HERFSTTOCHT.
WC BLASUIS.
CADIER EN KEER. NL.
Cadier en Keer is een Zuid-Limburgs dorp, niet ver ten oosten van Maastricht gelegen. Oorspronkelijk waren er twee aparte plaatsen; enerzijds Cadier, dat een zelfstandige gemeente was, en anderzijds Keer, dat met Heer de gemeente Heer en Keer vormde. Nadat deze plaatsen volledig tegen elkaar aan waren gegroeid, ontstond in het jaar 1828 de nieuwe gemeente Cadier en Keer, die tevens het afzonderlijke gehucht Sint Antoniusbank omvatte.
In het landelijk gebied van Cadier & Keer aan de entree van het Heuvelland, tussen Maasdal en Mergelland, met een riant panorama op Maastricht en het traditionele Heuvelland van Berg en Terblijt en Bemelen ligt het gebied Backerbosch, Het wordt omsloten door oude bossen, glooiende landerijen en twee wijngaarden. Het terrein biedt plaats aan het klooster van de Sociëteit voor Afrikaanse Missiën (S.M.A.), een kruiswegtuin. Wij vertrekken met de wandeling in het Keerhoes. Het Keerhoes is het voormalig gemeentehuis, school en schoolmeester woning. Opgetrokken uit mergel en enkele jaren geleden gerestaureerd. Tegenwoordig gemeenschapshuis. Van hier uit wandelen we naar Huize Sint Joseph een stichting Jeugdzorg. Maar hier ook de Groeve St Jozeph. Het gebied bij St. Joseph in Cadier en Keer heeft drie groeven, de Scharnderberg, De Nieuwe groeve St. Joseph en de Heerderberg. Alle drie de groeven zijn bij de stichting in beheer. Het is een mooi stukje erfgoed en mooi om te bezoeken. De kalksteengroeve werd in 1911 gebruik om stenen te kapen om het St Joseph huis te bouwen, gedurende de Tweede Wereldoorlog diende ze als schuilkelders. Er is ook een Mariagrot in ondergebracht.
We wandelen verder en komen in het Savelbos. Het Savelsbos is een relatief smalle bosstrook op de rand van het Maasterras, tussen het plateau van Margraten in het oosten en het terrassenlandschap van de Maasvallei in het westen. De helling wordt overal doorsneden door grubben: laagten die uitgeslepen zijn door het regen- en smeltwater dat van het plateau afstroomt, met veelal een bijzonder microklimaat. Het bos kent zeer steile, vaak eroderende hellingen en veel trappenpaden. Het bos is onderverdeeld in het Eijsderbos, het Rijkholterbos, de Riesenberg en het eigenlijke Savelsbos. De grubben staan meestal droog en bieden plaats aan bijzondere planten. Binnenin en aan de randen van het bosgebied liggen enkele hoogstamboomgaarden en graslanden met daarin kleine delen kalkgrasland en heischraal grasland. De kalkgraslanden liggen vaak op de steile hellingen van plateauranden. Ook zijn er onderaardse groeven aanwezig.
In 1881 ontdekte Marcel de Puydt, een Belgisch archeoloog, in het Savelsbos de eerste sporen van prehistorische vuursteenmijnbouw. Hij trof een groot aantal gebruiksvoorwerpen aan. De mijnen bestaan uit honderden schachten met galerijen, waar de mensen zo'n 5500 jaar geleden vuurstenen uit haalden om werktuigen (o.a. bijlen en hakken) van te maken. Merkwaardig is dat overal in de omgeving grote hoeveelheden vuursteenscherven te vinden zijn, die vaak afkomstig zijn van prehistorische productie van stenen bijlen en dergelijke. Tot in de 19e eeuw werden vuurstenen ook gebruikt om vuur mee te maken met hulp van een tonteldas. In mindere mate werd er destijds ook vuursteen gewonnen voor de bouw. Het gebruik van vuursteen bleef in deze omgeving echter nogal beperkt vergeleken met bijvoorbeeld de Voerstreek. Ook werd er vroeger kalksteen of mergel gewonnen om land en weiden te bemesten. De mergel komt op sommige plekken aan de oppervlakte en daar zijn ingangen de berg (mergelgroeve) in. Door het hele bos verspreid bevinden zich deze mergelgroeven. Na de Tweede Wereldoorlog stopte deze cultuur. Soms worden nog wel champignons geteeld in de grotten. Veel van die ondergrondse gangen staan nu op instorten. Bekende namen zijn: de Dolekamers, de Hel, de Beuk, het Varkensgat, Het Wijnkeldertje en het Mergelgat. In de grotten, waar een constante temperatuur van 10 graden Celsius heerst, overwinteren vleermuizen. Het zijn bijzondere plekken die we ontdekken.
We wandelen een eindje verder en komen aan Huize de Beuk is een oude boswachterswoning nabij Gronsveld die al in 1848 werd gebouwd. Het pand is opgetrokken uit kalksteen en werd gebouwd in opdracht van de Belgische familie Martens uit Leuven. De naam van het pand is afkomstig van de eerste bewoners, de familie Beuken. Tussen 1848 en 1938 werd het pand door drie generaties Beuken als bos- of veldwachter bewoond. Vanaf de hooggelegen woning konden ze de omgeving goed in de gaten houden. Drinkwater werd gehaald in de waterput aan de voet van de steile Wijngaardsberg die in 1847 was aangelegd door Andreas Beuken, de eerste bewoner van het pand. In 1870 werd het pand verkocht aan de Maastrichtse familie Schreinemacher, maar de Beukens bleven er wonen. In 1955 vertrok de familie Aarts, de laatste bewoner. In 1959 kwam het gebouw in bezit van Staatsbosbeheer die het gebruikte als weekendverblijf voor personeel
In 1961 werd een betonnen waterput met filter aangelegd. In de loop van de jaren 1970 verviel het huis steeds verder en toen het in de jaren 1980 dreigde gesloopt te werden, kwam er toch nog een redding. In 1989 werd Huize de Beuk gerestaureerd door de Heemkundestichting Grueles en leden van de Wildbeheereenheid Savelsbos. De heuvel waarop Huize de Beuk staat heet de Wijngaardsberg. Hier werd nog tot in de tweede helft van de 18e eeuw wijn verbouwd. Op andere plekken verdween deze al eerder door enkele strenge winters aan het eind van de 17e en begin van de 18e eeuw. De gangen in de kalksteen zijn de restanten van de kalksteenwinning die al vanaf 1500 werd gewonnen ten behoeve van de woningbouw. Ook de Utrechtse Dom werd al rond 1500 gebouwd van Gronsveltsteen. De winning werd echter bemoeilijkt door de slechte kwaliteit van het gesteente en de aanwezigheid van veel vuursteen in het gesteente. Nadat de kalksteen gewonnen was, werden de gangen nog een tijdlang gebruikt voor de kweek van champignons. Dit eindigde echter ook in 1963. Daarna werden de groeven afgesloten ten behoeve van de rust van de overwinterende vleermuizen.
We wandelen nog een eind door het prachtige bos en langs de velden om dan weer terug te komen aan het Keerhoes waar een mooie en interessante wandeling eindigt.
Voor het fotoalbum de link volgen
|