HERFSTWANDELING.
WSV.GREGORIUS.
MECHELEN. NL.
In Mechelen vindt u nog vele markante gebouwen zoals bijv. De Heerenhof, dat ruim 800 jaar geleden is begonnen met een boerenhof die door de Johanitters werd omgebouwd tot commanderij. Een aantal eeuwen later werd het een kasteelhoeve tot halverwege de jaren tachtig. Toen werd het gebouw, na een grootscheepse renovatie het bestuurscentrum van de gemeente Wittem.
Aan de rand van het dorp ligt de Commandeursmolen die nog steeds in gebruik is. Wandelend of verder rijdend komt u t Höfke tegen, een verzameling van achttiende eeuwse vakwerkboerderijen met bloemrijke graslanden. Een van deze boerderijen is eigendom van Stichting Natuurmomenten en is geheel gerestaureerd. Het geheel is een beschermd dorpsgezicht. We wandelen het dorpje af langs de oude brouwerij, vele vakwerkhuizen en dan komen we aan ons vertrek.
We vatten onze tocht aan en door de weilanden, langs de draaipoortjes en over de stiegels. Langs grazende koeien ne komen zo in Elzet. Een groep vakwerkhuizen staan hier tezamen wat een prachtig zicht. Een grote vakwerkhoeve ingericht als vakantiewoning. Een eind door de velden met kleine landschapselementen, hagen en heggen, waar paddenstoelen van verschillende kleur en vorm staan. Wat verder komen we aan in de Fokkebroekweg met een prachtig vakwerkhuis. Wat namen hebben de straten hier wel, we gaan verder en komen in EPEN.
Epen is een pittoresk dorpje in het Zuid-Limburgse Heuvelland. Hier kunnen we elk seizoen volop genieten van het prachtige uitzicht over de heuvels en dalen, vele vakwerkhuisjes. Op de Eperheide kunt een bezoek brengen aan de schaapskooi waar de bekende Geuldal lammeren gefokt worden. De Epener Volmolen (vanaf 1977 bezit van Natuurmonumenten) doet momenteel dienst als graanmolen. In eerste instantie is ze gebouwd voor het "vollen" van geweven stoffen tot een sterk laken. De geschiedenis van de Epener Volmolen heeft zijn oorsprong in de 18e eeuw. De molen maakte in die tijd onderdeel uit van de Vaalser lakenindustrie die toen in volle bloei was en die door de Duitse fabrikant Johann Arnold von Clermont was verplaatst van Aken naar Vaals. Door de ligging van de molen op de Geul was er een overvloed aan water beschikbaar om te kunnen vollen.
In Epen komt het voor Nederland unieke gele zinkviooltje voor. Dit komt doordat er zinkerts in de bodem aanwezig is. Het zink wordt bij hoogtij door de Geul aangevoerd vanuit het Belgisch Kelmis, waar tot in de 20e eeuw diverse zinkmijnen gehuisvest waren. We komen aan de Geul. De Geul is 58 kilometer lang en het totale verval bedraagt ongeveer 250 meter. Vroegere kanalisaties worden weer opgeheven, zodat de rivier weer in haar oude loop komt te liggen. De rivier meandert zo weer als vanouds door het Zuid-Limburgse landschap. De bekendste zijrivieren in België en Nederland zijn beneden vermeld onder 'zijbeken'. Ze verlaat België bij Sippenaeken en komt bij Cottessen Nederland binnen.
Cottessen is in cultuur gebracht vanuit de carreboerderij Bellet, een boerderij die daar in de dertiende eeuw of eerder is gevestigd. De boerderij draagt boven de poort een gevelsteen met het wapen van de abdij van Burscheid met de Latijnse wapenspreuk Dominus Providebit ( De Heer zal voorzien) Dit was vroeger een arme streek in Limburg en als gevolg daarvan zijn de oude vakwerkhuizen veelal gehandhaafd. De Cottesserhoeve is een fraai voorbeeld. Deze dwarshuisboerderij heeft een schuur uit circa 1736. Rond deze tijd heette Cottessen nog Kothausen. Cottessen is samen met Camerig een beschermd dorpsgezicht. Op de eerste Tranchotkaarten van dit gebied uit circa 1760 zijn 14 boerderijen of huizen te vinden. Anno 2006 is dat aantal nog hetzelfde. De tijd lijkt hier te hebben stilgestaan.
Door de steile heuvels was het gebied voor de landbouw een moeilijk gebied. Schaalvergroting van de landbouw heeft hier nauwelijks plaatsgevonden. Als gevolg daarvan zijn in het rijke kleinschalige cultuurlandschap vele holle wegen, graften, hoogstamboomgaarden, bosschages, bronnengebieden en meidoornhagen in stand gebleven. Een paradijs voor wandelaars. Een heel eind wandelen we langs de Geul. Voorbij de Wingbergermolen. Langs de grillige Geul naar de Volmolen. Hier wandelen we over het molenerf en dan weer een eind verder en komen zo aan de Hoeve Vernelsberg gebouwd uit carbonische breuksteen en is één van de zeldzame driehoeks vorm hoeves in Nederland. We komen zo in de beekvallei van Cottesserbeek en Berversbeek.
Verder wandelend door het prachtige landschap met de vele idyllische vakwerkhuizen, als witte vlekken in het groene landschap. We wandelen door weilanden het is zo prachtig hier langs de vakwerkhuizen en komen zo in Schweiberg.
Op de Schweibergerweg staan verschillende grote vakwerk Hoevens. Na een poosje komen we aan op het Höfke , hier een hele verzameling 18 de eeuwse vakwerkhuizen. Wat verder komen we terug in Mechelen. Een prachtige wandeling in Mechelen.
Voor het fotoalbum de link volgen
|