2DE VRIJE VLAAMSE VVRS WANDELDAG.
W.C. AVIAT SINT TRUIDEN.
SINT TRUIDEN / BEVINGEN. ...de natuur in Haspengouw is apart en mooi, de kerkdorpen zijn stil en rustiek. Holle wegen, bloemrijke akkers, vergezichten met niets dan groen... af en toe een kasteel of kapel. Mooie heuvelende en kronkelende wegen langs gezellige dorpjes, prachtige kastelen en fruit, vooral veel fruit. Wij vertrekken met de wandeling in Bevingen: het militair domein waar nu een gedeelte asielopvang is, maar het grootste gedeelte van de toch nog heel militaire gebouwen staan leeg en er word veel vandalisme gepleegd, het zijn barakken die overwoekerd worden door planten en bomen, spijtig dat zulke gebouwen er staan te vergaan.
Op het domein van Bevingen stond een prachtig kasteel waar de officieren verbleven ook dit stukje patrimonium is aan verval toe. Een stukje geschiedenis van dit eens zo prachtige kasteel Rochendaal.
Advocaat Jean-Henri-Paul Ulens was een uitgesproken katholiek figuur en burgemeester in Sint-Truiden van 1876 tot 1891. Hij was voorzitter van het Bureel van Weldadigheid, lid van de kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw, voorzitter van de provinciale commissie beurzenstichtingen, ondervoorzitter van de landbouwcommune te Sint-Truiden en kapitein van de burgerwacht. Hij huwde in 1850 met zijn nicht Marie Ulens en bouwde in 1881 het kasteeltje van Rochendaal te Bevingen. Het wapenschild van de familie Ulens zie je aan de linkerkant van het kasteel. J.H.P. werd in 1871 in de adel verheven tot jonkheer en kreeg later de eretitel van pauselijk graaf. Het kasteel werd later in een militair domein opgenomen tijdens Wereldoorlog II. Het militair domein + startbaan werd gebouwd door de Duitsers. Het werd een belangrijke pion in het systeem van de Luftwaffen. De beroemde nachtjachtpiloot Otto Fries verbleef op deze basis. Na de oorlog viel het domein onder de bevoegdheid van het Belgisch leger. Het kasteel werd de officiersmess.
Door het plan Delcroix van juli 1992 en de besparingshonger werd in de loop van 1996 de 9de Wing Training van Brustem inclusief het schoolcomplex van Bevingen en de Elementaire Vliegschool van Goetsenhoven gesloten. De sluiting van Brustem heeft van bij de aanvang gestuit op veel onbegrip. Omdat de infrastructuur pas was gemoderniseerd voor veel geld en de basis een zeer goede ligging en vele mogelijkheden had. Ook was en is de bestemming onduidelijk. Het resultaat is dat het kasteel er met de jaren zwaar op achteruit gegaan is. Het kasteel is dit jaar 130 jaar oud.
Met dank aan J.C. Pallen voor de vele info. We wandelen van op de militaire basis, langs de leegstaande gebouwen de basis uit en dadelijk hebben we een prachtig stukje natuur, een Holleweg met veel groen, rustig is het hier en we kunnen genieten van het landschap. Langs grote Haspengouwse hoeven en dan weer een eind langs het militair domein.
We komen langs Het Dorp met Het Dorp bouwde kunstenaar Gert Robijns een kopie van het dorp waarin hij opgroeide, Gotem, en verplaatste het op een boogschuit van het origineel en tegen de achtergrond van een voormalig militair vliegveld in Brustem. Wat verder komen we in Kerkom een kasteeldorp met een ambachtelijke brouwerij. We komen aan het Wit Kasteel: De toegang tot het wit kasteel ligt tegenwoordig langs de Naamsesteenweg, in het verlengde van de dreef met rode beuken maar in feite is dit de achteringang naar de hoeve. We hebben hier inderdaad te maken met een kasteel waaraan ook een hoeve verbonden was en dit was de toegang voor de pachter .
De bewoners van het kasteel kwamen van de andere kant via een thans verdwenen weg. Zoals bij de meeste kastelen hebben we hier dus ook te maken met een neerhof of pachthof, en een opperhof, de woonst van de heer. Reeds in de 14de eeuw was er hier bewoning en is er al sprake van een kasteel, meer dan waarschijnlijk een constructie in hout. En in al die tijd is het goed in zijn geheel overgegaan zonder één keer verdeeld of verkocht te worden. Daaraan komt pas een einde in 1979 wanneer de huidige bewoners, de familie Porreye, het goed koopt. We wandelen nog wat verder door het dorp langs het oude dorpscafé en komen dan komen we aan het Rood Kasteel van Kerkom wordt genoemd naar het geslacht van Alsteren dat van de 14de tot de 17de eeuw heer van Kerkom was.
Van het oorspronkelijke kasteel uit 1760 resten, na een brand op het einde van de 19de eeuw, enkel nog de noordvleugel met wagenhuis, knechtenkamers en hoektoren. De hardstenen vensteromlijstingen met sluitsteen, de afgewolfde daken en het mansardedak met peerspitsje verwijzen nog naar het 18de-eeuwse classicisme. Behalve voornoemde gebouwen bleef ook nog een stukje Franse tuin bewaard. Het eclectische kasteel van Kerkom dat in de volksmond Rood kasteel genoemd wordt, dateert van 1889. Het is een drukaandoend gebouw met hoektoren, spitsen, dakkapellen en puien. Het is gelegen in een mooi Engels landschapspark met grasvelden, een vijver, bruggetjes en exotische boomsoorten. Spijtig dat we zo weinig van dit mooie kasteel kunnen zien.
Verder wandelen we door het dorpje en komen dan aan de Brouwerij Kerkom. De brouwerij dateert van 1878. Tijdens de Eerste Wereldoorlog bestonden er nog 127 brouwerijen in Limburg. In '65 bleven er daar amper 13 van over. Nu zijn er daar nog 6 van actief. Eéntje daarvan is Brouwerij Kerkom. Evarist Clerinx hing in z'n voorlaatste jaar geneeskunde z'n studentenpet aan de haak in ruil voor de roerstok. Hij kocht in Kerkom op de weg Sint-Truiden-Hannuit-Namen de oude afspanning La Rennaissance en bracht er een brouwerij in onder. In 1913 werd een storting genoteerd van 23.000 kg mout. In de beginperiode van Evarist werd alleen bier geleverd in tonnen. De distributie was kleinschalig: de afstand die een paard heen en terug in één etmaal kon afleggen. Naast café's kochten ook bemiddelde burgers,die altijd bier in voorraad hadden, zijn gerstenat. 'De vreugde moet uit de kelder komen' is een gezegde dat hier ongetwijfeld zijn oorsprong vindt. De Reus van Evarist was erg in trek. Het was een bier met hoge gisting dat toen het best vergeleken kon worden met de Jack-op. Tijdens de eerste wereldoorlog (1914-'18) eisten de Duitse bezetters de brouwerij op. In 1920 werd de productie terug opgestart en vanaf die dag werd Paul, de zoon van Evarist, mee ingeschakeld. In 1932 werd voor de eerste keer de vooroorlogse hoeveelheid gestort mout overtroffen, met name 37.100 kg! Door het succes van de nieuwe Brouwerij Alken met z'n Cristal Alken en het overlijden van Evarist, kreeg Brouwerij Kerkom enkele rake klappen. Toch overleefde het de Tweede Wereldoorlog.
In 1952 kwam er nieuw leven in de brouwerij: Jean Clerinx trad in dienst van de brouwerij. Hij geloofde in een streekbier, maar zou de strijd na enkele jaren opgeven. In 1968 nam hij de beslissing om de brouwactiviteit te staken. Na z'n pensioen, in 1988 begon hij terug met een kleine ambachtelijke brouwerij. Hij brouwde een donker-blond bitterig bier van hoge gisting met een alcohol volume van 5,5 %.Wanneer je weet dat Bink de spotnaam is van de Truienaar, kan je je voorstellen waarom Jean die naam aan z'n bier gaf. Sinds 1999 nam Marc Limet de roerstok letterlijk en figuurlijk over van Jean Clerinx. In de volgende jaren investeerde hij om de installaties en het bier terug op punt te brengen. Er kwamen nieuwe biertanken bij om de kwaliteit van het bier nog beter te maken. De respons van het publiek en van de bierliefhebbers bleef niet uit. In 2000 werd dit alles kracht bijgezet met de lancering van twee nieuwe seizoensbieren: de Bloesem Bink en het Winterkoninkske. Wij nemen de tijd om even binnen te gaan en te genieten van een lekker Limburgs Biertje. Even rondkijken op de brouwerij en dan weer verder langs een prachtig plekje een kapel gewoon prachtig. Dan klimmen we weer een eindje en we wandelen terug het militair domein op en eindigen zo een prachtige wandeling.
Voor het fotoalbum de link volgen
|