BOOMBLAUWTJE, Celastrina argiolus.
Hoe ziet hij eruit?
Het boomblauwtje is een klein blauw vlindertje. Het mannetje is helemaal blauw. Het vrouwtje heeft zwarte randen langs haar blauwe vleugels. Je kunt het boomblauwtje makkelijk herkennen als je naar de onderkant van zijn vleugels kijkt. Deze zijn zilverwit met kleine zwarte stippen. Meestal zit dit vlindertje dicht en kun je de onderkant dus goed zien.
Wanneer vliegt hij? Het boomblauwtje vliegt van half april tot begin juni en weer in juli en augustus. Hij leeft in de winter als pop. Waar kun je hem vinden? Het boomblauwtje houdt van plaatsen waar bomen en struiken staan, bijvoorbeeld langs bosranden. Hij vliegt soms best hoog (wel een paar meter boven de grond) en het is een echte fladderaar.
Waar leven de rupsen?
De rupsen leven van de knoppen van verschillende planten zoals hulst, klimop en de vlinderstruik. Deze planten staan ook vaak bij mensen in de tuin, dus daar kun je het boomblauwtje ook tegenkomen.
LANDKAARTJE, Araschnia levana
Hoe ziet hij eruit? Er is iets heel geks aan de hand met het landkaartje: in het voorjaar ziet de vlinder er anders uit dan in de zomer! De vlinders die in april en mei vliegen zijn oranje-bruin met zwarte vlekken en de vlinders die je in juli en augustus ziet, zijn zwart met een witte en oranje band over de vleugels. Aan de onderkant van zijn vleugels staat een ingewikkeld patroon van gekleurde vlekken en strepen. Dit is net een landkaart, daarom heet de vlinder zo.
Waar kun je hem vinden?
Nu kun je het landkaartje in het hele land tegenkomen. Het landkaartje leeft in de buurt van bosranden, het liefst met inhammen. De vlinders hebben, als enige dagvlinder, een voorkeur voor witte bloemen om nectar uit te drinken. Waar leven de rupsen?
Het vrouwtje legt haar eitjes onderaan het blad van de brandnetel. Ze legt steeds een nieuw eitje op het vorige eitje, net zo lang tot ze een ketting van eitjes heeft gemaakt. De rupsen van het landkaartje leven vaak in groepen. Ze eten vaak netjes op een rij van een brandnetelblad.
|