WINTERTOCHT.
W.C. AVIAT SINT-TRUIDEN.
GELINDEN.
Een stukje geschiedenis:
Gelinden werd voor het eerst vermeld in 984 als Ghedelu. De heerlijkheid Gelinden was een leen van het graafschap Loon en bestond verder nog uit Groot-Gelmen, Klein-Gelmen, Engelmanshoven, Mettekoven, Batsheers en Opheers. Na het Loonse tijdperk werden de twee laatsten hiervan losgemaakt en werd de rest van de heerlijkheid rechtstreeks bezit van het prinsbisdom Luik. In de 18e eeuw werd de heerlijkheid in pand gegeven aan graaf de Borchgrave. In 1795 bij het ontstaan van de gemeenten werd Gelinden een zelfstandige gemeente. Het bleef steeds een landbouwdorp. In 1971 werd Gelinden de spil van de nieuwe fusiegemeente Gelmen die verder nog uit Engelmanshoven, Groot-Gelmen en Klein-Gelmen bestond. In 1977 werd Gelmen reeds opgeheven en werd Gelinden een deelgemeente van Sint-Truiden.
We vertrekken in het centrum en op de heuvel de classicistische Sint-Quintinuskerk uit 1791. Vandaag staat ze in de steigers en de restauratie is bezig. In Gelinden staan enkele grote 18e-19e-eeuwse Vierkants hoeves. We steken de steenweg over en hier staat één van deze vierkantshoeves. Wij wandelen verder en komen aan de mergelwanden van Gelinden.
Wat geschiedenis:
Aan de ontginning van mergel als meststof om de verzuring van de zware leemgronden tegen te gaan. Het zogenaamde mergelen, mesten met mergel, zou in Zuid-Limburg voor het eerst door de Eburonen zijn toegepast. Reeds in de16de en 17de eeuw is er sprake van mergelontginningen in de streek van Hers en Gelinden. In 1612 wordt de mergelkuil van Overbroek vermeld. In 1888 werd door de gemeente Gelinden een speciale belasting geheven van 10 centiem per paard voor de niet-inwoners die er mergel kwamen halen, als bijdrage voor het onderhoud van de wegen naar de groeve. Op het einde van de 19de eeuw waren er verschillende groeven in uitbating. De belangrijkste mergelkuilen lagen in het Zuidoosten van Gelinden. In het Overbroek werden eertijds, over een lengte van 300 meter drie groeven uitgebaat, waarbij de mergel over een dikte van meer dan 10 meter werd ontgonnen. Nu is de mergel nog over een lengte van circa 100 meter discontinu ontsloten. De mergelontginning is na WO II vrij plots gestopt wegens het op de markt komen van alternatieven (o.a. kunstmest en bietenschuim.) De mergelgroeve werd wereldberoemd door de beschrijving, meer dan een eeuw geleden, van uitzonderlijk goed bewaarde fossiele flora’s van landplanten. Deze genieten zulk een wereldfaam omdat ze een belangrijke biologische schakel vertegenwoordigen tussen de flora’s uit het Krijttijdperk en deze uit het oudste Tertiair.
We wandelen verder en komen zo in Gelmen en dalen de kerktrappen af om langs de Zwaan te gaan. In 1656 was De Zwaan een afspanning. Reizigers die te voet of met de koets naar Tongeren, Luik of Sint-Truiden wilden, hielden er even halt om weer op adem te komen. Dan wandelen we verder terug naar Gelinden waar onze wandeling eindigt.
|