34E MARCHE DE POILVACHE.
BATTEURS DE CUIR DINANT.
EVREHAILLES – YVOIR.
Het dorp is gelegen op een heuvelachtige plek en spreidt zich uit langs 3 hoofdwegen tot aan de kerk die door haar volume en klokkentoren boven het geheel uittorent. Het dorp bestaat uit huizen en boerderijen uit de XVIIIde eeuw en uit gegroepeerde huizen, vaak aanpalende woningen, die opgetrokken zijn uit zandsteen of kalk (soms ook gewit of gekleurd). We wandelen nu het dorp uit langs het kasteel van Evrehailles : rond 1604 afgebeeld door Adrien de Montigny in een van de albums van Charles de Croÿ. Het kasteel was het centrum van een leenstaat vanaf de 13de eeuw en werd heropgebouwd in de XVIde eeuw, eerst door Montjoie, daarna door Rosey. Het lijkt alsof het kasteel vanaf het begin bestond uit een vierhoekig gebouw omringd door water en geflankeerd door twee ronde torens. Al het metselwerk bestaat bijna volledig uit stevige blokken zandsteen en blauwselsteen. Verschillende bijzonder boerderijen bevinden zich hier. De boerderij van Buc ligt nabij de kerk. Het is een mooi geheel van blauwselsteen samengesteld uit een lang woongedeelte met 2 verdiepingen voorzien van 5 zolderramen, een uitgebreide schuur en langs rechts enkele bijgebouwen. Deels daterend uit de XVIIde eeuw, heeft het gebouw sinds dan verschillende inrichtingen gekend. De boerderij maakte deel uit van de gebouwen die door de Duitsers op 23 augustus 1914 in brand werden gestoken. De boerderij in U-vorm wordt ook boerderij Celles of boerderij Calande-Bouchat genoemd. Na de brand in 1914 werd ze terug gerestaureerd door de familie Bouchat. Het huidige woongedeelte dateert uit de XVIIde eeuw. De boerderij Croquette wordt beheerd door de familie Doneux. De boerderij heeft ook deelgenomen aan de geschiedenis van ons land... Zo werd ze bijvoorbeeld bezet door een regiment van de cavalerie van de Franse Nobelen uit 1792. De boerderij van Bouverie vorm een geweldig geheel, zeer evenwichtig, op wonderbaarlijke wijze geëxploiteerd sinds haar restauratie tijdens de jaren '90. Men vindt al sporen van het gebouw terug op de lijst van de bezittingen van Hubert de Montjoie, landsheer van Evrehailles sinds 1514. Vervolgens was de familie Maillart eigenaar tot 1793. Het bestaan van de boerderij is nauw verbonden met dat van het kasteel. We verlaten het dorp en wandelen de velden in. Een heel eind langs de velden en aan de rand van het bos, komen langs een lange dreef met midden in en grote kasteelboerderij. Weer verder dalen we af en komen langs een bijzonder gebouw wit gekalkt. Dan dalen we af in het bos. Hier komen we verschillende lente bloemen tegen, toch mooi. De bosanemoon en stinkend nieskruid ook wel de wilde helleborus. We komen ook de eerste vlinders tegen van vandaag de gele citroenvlinder en een boomblauwtje. We wandelen verder en komen in Houx. Gedomineerd door de imposante ruïnes van Poilvache, is Houx een charmant, klein dorp gelegen aan de voet van een grote rots. Het dorp strekt zich uit langs een straat die parallel loopt met de Maas en verticale straatjes die gestopt worden door de rots.Gescheiden van de weg door een groene bosrijke zone werd het dorp sterk beproefd tijdens de 2 wereldoorlogen. Het dorp is samengesteld uit een dicht woongedeelte van vooral rijtjeshuizen die voor het grootste stuk gebouwd werden met kalksteen. Men ziet echter ook enkele huizen waarvan de ruwbouw dateert uit de XVIde eeuw zoals de school en het huis van de onderwijzer, gebouwd rond 1889 voor ons duikt d ehoge rots op waar de ruïne van Het kasteel van Poilvache : op de top van een hoge rots, bemerkt men de ruïnes van het oude fort van Poilvache. De fundering gaat terug naar de jaren 1226-1228. Het werd opgericht door Waleran de Montjoie, hertog van Limburg en zijn vrouw Isabelle de Bar, gravin van Luxemburg. De primitieve naam van het kasteel (smaragdus - Esmeraude en roman) komt van de naam van een Frankische man Meraldus. Hij is sinds de 13de eeuw gekend onder het woord " Poilvache ". Deze laatste naam werd gegeven aan de inwoners van het kasteel, door de mensen uit Dinant en Houx, omdat ze varkens en koeien hielden in de stallen. Het kasteel was bij de ouderen ook gekend als Castrum Bohemorum. Het kasteel werd belegerd, bezet en geruïneerd door de Dinantais, in 1322. De Luikenaren belegerden het kasteel in 1430. Na een stevig verzet van 5 à 6 dagen, werd de bezetting stopgezet en het kasteel gesloopt. Opnieuw opgebouwd, wordt het nogmaals tot op de grond gelijk gemaakt door het Franse leger in 1554. Van deze oude boulevard van de feodaliteit, zien men slechts nog enkele resten van ondergrondse tunnels, en een waterput in de rots, van 55 meter diep. Momenteel zijn de ruïnes eigendom van de Waalse Regio en zijn ze ingeschreven als uitzonderlijk Erfgoed in 1992. De controlepost beneden in het dorp en dan een lange klim van 1500 meter brengt ons een 150 meter hoger tot aan het kasteel, waar de laatste controlepost is we kunnen binnen de muren rond wandelen en een zicht op het landschap en de Maas. Uitzonderlijk mooi en het is genieten van de zichten. Na een kleien pauze gaan we weer verder en dalen af naar ons vertrek waar deze toch prachtige wandeling eindigt. We hebben genoten van deze uitzonderlijke wandeling.
|