HERFSTWANDELING.
BERG- EN BOSWANDELAARS VOEREN.
SGRAVENVOEREN.
Een lang lint van enkele kilometer lang, slechts twee huizenrijen breed, dat was 's-Gravenvoeren tot het begin van deze eeuw.
De mensen hadden toendertijd weinig keuze om zich elders te vestigen, want nergens in de omtrek was grondwater op een redelijke diepte bereikbaar. Dus zat er niets anders op dan vlak bij het riviertje, de Voer, te gaan wonen. Maar watervervuiling bestond klaarblijkelijk ook al in de vorige eeuw. De kwaliteit van het water ging zo sterk achteruit, dat het gemeentebestuur eind vorige eeuw enkele bronnen in het buurdorp Sint-Martensvoeren kocht en van daaruit een waterleiding liet aanleggen. Op diverse plaatsen in 's-Gravenvoeren kun je nog de pompen zien, waar de mensen emmers en kruiken met helder bronwater konden vullen. Later werd het systeem uitgebreid, met kraantjes in elk huis.
Toen ging het dorp zich ook in de breedte ontwikkelen. De Voer is een snelstromend riviertje met helder water. Door het grote verval kan het water veel zuurstof opnemen en bezit het een hoog zelfreinigend vermogen.
Dat is wel nodig want de riolering, voor zover ze al bestaat, komt rechtstreeks in de waterloop uit. Bij sommige huizen mondt de afvoer van de wc meteen in de Voer uit, zonder dat er zelfs een sceptische tank tussen is geplaatst! Voor veel Voerenaars vervangt de Voer klaarblijkelijk ook de huisvuilophaaldienst.
Vanuit het dorp langs de Voer lopen holle wegen naar de weilanden en akkers op de hellingen. De bekendste is de Koetsweg. Deze weg dankt zijn naam aan het feit dat in de Oostenrijkse tijd (van 1690 tot 1790) de postkoets Luik-Aken er langs reed. De paarden werden uitgespannen in De Zwaan, de herberg aan het pleintje van Kinkenberg. Ook een posthoorn in de gevel van het andere dorpscafé (Wynants) herinnert aan die periode. De jonge Mozart moet hier in 1763 gepasseerd zijn toen hij met zijn vader op reis was naar Brussel.
De weg van Voeren langs Snauwenberg en vandaar naar Terlinden en Gulpen is van romeinse oorsprong en verbond de 'villae' - later de Frankische paltsen - van die twee plaatsen. Na een korte wandeling door het dorp komen aan in het Natuurreservaat Altenbroek. Het natuurgebied van Altenbroek in de Voerstreek is 127 ha groot en ontleent zijn naam aan het prive kasteeldomein met die naam.
Holle wegen, bossen, grubben, brongebieden en boomgaarden wisselen elkaar af. ?s Nachts snuffelen hier everzwijnen en dassen rond en de natuurbeheerders zijn bijzonder trots op de vroedmeesterpad. Die vind je haast nergens meer in Vlaanderen. Vanaf het poorthuis slingert de lange oprijlaan langs vijvers met zwarte zwanen naar het kasteel uit 1314. Altembrouck was al in de zeventiende eeuw een bijzonder fraaie buitenplaats en lustoord, waar de graven van Dalhem en Hoensbroek de zomers hun vertier kwamen zoeken. Al in 1314 vinden we dit domein vermeld als een Dalhems leenhof, eigendom van de familie van Broek. Het 'kasteel' is een amalgaam waarvan het oudste deel uit de 18de eeuw stamt. Rond 1900 werd het uitgebreid en kreeg het zijn huidige uitzicht. De boerderij 'Molenhoeve', net buiten het kasteeldomein, was vroeger de watermolen van het domein. Sinds 1999 is er op Kasteel Altembroek gestart met de kweek van Wagyu runderen. Deze runderen zijn oorspronkelijk van Japanse origine, en worden getypeerd door hun hoge dosering enkelvoudig onverzadigde vetzuren in een cholesterolarm dieet.
Het is een prachtig golvend landschap met weilanden en bossen. Hollewegen die door de eeuwen heen een bijzondere fauna en flora hebben ontwikkeld, waar wij nu van kunnen genieten. Even steken we de landsgrens over en komen in Margraten en Noorbeek. Hier loopt het natuurreservaat verder waardoor het een grensoverschrijdend landschap is. Noorbeek (Limburgs: Norbik) is een klein dorp in de Zuid-Limburgse gemeente Margraten en is een van de zuidelijkst gelegen plaatsen van Nederland. Het circa 1146 inwoners tellende dorp, met beschermd dorpsgezicht, is op een 'verscholen' manier gelegen in het dal van de Noor(beek), welke in de nabijgelegen buurtschap Wesch ontspringt.
De naam van deze buurtschap is ontstaan omdat bij de bron in vroeger tijden de was (de wesj) werd gespoeld. De oude wasplaats is nog steeds te zien. Noorbeek maakte deel uit van het graafschap Dalhem. We wandelen door het dorpje met verschillende grote hoeven. Dan wandelen we terug de grens over en zijn terug in de Voeren. En dan zijn we terug in S Gravenvoeren, langs de mooie molen en door het centrum van het dorp langs het kerkplein, het vroegere kerkhof. Nog even langs de Voer en dan zijn we terug aan ons vertrekpunt.
Een pracht van een wandeling in een van de mooiste plekken van Limburg.
Voor het fotoalbum de link volgen
|