PAREL VAN DE JEKKERVALLEI.
TONGERSE WANDELVRIENDEN.
KANNE – RIEMST.
Kanne ligt aan de Jeker en wordt in tweeën gedeeld door het Albertkanaal. Het gedeelte aan de (noord-)oostelijke kant van het kanaal, heet Neerkanne, het andere, aan de (zuid-)westelijke kant, heet Opkanne. Kanne ligt in het dal tussen het Plateau van Caestert (de Sint-Pietersberg) en de Muizenberg. We vertrekken met de wandeling aan het kanaal maar eerst wandelen we het dorp binnen en komen langs de barokke Heilig-Grafkapel, die volledig uit mergel of kalksteen opgetrokken is. De oorspronkelijke kapel werd door Herman Jekermans, een timmermanszoon en bezoeker van het Heilige Land in 1647 gebouwd als kleine kopie van de Heilig Grafkerk te Jeruzalem om zijn belofte bij behouden terugkeer na te komen. Door de komst van vele bedevaartgangers was de kapel al snel te klein. In 1714 werd de huidige kapel gebouwd op grond van kasteelheer Daniël Wolff de Dopff. Vooral de gevel van de kapel is sterk geornamenteerd met onder meer Toscaanse pilasters en beeldhouwwerk. We wandelen dan de ingang van het kasteel binnen. Château Neercanne, (voorheen Château Agimont geheten), vlak bij het dorp, maar op Nederlands grondgebied (in de gemeente Maastricht). Het kasteel is het enige terrassenkasteel van Nederland. Het werd in 1698 op de resten van een oudere burcht gebouwd door de militair gouverneur van Maastricht Daniël Wolff baron van Dopff. Na Belgiës onafhankelijkheid ijverde de toenmalige eigenaar, Baron van Thier, ervoor dat zijn bezit bij het Koninkrijk bleef. De mergelstenen muren rond de zuidelijke boomgaarden van het kasteel werden zo de landsgrens tussen België en Nederland. Van deze muren staan nog enkele delen overeind. De Heilig-Grafkapel en het voormalige Kanunnikenhuis van de Sepulchrijnen pal naast de boomgaard werden echter Belgisch. Het kasteel en de buitenplaats zijn nu in het bezit van Stichting Het Limburgs Landschap. De binnenplaats, de bossen en enkele delen van de tuinen zijn vrij te bezoeken. Wij wandelen het bos in. De omgeving van Kanne kent aanzienlijke hoogteverschillen. Het dorp ligt in het dal van de Jeker dat is ingesneden in het Plateau van Caestert, waartoe ook de Sint-Pietersberg behoort. Ook het Albertkanaal is diep ingesneden. Van groot natuur- en cultuurhistorisch belang is het voorkomen en dagzomen van mergelsteen, waardoor een bijzondere flora en fauna van kalkminnende soorten ontstaat, zoals op de kalkgraslanden. De mergelsteenwinning leidde bovendien tot het ontstaan van uitgebreide gangenstelsels, die vervolgens weer voor allerlei doeleinden werden benut, zoals de champignonteelt, maar ook voor smokkel, voor het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog, en later zelfs voor een militair hoofdkwartier. Hier is klimmen en dalen en we komen aan de Apostelhoeve. Apostelhoeve ligt op de Louwberg, in het verlengde van de Cannerberg aan de westkant van het Jekerdal, waar aan de andere kant de Sint-Pietersberg ligt. In het Jekerdal werden al vanaf de middeleeuwen wijndruiven verbouwd, tot de "Kleine IJstijd" daar omstreeks 1600 een einde aan maakte. De fruitteler Hugo Hulst besloot op De Apostelhoeve in 1970 weer een wijngaard aan te leggen. Tegenwoordig wordt een oppervlakte van 8 hectare voor wijnbouw gebruikt. Ook hier de Apostelgroeve. De Apostelgroeve ligt in de Louwberg aan de rand van het Jekerdal. De groeve werd in 1770 geopend om kalksteen te winnen. De ingang werd in het voorjaar van 1770 geopend. De groeve diende om het inkomen van de bewoners van de Apostelhoeve van een beter inkomen te voorzien. Met behulp van drie paarden en twee man personeel werden de blokken uit de groeve omhoog gesleept tot bij de hoeve. Omdat de ingang onstabiel was, maakte men in 1772 een nieuwe ingang. Boven de huidige ingang is op de gevelsteen ook nu nog het jaartal 1772 te lezen, dus zal de ingang waarschijnlijk ook uit dit jaar stammen. De exploitatie van de groeve werd reeds in 1776 gestaakt door het uitblijven van de verwachte winst. Door het plaatsen van een hek begin 1981 ontstonden, onder meer door de rust in de groeve, optimale overwinteringsmogelijkheden voor vleermuizen en dit leidde tot een stijging van het aantal overwinterende dieren. Wij wandelen weer verder. En keren terug naar Kanne langs het prachtige kasteel van Neercanne. We gaan het dorp Kanne binnen en daar komen we aan de watermolen. De Smokkelmolen is een onderslagmolen die fungeerde als korenmolen. Reeds vóór 1640 was hier sprake van een watermolen, maar de huidige molen is het resultaat van een herbouw in 1650. Het gebouw is opgetrokken uit witte mergelsteen. In 1960 werd de molen stilgelegd. In 1981 werd de molen beschermd monument en de omgeving tot beschermd dorpsgezicht verklaard. Van 2013 tot 2016 werd de molen gerestaureerd. In het molenhuis bevindt zich een gevelsteen met een chronogram in de tekst: aL Die reChVeerDIg is Van LeeVen zaL GoD hIer zYn zeegen geven en hier naar het eeWig LeeVen De naam Smokkelmolen houdt verband met de ligging op korte afstand van de Belgisch-Nederlandse grens. Nu komen we aan de kerk van Kanne waar controle en rustpost is. Na de rust gaan we over de nieuwe brug en komen zo in het Waals landsgedeelte. We wandelen hier naar het Fort van Eben Emael. En langs het fort met zijn bunkers en de monumenten. Tegenover het fort de watermolen. De Moulin Loverix is een watermolen op de Jeker, het is een onderslagmolen die fungeerde als korenmolen. Reeds in 1800 bestond deze molen. Ze werd in 1940 getroffen door een Stuka-bom, waarbij dak en watergevel zwaar getroffen werden, maar de maalinrichting en het waterrad intact bleven. De molen maakt onderdeel uit van een hoevecomplex dat deels in natuursteen is gebouwd. De watergevel werd, na de bominslag, in baksteen uitgevoerd. Nu wandelen we verder langs de Jeker en steken de taalgrens weer over en wandelen Kanne binnen, nu passeren we “De Grotten van Kanne”. Prachtige mergelgroeven ontstaan sinds 1400. Vóór de 15de eeuw werd hier al gestart met de ontginning van mergelblokken uit de ondergrond. De stenen dienden voor de bouw van de lokale kerken en burchten. Het resultaat is een indrukwekkend onderaards gangen- en grottenstelsel van meer dan 300 km. Weer verder komen we langs het militaire begraafplaats. Op 10 mei 1940 wilden het Duitse leger de bruggen over het Albertkanaal (vlakbij Maastricht) veroveren. Door hevige tegenstand van Belgische grenadiers lukte het de brug op te blazen voordat deze veroverd kon worden. De gesneuvelde Belgische grenadiers lagen vlak bij de brug begraven op deze kleine oorlogsbegraafplaats. De slachtoffers zijn voor een deel door de familie herbegraven, daarna zijn de laatste resten in 1974 naar Veldwezelt overgebracht. Het was het eerste militair kerkhof in de omgeving, ingehuldigd op 10 mei 1946. De voormalige begraafplaats is als monument behouden gebleven. Nu nog even verder de brug over en we zijn terug aan ons vertrek. Een prachtige wandeling met veel te zien en te beleven.
|