13E MARCHE DES ABBAYES.
LES DJALES D’ANHEE.
DENEE.
Vertrek van onze trip vandaag is de Abdij van Maredsous. De Abdij van Maredsous werd in 1872 door benedictijnenmonniken gesticht in de vallei van de Molignée. Ze is een typisch voorbeeld van de neogotiek en past harmonieus in de beboste en glooiende omgeving van de streek. De gebouwen van de abdij van Maredsous ademen spiritualiteit, in een sfeer van rust en toewijding die niemand onverschillig kan laten. De kerk die boven het klooster uittorent, het klooster zelf en de bibliotheek, de bijgebouwen, waaronder de oude kunstnijverheidschool, het Onthaalcentrum Saint-Joseph, vormen een harmonieus geheel waar onze inschrijving van de wandeling is. We wandelen nu het domein uit langs het bos en komen aan de spoorwegfietsen van La Molignée we wandelen verder en komen zo in de mooie natuur klimmen en dalen alngs weilanden en bosjes, gewoon prachtig. We wandelen verder en komen zo in één van de “Mooiste Dorpen van Wallonië” Sosoye. Een parel van de Molignée. Gelegen in de prachtige en groene vallei van de Molignée, ligt Sosoye grotendeels aan de hoofdstraat. Het dorp heeft zijn typische kalkstenen habitat behouden. We wandelen het dorp binnen en komen aan de hoger gelegen geklasseerde kerk uit de 18e eeuw, de pastorie, de tiendenschuur en de voormalige brouwerij Baudart. De villa "Haute Bise" ontworpen door Victor Horta. Geïnspireerd door de lokale architectuur, getuigt het van het begin van het toerisme in de regio waar de bourgeoisie tweede verblijven bouwde. We wandelen het dorp binnen en daar is de controlepost, na de rust weer verder. Op een van de hellingen van de vallei, heeft de Berg van Sosoye, bekend als "Ranzinelle", een opmerkelijk natuurlijk erfgoed. De vegetatie is gediversifieerd en omvat veel planten die zeldzaam zijn in België. Verder met onze tocht wandelen we Falaën binnen. We blijven aan de buitenzijde van het dorp door de prachtige natuur. Zo komen we in Maredret, is een juweeltje ingebed in het Molignéedal, linker bijrivier van de Maas. De streek van de Molignée is befaamd om haar landschappelijke schoonheid en natuurrijkdom. We wandelen langs de muren van de Abdij van Maredret. En wat later ook langs de hoofdingang van de abdij. Hier verblijven zusters. De internationale faam van Maredret is grotendeels te danken aan de productie van miniaturen. Deze boeken en devotieprenten zijn met de hand gemaakt, meestal op perkament, speciaal hiertoe bewerkte dierenhuid. Bij de stichting van de abdij in 1893 richtte zuster Agnès Desclée († 1931) een atelier op, al trachtend de oude technieken van de middeleeuwse kopiisten en verluchters terug te vinden. Het heeft meerdere jaren geduurd eer de zusters alle geheimen van het vak onder de knie hadden : de beheersing van de oude geschriften, de goudzetting, het prepareren van de pigmenten. De intrede in 1898 van zuster Marie-Madeleine Kerger († 1948), een heel getalenteerde artieste, heeft in grote mate bijgedragen tot het groeiende succes van het atelier. In de eerste plaats stond het ten dienste van de benedictijnenabdijen, de Belgische adel en de koninklijke familie. Daarnaast werden talrijke devotieprenten verwezenlijkt, bedoeld om gedrukt en over een veel breder publiek verspreid te worden. De benedictinessen vervaardigden ook manuscripten : missalen, antifonaria, ritualen voor de monniken en de slotzusters, en getijdenboeken voor de leken. Deze ambitieuze verwezenlijkingen, meestal in gotische stijl, impliceerden een heus teamwerk vanwege de deelname van verscheidene zusters aan de transcriptie van de tekst, het bedenken van de compositie en de picturale uitvoering. Zuster Marie-Madeleine had het geluk een talentvolle leerlinge, zuster Marie-Louise Lemaire († 1975), te kunnen opleiden. Zij kon op haar beurt haar kennis doorgeven aan zuster Bénédicte Witz, de huidige abdis van Maredret. Die zet, in dit begin van de 21ste eeuw, een eeuwenoude traditie voort. Weer verder komen langs een varkenskwekerij, wat bijzonder is dat de dieren vrij rondlopen in een grote weide. Gewoon prachtig om te zien. Zo komen we aan Ferme la Cour. Gelegen op een hoogte van 210 meter en stamt uit de XVI eeuw. Deze hoeve bedrijft landbouw op een ecologische verantwoorde manier. Zo komen we weer langs de abdij en dan weten we dat het niet meer ver is tot aan de abdij van Maredsous. Hier eindigt voor ons een prachtige wandeling.
|