MARCHE PRINTANIERE DES STCHROUMFS.
LES HERMALLIS.
HERMALLE SOUS HUY.
Het dorp van Hermalle-sous-Huy strekt zich langs de Maas die de grens tussen Haspengouw en het begin van Ardennen vormt. Dit dal is een leuk gebied waar we de hoeven en kastelen, kerken en abdijen, musea en attracties, weien en bossen kunnen ontdekken.
Chateau Hermalle & Ferme Castrale
Huis Sacre
Hoeve Dacosse
Het eerste monument is het kasteel van Hermalle. De herenfamilie die dit kasteel oorspronkelijk heeft gebouwd als haar woonst, was schatplichtig aan het feodale hof van Luik. Tegen 1100 was het eigendom van Michel de Hermalle, heer van Chaumont, Engis en Les Awirs. Later in die eeuw gaat het over in handen van de familie de Warfusée en vervolgens door vererving in de handen van Arnold de Lumen, Jean de Wavre de Brabant en, eind 14de eeuw, Englebert de Haccourt.
Pastorie
Voordat het in 1853 toeviel aan baron de Potesta zijn er nog verschillende eigenaars de revue gepasseerd. Het kasteel zelf werd in 1315 met de grond gelijkgemaakt tijdens de oorlog tussen de Awans en de Waroux. In de 17de eeuw werd het heropgebouwd. Het kasteel is dichtbij de kerk gebouwd, midden in het centrum van Hermalle. Eromheen ligt het gedeeltelijk ommuurde kasteelpark. Het huidige kasteel is in hoefijzervorm gebouwd, rond een binnenhof. Om het kasteel is een slotgracht gegraven. Verder is er een voorhof, waarrond koetshuizen en paardenstallen gelegen zijn. Deze bijgebouwen dateren van de 19de eeuw. Het rechthoekige basisplan is middeleeuws en, zoals het in die tijd gebruikelijk was, voorzien van 4 torens. Bij de heropbouw tijdens de 17de eeuw is gebruik gemaakt van zandsteen, kalksteen en baksteen. Het gebouw werd ook aangepast aan de stijl die in de Maasvallei gangbaar was, met twee rechthoekige torens.
Abdij Flône
De kasteelboerderij dateert van de 17de en 18de eeuw. In 1975 werd ze stilgelegd en raakte ze in verval. De huidige eigenaars hebben de boerderij echter nieuw leven ingeblazen als toeristische site, bestaande uit een museum, een culinaire bibliotheek en het postmuseum. In de directe omgeving verschillende 17de en 18de eeuwse huizen. Huis Sacre 18de eeuw, oude hoeve Dacosse 17de eeuw, huis van de metselaarsbaas 18de eeuw nu pastorie. Wij wandelen het dorp uit en gaan naar de Maas, wij wandelen een heel eind langs de Maas, aan de andere kant zien we de steengroeven en dan zien we de Abdij van Flône.
Tour Malherbe
Wij zijn hier in Amay. De abdij heeft een lange geschiedenis en gaat een heel eind in de tijd terug met de nodige vernielingen en branden en weeral opgebouwd. De geschiedenis van de abdij gaat terug tot 1075. De huidige gebouwen zijn van omstreeks 1636-1692. Wij wandelen verder en komen aan het kasteel Rorive, nu een hotel. We wandelen door het natuurgebied Les landes dOmbret in het dorpje Ombret. Dan komen we aan de Tour Malherbe XVIde eeuw-XVIIde eeuw. Nog even en we zien het kasteel van Hermalle. Zo komen we terug aan ons vertrek. Een prachtige wandeling.
Op de terug weg komen we langs abdij Paix-Dieu.
ABDIJ PAIX-DIEU
Een rondwandeling op het domein laat ons zien hoever de restauratie werken gevorderd zijn en op de toeristische diens krijgen we een uitgebreide informatie over de streek en de abdij. Hieronder wat geschiedenis van de abdij. De stichting van de cisterciënzer abdij van Paix-Dieu valt binnen de context van de vrouwelijke mystiek, een beweging die het bisdom Luik aan het begin van de 13de eeuw heeft gekenmerkt. De cisterciënzer zusters uit Val Benoît vestigden zich tussen 1239 en 1241 in het Haspengouwse dorpje Oleye, op uitnodiging van ridder Arnould de Corswarem.
Deze plaats werd door de cisterciënzers echter niet volledig geschikt geacht voor de stichting van een abdij. In 1244 werd de abdij daarom overgebracht naar een vallei, waar verschillende beken samenvloeiden: in Grognart. Dat op deze locatie een graanmolen stond, waar de gemeenschap haar levensonderhoud aan ontleende, was geen toeval voor de keuze van de plek. De abdij van Paix-Dieu is als landbouwgebied meteen een ideale plek voor de cisterciënzers om zelfbedruipend te leven. In 1257 cultiveert het klooster 453 hectaren. Dat is niet veel in vergelijking met de 10.000 ha van Villers-la-Ville en de 7000 ha van Orval. Het klooster van Paix-Dieu werd pas later gesticht, waardoor het niet veel grondbezittingen heeft kunnen vergaren in de loop der eeuwen. Het domein wordt echter gecultiveerd volgens de methoden van de eerste cisterciënzers. De gronden worden opgedeeld over twee schuren, die onder het gezag staan van werkbroeders, in Oleye en Bodegnée. De abdij ondervindt flink wat economische schade van de crisis van het einde van de 13de eeuw, waarna Paix-Dieu haar domein herinricht en de meeste gronden laat bewerken door boeren. Langzamerhand ontwikkelt de abdij zich tot grootgrondbezitter, en de winst die ze maakt met haar landerijen stelt haar in staat de kerkelijke en boerderijgebouwen te laten bouwen die we nu kennen (1730-1767).
Tijdens de Fanse Revolutie worden de gebouwen en gronden verkocht als nationale goederen. De gemeenschap valt uiteen en wordt niet meer hersteld. De boerderij blijft functioneren, net als de molen. Sommige kerkelijke gebouwen, zoals de kloostergang, verdwijnen, maar andere dienen als schuur of distilleerderij. De geloofsgemeenschap bestaat uit een abdis die de verantwoordelijkheid draagt voor het spirituele en wereldse beleid van het klooster, gewijde zusters die de diensten voorgaan, de werkzusters die het huishoudelijk werk doen in het hart van de abdij, en de scholieren. De slotzusters leefden meestal met slechts 20 tot 25 leden in het klooster. De abdis had haar eigen vleugel, tussen de abdijkerk en het gastenkwartier waar tijdelijke bewoners zich ophielden. Verder bood Paix-Dieu onderdak aan twee religieuzen die de diensten leidden en de biecht afnamen, huispersoneel en af en toe gasten. Van tijd tot tijd woonden er ook ambachtslieden die de gebouwen moesten onderhouden en aanpassen: timmerlieden, dakdekkers, wevers, brouwers, kuipers enz. De eenheid die we zien, is te danken aan het gebruik van traditionele materialen en technieken. De gebouwen zijn van de 17de en 18de eeuw en werden gebouwd in de Maaslandse renaissance-stijl. Ten gevolge van branden, plunderingen en oorlogen (ook religieuze) ondergingen ze verschillende diepgaande veranderingen. De boerderij is goed bewaard gebleven, maar de kerkelijke gebouwen zijn na hun verkoop als nationale goederen in 1797 en na het uiteenvallen van de geloofsgemeenschap, in verval geraakt. De kerk bevat geen meubilair meer. Ze gaf toegang tot een vierkanten kloostergang. De oostelijke vleugel van de kloostergang werd het 'dameskwartier' genoemd en bood onderdak aan de zusters. De zuidelijke vleugel liep parallel met de vleugel van de abdis. Hier overnachtten de werkzusters. Aan de westkant heeft de kloostergang plaats moeten maken voor de vleugel van de abdis, het gastenkwartier en het hoofdplein. De kloostergang en de galerijen van het hoofdplein (zichtbaar op een ets van Remacle Leloup) werden in de 19de eeuw afgebroken.
De bouwmaterialen werden voor andere werven gerecupereerd. Het gastenkwartier herbergt de bewoners van de abdij die niet aan de regels van het kloosterleven gebonden zijn. Tot de bijgebouwen behoren de molen, een brouwerij en een duiventil aan de zuidkant, een ziekenboeg aan de oostkant en het paterhuis. De vierkantshoeve verzekerde de abdij van haar levensonderhoud. De Saumery heeft het in zijn 'Délices au païs de Liège' (1736-1740) ook over een wonderdoende bron van Saint-Gérard, plek van aanbidding en bedevaartsoord. In 1993 geeft het Waalse gewest haar fiat voor de oprichting van een centrum voor de ambachten ter behoud van het regionale erfgoed. Het centrum krijgt werkingsmiddelen tot 1999. Vervolgens wordt het Institut du Patrimoine wallon de verantwoordelijke voor het beheer en de ontwikkeling van het centrum. Het gastenkwartier is inmiddels gerestaureerd en huisvest de activiteiten van het centrum. De werken beëindigd in 2001 gaven het administratief beheer de mogelijkheid de plaats opnieuw in te richten. In het gebouw vinden ook vervolmakingsopleidingen en inwijdingen in het erfgoed plaats. Het gaat er hier om de ambachtslieden en jongeren wakker te maken voor het belang van het Waalse erfgoed. Ook het onthaal van het Maison du Tourisme Hesbaye et Meuse heeft onderdak gevonden in de gebouwen van Paix-Dieu. Het bevindt zich in de inkomhal van het Institut du Patrimoine wallon (IPW).
Voor het fotoalbum de link volgen
|