WENAU- KLOOSTER WENAU.
LAUFENBURG- WENAU.
KASTEEL MERODE-LANGERWEHE.
KLOOSTER WENAU.
Klooster Wenau is een Premonstratenzer nonnenklooster, gesticht in 1120 door de graven van Limburg. Het was één van de eerste dubbelkloosters van de in 1119 gestichte Premonstratenzerorde.
Monniken en nonnen leefden hier in een strenge arbeidsdeling, de monniken leverden dagelijks zware lichamelijke arbeid in de vorm van het rooien van bossen en het ontwateren van de zompige landerijen in de omgeving. En natuurlijk bebouwden ze de akkers. De nonnen zorgden voor de huishoudelijke werkzaamheden. In de buurt liet de Hertog van Limburg op de nabijgelegen heuvelrug de Laufenburg bouwen, om zodoende het klooster te kunnen beschermen tegen invallen van buitenaf. In 1340 vertrokken de monniken en vestigden zich in het nabijgelegen klooster Schwarzenbroich. Wenau veranderde nu in een adelijk sticht, een vrouwenklooster, onder prioraat van de abdij van Steinfeld in de Eifel en de abdij van Floreffe bij Namen. In die tijd woonden hier met name nonnen die uit de Rijnlandse adel afkomstig waren. In de loop der eeuwen werd het klooster meermaals verwoest en geplunderd. In 1561 brandde het grootste deel van het klooster af, het leger van Lodewijk XIV plunderde het klooster en in 1755 veroorzaakte een aardbeving zware schade. In 1802 werd het door de Fransen opgeheven en de landerijen en gebouwen werden hierbij onteigent en verkocht. Toen twee jaar later de gemeente Wenau ontstond, veranderde de voormalige kloosterkerk in parochiekerk Sint- Catherina. Het kloostercomplex ligt binnen een, ten dele nog bestaande, muur uit breuksteen. De oorspronkelijke kleine, romaanse zaalkerk werd later tot een drieschepige, gotische basilika vergroot, gebouwd uit rode Rursandstein. Interieur in barokstijl met vele kunstschatten. In de kerk zijn nog de romaanse koorbanken van de nonnen te zien. Verder een koorhek uit het begin van de 18e eeuw. Het orgel (1746) wordt aan de Akense architect Johann Gottfried Couven (1701- 1763) toegeschreven, het wordt gesierd door het wapen van Elisabeth von Wymar, overste van het klooster in deze periode. Het hoofdaltaar is ook een ontwerp van Couven. De kansel stamt uit 1766. Ook een houten kruisiginggroep uit de 13e eeuw is zeer bijzonder, het is de enige van die aard in het Rijnland.
De omliggende kloostergebouwen stammen uit de 15e- 18e eeuw. De St. Katharinakerk is tegenwoordig parochiekerk van het kleine dorpje Hamich. Het klooster verwierf al deze rijkdom door haar aandeel in de messingindustrie in het Wehebachtal. De rijkdom weerspiegelt zich in het rijke kerkinterieur en de fraaie grafstenen in de kerk. Daarnaast schonken de Hertogen van Limburg, met name Heinrich II en Heinrich III (1167-1221), vele goederen en geld aan het klooster. Van Heinrich III stamt bijvoorbeeld nog het relikwie van St. Pancratius, dat zich nog steeds in Wenau bevindt.
LAUFENBURG WENAU.
Kasteel Laufenburg is een hoogteburcht in de gemeente Langerwehe in de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen. Het kasteel is gelegen in de bossen van de noordelijke Eifel ten oosten van Wenau op een hoogte van 217 meter boven NN. Nabij het kasteel bevinden zich enkele weilanden in het verder beboste gebied. Het kasteel was de vesting van de heren van Laufenburg. Zij stammenden af van het geslacht van Limburg. De naam van het kasteel is vermoedelijk afgeleid van oude naam Löwenburg die nog te zien is in het wapenschild van de eerste eigenaren. Dat waren de graven van Herzogenrath. Zij bouwden in 1250 het kasteel en was de meest oostelijke versterking van de graven van Limburg tegen de graven van Jülich en Kurköln.
Aan het eind van de 17e eeuw werd het kasteel verwoest door de Fransen met gevechten onder Lodewijk XIV. Het kasteel werd een ruïne, maar werd in 1895 weer gerestaureerd. Het gebouw bestaat uit een donjon met een ringmuur die gebouwd is op een smalle bergtop. Oorspronkelijk was de donjon vijf verdiepingen en 27 meter hoog. Het stamde uit de 14e en 15e eeuw. De ringmuur is tien meter hoog en heeft nog een grote toren en drie hoektorens overgehouden. Thans is het kasteel in gebruik als restaurant.
KASTEEL MERODE LANGERWEHE.
Kasteel Merode behoort tot één van de mooiste kastelen in de “Vlaamse renaissance”-stijl in het Rijnland. Het kasteel wordt nog daadwerkelijk bewoond door de familie de Merode. Het kasteel is in de 12e eeuw gebouwd door de familie Merode in de Roer-vallei aan de noordkant van de Eiffel. Het uit de Middeleeuwen daterende fort, waarvan de fundamenten uit de 15e eeuw nog zijn te zien, heeft in de loop der eeuwen een transformatie ondergaan en iedere generatie heeft er zijn eigen stempel op gedrukt. In de 17e en 18e eeuw en aan het einde van de 19e eeuw vonden belangrijke aanpassingen plaats. Aan het einde van de 19e eeuw raakte het kasteel in verval, omdat de Merodes naar Frankrijk waren getrokken, totdat Henri de Merode, de markies van Westerloo, prins van Rubempré en van Grimbergen, Staatsminister van België en Senaatsvoorzitter, in Dülmen in het huwelijk trad met prinses Nathalie de Croÿ en het verval van het oude Rijnlandse kasteel van de Merodes een halt toeriep en het volledig restaureerde.
Helaas moest zijn zoon Charles toezien hoe alle restauratiewerkzaamheden werden vernietigd tijdens de bombardementen van 1944. In 1946 besloot hij om zelf de restauratie ter hand te nemen en in 1980 trokken zijn adoptiekleinzoon, prins Charles-Louis, en zijn echtgenoot, de gravin Clotilde d’Oultremont in een volledig gerenoveerd gebouw, zij het zonder moderne gemakken. Vanaf dat moment hebben zij zich, samen met hun vijf kinderen, vol passie ingezet voor de wederopbouw van dit monumentale erfgoed. Tussen 1980 en 1995 vonden er grote renovatiewerkzaamheden aan het interieur plaats in Schloss Merode. Maar het noodlot bleef de familie achtervolgen: op 19 juni 2000 raast een hevige brand door het kasteel, waarbij het dak in vlammen opging en de plafonds en houten vloeren van boven tot onder werden vernietigd… Dit feit had ieder ander mens ontmoedigd, maar de prins weigerde om de “laatste Merode in Merode” zijn. Tussen 2001 en 2011 zijn de werkzaamheden onvermoeibaar voortgezet, met de hulp van talrijke gepassioneerde, vaak anonieme, weldoeners, die zich op de een of andere wijze verbonden voelden met het erfgoed. Dat dit een zaak is van ons allen, is de les die wij hieruit kunnen trekken.
|