4E MARCHE DES ABBAYES.
LES DJALES DANHEE.
DENEE. ABDY MAREDSOUS.
De benedictijnenabdij van Maredsous werd gesticht in 1872. Bekend voor haar Kaas en Brood. Ze is een van de parels van de streek. Hier vertrekt onze wandeling.
Een stukje geschiedenis over het ontstaan van de abdij van Maredsous en Maredret door de familie Hemptinne en de familie Desclee.
Familie Hemptinne ; Hemptinne nabij Eghezee gelegen in het voormalige graafschap Namen. De eerste bekende Hemptinne droeg de naam van Eustace en onderscheidde zich als Baljuw in de provincie Namen in 1231. Hij richtte tegelijkertijd Abdij Boneffe. Geleidelijk aan tussen twee militaire campagnes, de familie breidt haar grondgebied uit, niet alleen Hemptinne, maar ook Merdorp, Jandrain, Jandrenouille, Orp-le-Grand, Jauche, Autre-Eglise. In de vijftiende eeuw, de Hemptinne verlaten de militaire en de rechterlijke macht en worden landheren. Aanvankelijk Barons, door eerstgeboorterecht tot op de dag vandaag.
In 1815, Felix-Joseph de Hemptinne verlaat Namen en gaat naar Gent. Hij trouwde met Henrietta Lousberg en begon daar de textielindustrie. Hij slaagde er goed in en zijn bedrijf groeide en kreeg de bijnaam "katoen baron. Zijn nakomelingen zette zijn werk verder zodat het Vlaamse deel van de familie de meest bekende werd. Tegelijkertijd, Louis Clement de Hemptinne onderscheidde zich in zijn leengoed van Jauche, en vertegenwoordigde het district Nijvel in het Nationaal Congres in 1830. In de late negentiende eeuw, twee Hemptinne, broer en zus, Hildebrand de Hemptinne, benedictijner monnik, stichter van de bekende abdij van Maredsous met de hulp van de famille Desclée. Hij word de eerste primaat van de benedictijner orde, dat wil zeggen, meer algemeen de "baas" van alle de benedictijnen van de tijd. Zijn zus Agnes, op haar beurt creëert Maredret, op een steenworp afstand van de abdij van monniken, een klooster voor vrouwen. Door de financiering met haar eigen geld leverde haar dat op de leeftijd van 28,de titel van eerste abdis van Maredret.
Wij verlaten Maredsous en dalen af in het dal komen aan het Kasteel Desclee, mooi gelegen met een grote kasteelhoeve. Boven op de heuvel komt de toren van de abdij boven de bomen uit. De verbondenheid tussen Maredsous, Maredret en Deslee is duidelijk te zien. Wij wandelen het dorpje Maredret binnen, bekent als ambachtendorpje met het Musée du Bois et de la Vie ruale. Wij wandelen nu de oude spoorweg op en keren terug naar Maredret met zijn oude huizen en boerderijen, we komen aan Ferme de la Cour dan dalen we af en in de vallei is een boer die zijn dieren vrij laat lopen in de weiden, mooi om te zien de zeug met haar jonge biggen, wij wandelen weer verder en komen in Ermeton-sur-Biert.
Hier komen we aan het kasteel van Ermeton-sur-Biert. En dan ligt daar ineens in de diepte het klooster, Monastère Notre-Dame sur Biert, aan de rand van het dorp Ermeton-sur-Biert. Het ziet er uit als een klein kasteel en er ligt een parkachtige tuin bij met grote statige bomen. De geschiedenis van het complex gaat terug tot begin 14e eeuw. In de loop der jaren is er veel aan ge- en verbouwd door de elkaar opvolgende adellijke bewoners.
De gemeenschap van Benedictinessen die er nu woont is nog vrij jong. Ze is in 1917 gesticht door een monnik van het nabijgelegen Benedictijnenklooster Maredsous. In 1936 hebben de zusters het kasteel betrokken. Hun sfeervolle kapel hebben zij in 1954 laten bouwen. De gemeenschap bestaat nu uit ruim twintig zusters, van vijf nationaliteiten. De voertaal is Frans, maar Vlaams en Duits wordt ook verstaan. We gaan weer verder en komen terug op de oude spoorweg, we zien de toren van de abdij van Maredret.
Vlug komen we aan de abdij en gaan even een kijkje nemen in de abdijwinkel en de kerk. Dan weer verder en we komen zo terug aan de abdij van Maredsous. Een prachtige wandeling met drie abdijen en een kasteel in een prachtige omgeving, genoten van de wandeling.
Voor het fotoalbum de link volgen
|