Het stukje Romeinse weg aan de Helshoven kapel herberg een stukje geschiedenis dat niet zo prettig is. Een stukje uit Het Belang van Limburg Langs een oude Romeinse weg in Gotem: (Borgloon) en niet ver van de kapel van Helshoven - een bekend en druk bezocht bedevaartsoord ter ere van Maria, koningin van de blijde vrede-- staat een galg. Het is een constructie van eiken balken met een galg, die om en bij de drie meter hoog is en dateert uit 1982.
In de omgeving staan wat bomen en struiken in terrasvorm. Het is een groen en vooral vredig oord voor wandelaars en picknickers, die er even komen verpozen aan tafels en banken. Toeristen uit alle hoeken van het land maken niet enkel kennis met het leemrijke, het golvende en het fruitige Haspengouw. Ook en vooral doet de galg hen herinneren aan een luguber verleden. In 1493 - bijna 500 jaar geleden - werden er de eerste boeven opgeknoopt. Ze kwamen uit het naburige Rijkel, nadien volgden nog vele andere outlaws en rovers. Destijds spraken koningen, rondreizende rechtbanken en schepenbanken de doodstraf - veelal ophanging aan de galg - uit onder een stokoude linde. En niet ver daar vandaan stond de galg, waar de beul de strop rond de nek van de ter dood veroordeelde deed. Van in de vroege middeleeuwen tot aan de Franse lijd vonden boeven, moordenaars, deserteurs en tal van andere kleine en grote criminelen de dood aan de galg.
LAATSTE KLUIZENAAR
HOOGSTAM BOOMGAARD
In onze contreien kregen vooral vele Bokkenrijders - ze maakten deel uit van een roversbende uit de 18de eeuw - een koord om de nek. Allen werden opgehangen aan een eikenhouten galg, die veelal op een berg in een uithoek van een dorp of een gehucht stond. In de steden lagen de galgenvelden buiten de stadswallen. Ook heksen bengelden hoog aan een galg. Niet veel, maar het kwam voor. Veruit de meeste heksen stierven een erg pijnlijke dood op de brandstapel. Die met mutsaarden eveneens in een uithoek van het dorp of op een heuvel werd aangestoken. Zowel de galgen als de plaatsen waar heksen werden verbrand, werden door de mensen angstvallig gemeden. Dood boezemde de mensen angst in. Rond die plaatsen ontstonden ook de spookverhalen en dwaalden er 's nachts lichtjes rond. Vandaag neemt een meerderheid van de mensen dergelijke verhalen niet meer au serieus.
ROMEINSE HEERBAAN
KAPEL HELSHOVEN
TJENNE DE HEKS
Sinds Napoleon spreekt de galg niet meer. Ook in Limburg zijn vele sporen door de tand-des-tijds uitgewist. Met uitzondering van sommige straatnamen, die nog verwijzen naar het bestaan van de galgen. En ook in een aantal plaatsnamen komt de samenstelling met «galg» nog voor: Galgenberg, Galgenveld, Galgenbos en Galgendries. De galg in Helshoven en de heuvel er rond is het enige tot nu toe gerestaureerde galgenveld van de provincie.
TSJENNEBOOM
PANORAMA OP BORGLOON
KASTEEL HULSBERG
De man achter de reconstructie van de galg en de herwaardering van nog vele andere bezienswaardigheden in en rond Helshoven is de Assumptionist Arsène Martens. die momenteel verblijft in het Sint-Aloyisiusinstituut te Zepperen. Er gaat bijna geen dag voorbij of broeder Arséne loopt effen langs. Van het galgenveld naar de Tjenneberg, dat op een kruispunt ligt van de vier gemeentes Voort, Gotem, Mettekoven en Hoepertingen. En het gaat erg bergop. Met zijn 92 meter het hoogste punt in Midden-Haspengouw. Een kleine zilveren abeel met wat struiken er omheen sieren samen met een rustbank de heuveltop.
NAAR METTEKOVEN
Centraal staat er ook een bordje niet een herinnering aan «Tjenne» of «Jenne», bijgenaamd de heks van Mettekoven. De naam zou verwijzen naar een Johanna of Anna Machiels, die van hekserij werd beschuldigd. Na een proces van ruim twee jaar werd «Tjenne de heks» in 1667 levend verbrand. Ze zou de verpersoonlijking zijn geweest van allerlei boze machten. Ook zou ze heel wat kwaaie daden op haar kerfstok hebben gehad of destijds jong en oud ertoe aangezet. De doodstraf werd uitgesproken aan de voet van een reuzelinde. Een goeie 100 meter beneden de Tjenneberg en de verbranding vond dan op de top plaats. Sindsdien wordt in de overlevering en geschriften gesproken over de «Tjenneboom» (de eerste). Hoe reusachtig die boom was? In een nummer van het tijdschrift «Limburgse Volkskunde» (1888-1889) schrijft Jules Frère: «De omtrek van de linde was 5,60 meter en vier personen konden makkelijk in één der spleten staan. Het takkengestel was sterk ontwikkeld en had een doorsnede van 16 meter». Eind vorige eeuw stierf de reuzelinde van ouderdom en in de nabijheid schoot een populier wortel, die dan de naam van Tjenneboom (de tweede) droeg. Hij bleef niet verstoken van onheil. Of had Tjenne de heks daar de hand in? Het leek alsof haar geest er nog rondzwierf. In volle groei werd hij geteisterd door een orkaan. Hij overleefde de aanslag.
METTEKOVEN
STASVELD
Vóór de invasie van de Duitsers in de tweede wereldoorlog gebruikte het Belgische leger de heuvel - toch een ideale uitkijkpost over een groot deel van de provincie - als verkenningspunt, met een telefooninstallatie in de onmiddellijke nabijheid. Ook de Duitsers en de Amerikanen maakten gebruik van de gunstige ligging van de Tjenneheuvel. De Amerikanen sloegen bijna een jaar lang hun tenten op onder de hoorn. De dag nadat ze in de zomer van '45 wegtrokken sloeg de bliksem in de populier. Van de kruin tot de wortel werd de stam opengereten. Vijftien jaar later werd de zwaargehavende boom, zoals «Tjenne de heks» - oh, speling van het noodlot -, levend verbrand. Na de blikseminslag gingen kinderen uit Helshoven en omgeving spelen in de holle boomstam. Ze haalden allerlei kattenkwaad uit en gingen ook een vuurtje stoken. De populier ging in de vlammen op. Alleen de stronk bleef nog overeind. Kinderen hebben van de eens zo statige boom een reus op lemen voeten gemaakt. En op een mooie woensdag lag dan ook de stronk tegen de, grond. Hij kwam neer in een tarweveld. Tjenneboom twee was dood. Niet getreurd. Tien jaar later verrees een derde boom uit zijn as. Door toedoen van de ijverige broeder Arséne Martens, burgemeester Vrancken van Gotem, en tal van notabelen uit Borgloon. SintTruiden en de rest van de provincie werd een jonge witte populier geplant.
STASVELD
Vandaag is de abeel een uit de kluiten gewassen populier, die opnieuw de naam «Tjenneboom» draagt. Tot nu toe is hij gespaard gebleven van de bliksem of enig andere natuurramp. Misschien is de toom van «Tjenne de heks» geluwd en heeft haar ziel in de kleffe leemgrond eindelijk rust gevonden. Bij het aanplanten van de derde Tjenneboom op 22 april 1970 schreef de voormalige conservator van Bokrijk Jozef Weyns een korte spreuk, die nog altijd op een bord langs de boom prijkt: «Opnieuw geplant door Vrancken's hand, waar 'k eeuwen overschouw ons vruchtbaar Haspengouw». Inderdaad, de Tjenneheuvel en de vele boomgaarden er rond zijn het hart van de fruitstreek in Haspengouw. Vanop de heuvel kijken we ook naar het golvende landschap en hebben er een ongelooflijk mooi panorama. Bij goed weer en een open, blauwe hemel tellen we er een 15-tal kerktorens. Het zijn bakens in het landschap. Zelfs de steenstorten van de mijnen van Waterschei, Winterslag, Zwartberg, Houthalen en Beringen zijn goed zichtbaar. Een betere uitkijk over de streek is er niet. De laatste blik die de heksen op de brandstapel en de boeven aan de galg met zich meenamen naar de eeuwigheid was alleszins de moeite. Uit Het Belang van Limburg van 2 Augustus 1991 door Xavier Lenaers.
HOEVE HELSHOVEN
De Katarakt wandeling van Helshoven vertrekt aan de kapel van Helshoven. We wandelen over de Romeinse weg richting Tjenneboom. We klimmen door het prachtige landschap achterom kijkend naar de kapel. Zo komen we aan het monument van Tjenne de heks, dit vervangt het oude plaket en werd geplaatst bij de herinrichting van de verkavelingwerken. Wat verder staat Tjenneboom. Het panorama is uniek in de streek een prachtig zicht op het graven stadje Borgloon, kasteel de Hulsberg. Hier verlaten we de Romeinse heerbaan en wandelen naar Mettekoven. Een prachtig uitzicht op het dorpje Mettekoven, een echt grand-cru landschap, met golvende akkers langs een smal pad met bessenstruiken, een holle weg dan komen we in Mettekoven, langs de grote vierkantshoeve en dan het natuurgebied Stasveld binnen vanop de uitkijktoren hebben we prachtig beeld van het golvend landschap en wat verder door de kersenweide dan zakken we af naar de Romeinse heerbaan en zien terug de Kapel van Helshoven.
Op het plein voor de kapel staan twee prachtige hoeven. Om de prachtige wandeling af te sluiten gaan we in de De Kluizenaar een lekker pannenkoek met Loonse stroop eten.
Kastelendorp, met 4 kastelen heeft een dubbel entiteit, voorvloeiend uit het middeleeuws verleden, tot op heden gaaf bewaart. Het vroegere Gorsleeuw een typische kasteeldorp en het straatgehucht Opleeuw. Wij vertrekken met de wandeling in Opleeuw.
We wandelen hier in het heuvelachtig gebied, de overgangszone tussen Droog en Vochtig Haspengouw. Hier en daar staan nog oude huisje in vakwerk welke prachtig gerestaureerd zijn. We dalen af en wandelen naar het centrum van Gorsleeuw, zo komen aan het prachtige dorpsplein met de Sint Martinuskerk, het kasteel van Gors, de kasteelhoeve met bakoven en de paardenrijschool. Deze site is prachtig om te bezoeken.
KASTEEL VAN GORS
Gors-Opleeuw doet mee aan de wedstrijd Mooiste dorp van Vlaanderen met zijn vier kastelen en prachtige kasteelhoeven maakt ze wel kans om dit te winnen. Wij wandelen verder en komen aan het brongebied van het zachtglooiend zijdalletje van de Molenbeek, dit vormt het landschappelijk decor van het kasteel van Opleeuw. We komen voor de kasteelsite waar je eigenaardige golvingen in het landschap ziet de voormalige kasteelvijver met het eilandje zijn duidelijk te zien. Wat verder zien we de ommuurde kasteeltuin.
KASTEEL VAN OPLEEUW
Hier is nu de bekende wijngaard van Gors-Opleeuw. Zo komen we aan het kasteel van Opleeuw. Dit gebouw in neorococo-stijl (1874) wat slechts 1/3 van het oorspronkelijk gebouw is. Ten westen van het kasteel de twee parallelle vleugels van de kasteelhoeve en het boswachterhuisje. In de straatgevel van de rechtse vleugel is een zonnewijzer verwerkt. Wat verder staat de Mariakapel. Nog wat klimmen, wij kijken nog even achterom om te genieten van het prachtige zicht op het kasteel.
WINTERWANDERUNG / MARSCHFREUNDE KELMIS / KELMIS - LA CALAMINNE 20/01/2008.
36E WINTERWANDERUNG
MARSCHFREUNDE KELMIS
KELMIS/ LA CALAMINE
Kenmerkend voor deze vriendelijke gemeente in het hart van de Drielandenhoek is de grote menigvuldigheid van de natuur.
WATERMOLEN MORSENET
Een verrukkelijk landschap ligt aan de voeten van de wandelaar: het Hoge Veen, het Hertogenbos in 't zuiden, in 't noorden en oosten het Pruisbos en in het westen het Herver Heuvelland. We wandelen door het prachtige Geuldal. De Geul is 58 kilometer lang en het totale verval bedraagt ongeveer 250 meter. Vroegere kanalisaties worden weer opgeheven, zodat de rivier weer in haar oude loop komt te liggen. De rivier meandert zo weer als vanouds door het prachtige landschap.
Zo wandelen we naar Morsenet, een gezellig bruggetje over de rivier de Geul is het eerste, dat je ziet als je bij Moresnet aankomt. Vrijwel direct zie je ook een hoog spoorwegtraject en een groot toeristenbord.Dit alles maakt, dat je stopt en gelijk je fototoestel pakt. Het toeristenbord van de Belgische spoorwegen. Daarop staat in drie talen de geschiedenis van het viaduct. Het werd tijdens de Eerste Wereldoorlog door de Duitsers gebouwd. In 1940, tijdens de aftocht, vernielden de Belgen het viaduct gedeeltelijk en bouwden de Duitsers het weer op. In 1944, toen de Duitsers vertrokken, vernielden zij op hun beurt het viaduct weer. De Belgen bouwden het op en in 1948 was het klaar. Het viaduct is 1.107 meter lang en tussen de 23 en 52 meter hoog.
VIADUCT MORSENET
MUSEUM MORSENET
Wat verder staat het museum van Morsenet met een aandenken aan de oude brug, de brug werd enkele jaren geleden volledig hernieuwd. We komen langs Foulerie 1726-1860 deze molen stopte zijn activiteit in 1972 nu word er door de turbine stroom opgewekt. We wandelen de zijstraat in en een stevige klim staat er voor onze voeten. We komen langs het Chateau de Bempt met zijn toren in bruine steen. Een stevige klim en we hebben een prachtig zicht op het viaduct.
MUSEUM MORSENET
CHATEAU DE BEMPT
We wandelen door het bos en komen aan het goed van Kasteel Eyneburg te Hergenrath. Het is één van de weinige kastelen van het hertogdom Limburg dat op een heuvel gebouwd is in plaats van in een dal. Men beschermde zich door middel van kunstmatig aangelegde grachten.
DOMEIN EYNEBURG
Eynebourg bepaalt het landschap van de linker Geuloever. Men kan kasteel Eynebourg, door zijn hoge ligging en vanwege de ronde toren met slanke spits, van zeer ver zien. In 1960 (nog), was het kasteel, als gevolg van het afbreken van een brug tijdens de Tweede Wereldoorlog slechts toegankelijk via de tweede weg. Deze weg takt zich af op de weg naar Aken op het uiterste noordoostelijke puntje van de bebouwde kom van La Calamine (Kelmis). Deze afslag loopt naar Hergenrath. Op de weg over de heuvel die voor dit dorp ligt, moet men rechts afslaan, een smalle holle weg in.
Deze weg loopt door een romantische rotsachtige en beboste engte, steekt vervolgens de geul over. Door deze prachtige weg dalen we af naar Kelmis. Nog langs de grote vijver en de grote baan over en terug naar het centrum. Door het park dat herinnerd aan de mijnbouw. Zo komen we terug aan in Kelmis. Een prachtige aangename wandeling met veel afwissseling.
34 MARCHE INT. DES PANTOUFLARDS / LES PANTOUFLARDS DE VILLERS L'EVEQUE / VILLERS L'EVEQUE 19/01/2008
34e MARCHE INT. DES PANTOUFLARDS
LES PANTOUFLARDS DE VILLERS-LEVEQUE.
VILLERS LEVEQUE.
Villers-l'Evêque is een Haspengouws landbouw- en woondorp in het westen van de gemeente Awans. Het is een landbouwgemeente met grote boerderijen.
We wandelen door de straten van Villers LEveque de ene grote boerderij na de andere. Het zijn toch prachtige gebouwen, met groet inrijpoorten, dikwijls zijn het vierkantshoeves. We zijn hier dan ook in het Waalse Haspengouw. We wandelen naar Xhendremael en Othee, beide landbouwdorpjes.
Othee is hier gekend voor de strijd van 23 september 1408 met Overwinning van de prins-bisschop van Luik en zijn Bourgondische bondgenoten. Voor de rest komen we boerderijen, landerijen en akkers. Zo komen we terug in Villers LEveque.
We wandelen langs het Perron van Villers LEveque beschermt als monument in 1937. Een perron is een stenen zuil met daarop een bol (pijnappel) en een kruis. Het is een symbool van vrijheid en autonomie. De oorsprong is duister en waarschijnlijk heidens. Waarschijnlijk was het de markering van de plaats waar recht werd gesproken.
Deze perrons zijn uitsluitend te vinden in plaatsen die behoorden tot het Prinsbisdom Luik. Zo eindigt onze korte wandeling, wij moeten ons klaar maken voor ons jaarlijks clubfeest bij onze wandelclub De Schoverik.
Het kastelendorp Hoepertingen is ontstaan als een leenheerlijkheid, tot 1250 afhankelijk van het Graafschap Loon, nadien van Heeswijk in Noord-Brabant.
KASTEEL MARIAGAARDEN
Omstreeks 1620 bouwde Willem de Schaerenberg de middeleeuwse burcht uit tot een Maaslands waterkasteel met een imposant neerhof. Ook in het dorp zijn nog bouwsporen van Willem te vinden, nl. het paenhuis op de hoek van Hoepertingenstraat en de Langstraat, en ook het vol marmeren familie altaar in de Sint Jobskapel. In 1763 liet Jan Ferdinant de Sluse het herenhuis vernieuwen in de Frans-classicitische modestijl van toen. De tuingevel, de kasteelhal met Italiaans stucwerk, de kardinaalszaal met een schouwschilderij van Martin Aube (1763) en de kasteelkapel zijn gaaf bewaard.
PAENHUIS
KAOK
Sinds 1985 bied het kasteel Mariagaarde in een prachtig kader gastvrij onderdak voor groepen en culturele activiteiten, het word nog altijd bewoond door zusters Annuntiaten van Heverlee. Het park welke open is geeft een prachtig zicht op het kasteel. Het poort gebouw werd bewaard maar het neerhof verdween. De wandeling vertrekt hier en dan komen we aan het paenhuis welkt tot 1795 dienst deed als gerechtshof ervoor stond stenen zetel of Kaok genoemd in Hoepertingen. Tot 1897 stond hier op het kruispunt deze stenen zetel, door de smalle doorgang werd de zetel aangereden door een mestkar met vier paarden en om ze los te krijgen moest de steen stuk geslagen worden. De kaak was een schandpaal dat in het Ancien Regime gebruik als strafinstrument. De veroordeelde werd aan de schandpaal vastgemaakt en door het publiek bespot. De meeste schandpalen verdwenen bij de Franse inval van 1792-1794, maar in ons land bleef de schandpaalstraf bestaan tot 1865.
Na dit stukje historie wandelen we het prachtige Haspengouwse landschap te gemoed, tussen de laagstam plantage met verre zichten over het landschap. Na een prachtige wandeling door de velden komen we terug in Hoepertingen langs de grote boerderij en terug aan het kasteel. Een prachtige wandeling.
MARCHE DE LA CITADELLE / LES SPITANTS DE NAMUR / NAMUR 13/01/2008
30E MARCHE DE LA CITADELLE
LES SPITANTS DE NAMUR.
NAMUR.
Namen de poort tot de Ardennen is een bekoorlijke stad boordevol prettige verrassingen.
HET ARSENAL
STE THERESE KAPEL.
We vertrekken met de wandeling in het Arsenal gebouwd door Vauban in 1692, een voorbeeld van militaire bouwkunst in Louis XIV stijl. Het diende als wapendepot van het leger en de Rijkswacht. Prachtig gerestaureerd met een uniek dakgebinte. We verlaten het Arsenal,en wandelen naar de Citadel voorbij het standbeeld van de gesneuvelden en dan beginnen we de klim naar de Citadel.
INGANG NAAR DE CITADEL
ONDERAARDSE GANGEN
We komen aan de Chapelle Ste Thérése. En dan verder klimmen tot op de top van de Citadel. Een uitgestrekte domein, dat door de eeuwen heen uitgebreid. Het kasteel van de Graven van Namen is het oudste gebouw daarna werd de Mediane gebouwd het ondergrondse fort. In de 17de eeuw werd de Terra Nova gebouwd met nieuwe omwalling en onderaardse gangen, kazematten, kruitmagazijnen en kazerne. In de 19de eeuw werd het Fort van Orange bijgebouwd. In 1893 geeft Koning Leopold II een deel van de gronden van het fort aan de stad Namen om er een plein op te bouwen de Esplanade.
Wij wandelen door het fort, onderaardse gangen met prachtige zichten op de stad met zijn vele kerken. Met zichten op de Maas en de Samber. Beneden in de stad zijn de gebouwen van de Waalse gemeenschap. We komen onze vrienden Andre en Marleen tegen en maken een babbel om wat bij te praten. De controle in het fort en dan weer door de onderaardse gangen dalen we af naar de stad. Uit zijn tweeduizendjarige geschiedenis heeft Namen merkwaardige staaltjes van religieuze en burgerlijke architectuur bewaard: burgerhuizen in baksteen en arduinsteen uit het begin van de 17de eeuw; enkele fraaie herenhuizen, het voormalige bisschoppelijke paleis uit 1740 zijn enkele van de prachtige gebouwen in de stad. Een bijzonder mooi plekje is aan de samenvloeiing van de Maas en de Samber hier kijkt koning Albert I van op zijn paard over beide rivieren.
Als we terug naar het Arsenal wandelen kijken we nog eens naar het indrukwekkend geheel van de citadel hoog boven op de rots. Een prachtige wandeling in Namen ook dank zij het mooie weer, de helder blauwe lucht over het landschap met een lekker zonnetje, wat moet je nog meer hebben op een zondag.
De wereld van Katarakt begint op het Truiens Begijnhof waar een gloednieuw onthaalcentrum rond de serie is geopend. We kunnen achter de schermen kijken, ontdekken het wondere Haspengouwse fruitlandschap. Je ontdekt er gezellige plekjes uit de serie.
BEGIJNHOF
De plek voor het onthaalcentrum is wel goed gekozen. Te midden in het Truiers begijnhof. In de begijnhofkerk ontdek je een stukje bijzonder werelderfgoed. In Sint-Truiden werd reeds dadelijk na de stichting van het begijnhof (1258) met de bouw van de kerk begonnen.
Het kerkgebouw in zijn huidige vorm is het resultaat van verschillende bouwfasen. Rond 1300 werd de laatste bouwfase afgewerkt. Maar binnen ontdekt je nog een grotere schat, de muurschilderingen. De muurschilderingen dateren van 1300 tot het begin van de 17de eeuw. Bij de intrede van de Barok werden de schilderijen over pleistert en verscholen achter het meubilair. In 1860 werden de schilderijen herontdekt.
Sinds 1981 is de begijnhofkerk in gebruik als provinciaal Museum voor religieuze Kunst. De muurschilderijen zijn gratis te bekijken. Een wandeling rond het begijnhof levert mooie beelden op. Ook de grote boerderij binnen het begijnhof is een bezoekje waard. In het Torenhuisje bevind zich het Katarakt infopunt. Een wandeling in de buurt van het begijnhof en ook het park en Speelhof zijn een bezoekje waard.
MARCHE DE LA CHOUFFE / FORTS MARCHEURS EMBOURG / EMBOURG 12/01/2008.
MARCHE DE LA CHOUFFE
FORTS MARCHEURS EMBOURG.
EMBOURG / CHAUDFONTAINE.
Embourg ligt in het gebied tussen Maas en Ourthe wat afgeschermd van het industriegebied van Luik. Een van de weinige gebieden waar de industrie niet zo prominent aanwezig is, te danken aan de nabijheid van Chaudfontaine waar het bronwater op flessen gedaan word. Onze wandeling brengt ons naar de mooiste plekjes met prachtige zichten.
Wij wandelen op de beboste hellingen van de Maas en Ourthe. We komen in Sauheid met een prachtig zicht op de beboste heuvels van de Ourthe. We wandelen langs de Mehaigne een zijrivier van de Maas. Gewoon prachtige omgeving om in te wandelen. We komen in het dorp waar controlepost is. We wandelen door het park, het kasteel op de heuvel en dan dalen we af naar de school waar controle is. Het kasteel doet nu dienst als gemeentehuis.
We wandelen na de controle het dorp binnen, wat winkels en in het grote gebouw tegenover het park zijn winkels en diensten gevestigd. Het was vroeger een groot herenhuis met kasteel allure. We dalen het dorp af en komen zo langs de Chapelle St Therese en dan komen we terug aan in het College du Sartay. Ook dit is een prachtig gebouw, gebouwd in kasteel stijl. Zo eindigt een prachtige wandeldag.
MARCHE DES ETRENNES / LES PIMPONS DE GEMBLOUX / SAUVENIERE 06/01/2008.
24e MARCHE DES ETRENNES
LES PIMPONS DE GEMBLOUX.
SAUVENIERE.
De oude streek was dikwijls het toneel van oorlogen en invallen. Gelukkig treft men er nog enkele getuigen aan van dit roemrijke verleden, zoals kastelen, versterkte hoeven, windmolens en eeuwen oude kapellen. Op onze wandeling komen we deze wel tegen.
De streek bestaat hoofdzakelijk uit rustige landbouwdorpje, Thorembais-Saint Trond, Grand Leez en Lonzee passeren we op de wandeling. Zij vormen een harmonisch geheel met de heuvels die met meidoornhagen begroeid zijn. Men kan heerlijk wandelen in de valleien, door de bossen, over de heuvels en langs de akkers. Langs wegen met kasseien, met wilgenbomen erlangs en dan naar een de grote hoeve gewoon prachtig. Door het mooie landschap genietend van de omgeving, van dorpje naar dorpje van de ene mooie plek naar de andere. Op de weg van Thorembais-Saint Trond naar Grand Leez komen we langs het kasteel voorbij.
KASTEEL THOREMBAIS-SAINT TROND
MOLEN GRAND LEEZ
We klimmen naar Grand Leez en we komen de eerste windmolen tegen op de grens van Grand Leez, spijtig dat de wieken verdwenen zijn maar voor de rest is ze prachtig gerestaureerd. In de verte zien we de Moulin Defrenne, die zijn wieken hoog boven het centrum van Grand-Leez uitsteekt.
MOULIN DEFRENNE
De Moulin Defrenne, genoemd naar de eigenaars-molenaars, is de laatste complete windmolen van de provincie Namen. Hij werd gebouwd in 1830 door het echtpaar Sevrin-Henrion en kwam later in het bezit van de molenaarsfamilie Defrenne. De molen brandde uit in 1900. Al vrij vroeg deed men een beroep op een stoommachine om bij windloosheid toch te kunnen malen. Deze werd vervangen door gas. Sinds 1929 werd elektrisch gemalen. Toch hield de familie Defrenne de windmolen steeds in ere. Op 17 oktober 1962 geraakte de molen beschermd als monument. De familie Loise-Defrenne zag wat in de toeristische ontsluiting van de molen. In het vroegere molenhuis werd een gezellige taverne ingericht, waar men het "molenbrood" kan kopen. Op zondagnamiddagen worden maaldemonstraties gehouden.
GEMEENTEHUIS GRAND LEEZ
FERME DE LEGILLON
We wandelen door het kleine centrum van Grand Leez. Dan vervolgen we onze weg langs prachtige boerderijen en komen zo aan Ferme de Legillon 1756 en een bijzondere kapel. Wat verder komen we in Lonzée met het kasteel met hoeve Schouwenburg met een grote vijver. Dan komen we langs de derde windmolen van de wandeling in Sauveniere, ook hier zijn de wieken verdwenen. Zo komen we terug aan ons vertrekpunt. Een prachtige wandeling in deze landelijke omgeving.
Haspengouw in de ban van Katarakt, Katarakt koekjes, Katarakt vlaaien maar ook wandelen en fietsroutes. Uit de 4 Katarakt wandelingen kiezen we de wandeling in Groot Gelmen een deelgemeente van St Truiden.
DE ZWAAN
We vertrekken aan de kerk van Groot Gelmen met onze wandeling. Met onze rug naar de kerk gekeerd wandelen we recht door naar de voor ons liggende kersen weide. Van hieruit is het parkoers bewegwijzerd we volgen de blauwe bol. Rechts ligt: De Zwaan Limburgse oudste dorpsherberg, onlangs nog volledig gerestaureerd. In de straat naar de kersen weide zien we ook nog twee Haspengouwse vierkantshoeven, deze zullen we meer tegenkomen op onze wandeling. Aan de ingang van de kersenweide hebben ze een nieuw wandelpad aangelegd waardoor we langs de kersenweide kunnen klimmen een stevige klim naar de top van de heuvel.
We dalen een beetje en wandelen de ruilverkaveling op waar we een prachtig zicht hebben op het golvend Haspengouws landschap. We wandelen nu naar Klein Gelmen door het kleinen dorpje en dan klimmen we langs een klein maar steil padje de heuvelrug op het is hier behoorlijk steil. We passeren verschillende plantages en boomgaarden, ook hier weer een oude kersen hoogstamweide. Nu dalen we af door een holle weg die nu natuurreservaat geworden is en de wanden zijn in mergel. Hier komt de mergellaag aan de oppervlakte.
In Gelmen hebben we ook nog een mergelwand waar fossielen gevonden worden. Nu keren we terug richting Groot Gelmen en we zien de kerk al voor ons nog even langs de hoogstam kersen en plantage. Zo komen we terug aan de kerk. Niet ver van de kerk ligt het kasteel De La Motte
Boogfriezen onder kantelen, neptorentjes op de hoeken, steunberen, schietgaten en de typische Engelse waterlijsten boven de kleine vensters. Van de oudste toestand resten nu aan de oostkant nog de poortboog met uitsparing voor de ophaalbrug en de dichtgemetselde spleten voor de houten bomen waaraan de brugkettingen hingen. Onder twee vensters met omlijsting in Maaskalksteen prijkt het alliantiewapen van het paar de Herckenrode-dUdekem, gedragen door twee wildemannen en gejaartekend A° 1792 een heel bijzonder ogende kasteel met de eeuwen oude bron van de Motte. In het prachtige park kan je rustig rondwandelen heb je prachtige zichten op het kasteel. Je kunt er een lekker koffie gaan drinken of iets gaan eten. Een prachtig kasteel in een uitzonderlijke omgeving.
Vijlen (Limburgs: Viele) is een dorpje in Zuid-Limburg behorend tot de gemeente Vaals. Vijlen ligt op ongeveer 200 meter hoogte en is daarmee het hoogst gelegen dorp van Nederland.
Het dorp heeft een bijzondere kerk uit het midden van de vorige eeuw. De statige toren van de St. Martinuskerk torent fier en vooral hoog boven het landschap uit. Van verre is dit Vijlense Godhuis zichtbaar en is de hoogst gelegen RK kerk van Nederland. Vijlen, met de gehuchten Cottessen en Camerig, zijn een paradijs voor ons wandelaars. De uitgestrektheid van de Vijlenerbossen vormt een aparte attractie. Aan alle kanten omzoomd door veelal steile hellingbossen, is het plateau een paradijs voor de echte wandelaar, een bosgebied van meer dan 600 ha.
Wij wandelen uit Vijlen en kijken op de abdij van Sint Benedictusberg. De abdij Sint-Benedictusberg ligt tussen Nyswiller en Lemiers, vlak bij de Duitse grens, op een beboste heuvel langs de weg Maastricht - Aken, niet ver van de eeuwenoude pelgrimsweg tussen beide steden. Twee ronde torens die middeleeuws aandoen, komen boven de bomen uit en doen eerder denken aan een burcht dan aan een klooster. In 1922 is men begonnen met de bouw van de abdij en ze werd pas in 1987 afgewerkt. De Benedictijnen hebben als regel Ora et Labora. Deze Regel van Sint Benedictus schrijft behalve gebed ook handarbeid voor, om zoveel mogelijk in het eigen levensonderhoud te kunnen voorzien. Er is dan ook een eigen wasserij, keuken, bakkerij, kleermakerij, smederij, timmerwerkplaats, moestuin enz. De monniken van de Sint Benedictusberg hebben zich, naar buiten toe, vooral gespecialiseerd in het steenhouwen en in het boekbinden. Bibliotheken en archieven in binnen- en buitenland weten de weg te vinden naar deze boekbinderij, waar men boeken, voornamelijk voor liturgisch gebruik, vervaardigt en restaureert.
Wij wandelen verder en genieten van het prachtige landschap. Verschillende gehuchten en dorpjes doen we aan, Holset is er eentje van met prachtige vakwerkhuizen en hoeves. Maar als we het Vijlerbos induiken dan kunnen we pas genieten van wat de prachtige natuur ons bied. Na de controle wandelen we verder en de kerk van Vijlen is nooit ver uit het gezichtsveld. Nog even wandelen we door het Mechelderbeekdal en volgen een stukje langs de Lombergbeek. Zo komen we terug aan in Vijlen, we hebben genoten van onze wandeling bij de wandelvrienden van Jong Nederland (Jo-Ne) Vijlen.
MARCHE DES FOURONS / LES MARCHEURS FOURONS / REMERSDAEL. 23/12/2007.
MARCHE DES FOURONS.
LES MARCHEURS FOURONS
REMERSDAEL FOURONS.
Remersdael is een rustig dorpje aan de voet van de Roodbosheuvel met schone wandelwegen naar de hoogten en in de mooie vallei van de Gulp. De gebouwen en de bron van het dorp liggen braafjes tussen de kasteelhoeve "het huys" die uit 1652 dateert (mooi toegangsportaal) en de St-Heribertuskerk in Engelse gotiek (1876).
KASTEELHOEVE "HET HUYS"
Als je door de dorpskom van Remersdael passeert, ben je er voor je het beseft al doorheen. Het dorp telt inderdaad maar ongeveer 400 inwoners, maar dan nog valt de kern erg klein uit. Wat je niet meteen ziet, is dat de meeste huizen verspreid liggen in de uitgestrekte weiden rondom de dorpskom. Typisch voor het Land van Herve, die verspreide bewoning. Met zijn 287 meter hoogte is een wijk van Remersdael niet alleen het hoogste punt van Voeren, maar bovendien het hoogste punt van Vlaanderen.
BRON 1859
De kern van Remersdael zelf ligt in een zijdal van de Gulprivier. In dit prachtige landschap maken we onze laatste wandeling van 2007. We komen langs een van de mooiste boerderijen uit de streek met een gerestaureerde vakwerkschuur. Wat verder komen langs een huis met bijzondere veranda waar de verzameling koffiepotten uitgestald zijn. In de Voerstreek zijn vele bronnen en langs eentje van 1859 passeren we.
CASTEL NOTRE-DAME
Dan komen we aan in Obsinnich (ook wel Opsinnich) is een buurtschap van Remersdael. Het gaat terug op een middeleeuwse heerlijkheid, voortkomend uit het versterkt huis dat bewoond werd door een lid van de familieclan der Scavedries, die de naam Rode van Sinnich droeg. We weten van hem dat hij als ridder deelnam aan de slag bij Woeringen (1288). Op deze plek iets meer stroomopwaarts aan de rivier de Gulp gelegen dan de nabije buurtschap Sinnich zelf, staat nu nog steeds het fraaie, later gebouwde kasteel van Obsinnich. Het ligt aan de voet van een heuvelplateau met uitgestrekte beboste hellingen, het Bos van Obsinnich. Landschappelijk bezien hoort Obsinnich bij het Land van Herve. Vanaf de vijftiende eeuw behoorde kasteel Obsinnich toe aan de machtige Limburgse familie d'Eynatten. Een van de mensen uit deze familie liet in deze tijd het huidige kasteel - dat de oorspronkelijke dertiende-eeuwse burcht moest vervangen - bouwen. Kasteel Obsinnich werd in 1961 verkocht aan een stichting van het bisdom Luik en is sindsdien een vakantieverblijf en retraiteplaats voor jongeren. Hier hebben we controlepost en rust. Van hieruit wandelen we naar Hombourg.
Het heuvelend landschap met zijn boerderijen die verspreid liggen in het landschap zijn bijzonder mooi. We komen langs de oude spoorweg en het oude station.
STATION HOMBOURG
Gelukkig heeft iemand het opgekocht en de restauratie is volop bezig, er is een restaurant in onder gebracht. De gebouwen zijn terug in orde gebracht en er staat een hele verzameling oude spoorweg materiaal. Er is ook een heel eind spoor terug aangelegd. Wij verlaten het station en dalen af de vallei in. Het wordt stilaan wat donker en de mist komt opzetten, in het dal zien we de grote hoeve met torens. Dan komen we terug aan in Remersdael . Een prachtige wandeling in een stukje Limburg dat heel anders is.
1983 maakten we kennis met het georganiseerd wandelen. Nu 25 jaar later wandelen we nog steeds. Wij hebben ons landje zien veranderen, dikwijls niet altijd ten goede. De natuur, de grote open plekken die Vlaanderen 25 jaar geleden nog had zijn verloren gegaan. Wallonië is er de laatste jaren wel op vooruit gegaan. Inspanningen rond de natuur en het erfgoed zijn opvallend. Vele goeie vrienden zijn overleden en wij hebben een foto archief van 25 jaar waar je hen in terug vindt. Toch worden er nog dagelijks nieuwe wandelvrienden gemaakt. Wij hebben ook speciale vrienden leren kennen, uit verschillende Europese landen Ierland, Engeland, Duitsland en Nederland, het Groot Hertogdom Luxemburg. Wij hebben banden met wandelclubs uit Engeland en Duitsland opgebouwd. Waardoor we prachtige herinneringen hebben en houden. Hebben vele mooie plekjes bezocht en dankzij Seniorennet kunnen we dit nu delen met jullie. Een heel speciale band hebben we met onze thuisclub De Schoverik Diepenbeek. 25 jaar onze zonen waren nog klein jozef kon amper lopen toch hebben samen met hen vele jaren gewandeld tot ze hun eigen leven zijn gaan leiden, toch blijven het mooie herinneringen, die gekoesterd worden. Wij zouden graag er nog 25 jaar samen bijdoen, maar dit weet je nooit op voorhand. Het enige wat wij moeten doen is blijven wandelen.
Graag een foto uit de oude doos, 1984 Wandelen in Tongeren tezamen met mijn pa en ma, en jozef in de kinderwagen, Ruben kon toen al flinke afstanden wandelen.
MARCHE DES FASTES DE NOEL / AMIS MARCHEURS / IVOZ 22/12/2007.
MARCHE DES FASTES DE NOEL
AMIS MARCHEURS IVOZ.
IVOZ.
Ivoz is een deelgemeente van Flémalle. Koning winter is nog tegenwoordig en een dun laagje sneeuw vinden we op onze wandelweg. We wandelen naar Flémalle waar we de toren van het fort zien.
Op 14 juni 1887 besloot de Belgische regering tot oprichting van een ring van forten rond de stad Luik, ongeveer gelijk aan de fortenring rond Namen. Men besloot luitenant-generaal Henri Alexis Brialmont aan te stellen voor het ontwerpen van de forten. Het was de bedoeling de vallei van de Samber en de Maas ontoegankelijk te maken voor Franse en Duitse agressie.
FORT FLEMALLE
KASTEEL "LA PETIT FLEMAL"
Men voorzag zes forten aan iedere kant van de Maas. De ring zou een totale omtrek van 52 km hebben. De vesting Luik bestond uit 12 forten, zes kleine (driehoekige) en zes grote (vierhoekige), op maximaal 9 kilometer van het stadscentrum en met een onderlinge tussenruimte van 2 tot 6 km. Deze monumenten van de oorlog komen we geregeld tegen op onze wandelingen. Flémalle ligt wat verwijderd van de Maasvallei en daardoor heeft het zijn landelijk karakter en zijn prestigieus architecturaal patrimonium volop tentoon.
KASTEEL "LA PETITE FLEMAL"
Het dorp heeft de bijnaam van dorp van de acht kastelen en het bezit ook vele oude gebouwen. We ontdekken de hermitage een bijzonder plek op de wandeling. Maar ook het kasteel Flemalle is bijzonder. Flémalle-Haut ook wel La Petiite Flemal genoemd heeft het prachtige kasteel uit de XVII eeuw, gelegen in een prachtig park, wij wandelen door het park en genieten van het winterse landschap.
Wij wandelen terug naar Ivoz en steken de Maas over aan de stuw van Ivoz-Ramet, hier kunnen we ook even kijken naar de waterkracht centrale. Zo komen we terug aan het vertrek. Een prachtige wandeling.
MARCHE D'HIVER / LES MARCHEURS DE L'AMITIE / SCLAYN 16/12/2007.
MARCHE DHIVER
LES MARCHEURS DE LAMITIE.
SCLAYN.
De Naamse Maasstreek, makkelijk bereikbaar in het hartje van Wallonië. Een streek met nogal wat historische plaatsen zoals kastelen, versterkte hoeven, abdijen en kloosters. Romeinse grafheuvels en zeker de valleien van de Samson, de Bocq en de Maas. De landbouw is in de Naamse Maasstreek een erg belangrijke sector.
Rustige dorpjes en grote vierkanthoeven liggen er temidden van akkers en weiden. Hier vinden we Andenne de stad van de keramiek en de fonteinen met een 1000-jarig verleden. Andenne kan uitpakken met plaatsen die vertellen over de rijkdom van zijn verleden: het Keramiekmuseum, het Museum en de Schatkamer van de Collegiale kerk Sainte-Begge, midden in de oude stad, de Pijpmakerij van Andenelle en de Scladinagrot. Tijdens onze wandelingen in de dorpen van de gemeente, in het natuurreservaat van Sclaigneaux of in de schitterende vallei van de Samson, ontdekken we kastelen, romaanse kerken, boerderijen, gebouwen in blauwe hardsteen, romantische plattelandslandschappen
FERME DE CREVECOEUR
We komen aan la ferme de Crevecoeur gebouwd in de XVIIIe en XIXe eeuw. Een erorme hoeve met indrukwekkende stallingen. Het is de enige hoeve in de streek van Bonneville welke doormidden gesneden word door een weg. Bonneville bezit nog een prachtig kasteel met als oudste gedeelte de donjon van de XV eeuw, de met bakstenen gevel zijn uit de XVII eeuw en de prachtige Franse tuinen stammen uit de XVIII eeuw.
CHATEAU DE BONNEVILLE
Ook de kerk tegenover is een prachtig gebouw. De hoeven in lokale steen, die wat verder even buiten het dorp gedolven word, zijn gewoon prachtig. We komen langs de steengroeve, en dan wandelen we een stukje langs de Maas met zijn prachtige vallei. Zo eindigt een prachtige wandeling.
MARCHE INTERN. DU PLATEAU DES FAGNES / COEUR ET MARCHE / ENGIS 08/12/2007.
MARCHE INTERN. DU PLATEAU DES FAGNES
COEUR ET MARCHE ENGIS
ENGIS
De verschillende dorpjes van de gemeente nodigen uit tot mooie tochten doorheen de uitgestrekte bossen op de Maashellingen en op het plateau van de Condroz. Ons vertrek in Engis geeft ons dadelijk mooie zichten op de helling van de Maas staat een prachtig kasteel. De bossen omringen het prachtige gebouw.
Wat verder komen we tussen de bossen en weilanden in dit prachtige Condroz landschap. We komen aan de boskapel, deze kapel uit 1849 staat in het groene landschap. Wat verder komen we in St Georges sur Meuse. Langs de oude Romeinse heirweg Amay-Tongeren ligt de tumulus van Yernaye. In de verte zien we de tumulus. Wat verder komen we in Awirs. We genieten van de mooie gebouwen die we tegen komen. Kastelen en grote hoeves komen we tegen. Het landschap rond Engis is zeker de moeite waard om te bewandelen. Alhoewel we hier veel industrie zien en aan het begin van de industriezone naar Luik.
Maar de dorpjes rond Engis zijn toch nog de moeite om te bezoeken. We wandelen door deze mooie streek met zijn grote kerken in lokale steen, want hier vinden we nog verschillende steengroeven die diepe wonden nalaten in het landschap. De stenen vinden we terug in huizen, kerken en boerderijen. Een fijne wandeling in Engis.
Prüm, stadje op een boogscheut van de Belgische grens, herbergt datgene, waarmee Jesus van Nazareth met beide voeten op de aarde stond: zijn sandalen. Met beide voeten op aarde staan, dat betekent een solide basis hebben. En zo zag het ook paus Zacharias in de 8ste eeuw. Hij erkende Pepijn de Korte, geboren 714 in Jupille (België), tot koning van de Franken. En als een symbool voor de koningswaarde een vaste basis voor het Frankische rijk - kreeg Pepijn de sandalen van Christus! Nergens is vermeld hoe de paus aan die sandalen gekomen was, maar ja... het was in ieder geval een relikwie als geen ander.
SANDALEN VAN JEZUS
Pepijn wou een eigen kerk, een schuilplaats voor zijn uitzonderlijk relikwie. Nu was er niet al te ver van het huidige Belgenlandje een klein klooster in de Eifel dat eigenlijk op het verdwijnen stond. Het was dertig jaren tevoren gesticht in een woudzone door een zekere Bertada, maar echt succes had het niet. Pepijns vrouw heette ook Bertada (zij was de moeder van de volgende Frankische koning en keizer Karel de Grote). Zij ontdekte het ten dode opgeschreven kloostertje in de Eifel. Pepijn kocht het kloostertje op, liet het herbouwen en riep Benedictijnen uit Parijs om het te bevolken.
Tja... met zulke Koninklijke begenadiging groeide het kloostertje uit tot een echte abdij. Weldra ontstond er een stad rond: Prüm. En in de abdij werden de sandalen van Christus opgeborgen Christus de verlosser, in het Latijn Salvator, vandaar de patroonsnaam Sint-Salvator. Prüm werd een echt bedevaartsoord wegens deze wel zeer uitzonderlijke relikwie. De stad was als het ware voorbestemd om groots te worden. Maar enkele eeuwen later kwam in Trier (niet zo ver van Prüm) iemand op het idee om ook een uitzonderlijk relikwie te herbergen. Als uit het duister kwam de tunica, de rok van Christus, in Trier terecht! En geef nu toe, een rok is toch nog altijd iets belangrijker dan sandalen... het lot van Prüm was beschoren: het verviel tot een provinciestadje en Trier werd een wereldstad.
Pepijn had het nog moeten meemaken. Het belangrijkste en mooiste gebouw is de abdij en de abdijkerk. Werd 721 gesticht door Bertrada de Oude, de schoonmoeder van Pepijn de Korte maar pas 752 door koning Pepijn en zijn echtgenote Bertha met de Grote Voeten (moeder van Karel de Grote) daadwerkelijk gesticht. De abdij had een uitgestrekt bezit, dat tot in Bretagne, de Taunus en de Nederlanden reikte. De abdij beschikte over een aantal voogdijen en kloosters in andere plaatsen, om het goederenbeheer te organiseren. Vandaag is het één van de belangrijkste toeristische gebouwen van de streek. Wij wandelen rond in Prum en bezoeken de abdijkerk.
Vandaag is het relikwie van de schandalen van Jezus te bezichtigen. De kerk is een juweeltje van religieuze kunst. Wij genieten nog van ons bezoek aan Prum. Dan keren we terug naar huis en zit onze korte vakantie erop.