4DE BLOESEMPARADE.
WV. VILT.
VILT.
De wandeling van Vilt geeft grote verwachtingen “Bloesemparade” we hadden niet door dat het twee verschillende wandelingen waren de zaterdag en zondag. De wandeling die wij gedaan hebben was alles behalve een bloesemparade, wat niet wil zeggen dat het geen mooie wandeling was. Maar wij hadden er ons meer van voorgesteld.
Vertrek in Hoeve Vilterhof en vlug de velden in, hier en daar een boom in bloei en dan door de velden wat verder zien we de wieken van de molen draaien, dit is wel mooi. We blijven even kijken en later komen we langs de molen voorbij. We komen nu aan de plek die “Gasthuis” noemt, een paar mooie wegkruizen en oude boerderijen. We wandelen verder en komen “het Rooth” hier een beter zicht op de windmolen. Weer verder langs een plantage hier toch wat bloesems te zien, weer verder en komen in “Klein Welsden” wel rare namen voor een buurtschap. Klein Welsden bestaat uit een lintbebouwing van een twintigtal boerderijen en huizen.
In Nederland heb je steden en gemeenten en deze bestaan uit buurtschappen, iets zoals onze gehuchten. We wandelen Klein Welsden uit en het bos in, een heel mooi stukje natuur fijn om door te wandelen. Nu wandelen we richting Cadier en Keer. Hier ook wat bloesem en een paar plantages. Wat verder komen we langs een groot gebouw, in het bovenlicht van de deur “Fabriek van Glas in Lood.” Het is gemaakt in glas in lood en verschillende vensters in het gebouw ook. We komen zo in het centrum van Cadier en Keer. Het oudste monumentale gebouw is de oude kerktoren, welke uit de 12e eeuw stamt. Het originele bijbehorende kerkgebouw is in de jaren 50 van de 20e eeuw afgebroken en daarvoor is een nieuwe H. Kruisverheffingskerk in de plaats gekomen. Bij de kerk staat een in 1928 opgericht Heilig Hartbeeld.
In Cadier en Keer staan vier vakwerkboerderijen en –huizen die tevens rijksmonument zijn. Naast de kerk de prachtige Meussenhof uit 1711. Hier hebben we controle en rust. Na de rust weer op pad langs de “Zwingelput”
Zwingelput
Een zwingelput of draaiput is een waterput met een (houten) opbouw (het puthuisje) waarin een katrol- of lier-mechanisme bevestigd is om water uit de grond boven te halen. Bovenop de vaak stenen put werd een houten opbouw met dak gebouwd waarin een houten rol bevestigd werd waaromheen het touw gedraaid werd. Deze houten rol werd met de hand aangedreven door een grote zwingel, waarmee het water naar boven werd "gezwingeld". Zwingelputten komen onder andere veelvuldig voor in Nederlands Zuid-Limburg waar de meeste zwingelputten te vinden zijn in dorpen en buurtschappen die gelegen zijn op de hogere delen van het landschap. In dorpen waar men geen beschikking had over een beek werd dan een put aangelegd om toch water te hebben voor het vee, de was of het huishouden. De putten zijn vaak in gebruik geweest totdat de dorpen werden aangesloten op de waterleiding. Vanwege de cultuur-historische waarde zijn een aantal van deze putten bestempeld als rijksmonument.
We verlaten het dorp en hier weer enkelen mooie oude hoeven en ook nog een paar prachtige hoogstamboomgaarden. Nu wandelen we verder en komen zo aan het “Klooster Blankenberg” is een kasteel gelegen aan de Blankenberg in het gehucht Honthem bij Cadier en Keer. Het huidige kasteel stamt uit 1825 en is gebouwd op de fundamenten van een middeleeuwse vesting in de vorm van een vuurtoren oorspronkelijk gelegen aan de Romeinse heerbaan van Maastricht naar Limburg en Trier. Toen de baron in 1841 overleed verkocht zijn weduwe het landgoed aan de Belgische baron Chestret de Haneffe. Het bleef tot 1904 in bezit van deze familie. In 1904 werd het klooster eigendom van het Franse broederschap van St. Blasius. In het einde van de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw werd Cadier bekend als een Blasius bedevaartsplaats. Door geldgebrek werd het kasteel slecht onderhouden en werd het broederschap noodgedwongen het klooster aan de paters Redemptoristen over te doen. Deze paters bouwden een kapel en een schuur bij het kasteel. Later werd het een klooster van de Zusters van het Arme Kind Jezus en kreeg het een flinke opknapbeurt.
In 2004 nam het Academisch Ziekenhuis Maastricht het complex over en werd het gebruikt als verpleeg- en herstelkliniek. De nog aanwezige zusters verhuisden naar het moederhuis van congregatie Huize Loreto in Simpelveld. Eind april 2010 heeft een katholieke stichting Blankenberg gekocht en op 10 juni 2010 werd bekendgemaakt dat het seminarie Redemptoris Mater het zal betrekken. Het kasteel met de aanpalende hoeve zijn een bijzonder mooi geheel. We nemen even de tijd om een kijkje te nemen. Dan weer verder. Nu weer een eind door de velden en zo komen we dicht bij de windmolen, wat prachtig om de wieken te zien draaien in de wind.
Van Tienhovenmolen 1855.
In 1855 liet Jan Meys, die in het gehucht Wolfshuis bij Bemelen woonde, een windmolen bouwen, die in 1856 gereed kwam. Het was een bijzonder gunstige plek op het later zogeheten Plateau van Margraten. Door de hoge plaats had de molen een uitermate gunstige windvang. Bovendien had de molen een grote landschappelijke waarde. Van welke kant men ook kwam, bijna altijd was de windmolen zichtbaar. Na een grote herstelbeurt kreeg de molen in 1957 de naam "Van Tienhovenmolen", als herinnering aan één van Nederlands grootste natuur- en molenbeschermers: mr. dr. P.G. van Tienhoven (1875-1953).
Deze was onder meer van 1923 tot zijn overlijden voorzitter van 'De Hollandsche Molen'. De enige windmolen in Nederland die grotendeels gebouwd is van mergelstenen. In de gevel van de voorbouw staat een merkwaardig stenen kruis. Het betreft een moordkruis uit 1417, dat afkomstig is van een nabij gelegen gasthuis, dat vroeger in de gelijknamige buurtschap stond.
We wandelen weer verder langs een paar bijzondere mooie oude vakwerkhoeven en zo langs Wolfshuis en dan terug naar de Hoeve Vilterhof waar deze toch mooie wandeling eindigt.
Voor het fotoalbum de link volgen
|