WINTERTOCHT. TONGERSE WANDELVRIENDEN. TONGEREN.
Om 2019 af te sluiten een laatste wandeling in Tongeren. Het word de stadswandeling. Tongeren telt enkele musea, waarvan het Provinciaal Gallo-Romeins Museum wellicht het bekendste is. Al in de jaren 1850 verzamelde en toonde het Geschied- en Oudheidkundig Genootschap van Tongeren archeologische voorwerpen. In 1937 werd de collectie overgebracht naar het nieuwe Provinciaal Museum in Hasselt. In 1954 keerden de stukken terug naar Tongeren en opende het museum de deuren op zijn huidige locatie. Door het toenemend succes van het museum waren uitbreidingen nodig in 1958, 1970, 1992 en 2006. De collectie van het museum is gericht op de Limburgse geschiedenis van de prehistorie tot het einde van het Romeinse Keizerrijk en bevat zo'n 170.000 stukken, waarvan er in de permanente tentoonstelling meer dan 2000 objecten worden getoond. Naast de permanente tentoonstelling worden ook tijdelijke tentoonstellingen georganiseerd zoals Neanderthalers in Europa en Sagalassos, city of dreams. In 2011 won het museum de European Museum of the Year Award; het was daarmee het eerste Belgische museum dat deze prijs ontving. In 2016 opende in de voormalige kapittelzaal van de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek het Teseum. Het museum toont een van de rijkste verzameling kerkschatten uit de Lage Landen. De andere Tongerse musea zijn kleiner van opzet. Het Begijnhofmuseum Beghina bevindt zich een begijnenwoning uit 1660. Naast de vaste tentoonstelling over de geschiedenis van het Sint-Catharinabegijnhof worden er ook thematentoonstellingen georganiseerd. De Moerenpoort, een middeleeuwse stadspoort uit 1379, herbergt het wapenmuseum. Binnenin de poort bevinden zich drie kamers waar de bezoekers meer kunnen leren over het militaire verleden van Tongeren. Vanaf het platform boven op de toren heeft men een panoramisch zicht over de stad, het begijnhof en het natuurgebied De Kevie. Het centrale plein van Tongeren wordt gevormd door de Grote Markt en het Stadhuisplein. In het midden van de Grote Markt bevindt zich het standbeeld van Ambiorix. Dit standbeeld van de hand van Jules Bertin werd in 1866 ingehuldigd door koning Leopold II en zijn echtgenote koningin Marie Henriëtte. Op de plaats van het standbeeld stond voorheen het perroen dat verhuisde naar Plein, een plein aan de zuidzijde van de Grote Markt. Het Stadhuisplein wordt aan de oostzijde geflankeerd door de toren van de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek. Aan de zuidzijde van dit plein bevindt zich het stadhuis van Tongeren dat werd opgetrokken in 1737. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de huizenrij die tussen de Grote Markt en het Stadhuisplein stond, gebombardeerd waardoor sindsdien beide pleinen een geheel vormen. Het Munthuis is een herenhuis opgetrokken in een laatgotische renaissancestijl. De oudste gedeelten van dit gebouw gaan terug tot 1475. Hoewel de naam anders doet vermoeden, werden in dit gebouw geen munten geslagen. Dat gebeurde in een gebouw aan de overzijde van de straat. De enige overgebleven vakwerkhuizen zijn Huis Dommershausen uit de 15e eeuw, gelegen aan de Maastrichterstraat, en het Spaans Huis uit de 17e eeuw, gelegen aan de Muntstraat. Binnen de stadsmuren bevinden zich twee Biessenhuysen, dit waren refuge- en rentmeestershuizen die verbonden waren met Alden Biesen, een vroegere landcommanderij van de Duitse Orde. Het Biessenhuys aan de Hemelingenstraat werd gebruikt van de 14e eeuw tot 1661. Vanaf 1661 huisde het Biessenhuys in een gebouw aan de Moerenstraat. Na de Franse Revolutie werd het Biessenhuys openbaar verkocht. De gevangenis van Tongeren was in 1844 de eerste cel gevangenis in België. Tot 2005 fungeerde het gebouw als penitentiaire inrichting. Na de sluiting van de gevangenis werd het gebouw gebruikt voor verschillende doeleinden; het gebouw deed dienst als museum en werd gebruikt voor culturele evenementen. Vanaf 2009 doet het gebouw dienst als jeugdgevangenis. We wandelen ook over het opnieuw aangelegd van het stadspark. Het park draait niet alleen rond water. Ook het groen rond de Jeker wordt naar een hoger niveau getild. Binnen het park worden ‘kamers’ ingericht: meer met klassieke grasperken, ligweiden en plantsoenen. Zowel voor sport en spel als voor rust en stilte. Er zijn ‘actieve zones’ en meer ‘luwe zones’ binnen in het park. Sommige delen worden beter bediend door paden dan anderen. Hagen, groenbuffers en wandelpaden scheiden delen van het park. We wandelen terug naar ons vertrek om deze laatste wandeling van het jaar af te sluiten.
|