CANISIUS STROOPTOCHT.
JIS SCHINNEN.
SCHINNEN.
Uit Schinnen komt de stroop van Canisius en het Alfa-bier, dat gebrouwen wordt in de buurtschap Thull. In Schinnen staat ook een kasteelhoeve, kasteel Terborgh. Daarnaast is Schinnen bekend door de eerste bokkenrijdersbende die hier ontstaan is in de buurtschap Wolfhagen, tegen de Putherberg. Canisius is de naam van de stroopfabriek in de gemeente Schinnen. In de fabriek wordt onder andere de bekende Rinse Appelstroop gemaakt. De geschiedenis van de fabriek gaat terug naar 1903. Fruitteler Jean Canisius stookte stroop van fruit uit zijn eigen boomgaard. In de oude stokerij vind je tegenwoordig een klein museum. In 1956 werd de huidige fabriek gebouwd. Deze is tot op de dag van vandaag nog steeds in gebruik. Schinnen ligt in het dal van de Geleenbeek, waar die samenkomt met het dal van de Kakkert. Het dorp bevindt zich tegen de helling van een uitloper van het Plateau van Doenrade en de kerk ligt op ongeveer 75 meter hoogte. Deze uitloper staat bekend als de Moutheuvel. Enkele wegen vormen hier de oude toegang vanuit het beekdal naar het plateau. Andere uitlopers rond Schinnen zijn de Krekelberg, de Putherberg en de Zandberg. In deze prachtige omgeving wandelen we vandaag. Het eerste wat we tegenkomen is het verhaal van de Bokkenrijders.
Bokkenrijders waren volgens het volksgeloof personen of geesten, die op bokken door de lucht reden. In de 18e eeuw was dit de naam die gegeven werd aan een bende dieven, afpersers en plegers van gewelddadige berovingen in de Landen van Overmaas en het voormalige graafschap Loon. De bokkenrijdersbendes waren met onderbrekingen actief in de periode tussen 1740 en 1798 in het tegenwoordige Nederlands Zuid-Limburg, delen van Belgisch-Limburg en de Kempen, de Belgische Voerstreek, het Land van Herve, de streek rond Luik en enkele gebieden vlak over de Duitse grens nabij Herzogenrath. De strooptochten en afperserijen waren over het algemeen gericht tegen boerderijen en pastorieën op het platteland. Later kregen de bokkenrijders bij sommigen een Robin Hood-achtige status. Tegenwoordig denkt men dat er sprake was van diverse criminele bendes en individuen, die geen connecties met elkaar hadden. Ook acht men een groot deel van de circa 1.200 beschuldigden en circa 500 veroordeelden onschuldig, omdat de meeste bekentenissen werden afgedwongen door middel van martelingen. Bokkenrijders behoren thans tot het immaterieel cultureel erfgoed van Limburg.
We wandelen verder uit het dorp de velden en weilanden met mooie oude hoeven waarvan vele nog valkwerk bezitten. Ook komen we vele veldkruizen tegen, welke hier in Nederlands Limburg zorgvuldig bewaard en onderhouden worden. Dan komen we op een plek van herinnering november 1944 gebeurde daar een vreselijk ongeval, 8 jonge mensen verloren hun leven bij de ontploffing van een granaat. Vandaag herinneren grot stenen aan het gebeuren. Weer verder door de prachtige natuur. Wij wandelen nu in de Geleenbeekdal .Als een zilveren lintje in het Geleenbeekdal slingert de Geleenbeek langs natte bossen met elzen en steile hellingbossen met enorme beuken. Ook komt hij langs graslanden en hoogstamboomgaarden. Die grote diversiteit aan landschappen vind ik heel bijzonder. Wat verder komen we aan de Mijnspoorpalen – Mijnspoorpad.
Het Mijnverleden heeft in Zuid-Limburg en vooral in de Westelijke Mijnstreek een onuitwisbare indruk achter gelaten. De gedachte aan deze periode mag uiteraard nooit verloren gaan. Het oude Mijnspoor van Schinnen tot Hoensbroek is hiertoe speciaal ingericht. Langs het zogenaamde Mijnspoorpad zijn in totaal 8 rustbankjes compleet in Mijn-verleden-stijl geplaatst. In de buitengebieden van Schinnen, op een steenworp afstand van de Muldersplas, zijn verder 20 educatieve Mijnspoorpalen geplaatst. Elke paal herinnert via een prikkelende vraag naar het Mijnverleden van deze regio.
Een mooie plek waar aandacht geschonken word aan het mijnverleden. Weer verder met onze tocht. Nog even verder en dan komen we aan de rustpost. Stroopfabriek Canisius.
Begonnen werd in Nagelbeek waar tegenwoordig in de oude stokerij een klein museum is gehuisvest. In 1956 werd begonnen met de bouw van de huidige fabriek aan de Borgerweg, naast de spoorlijn van Heerlen naar Sittard, die in 1958 in gebruik werd genomen en tegenwoordig nog steeds in gebruik is. Jean Canisius had maar één dochter, die trouwde met een Henssen. Sindsdien gaat de stroopfabriek door het leven als Canisius - Henssen. Tegenwoordig is het management van de stroopfabriek in handen van de heren J.P. Henssen, A.J. Henssen, M. Henssen en mevrouw J. Henssen. Canisius stroop exporteert naar Australië, Amerika, Zuid-Afrika en diverse Europese landen. Naast de bekende rinse appelstroop produceert het bedrijf ook perenstroop, appel/perenstroop en biologische stroop.
We hebben controle in de oude stokerij en als we verder wandelen komen we langs de nieuwe stroopfabriek. Weer verder met onze tocht. Na een tijdje komen we aan Kasteel Terborgh
Kasteel Terborgh, ook wel Huis Schinnen genoemd, is gelegen in het dal van de Geleenbeek nabij de buurtschap Heisterbrug. Het huidige kasteel Terborgh is een zeventiende-eeuwse gesloten hoeve die is opgetrokken uit vier bakstenen vleugels. Het kasteelterrein is voorzien van een gracht die gevoed wordt door de Geleenbeek. Voorheen lagen er grote visvijvers rond het complex. Het binnenplein is bereikbaar via de voormalige ophaalbrug naar het van een topgevel voorziene poortgebouw. Achter het kasteel ligt een terp of motte, waar metersdikke restanten breuksteen wijzen op de fundamenten van een oude woontoren.
Bij het kasteel ligt de watermolen Terborgh:
Aan de voorzijde van het kasteel ligt aan een aftakking van de Geleenbeek de watermolen Terborgh of Borgermolen. Het huidige molenhuis stamt uit de achttiende eeuw en is voorzien van een vakwerkverdieping en een met pannen gedekt schilddak. De geschiedenis van de molen is veel ouder. De Borgermolen was de banmolen voor de inwoners van de heerlijkheid Schinnen. De voormalige watermolen was tot in de twintigste eeuw voorzien van een onderslagrad en werd aangedreven met behulp van een maalsluis. Eind negentiende eeuw was het molenhuis voorzien van twee waterraden. In 1888 werd een van de raderen verwijderd en in 1943 werd ten slotte het molenhuis geheel verbouwd tot woonhuis. In 1987 werd de molen gerestaureerd.
Kasteel Terborgh ligt in landschapspark de Graven, een natuurgebied rond de Geleenbeek. We verlaten het domein van kasteel Terborgh en steken de straat over langs het prachtige hard stenen kruis en klimmen nu de velden en bos in. Zo wandelen we terug de gemeente Schinnen binnen en na enkele tijd zijn we terug op ons vertrek. Een pracht van een wandeling met veel mooie historische gebouwen, kastelen grote boerderijen en veel natuur. Een bijzonder fijne en aangename wandeling.
|