KOOLWITJES
Ronddwarrelende witte vlindertjes rond de bloemen in de tuin: een vertederend zomers beeld, In onze streken zijn de koolwitjes één van de meest voorkomende dagvlinders. Men onderscheid vooral het kleine koolwitje (Pieris rapae) en het grote koolwitje (Pieris brassicae), hoewel ze ogenschijnlijk op elkaar gelijken zijn zowel de uiterlijke kenmerken van vlinder, ei, rups en pop verschillend van elkaar.
Kleine koolwitje (Pieris rapae)
Het kleine koolwitje heeft een vleugelspanwijdte van 45 - 58 mm en op de bovenkant van de voorvleugels een kleine driehoekige zwarte puntvlek, vanaf de onderkant van de vleugel is deze vlek eveneens zichtbaar. Het wijfje heeft twee zwarte vlekken bovenop elk van haar bovenvleugels, het mannetje heeft slechts één vlek
Grote koolwitje (Pieris brassicae) Dit koolwitje is groter (zoals de naam aangeeft) heeft een vleugelspanwijdte van 65 mm De vlinders hebben op de bovenkant van de voorvleugel een zwarte randvlek die zich uitstrekt van de top tot over de helft van de vleugel. Vanaf de onderkant is deze randvlek eveneens zichtbaar, maar is de kleur eerder geelachtig grijs. Het wijfje heeft zowel op de bovenkant als op de onderkant van de voorvleugel twee duidelijke zwarte stippen. Bij het mannetje ontbreken deze stippen op de bovenkant.
|