars.
Wij genieten van de route en we komen aan de Abdij van Wavreumont, een prachtig gebouw waar je kunt overnachten, verder met de wandeling en komen in Binsta-Hausta met prachtige vakwerkhuizen, wat verder komen we in Rivage met een prachtige vakwerkhoeve. Beneden ligt de kapel de Binsta, wij wandelen verder en komen in Village de Challe een klein plaatsje met enkele vakwerkhuizen aan de Amblève. Van hieruit komen we in het centrum van Stavelot, met de abdij. Temidden van de ongerepte natuur, niet ver van het natuurreservaat van de Hoge Venen, op de oever van de Amblève, in de nabijheid van de beroemde waterval van Coo en het Circuit van Spa-Francorchamps ligt Stavelot, de stad van de Blancs Moussis.
De stad Stavelot heeft een bijzondere charme met haar schilderachtige steegjes en het Saint-Remacleplein en kan trots gaan op een buitengewoon erfgoed. Een belangrijke rol speelde de abdij van Stavelot en vandaag is het een van de belangrijkste plekken van de streek.
Hier wat info: De abdij van Stavelot is gesticht in 648 door Remaclus, abt van het klooster te Solignac in Aquitanië, die van koning Sigebert III van Austrasië een stuk bos in de Ardennen kreeg, om hem in staat te stellen dit deel van het rijk te kerstenen. Hij stichtte de dubbel-abdij van Stavelot-Malmedy. Dit werd het begin van de twee steden en van een kerkelijke staat, het prinsdom Stavelot-Malmedy, die meer dan 1000 jaar autonoom is gebleven. De rivaliteit tussen de twee abdijen werd in 980 door Otto III in het voordeel van Stavelot beslist.
De bloeitijd van Stavelot was de periode van de 10e tot de 12e eeuw. Poppo (abt in 1020) was een hervormer in de traditie van Cluny. Hij kreeg de leiding over 17 andere abdijen, waaronder Echternach en Sankt Gallen. Wibald (abt in 1130) was diplomaat in dienst van de keizers en opdrachtgever van talrijke kunstwerken. Hij werd ook abt van Corvey. Zijn brieven behoren tot de belangrijkste bronnen voor de geschiedenis van de tweede kruistocht. De abdij herbergt thans drie musea, een over het de geschiedenis van de abdij en het prinsdom Stavelot-Malmedy, een over schrijver Guillaume Apollinaire en een over het circuit van Spa-Francorchamps
Wij wandelen door en rond de abdij en kunnen zien hoe prachtig de gebouwen gerenoveerd zijn en ook de opgravingen. Wij verlaten de abdij door de zijingang en wandelen zo het centrum in. Smalle straatjes en steegjes met overal prachtige vakwerkhuizen. Zo komen we terug aan ons vertrekpunt. Een prachtige wandeling in Stavelot.
Woensdagnamiddag, zon en wandelen, gewoon genieten, we vertrekken met de wandeling in Borgloon, Kuttekoven en wandelen zo het parkoer af naar Wellen en komen zo terug. Eens iets anders dan op het vertrek te vertrekken. De vroege kersen staan al in bloei, zo kan de bloesemperiode beginnen, wij wandelen naar Kuttekoven.
Langs de oude spoorwegberm nu natuurreservaat. De kerk van Kuttekoven komt in zicht en we wandelen naar de kasteelhoeve de Klee , we komen aan het kasteel de Klee. Kuttekoven werd voor het eerste vermeld in 1213 als Cuttinchoven. Het was een Loons dorp dat behoorde tot het rechtsgebied van de schepenbank van Graethem die op zijn beurt een buitenbank was van Borgloon. Kuttekoven was reeds in de vroege 13e eeuw een parochie. Tot 1252 behoorde ook Gotem tot de parochie. Het patronaat en de inning van de meeste tienden behoorden aanvankelijk toe aan de graaf van Loon maar deze gingen in 1232 over in de handen van de abdij van Herkenrode die later meer dan de helft van het grondgebied van Kuttekoven in haar bezit zou hebben. In 1795 bij het ontstaan van de gemeenten werd Kuttekoven een zelfstandige gemeente. Het is steeds een landbouwdorp gebleven zonder enige industrie. De neoclassicistische dorpskerk uit 1840 toegewijd aan Johannes de Doper. De kerktoren dateert uit de 13e eeuw en is het enige overblijfsel van de vroegere romaanse kerk die op dezelfde plaats stond. De toren is sinds 1935 een beschermd monument terwijl de kerk zelf in 2004 beschermd werd. De huidige kerk is sinds november 2006 gesloten vanwege de bouwvallige staat waarin ze verkeert. Het dak is al hersteld en nu nog de binnenkant. De voormalige pastorie uit 1726. In 1768 werd het gebouw verhoogd met een verdieping. Ook de oude pastorie is sinds 2004 een beschermd monument.
Hoeve en oud-kasteel De Klee. Oorspronkelijk was dit een hoeve uit de 17e eeuw en behoorde ze toe aan de abdij van Herkenrode. In de 19e eeuw werd de hoeve uitgebouwd tot een kasteel met herenhoeve. Het geheel is sinds 2004 een beschermd monument. Het eclectisch kasteel De Klee uit 1904-1907. Het kasteel werd grotendeels vernield door een brand in 1933 maar werd daarna volledig gerestaureerd. Het kasteel is sinds 2004 een beschermd monument. Wij verlaten Kuttekoven en wandelen naar Rullingen, midden in het veld staat een grote hoeve.
We wandelen verder en genieten van de prachtige Haspengouwse velden en weilanden. We vervolgen onze route naar Herten, hier wandelen we langs de vijver en het natuurreservaat binnen. Het natuurgebied De Broekbeemd ligt in de vallei van de Herk, tussen de dorpskom van Wellen en de deelgemeente Herten. Het is een gebied dat ca. 18 ha meet en is omrand door de Dorpstraat, de Broekstraat, de Smissebroekstraat, de Herstenstraat en de Molenstraat. De Broekbeemd onderscheidt zich van de meeste andere natuurreservaten door zijn openbare toegankelijkheid.
Van waar de naam Broekbeemd. Broek is een toponiem, dat typeert een van nature moerassig gebied. De climaxvegetatie bestaat uit een dichte struweelgemeenschap of een elzenwilgenbos. Het woord beemd is een gecultiveerd broekland en duid dus op de agrarisch valorisatie van extreem vochtige gronden. Een broek evolueerde naar een beemd door de aanleg van greppels en sloten waardoor de bodem tot op een zeker diepte ontwaterd werd. Na het binnenhalen van het hooi in juni mocht het vee de beemden verder begrazen en bemesten en dit tot in het najaar wanneer de bodem te drassig werd. Zeer typerend aan de Broekbeemd zijn natuurlijk de schotse Hooglanders. Het meest ideale beheer van verruigde beekdalen bestaat uit regelmatig maaien. Het gebruik van zware machines was uit de boze want deze zou de bodemstructuur verstoren. Men ging daarom op zoek naar een goedkoper alternatief. Zij verorberen in de lente gras en kruiden (riet, zuring, kleefkruid, ). In de herfst eten de Schotse gasten werkelijk alles, zelfs netels. Ook een voordeel is dat ze bikkelhard zijn en s winters buiten kunnen overleven. Na een eind door het Broekbeemd komen we in het centrum van Wellen. Hier is het vertrek van de wandeling, voor ons halverwege de wandeling. Na een beetje rust vertrekken we voor het tweede gedeelte van onze wandeling.
Voor we de Broekbeemd binnen wandelen komen langs de Wellenmolen. Het huidig molenhuis dateert uit 1775 en is samen met het 20ste eeuwse woonhuis onder één zadeldak verenigd. Alhoewel reeds sinds 1973 buiten werking is de molen nog steeds maalvaardig en maakt ze deel uit van het Vlaams industrieel erfgoed. Technisch gezien is de Wellenmolen een graanwatermolen van het onderslagtype met een molenrad van 5 meter doorsnede. Bij één omwenteling (ca. 6 seconden bij normaal debiet) van het molenwiel draait de molensteen twaalf keer rond. De Wellenmolen is uitgerust met twee koppels stenen.
Wij wandelen terug het Broekbeemd binnen komen we terecht bij een poel. Door paden die voorzien zijn met planken kunnen we doorheen de vochtige zones wandelen. Zo komen we om de begrazingsblok heen en langs de buitenzijde van het gebied waar we een tête-à-tête met een ruig, bruin rund beleven. Nog een heel eind wandelen we door het natuurreservaat en wandelen terug richting Kuttekoven, waar we onze wandeling eindigen. De wandeling van de Wellense Bokkerijders is een pracht van een wandeling genoten van de wandeling.
Als de zon stilaan begint onder te gaan en de toeristen op de terrasjes zitten en in de velden en boomgaarden de rust terug keert, maken we nog een avondwandeling tussen de bloesems, de zon die laag staat geeft een gouden kleur aan de bloesem. Gewoon prachtig. Hier wat sfeer beelden geniet ervan.
Kerniel is een deelgemeente van de stad Borgloon.Kerniel werd voor het eerst vermeld in 1279. Het behoorde tot de bezittingen van de graven van Loon.
De Abdij Mariënlof in Kerniel ,werd in 1438 door Maria van Colen gesticht. Oorspronkelijk was het een klooster dat sedert 1990 de titel van abdij mag dragen. De naam van de abdij betekent Tot lof van Maria. Tot 1796 waren de Kruisheren eigenaar van de gebouwen. Vanaf 1822 is de abdij in handen van Cisterciënzerinnen die er nog steeds bewonen.Er is ook nog het Fruitstreekmuseum is een ecomuseum waarbij de hele regio betrokken is. Het bevindt zich in een zijgebouw op het binnenplein van de abdij Mariënlof (Abdij Colen).
Naast het promoten van Zuid-Limburg als fruitstreek en het organiseren van evenementen waarbij fruit een prominente rol speelt tracht men de fruitsite in de abdij verder uit te bouwen met aandacht voor verleden, heden en toekomst van de fruitteelt. Een aantal panelen geven de ganse geschiedenis van de Haspengouwse fruitteelt weer aan de hand van foto's en teksten. Men maakt er ook kennis met de diverse facetten van de moderne fruitteelt. Thema's als het belang van de fruitproductie, fruit en gezondheid, fruit en wetenschap, worden zeer bevattelijk en educatief geïllustreerd, uitgelegd en getoond. Eén en ander wordt verduidelijkt aan de hand van memorabilia zoals de oudste Europese sorteermachine en de oudste Belgische veilingklok.
De omgeving is gewoon prachtig, de vallei van de Colenbeek, de oude spoorwegzate, de fruitbomen en landerijen. Een klein dorpje maar wel gezellig. Typische Haspengouws dorpje met gastvrije mensen.
MARCHE DE LA MOLIGNEE / LES DJALES D'ANHEE / BIOUL 14/04/2010.
23E MARCHE DE LA MOLIGNEE.
LES DJALES DANHEE.
BIOUL.
Anhee maakt deel uit van La Haute Meuse Dinantaise is een streek met vele toeristische troeven. Natuur en architectuur gaan er hand in hand. Het is een oude en mystieke streek, met vele prachtige plaatsen, vandaag ontdekken we Bioul, en Annevoie.
We vertrekken en wandelen dadelijk de prachtige natuur in en komen langs de typische huizen in lokale steen. We krijgen ook een eerste zicht op het kasteel van Bioul. De torenspitsen komen boven het landschap uit. Wij wandelen verder. Langs de prachtige dorpjes met de oude boerderijen en liefelijke huizen die hier prachtig onderhouden zijn, mooi om langs te wandelen. langs en mooi kapel en dan dalen we af naar het bos, de natuur begint al groen te worden en het is aangenaam om door het bos en de velden te wandelen.
Kasteel Annevoie
Prachtige gebouwen komen we tegen als we Annevoie binnen wandelen, een kleine omweg brengt ons naar het kasteel van Annevoie. Annevoie is over de hele wereld bekend voor zijn 18de eeuwse tuinen, in 1627 liet de familie Halloy een landhuis bouwen op de heuvel langs de Rouillon. Later kwam het domein in bezit van de familie Montpellier zen in 1758 begon men met het ontwerp van de tuinen. Dankzij een vernuftig irrigatiesysteem dat word gevoed door vier bronnen en zonder mechanische hulpmiddelen werkt, wordt het water verdeeld ober de 12ha van het park. Waardoor de fonteinen werken, het is een parel van landschapsarchitectuur. Wij hebben verleden zomer dit prachtige domein bezocht het is werkelijk de moeite.
Wij wandelen verder naar het centrum van het dorpje langs d watermolen en de kerk. Annevoie is een prachtig dorpje wij verlaten het dorp en wandelen de velden in. Wat later komen we in het bos waar de voorjaarsbloeier ons op een tapijt van bloemen en kleuren verrassen, wel bijzonder mooi. Dan wandelen we terug richting Bioul langs een mooie hoeve en dan komen we aan het kasteeldomein van Bioul, prachtig van de wandelclub dat ze toelating hebben gekregen om uitzonderlijk over het domein te wandelen.
Het kasteel van Bioul (ook kasteel Vaxelaire genoemd) staat in het centrum van de gemeente, alwaar een viervoudige lindendreef van de dorpsplaats naar de toegangspoort van het domein leidt, dat zich uitstrekt over 30 ha. De heerlijkheid Bioul hing af van het baljuwschap van Bouvignes in het graafschap Namen en was misschien wel één van de belangrijkste hoogheerlijke lenen van Namen. Een bezoekje door het kasteeldomein is een prachtige gelegenheid om dit indrukwekkend kasteel te bezichtigen, en we horen ook hier de legende van Bioul en we bevinden ons in hart van de legende.
Elke inwoner van Anhée is vertrouwd met het welbekende, ongeveer achthonderd jaar oude verhaal van Midone de Bioul, enige dochter van de heer van Bioul, die hopeloos verliefd werd op de zoon van de kasteelheer van Montaigle, de aartsvijand van haar vader. Ze had alleen maar oor naar haar hart en vluchtte naar Gilles op het kasteel van Montaigle om er zich te verloven en later te trouwen, tot grote woede van haar vader. Die trok naar de Montaigles, welbesloten voor eens en voor altijd orde op zaken te stellen en zijn dochter terug te halen. In een duel met de jonge Gilles bracht de vader zijn dochter een dodelijke slag toe toen zij beide vechtersbazen wilde scheiden. De heer van Bioul werd daarop gedood door zijn schoonzoon, die tot het einde van zijn dagen ontroostbaar bleef om het verlies van zijn geliefde. Er wordt verteld dat om de tien jaar op Allerheiligen in de ruïnes van het kasteel een kreet weerklinkt. Het zou Midone zijn die de naam van haar geliefde roept: 'Gilles!'
Wij wandelen door het kasteelpark met vijver, langs het kasteel met zijn torens en over de binnenkoer van de bijgebouwen, met een prachtige fontein met paardenkoppen, wij nemen ruim de tijd om alles te bekijken, we verlaten het kasteel door de prachtige toegangspoort en komen zo op het plein voor het kasteel met een prachtig zicht op de huizen en kerk, we bezoeken ook even de kerk met zijn prachtige beelden, nog even door de smalle straatjes en we zijn terug op ons vertrekpunt, wat een pracht van een wandeling, genoten van al het moois dat we tegen gekomen zijn.
35e MARCHE DE LA VALLEE DE LA VESDRE. / MARCHEURS DE LA PORTE OUVERTE PRAYON. / TROOZ 10/04/2010.
MARCHE DE LA VALLEE DE LA VESDRE.
MARCHEURS DE LA PORTE OUVERTE PRAYON.
TROOZ.
Trooz is gelegen aan de Vesder, die hier een diepe vallei heeft. Trooz zet aan tot tochtjes doorheen zijn prachtige bossen en weilanden.
Wij wandelen vandaag in een prachtige omgeving met veel afwisseling en mooie plekjes om te ontdekken. Met geregeld een flinke klim met een panorama over de streek. We komen aan in Foret-Village, met een groot plein voor de kerk met oude bomen, we wandelen verder en verlaten het dorp, hier staat nog een mooi waterput, in de wei staat een jong kalf ons aan te kijken, toch mooi. Een beetje verder liggen 4 ezels te genieten. Wij wandelen verder en komen in Hansez.
Met zijn prachtige gebouwen. We komen aan een weg met 3 prachtige grote boerderijen, gewoon prachtig. Wat verder komen aan een vijver welk een beschermt natuurmonument is, en dan komen we in Olne spijtig dat we niet in het centrum van Olne komen, maar straks bezoeken we Olne. We wandelen weer een eindje verder en op de grachten zien we wilde aardbeien bloeien. Weer een beetje verder komen we langs een boom met een poes in, een mooi plaatje, moeten we toch even vastleggen. Chateau le Baron Ancion zien we liggen tussen de bomen.
Wij dalen af en komen langs het bos met hellingen vol met Daslook. Nog enkele dagen en ze staan in bloei en de valleien veranderen in een wit tapijt. Wij wandelen verder langs de spoorwegtunnel van Trooz uit 1841. Dan dalen we af naar de Vesder. We komen aan Chateau de la Fendrie, Château de la Fenderie: dit monument is de oude metaalkloverij. Het kasteeltje is opgericht in het midden van de 17e eeuw, en is een voorbeeld van goed bewaarde mosane (de Maas) architectuur uit de hoog renaissance.
Tegenover ligt het kasteel van le Baron Ancion wij dalen verder af naar Trooz langs het mooie station van Trooz, spijtig dat het zo onderkomen is. Hier ook het monument voor de gesneuvelden. Nog even langs de grote weg met prachtige huizen en de Vesder over en dan zijn we terug aan ons vertrek. Een mooie en aangename wandeling met vele mooie momenten.
Wij bezoeken nog even : Les Plus Beaux Villages de Wallonie. OLNE-
Olne: In een landschap waar de zachte glooiingen van Land van Herve samengaan met de vele Ardense massieven, wijst alleen het spitse leien dak van de Sint-Sebastiaanskerk op de aanwezigheid van het dorpje Olne.
De harmonie en de homogeniteit van het dorp zijn gekenmerkt door de Maasrenaissance en door de architectuur uit de 17e en 18e eeuw. De huizen en hoeven in kalkhoudende breuksteen zijn daar de nog tastbare getuigen van. Olne was vroeger een stadje dat horig was aan de graven van Dalhem. Onder het Ancien Regime was het een van de zeldzame calvinistische bolwerken in België. Het dorpje telt nog enkele oude huizen gebouwd in breuksteen. Het oudste dateert uit 1647.
Enkele mooie oude postkaarten van Trooz.
Buiten de kerk, rondom het oude kerkhof, verrijst een muur bezet met grafstenen en voorzien van twee fraaie toegangspoorten de ene overdekte met een portaaltje, de andere voorzien van een hoog hek in ijzersmeedwerk dat het jaartal 1774 draagt. Een wandeling door het dorpje is zeker de moeite waard, even buiten het dorp ligt het Chateau des Barons dOlne in Louis XIII stijl uit 1703. Een prachtig dorp.
LENTETOCHT / WSV. DE SCHOVERIK / DIEPENBEEK 06/04/2010.
LENTETOCHT.
WSV. DE SCHOVERIK DIEPENBEEK.
DIEPENBEEK.
Met de Demer, het Albertkanaal, de Stiemer en de Caetsbeek en veel natuur heeft Diepenbeek geen gebrek aan mooie plekjes. De oudste Belgen vonden dit blijkbaar ook, want hier zijn heel wat overblijfselen teruggevonden uit de prehistorie en de Gallo-Romeinse tijd.
Als vrijheerlijkheid in handen van een plaatselijke heer, was Diepenbeek jarenlang betwist gebied tussen Luik en Brabant. Dit had ongetwijfeld te maken met zijn, toen al, strategisch gunstige ligging op weg naar Maastricht. Het gekletter van wapengeweld echode eeuwenlang door deze van natuur zo serene streek. Het was generaal Bonaparte die op het eind van de 18e eeuw de orde in België herstelde. Toen ontstond meteen ook de gemeente Diepenbeek.
Diepenbeek bezit nog vele vakwerkhuizen die met veel zorg bewaard blijven. Telkens we hier wandelen komen we ze wel tegen. Het is een prachtige wandeling met veel natuur. Ook verschillende kapellen komen we tegen. We genieten van de wandeling. Het is telkens weer een bijzonder wandeling omdat we bij onze eigen club wandelen en zo telkens weer clubgenoten tegen komen.
Vandaag is de zon laat op de namiddag komen kijken, de bloesems worden elke dag mooier nog enkele dagen en alles staat in volle bloei. Een fotoverslag vanuit een hoogstamboomgaard met kersen bomen. Een prachtige belevenis, er zijn geruchten dat deze hoogstamboomgaard gaat verdwijnen om een woonzone te worden, mischien zijn dit de laatste beelden van deze prachtige boomgaard geniet er meer mee.
MARCHE POPULAIRE INTERNATIONALE DU LUNDI DE PAQUES / LES ROBINSONS BAALON 55 / BAALON MEUSE FRANCE 05/04/2010.
MARCHE POPULAIRE INTERNATIONALE DU LUNDI DE PAQUES.
LES ROBINSONS BAALON 55.
BAALON MEUSE FRANCE.
In het noorden van Frankrijk ligt de regio Champagne-Ardennes. Het is een gevarieerde streek qua landschap. In het noordelijkste deel liggen de Ardennen. Een ruim bebost gebied en ook redelijk dun bevolkt. De Ardennen is een heuvelachtig departement met een machtige natuur. De uitgestrekte bossen worden afgewisseld met kronkelende riviertjes en interessante rotsformaties.
De wasplaats
De Ardennen betekent in het keltisch : breed bos. Wij concluderen dat de Kelten het goed hadden gezien want het is een en al bos wat je hier ziet. De Maas stroomt er op haar eigen eigenwijze manier dwars doorheen en dat kan in de natte maanden van het jaar tot behoorlijk wat overlast in de vorm van overstromingen zorgen. Overigens levert dat ook weer indrukwekkende plaatjes op. Tussen de woningen en de straat bevindt zich een strook gemeenschappelijke grond, het zgn. usoir. Dit was uitsluitend bestemd voor de opslag van hout en mest en zo een echte barometer voor de landbouwactiviteit Tegenwoordig bestaat het nog steeds in de vorm van een groenstrook. Het usoir, een kenmerkend element! Het was de plaats waar geruchten en roddels hoogtij vierden.
Op de mooie zomeravonden zat iedereen buiten en werd het gemeenschapsleven gevoed met de verhalen van de dag, terwijl de vrouwen voorbereidingen troffen voor het eten. De boontjes werden afgehaald, de aardappels geschild zittend op de stenen bank aan de voorzijde van de woning. Het usoir vormde een belangrijke rol in het sociale leven van de dorpelingen en families. Het usoir volgt de evolutie en heden ten dage zijn de landbouwmachines vervangen door de auto en speelt het boerenleven zich meer en meer in de periferie van het dorp af. Nochtans blijft het usoir gemeenschapsgrond dat ter beschikking van de aanwonende wordt gelaten met als enige recht tour de volet, de draaicirkel van de luiken. Veelal 60 cm die men naar eigen inzicht mag beplanten en gebruiken. Het is niet de bedoeling om het stuk grond af te perken en een eigen voortuin te creëren, maar wel wordt een beroep gedaan op de inwoners voor het onderhoud, beplanting met de van oorsprong originele bomen en planten.
Een tweede eigenaardigheid vind je in bijna elk dorp de wasplaatsen, drinkplaatsen en waterbekkens........... Schoon water, dat steeds schaarser wordt in onze wereld, is in de Meuse en de Ardennes nog volop aanwezig en stroomt uit de heuvels, langs de rotsen en borrelt omhoog in de velden. In de 19e eeuw werden er in Frankrijk in het kader van de verbetering van de openbare hygiëne talrijke wasplaatsen, bronnen en waterbekkens gebouwd. En dankzij de franse mentaliteit van laisser (laten) zijn ze bewaard gebleven. Deze bouwwerken, soms verrassend, soms zeer eenvoudig hebben ook tegenwoordig nog een grote cultuurhistorische waarde en zijn de moeite van het bezoeken waard. Het frisse klaterende water van de wasplaatsen en fonteinen geeft veel extra charme aan het pittoreske karakter van de dorpen in de Meuse en de Ardennes. Zo is Baalon. Prachtige omgeving met velden en bossen. De vriendelijke wandelclub met aangename mensen die alles doen om het ons wandelaars het aangenaam te maken zoals op de controle gratis warme waffels en smoutebollen. Een fijne en aangename wandeling.
STENAY
Wij bezoeken het stadje Stenay. We bezoeken het Europees Biermuseum. Gevestigd in een voormalig proviandmagazijn uit 1542, in 1879 verbouwd tot mouterij en in 1986 tot Europees Biermuseum. Het beschrijft de geschiedenis van de bierproductie van het begin tot de 20e eeuw. Van de grondstoffen tot het proeven in de taverne van het museum, via de verzameling van voorwerpen uit de brouwerij (glazen, affiches, geëmailleerde reclameborden...).
Het geheel beslaat een oppervlakte van 1600 m2. Het museum beschikt in 2007 over vier expositieruimtes en is omgeven door een hopakker en een botanische tuin. Het centrum met kiosk en gemeentehuis en een mooie arcade gangen. Wat verder de Moulin le Cygne en de kleine haven. Over de naam Stenay doen ook veel legenden de ronde. Het schild van de stad is zilver met een omhoogwijzende visgraat (^) in blauw, met daaronder een gewapende rechtopstaande gouden leeuw met geopende bek.
In 1973 publiceert ene Gérard de Sède de stelling dat Stenay is afgeleid van Sathenay/Sathanay; een directe verwijzing naar de duivel. De staande figuur op het schild zou dan ook geen leeuw zijn, maar de gehoornde Satan met bokkepoten. Stenay zou hiermee de stad van de Satan zijn. Deze stelling had al in de 19e eeuw opgeld gedaan, en als in 1925 een nieuw stadhuis wordt gebouwd is op het gebeeldhouwde fronton het gezicht van de duivel te zien.
In werkelijkheid is de naam Stenay waarschijnlijk afgeleid van Setinius, dat weer afkomstig is van de Romeinse stad Setia (het tegenwoordige Sezze), 80 km. ten zuidoosten van Rome. Feitelijk is het zelfs nagenoeg onmogelijk dat de stad is vernoemd naar Satan; dit is een Hebreeuws woord, dat met de bijbel door de christelijke wereld is verspreid. Het deel van het Romeinse rijk waar Stenay ligt is pas in de 5e eeuw gekerstend; het is dus onlogisch dat een stad in 50 v.Chr. is vernoemd naar een woord in een taal die niemand kende. Ondanks dit feit houden de bewoners het Satan-verhaal levend, omdat het goed is voor het toerisme en de omzet; de plaatselijke snoepwinkel verkoopt Crottes de Satan en de eremedaille van de stad wordt uitgegeven door de Confrérie des Diablotins de Stenay.
Sinds enkele dagen beginnen de bloesem in het Haspengouws landschap te verschijnen, nog een paar dagen zon en de bloesem is op zijn moois. De vroege hoogstamkersen en vroege pruimenlaren staan nu volop in bloei, ook enkele perensoorten staan in de bloei. Het is prachtig om een wandeleing te maken rond Kuttekoven en het Provinciaal Domein Rullingen. Een foto verslag, geniet ervan.
36e MARCHE DES PINGOUINS DE BELLAIRE / LES PINGOUINS DE BELLAIRE / BELLAIRE 03/04/2010.
36E MARCHE DES PINGOUINS DE BELLAIRE.
LES PINGOUINS DE BELLAIRE.
BELLAIRE.
Wij wandelen vandaag in Bellaire een deelgemeente van Beyne-Heusy. We komen aan een kapel en dan wandelen we door het dorpje en komen aan een mooie gerenoveerde woning op de daknok staan hanen wat heel mooi is, bijzonder. We wandelen verder en komen aan de wandeling La balade des deux Fontaines een 6kilometer lange wandeling door de prachtige velden.
Wij wandelen verder richting Blegny, de terriel duikt voor ons op. We wandelen door het dorpje met zijn prachtige hoeves en gebouwen. We komen in Retinne langs het monument van de gesneuvelden, een prachtig monument. Ook hier weer prachtige boerderijen. We komen op een mooi plein, hier staat het kruis met Chris a double face-1752 een kruis met aan weerzijde het beeld van de gekruisigde Christus. Tegenover een prachtige kasteelhoeve met wapenschild boven de ingang.
We wandelen verder en wandelen het bos in, hier staan de lentebloeiers waar we met volle teugen van kunnen genieten, ook staat hier de wilde helleborus, De lenteroos of vastenroos (Helleborus orientalis) behoort tot het geslacht nieskruid waartoe ook de kerstroos (Helleborus niger) behoort. De lenteroos is een vaste plant uit de sectie Helleborastrum, die tijdens de bloei 45 cm hoog wordt.
Wij wandelen door het prachtige bos met diep ingesneden valleien. De hellingen staan vol met daslook nog enkele dagen en de hellingen kleuren wit van de daslook, nu is het een prachtig groen dekken. De Daslook (Allium ursinum) is een plant uit de lookfamilie (Alliaceae). Het is een vrij zeldzame soort in België en Nederland. De soort is in wettelijk beschermd. De ovale bladeren zijn 3-5 cm breed, donkergroen en parallelnervig. De zuiver witte bloemen hebben zes witte bloemdekbladen en zijn in losse bolvormige schermen gegroepeerd. De plant bloeit van april tot juni, soms tot juli. De plant wordt 30-40 cm hoog.
De plant groeit vaak in groepen en trekt door de sterke uienlucht snel de aandacht. De bloem bevat zes meeldraden en een driedelige stamper. Deze zijn omgeven door zes breed ovale bloemdekbladen. De zaden zijn zwartbruin. Wij verlaten het bos en komen zo terug aan ons vertrekpunt. Een prachtige wandeling.