Inhoud blog
  • 341. schip 35 brief 03
  • 340. schip 35 brief 02
  • 339. schip 35 brief 01
  • 338. schip 34 brief 03
  • 337. schip 34 brief 02
  • 336. schip 34 brief 01
  • 335. schip 33 brief 08
  • 334. schip 33 brief 07
  • 333. schip 33 brief 06
  • 332. schip 33 brief 05
  • 331. schip 33 brief 04
  • 330. vervolg brief 03
  • 329. schip 33 brief 03
  • 328b tussendoortje
  • 328. schip 33 brief 02
  • 327. vervolg brief 01
  • 326. schip 33 brief 01
  • 325. vervolg brief 07
  • 324. schip 32 brief 07
  • 323. vervolg brief 06
  • 322. schip 32 brief 06
  • 321. vervolg brief 05
  • 320. schip 32 brief 05
  • 319. vervolg brief 04
  • 318. schip 32 brief 04
  • 317. vervolg brief 03
  • 316. schip 32 brief 03
  • 315. vervolg brief 02
  • 314. schip 32 brief 02
  • 313. vervolg brief 01
  • 312. schip 32 brief 01
  • 311. schip 31 brief 10
  • 310. schip 31 brief 09
  • 309. schip 31 brief 08
  • 308. schip 31 brief 07
  • 307. schip 31 brief 06
  • 306. schip 31 brief 05
  • 305. schip 31 brief 04
  • 304. schip 31 brief 03
  • 303. schip 31 brief 02
  • 302. vervolg brief 01
  • 301. schip 31 brief 01
  • 300. schip 30 brief 25
  • 299. schip 30 brief 24
  • 298. schip 30 brief 23
  • 297. schip 30 brief 22
  • 296. schip 30 brief 21
  • 295. schip 30 brief 20
  • 294. schip 30 brief 19
  • 293. schip 30 brief 18
  • 292. vervolg brief 17
  • 291. schip 30 brief 17
  • 290. schip 30 brief 16
  • 289. schip 30 brief 15
  • 288. schip 30 brief 14
  • 287. schip 30 brief 13
  • 286. schip 30 brief 12
  • 285. schip 30 brief 11
  • 284. schip 30 brief 10
  • 283. schip 30 brief 09
  • 282. schip 30 brief 08
  • 281. schip 30 brief 07
  • 280. schip 30 brief 06
  • 279. schip 30 brief 05
  • 278. schip 30 brief 04
  • 277. schip 30 brief 03
  • 276. schip 30 brief 02
  • 275. schip 30 brief 01
  • 274. schip 29 brief 22
  • 273. schip 29 brief 21
  • 272. vervolg brief 20
  • 271. schip 29 brief 20
  • 270. vervolg brief 19
  • 269. schip 29 brief 19
  • 268. schip 29 brief 18
  • 267. schip 29 brief 17
  • 266. schip 29 brief 16
  • 265. schip 29 brief 15
  • 264. schip 29 brief 14
  • 263. schip 29 brief 13
  • 262. schip 29 brief 12
  • 261. schip 29 brief 11
  • 260. schip 29 brief 10
  • ... ik ben normaal ?
  • 259. schip 29 brief 09
  • 258. schip 29 brief 08
  • 257. schip 29 brief 07
  • 256. schip 29 brief 06
  • 255. schip 29 brief 05
  • 254. schip 29 brief 04
  • 253. schip 29 brief 03
  • 252. schip 29 brief 02
  • 251. schip 29 brief 01
  • 250. schip 28 brief 13
  • 249. schip 28 brief 12
  • 248. schip 28 brief 11
  • 247. schip 28 brief 10
  • 246. schip 28 brief 09
  • 245. schip 28 brief 08
  • 244. schip 28 brief 07
  • 243. Absurd & Zot - 13
  • 242. schip 28 brief 06
  • 241. schip 28 brief 05
  • 240. Absurd & Zot - 12
  • 239. schip 28 brief 04
  • 238. schip 28 brief 03
  • 237. schip 28 brief 02
  • 236. Absurd & Zot - 11
  • 235. schip 28 brief 01
  • 234. Absurd & Zot - 10
  • 233. schip 27 FAX
  • 232. Absurd & Zot - 09
  • 231. schip 27 brief 21
  • 230. schip 27 brief 20
  • 229. schip 27 brief 19
  • 228. Absurd & Zot - 08
  • 227. schip 27 brief 18
  • 226. schip 27 brief 17
  • 225. Absurd en Zot - 07
  • 224. schip 27 brief 16
  • 223. schip 27 brief 15
  • 222. Absurd & Zot - 06
  • 221. schip 27 brief 14
  • 220. Absurd & Zot - 05
  • 219. schip 27 brief 13
  • 218. schip 27 brief 12
  • 217. schip 27 brief 11
  • 216. schip 27 brief 10
  • 215. schip 27 brief 09
  • 214. schip 27 brief 08
  • 213. Absurd & Zot - 04
  • 212. schip 27 brief 07
  • 211. Absurd & Zot - 03
  • 210. schip 27 brief 06
  • 209. Absurd & Zot - 02
  • 208. schip 27 brief 05
  • 207. Absurd & Zot - 01
  • 206. schip 27 brief 04
  • 205. Zwangere Guy
  • 204. schip 27 brief 03
  • 203. Chantal Pattyn
  • 202. schip 27 brief 03
  • 201. Lydia Chagoll
  • 200. schip 27 brief 03
  • 199. Ruben Block
  • 198. schip 27 brief 02
  • 197. Geert Verdickt
  • 196. schip 27 brief 02
  • 195. A. Croonenberghs
  • 194. schip 27 brief 01
  • 193. Jan Bakelants
  • 192. schip 27 brief 01
  • 191. Hugo Matthysen
  • 190. schip 26 brief 18
  • 189. T. Christiaensens
  • 188. schip 26 brief 17
  • 187. Fleur Pierets
  • 186. schip 26 brief 16
  • 185. P. Vandenbempt
  • 184. schip 26 brief 15
  • 183. Michael v Peel
  • 182. schip 26 brief 14
  • 181. Ph. Herreweghe
  • 180. schip 26 brief 13
  • 179. Lo Lemaire
  • 178. schip 26 brief 12
  • 177. Pablo Piedfort
  • 176. schip 26 brief 11
  • 175. schip 26 brief 10
  • 174. Rachida Lamrabet
  • 173. schip 26 brief 09
  • 172. Piet Hoebeke
  • 171. schip 26 brief 08
  • 170. Henny Vrienten
  • 169. schip 26 brief 07
  • 168. schip 26 brief 06
  • 167. schip 26 brief 05
  • 166. schip 26 brief 04
  • 165. Anne Provoost
  • 164. schip 26 brief 03
  • 163. Stefaan Degand
  • 162. schip 26 brief 02
  • 161. schip 26 brief 01
  • 160. Martin Heylen
  • 159. schip 25 brief 12
  • 158. schip 25 brief 11
  • 157. schip 25 brief 10
  • 156. schip 25 brief 09
  • 155. Stef K. Carlens
  • 154. schip 25 brief 08
  • 153. Ivo Victoria
  • 152. schip 25 brief 07
  • 151. Julie Cafmeyer
  • 150. schip 25 brief 06
  • 149. Youp van 't Hek
  • 148. schip 25 brief 05
  • 147. Erwin Mortier
  • 146. schip 25 brief 04
  • 145. Siel Verhanneman
    'een vol jaar maart?'
    schrijfvloer 03 ~ kronieken van 31 jaar vaart, in uitvoering
    15-11-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.029. Tomas de Soete

    te gast bij Wim Helsen ~ Tomas de Soete
    met een gedicht van Annie M.G. Schmidt

               Dit is de spin Sebastiaan. 
            Het is niet goed met hem gegaan. 

            LUISTER!

            Hij zei tot alle and’re spinnen: 
            Vreemd, ik weet niet wat ik heb, 
            maar ik krijg zo’n drang van binnen 
            tot het weven van een web. 

            Zeiden alle and’re spinnen: 
            O, Sebastiaan, nee, Sebastiaan, 
            kom Sebastiaan, laat dat nou, 
            wou je aan een web beginnen 
            in die vreselijke kou? 

            Zei Sebastiaan tot de spinnen: 
            ’t Web hoeft niet zo groot te zijn, 
            ’t hoeft niet buiten, ’t kan ook binnen 
            ergens achter een gordijn. 

            Zeiden alle and’re spinnen: 
            O, Sebastiaan, nee, Sebastiaan, 
            toe, Sebastiaan, toom je in! 
            Het is zo gevaarlijk binnen, 
            zo gevaarlijk voor een spin. 

            Zei Sebastiaan eigenzinnig: 
            Nee, de Drang is mij te groot. 
            Zeiden alle and’ren innig: 
            Sebastiaan, dit wordt je dood… 
            O, o, o, Sebastiaan! 
            Het is niet goed met hem gegaan. 

            Door het raam klom hij naar binnen. 
            Eigenzinnig! En niet bang. 
            Zeiden alle and’re spinnen: 
            Kijk, daar gaat hij met zijn Drang! 

            PAUZE 

            Na een poosje werd toen even 
            dit berichtje doorgegeven: 
            Binnen werd een moord gepleegd. 
            Sebastiaan is opgeveegd. 
     

                Afbeeldingsresultaat voor tomas de soete
                    
                De knop voor de ondertiteling staat rechts onderaan, het rechthoekje.
            de Soete in gesprek met Helsen :
            https://www.vrt.be/vrtnu/a-z/winteruur/5/winteruur-s5a11/
            11min22 

    Dit is een klassieker natuurlijk. En ik heb het gedicht al beter weten voordragen, minder in cadans,
    want deze voordracht was op het randje van de school-presentatie, af en toe kwam het dreuntje er zelfs door.

    Dit is maar 1 mening natuurlijk, er zijn er miljoenen andere.
    Op school dreunden wij ook hoor, maar dit is een voordracht door een volwassene die ervaring heeft en
    vertrouwd is met gesproken tekstwerk.

    Toen wij het gedicht op school moesten leren, kende ik de inhoud van het woord drang nog niet.
    Terwijl ik soms toch al de ‘onweerstaanbare’ drang naar een koekje kende en ik met Tina
    soms halsbrekende toeren uithaalde om bij de koekedoos te raken.

    Het is wel de eerste keer dat ik een volwassen bespreking van het gedicht hoor.

    Dat overmoed bestraft wordt … ? Die gedachte weerleggen zou een vertrekpunt kunnen zijn voor

    een aantal romans, novellen en gedegen geschriften over belangrijke uitvindingen die ons nu
    een comfortabel leven bieden, om dat een iemand die drang gevolgd heeft, overmoedig geweest is
    en dat met het leven betaald heeft, maar wij hebben nu wel dat vaccin. Of luchtvaart. Of … enzovoort.
    Er zijn nog voorbeelden van pioniers die het met hun leven bekocht hebben, maar
    waren zij de overmoedigen of waren zij de dapperen op wiens werk anderen konden verder bouwen?

    ’k Ben aan het uitweiden, ’k ga het zo laten.

    Over Tomas de Soete : https://nl.wikipedia.org/wiki/Tomas_De_Soete
    Over Annie M.G. Schmidt : https://nl.wikipedia.org/wiki/Annie_M.G._Schmidt

    15-11-2019 om 07:50 geschreven door maart


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.028c memorie 03

    over stuurman Knorrepot ~ zomer 1979, Long Beach, Ca.

    Nu noem ik hem wel stuurman Knorrepot, maar hij was een zeer sociaalvoelend mens hoor.
    Niet sociabel in de omgang misschien, geen strijkages,
    maar wel iemand met een zeer fijn gevoel voor wat mag en kan, voor wat billijk en recht is. 

    Zo had hij gedaan gekregen dat de kaptein hem met de lifeboat een veerdienstje liet doen naar de wal.
    We lagen voor twee weken op anker bij Long Beach (Californië), ongeveer anderhalve mijl uit de kust.
    Nu is zoiets totaal ondenkbaar, dat een schip op anker een eigen sloep gebruikt
    om bemanning naar de wal te varen, maar in '79 of '80 kon dat soort dingen nog.
    Mits toestemming van de kaptein natuurlijk, vermits het ging over een sloep van het schip. 

    De stuurman voer op aanvraag om 13h, na het middageten, naar de wal.
    Met de lifeboat. En met als vast bemanningslid de 4de mecanicien, want
    volgens de voorschriften moest er een werktuigkundige aan boord van de sloep zijn.
    Of die jongen met evenveel enthousiasme als de 1ste stuur meedeed weet ik niet meer.
    Waarschijnlijk wel, in een Californische zon tijdens de werkuren zo wat heen en weer tuffen
    en er nog voor betaald worden ook … altijd beter dan in 't Machien staan sleutelen. 

    Vanaf dag 1 stonden Nooke en ik gereed om mee te gaan.
    Niet om aan de wal te blijven, daarvoor hadden we onze twee uren middagrust te zeer nodig,
    maar om te mogen meetuffen met de sloep. Zomaar, gewoon voor de verandering.
    Soms met onze schort nog aan stonden we al te wachten bij de gangway
    want het water vanuit de sloep gezien is veel meer 'water' dan van daar boven aan boord. 

    Soms dook er al eens een zeehondje met mooie ogen op, het kwam piepen en verdween weer.
    Dat boottochtje was voor ons de belevenis van de dag.
    Na de heen en terug van ongeveer een half uur
    konden we met zout op onze huid elk aan onze siëste beginnen.  

    Op een keer
    -'k ging na de middagservice het vuilnisbakje van de pantry naar het achterdek brengen-
    zag ik in de verte dat de sloep aan het terugkomen was. Hoe? Was de stuurman al voor 12h vertrokken?
    Daarom hadden we hem en de 4de mec niet aan tafel gehad!
    Gelukkig stond er voldoende te eten in de frigo van de pantry. 

    Ja, die keer was hij vroeger vertrokken, hij had de helft van zijn matrozen een namiddag vrij gegeven.
    Die mannen stonden te springen en na de douche waren ze vertrokken. 
    Nu was het 13h en de sloep met stuurman en 4de mec lag daar in de verte te dobberen.
    De sloep was nog het open model, in hout, met ook mast en zeil aan boord, in geval. En dit was een geval. 

    Ik zag de 1ste stuur en de 4de mecanicien staan sukkelen met die mast en met de lappen oranje zeil.
    De mast was toen nog in hout. Zwaar spul dus, geen vlot hanteerbare kunststof.
    En het zeil was nog in zeildoek. Ook zwaar spul, geen synthetisch lichtgewicht.
    Stuur en 4de probeerden de mast recht te zetten.
    Toen die met veel comedy-achtige toestanden eindelijk bleef staan,
    moest het zeil nog gemonteerd worden én gehesen. 

    "Zie ze doen, zie ze doen …" dacht ik en ik ging met het leeg vuilnisbakje terug naar binnen.
    Nooke vroeg waar ik zo lang gebleven was.
    "De stuur probeert te zeilen, zei ik, hij denkt dat die houten lifeboat zijn jacht is."
    Wat bleek achteraf : de 4de mecanicien, de junior van de machine-officieren, had sinds dagen
    het dieselreservoir niet bijgevuld en bij het terugkeren naar boord was de sloep zonder brandstof gevallen.
    En de stuurman, die zichzelf een zeiler noemde want hij had thuis een zeilboot,
    stond niet alleen te vechten met het zware zeilmateriaal van de lifeboat, hij kon er ook niet mee zeilen.

    Rond 15h pas waren ze terug aan boord. Uitgehongerd, verdorst, serieus verbrand door de zon
    en in een rothumeur voor twee volle dagen.
    Zo, dacht ik, dat weten we dan ook weeral. ALTIJD drinkwater meenemen.

    HiH-05/2017, bijgewerkt, blog 02-09/2019

    15-11-2019 om 00:00 geschreven door maart


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.028b memorie 02

    nog over de vogel en zo

             “Het moet een machtig groot dier geweest zijn met zo een vleugelwijdte.
            Heb je ooit geweten welke vogel het was ?” CvT

    'k Heb op 't Net nog wat verder gezocht over die grote zeevogel van toen aan boord.
    Zijn spanwijdte van 150 cm schatte ik naar mijn eigen spanwijdte.
    Die is nu, van vingertip tot vingertop -nagemeten door LM- 162 cm.
    Misschien was het vroeger een paar cm meer, toen mijn gewrichten jonger waren.

    De fregatvogel heeft een gevorkte staart. Die mogen we uitsluiten want
    ik herinner me geen gevorkte staart en we hadden
    er nochtans goed zicht op, op de achterkant van de vogel want
    'k herinner me wel de spectaculaire spuit ontlasting
    die op de kledij over de benen in de sandalen van de 1ste stuur droop.
    Dat ging zeer plots en zeer snel maar ik herinner me geen gevorkte staart.

    wiki   Afbeeldingsresultaat voor fregatvogel birdbeauty birdbeauty

    Daarom denk ik nu dat het misschien een vogel van de gentensoort was,
    140 tot 175 cm spanwijdte, naargelang de soort.

    vara  Afbeeldingsresultaat voor fregatvogel birdbeauty    Afbeeldingsresultaat voor jan van gent  zoom.nl

    De vogel in kwestie had ook meer wit dan een fregatvogel.
    Het was geen blauwvoet, daar ben ik zeker van, blauwe poten zou ik onthouden hebben.
    Maar hij had veel meer wit dan een fregatvogel, dat wel.
    Daarom denk ik nu dat het mogelijk een vogel van de gentensoort was.
    Jammer dat ik geen eigen foto's van het dier heb.
    Ik besefte toen niet dat we iets biezonders meemaakten.

    PS : achteraf heeft CC me laten weten dat het mogelijk toch een blauwvoet was, maar dan een juveniel, een jonkie.
    De poten worden pas blauw wanneer de vogel volwassen is. Dan zit ik met een nieuw probleem, we vaarden niet
    in het leefgebied van de blauwvoet. https://nl.wikipedia.org/wiki/Blauwvoetgent#Verspreiding

    HiH-05/2017, blog 02-07/2019 - https://nl.wikipedia.org/wiki/Genten_(vogels) , https://nl.wikipedia.org/wiki/Fregatvogels

           “Tegen drieën was alles gewassen en gestreken,
            kwam dat door de wind dat het zo vlug droogde
            of hadden jullie daar materiaal voor?” CvT

    Het was bij de koopvaardij, CvT, vrachtvaarders dus.
    Schepen met een bemanning van 22 of meer mensen. Er is dus wasgelegenheid in het kasteel. 
    Soms één grote laundry, soms twee middelgrote. Daarin staan industriële wasmachines en drogers,
    te vergelijken met de bakbeesten die men in een wasserette ziet, laadvermogen van 7 tot 10 kg. 
    Op sommige schepen is op de woonverdiepingen ook een kleinere laundry voorzien.
    Daar staan de wasmachines en drogers van de gewone huishoudcapaciteit, van 5 tot 7 kg.

    Het hemdje en de short van de stuurman hebben we onder stromend water gespoeld en
    dan op 40° gewassen, kort programma, dat duurt ongeveer 20 minuten.
    Die twee stuks drogen was ook snel gebeurd en strijken was er haast niet aan. 

    De was aan deck laten drogen zou ik niet doen hoor.
    Er hangt zout in de lucht en die zoutkristallen drogen in de kledij. Dat schuurt de huid kapot.
    Binnenschippers doen of deden het wel, de was aan deck drogen.
    Maar zij varen op binnenwateren, op zoet water. Groot verschil. 

    Verder is het deck een werkomgeving. Daar wordt gebikt, geverfd, gevet en met water gespoten.
    Er wervelt ook regelmatig roet naar beneden. Men weet nooit van waar het gevaar komt.
    Beginners doen het wel eens hoor, iets tegen de reling aan het kasteel te drogen hangen.
    Na één keer stoppen ze daar meestal mee. 

    Nu denk ik er ineens aan, dat er ooit schepen geweest zijn -CMB schepen nog wel-
    waar ze een en ander waren vergeten op te nemen in het ontwerp van het schip.
    De OBO- schepen (OBO = Oil Bulk Ore). Drie zusterschepen waren dat.
    Daar was men oa de laundry vergeten in plannen. Tot daar aan toe, zou men denken.
    Maar die plannen werden niet verbeterd, ze werden zo goedgekeurd 
    en die schepen zijn zo gebouwd geworden ook. Alledrié!

    Drié keer over dezelfde steen vallen? Dat kan toch niet?
    Jawel, dat kan wel.
    Ik heb op alle drie die schepen gevaren.
    Ik heb die knoeiboel in de accommodatie elke dag van dichtbij meegemaakt. 
    Da's een verhaal apart. Niet grappig. In tegendeel. 

    HiH-05/2017, nagekeken, blog02-07/2019

    15-11-2019 om 00:00 geschreven door maart


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.028a memorie 01

    een vrije vogel


    Ergens in '79 of '80 was een grote vogel aan deck geland.
    Hoe dat kwam wisten we niet,
    oceaanvogels blijven toch maanden lang in de lucht zweven zonder te landen? 

    Matrozen hadden hem in een kruiwagen binnen gebracht
    want de deckplaat buiten kan overdag tot 60°C warm worden.
    Binnen ontfermde de 1ste stuurman zich over het dier.
    De vogel had indrukwekkende zwemvliezen maar zijn poten waren wel zeer kort.
    Duidelijk te kort om met rennen voldoende snelheid te halen en
    zijn gewicht te doen opstijgen van op een vlakke ondergrond. 

    In een afgedekte grote kartonnen doos uit het magazijn liet de 1ste stuurman
    de vogel aan deck rusten in de schaduw van het kasteel.
    Kasteel, zo heette de bewoning vroeger. Nu klinkt het minder groots 
    nu heet de bovenbouw van een vrachtschip gewoon 'accommodation'. 

    's Namiddags zou hij het vogelgevaarte lanceren van op de stuurboordwing.
    De wings zijn de buitenvleugels van het brugdeck, het hoogste werkdek. 
    Dat schip had geen lift en zo'n zware beest via de binnentrappen naar boven brengen,
    daar was geen denken aan. De doos had trouwens niet door de deur van de brug gekund,
    zo groot was de doos met die vogel in.
    En het dier mocht onderweg naar boven zo eens onrustig worden.
    Dat konden we binnen de bewoning niet hebben. 
    Via de buitentrappen kon de doos ook niet mee naar boven, die trappen zijn tamelijk smal. 

            Zet uw handen in de lenden en kijk van ellenboog naar ellenboog, 
            dat is ongeveer de breedte van een buitentrap aan boord van een vrachtschip. 
            Laat nu uw handen zakken, daar staan de leuningen. 
            Die afmetingen en maten hebben een reden, maar de breedte van de buitentrappen 
            is  dus niet voorzien voor transport van grote dozen met daarin zware vogels. 

    Daarom zou de vogel zonder doos naar boven gebracht worden en liefst die dag nog,
    want het dier moest van hoog in de lucht kunnen jagen op vis in het water.
    Zo'n beest moet af en toe kunnen eten of het verzwakt. 

    De 1ste stuur nam de vogel uit de doos en de collega en ik zouden de stuurman begeleiden,
    want wij waren de enigen die vrij hadden tsn 13h en 15h (service coupé).
    Er wachtten ons vier smalle, steile trappen en de 1ste stuur had zijn beide handen nodig om de vogel te dragen. 
    Nooke en ik waren een en al bezorgdheid, de bek van de vogel zag er levensgevaarlijk uit.
    Toen hij de vogel uit de doos wou nemen :
    - Draag hem met de bek van u weg stuurman, zei Nooke.
    - Jaja, met de staart naar u ! zei ik al even bekommerd.
    - Draai hem opzij, weg van uw ogen.
    En andere sombere praat want dit werd waarlijk een expeditie. 

    Nooke zou vóór hem lopen en ik zou achter hem lopen.
    Zij om het pad aan te kondigen,
    want de vogel was zo groot dat de stuurman niet kon zien waar hij zijn voeten zette.
    Ik volgde achteraan, om hem eventueel op te vangen in geval van misstap.
    Alsof ik daar sterk genoeg voor was.

    Zo togen wij in een stoetje van drie de vier trappen op.
    Nooke en ik nog in ons net werktenue van de middagservice, de stuur in short, zomerhemdje en open sandalen.
    Geen van ons drie droeg de werkkledij voor aan deck.  

    En onze begeleidende commentaren gingen verder,
    de man zag niet waar hij liep en wij waren daar toch om te helpen!
    Geheel ten dienste, dat was toen onze slogan.
    Maar dat zag de stuurman anders want hij werd het beu om bij elke stap
    voor en achter waarschuwende woordjes te horen. De ondankbare vent.
    Het is aan boord toch een van de richtlijnen: kijk waar ge uw voeten zet.
    En omdat hij door de grote vogel niet zag waar hij zijn voeten zette
    had hij ons toch meegevraagd in het klimproject?
    Wat deden wij dan verkeerd? Wij deden gewoon wat hij gevraagd had. 

    Halverwege de twee de trap begon de situatie hem op de zenuwen te werken.
    En op mijn zenuwen ook want zijn gevloek stak me al danig tegen.
    Uiteindelijk waren wíj het die hem met die vogel hadden opgescheept … wabliefteru Stuur?
    Waar waren zijn matrozen, nu het er op aan kwam? 
    Maar ik kon het onmogelijk afbollen,
    stel dat hij achterover gestuikt zou zijn bij het volgend stampje van het schip.
    Hij had immers geen hand aan de reling. Zo'n situatie verlaat men niet. Men blijft erbij. 

    Vooraan bleef Nooke hem gidsen, achteraan bleef ik hem steunen,
    in het midden bleef de stuurman vloeken met
    in zijn armen een vogel die zeer rustig bleef.
    Zo hadden we nog een aantal smalle trappen te doen. 

    'k Vond dat hij met zijn gesakker en gevloek wel wat van ons geduld vroeg.
    Maar zo lang we op de trap waren kon ik daar niks over zeggen.  

    Na moeizame minuten kwamen we boven.
    Hij bracht de vogel naar de reling van de stuurboordwing en daar
    zag en rook de vogel zijn eigen leefwereld, de ruime lucht.
    Hij spreidde zijn vleugels, dat was zeer indrukwekkend.
    De spanwijdte was misschien wel anderhalve meter.
    Nog nooit had ik zo'n grote vogel van dichtbij gezien. 

    foto van 't Net Afbeeldingsresultaat voor Jan-van-gent  

    En tegelijk ontlastte de vogel zich, ook zeer indrukwekkend,
    op de kledij, de benen en de sandalen van de 1ste stuur. 

    Weer binnen en beneden gekomen moesten Nooke en ik
    op de vloer gaan zitten om te bekomen van het lachen. Wat een plezante vogel was dat.
    Alsof hij al het gesakker verstaan & begrepen had en No & mij wou laten weten
    dat de 1ste stuur het toch niet in zijn eentje gekund had, hem een lancée bieden. 

    Terwijl de stuurman in de douche stond om de dankbaarheid van de vogel weg te wassen
    zijn No en ik zijn tenue gaan wegplukken, want die vogeldinges zou wel eens gaten kunnen branden in textiel.
    Om 15h lag de kledij van stuurman-knorrepot weer op de plaats.
    Gedroogd en gestreken want 'able and willig' stond hoog in ons vaandel.
    Op het einde van de maand had hij een extra-uur op ons blad genoteerd. 

    Hij was niet veel van zeggen, die stuur, maar dat was die vogel ook niet hé.
    Of dit nu nog echt grappig is weet ik niet,
    maar Nooke en ik hebben toen wel minuten lang beneden op de vloer zitten lachen.
    Misschien was het gewoon decompressie, dat kan ook, opluchting dat de expeditie goed verlopen was.

    HiH-05/2017, bijgewerkt, blog 02-07/2019, https://nl.wikipedia.org/wiki/Jan-van-gent

    15-11-2019 om 00:00 geschreven door maart


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.028. schip 04 brief 04

    1980-02-23-za, Long Beach, California

    Dag Make, dag Pake, 

    We gaan vanavond bij zeeboei op anker en morgenvroeg tegen de kaai.
    Ik hoop dat de agent weer heel veel post meebrengt voor mij.
    Met elke brief lach ik mij een kriek of twee en wanneer ik genoeg krieken heb
    draag ik ze naar de 2de kok/bakker en die bakt er dan een taartje rond voor mij.

    Erg lekker, zo vers.
    Bon, ik denk dat ik ook zeekolder krijg.
    Er is hier ene die het nogal erg zitten heeft.

    Zou het besmettelijk zijn? Het is die arme sukkel zijn eerste reis. Het ging allemaal goed
    tot er een paar minder mooie dagen kwamen. Vannacht moet het weeral erg geweest zijn want
    ze hebben een andere wakker gemaakt om zijn wacht te lopen.
    Ik denk niet dat die jongen nog zal (mogen) varen. Niet dat ge om te varen zo’n harde moet zijn hoor.

    Integendeel, ik denk dat ge er verschrikkelijk soepel moet voor zijn.
    Af en toe voel ik eens aan mijn rug of er nog een graat in zit.
    En van dat JA zeggen en NEE doen of denken, waar onze pa vroeger de kripse van kreeg,
    awel hé, daar heb ik hier al heel veel baat bij gehad. De gedachten zijn vrij, ♫ !

    Verder gaat alles zijn gangetje.
    Voor het ogenblik vaar ik op een laag toerental, in een lage versnelling, want
    voor het moment heb ik shiftitis. Dat is een aandoening door het tijdsverschil.
    Op onmogelijke momenten heb ik honger, behalve tijdens het etensuur.
    Op de gekste ogenblikken krijg ik vaak, zonder echt moe te zijn.

    Want vermits we vóóruit shiftten (richting oost varen wil dat zeggen) werd tijdens de oversteek
    om de twee dagen de klok 1h vooruit gezet en dan ben ik een uur vroeger gaan slapen.

    Dat helpt niet.
    Als ze me ’s morgens vragen, zijt ge al wakker, antwoord ik : nee, maar ik ben al op.
    Nu kunt ge zeggen dat ik thuis ook niet de vinnigste was ’s morgens vroeg, maar aan boord is dat wél het geval.
    EN NU NIET LACHEN, WANT DIT IS DE HEUSE WAARHEID.
    Aan boord ben ik des ochtends mee van de vinnigsten. Bon, ik hou er over op want ik hoor ulle denken :
    amai, want moet de rest dan zijn!
    Met ulle is niet te klappen …

    'k Ga nu de tafels dekken want het is 11h20 en mijn etenstijd is dus voorbij. Tot straks.

    Piep, here we are again. 13h03 en de service is voorbij.
    Ik denk dat heel het schip zot is vandaag. Allemaal hebben ze walkoorts.
    Als ze een streep land gezien hebben slaan ze door. Vooral de stuurmannen.
    En de anderen evengoed, eigenlijk.
    De TV stond aan en ze hingen er tegen geplakt. Erg gezellig. En als ge in de mess-matrozen iemand komt zoeken
    of iets komt vragen sist iedereen SSSTTT! Omdat ze zitten te kijken naar tekenfilmpjes van Superman. Móói!

    'k Heb hier juist een klassieke zender gevonden op FM, allemaal violins, 'k ben benieuwd van wie het werk is.
    Nogal romantisch en Slavisch klinkt het.

    De overtocht van Japan naar hier is rustig verlopen, buiten die paar dagen storm.
    Toen waren er golven van ± 15m en ik was efkes zeeziek volgens de regels van de kunst,
    met bleek worden en braken en heel de hutsekluts comme ik faut.
    Maar dat is geleden leed. 

    Ik ga ermee ophouden want ik ga een beetje siësten.
    Slaapwel en tot schrijfs.
     

    15-11-2019 om 00:00 geschreven door maart


    >> Reageer (0)
    14-11-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.027. Jitske vd Veire

    te gast bij Wim Helsen ~ Jitske Van de Veire
    met 'Joepie!'  van Marthe Laureys

               ik kleed mijn slaapkamermuur aan met plaatjes 
            om zo mezelf de wereld uit te puzzelen 
            laag over laag over hoge verwachtingen 
            ondertussen strijk ik mijn persoonlijkheid 
            uit over internetquizjes

            ‘zat jij al eens met je benen open voor de spiegel?’ 
            ik durf ze de waarheid niet te vertellen
            en voel het glas weer een beetje breken 
            nog even en ik lig in miljoenen stukjes over de speelplaats verspreid

            op weg naar huis struikel ik over mijn eigen veters
            ik had nog nooit zo graag een slaapkamermuur willen zijn

                Afbeeldingsresultaat voor jitske van de veire   

                De knop voor de ondertiteling staat rechts onderaan, het rechthoekje! 
            Van de Veire in gesprek met Helsen :
            https://www.vrt.be/vrtnu/a-z/winteruur/5/winteruur-s5a10/ 
            09min40

    Ze leest de tekst veel te snel naar mijn zin. Het had iets trager gemogen.
    Gelukkig is het programma ondertiteld!

    Over genderdiversiteit heb ik ooit een documentaire gezien, hoe soepel ze daar mee omgaan in Thailand.
    En die mentale souplesse zou te maken hebben met het Boeddhisme, een zeer tolerante filosofie met
    de bijbehorende gedragscode. In Thailand is 94% van de bevolking boeddhist, zegt wiki.
    Die documentaire kwam niet van dure studies van professoren of universiteiten,
    ze bracht het dagelijks leven in beeld op het platteland.

    Op YouTube staat van alles over gender diversiteit,

    maar niks van de documentaire die ik bedoel.
    Wat ik wel gevonden heb is een artikel in Wikipedia waarin alle gendercategorieën een definitie krijgen.
    Het woord categorie is waarschijnlijk fout, want het staat daar nogal vastomlijnd en
    in de dagelijkse werkelijkheid blijft allemaal zeer fluïde, als ik me goed herinner.
    https://en.wikipedia.org/wiki/Gender_identities_in_Thailand

    Over Jitske Van de Veire - onder elke foto verder lezen hoor :
    https://zizomag.be/interviews/peter-en-jitske-van-de-veire-zo-vader-zo-dochter-angst-om-jezelf-te-zijn-helemaal-niet-nodig
    Over het thema : https://en.wikipedia.org/wiki/Non-binary_gender
    Over het tijdschrift : https://nl.wikipedia.org/wiki/Joepie

    14-11-2019 om 07:39 geschreven door maart


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.026. ship 04 brief 03b

             nog altijd vierde schip, derde brief, vervolg

    1980-02-09-za, Chiba, Japan - vervolg

    Vandaag wisten mensen hier te vertellen dat er dingen aan de gang zijn tsn Rusland en de USA.
    Er waren hier betogingen maar wat er precies gebeurt weet niemand.
    De Japanners hier spreken bijna geen Engels en niemand van ons spreekt een letter Japans.
    (behalve ene, die was hier in zijn jonge jaren bijna getrouwd)

    Plezant is dat, ik voel mij hier een analfabeet, want door het schrift worden we niks wijzer.
    Moesten we het schrift kunnen lezen, zouden we al rap leren van de opschriften en de reclames.
    Dat was in Algerije en Egypte ook een probleem. Ge weet nooit wat er op de deur staat:
    uitgang of wc of verboden toegang. Zo moeten de gastarbeiders bij ons zich ook voelen.

            Toen werd het woord gastarbeider nog gebruikt?

    Winkelen hier is een marteling. Geef mij maar meer westerse landen.
    Nuja, varen is ook niet dé manier om een idee te krijgen van een land.
    Wij doén landen, maar wij zién er geen.  

            Die visie heb ik achteraf ook moeten bijstellen hoor.
            We werden niet afgeleid door de façades van een land, door de toeristenfuiken.
            Wij zaten midden in de coulissen! En daar valt veel te zien en te beleven.

    Als ge nu van mijn cabine buiten kijkt zouden we evengoed in Bremen kunnen liggen.
    Enkel de opschriften, daaraan ziet ge dat het Oosterse graansilo’s zijn.
    Ik wou dat we naar Zuid-Amerika gingen.

    We hebben sinds een week een nieuwe ouwe. (ergens in een Japanse haven aan boord gekomen?)
    De vorige was een neurotisch geval, een detailmaniak. En over de grote problemen mocht hij vallen,

    hij zag ze nog niet. Un précieux ridicule, een snob van het poverste soort
    met een schrijnend gebrek aan savoir-vivre en savoir-faire.

    De kaptein is weg, lang leve de kaptein.
    De vorige is waarschijnlijk vertrokken met het idee dat de bemanning hem mist. Dat ook nog.
    Hij heeft teveel boekskes gelezen denk ik.
    Môja, met zo’n Russische naam en met een kleine d … hij heeft waarschijnlijk nog niet van de Potemkin gehoord.
    De deze is een kwieke democraat. Heeft op een week tijd het boeltje gereorganiseerd.
    Hij heeft de chef (die van ons) de sleutels van de bierlocker doen afgeven. Hij controleert alles,
    tot groot ongenoegen van die van ons. En wat een opluchting voor ons hé, nu is er tenminste iemand
    die weet dat het werk goed gedaan wordt en als er iets niet of slecht gedaan wordt, WAAROM dat zo is.
    Tot hiertoe waren wij de wezenkindjes aan boord. Iedereen heeft een baas, behalve wij, wij hebben een kwal.
    Ik moet ophouden met zagen over die sukkel. Hij is onbekwaam en hij weet het.
    Dat zijn de gevaarlijksten. (De gefrustreerden, de nijdigaards bedoelde ik toen waarschijnlijk).

    Ik zal eens optellen hoeveel keer ik in vier maanden tijd aan de wal geweest ben. Dan hebt ge een idee.
    3x in Egypte, één keer naar Luxor en 2x gaan zwemmen.
    4x in Canada. Daar lagen we vlak tegen het stadje.
    3x in New Orleans.
    1x in Japan.
    Dat is 11 maal en ondertussen moet het werk gedaan zijn. Dat zijn dus geen 11 verlofdagen.
    Telkens maar voor een paar uurkes. Ofwel tijdens de siëste, ofwel ’s avond na de werkuren.
    Qua vrije tijd zijn wij het slechts bedeelde departement. Niet omdat we niet weg mogen,
    maar door de aard van het werk kunnen we gewoon niet. Eigenlijk vind ik dat niet zo erg hoor.
    Als ge ziet wat anderen doen met hun vrije tijd: geld gaan wegsmijten door de ramen van bordelen.
    Nu hebben di allemaal wel hun ramen en gordijnen goed toe.
    Ten eerste is het hier winter,
    ten tweede om al dat geld binnen te houden natuurlijk en
    ten derde om geen last te krijgen met de buren.

    Zeg, ik stop ermee. Ik ga de brief naar de marco dragen en dan ga ik mijn haar nog maar eens wassen
    om de fritgeur er uit te krijgen.
    Ik ben verdikt, het eten is hier te vettig. Mijn vel lijdt er ook onder.
    ’k Kan in de helft van mijn kleren niet meer in. Plezant is anders. Ik kom net de week rond.
    Als er vanzeleven weer waterbezuiniging afgekondigd wordt is bibi de peer.

    Ik heb al wat kledij bijgekocht en bijgekregen, maar het blijft nipt.
    Ik zal in de States eens wat losse flodders gaan kopen. (losse flodders = oversized T-shirts)

    Dag, veel kusjes en tot schrijfs in de volgende poort. m.

    14-11-2019 om 00:00 geschreven door maart


    >> Reageer (0)
    13-11-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.025. Fatinha Ramos

    te gast bij Wim Helsen ~ Fatinha Ramos
    met Invictus van William Ernest Henley 

              Out of the night that covers me,
            Black as the pit from pole to pole,
            I thank whatever gods may be
            For my unconquerable soul.

            In the fell clutch of circumstance
            I have not winced nor cried aloud.
            Under the bludgeonings of chance
            My head is bloody, but unbowed.

            It matters not how strait the gate,
            How charged with punishments the scroll,
            I am the master of my fate,
            I am the captain of my soul.

               de derde strofe is hier van tussen gelaten? 

               Afbeeldingsresultaat voor fatinha ramos      Afbeeldingsresultaat voor fatinha ramos

               De knop voor de ondertiteling staat rechts onderaan, het rechthoekje.
            Ramos in gesprek met Helsen :
            https://www.vrt.be/vrtnu/a-z/winteruur/5/winteruur-s5a9/
            11min14

    Wat een sterke uitzending. Het gedicht had voor mij op geen beter tijdstip kunnen komen in dit blog.
    Nu hebben Ramos en de dichter Henley het wel over fysiek lijden maar volgens mij
    kan het ook dienen in geval van psychische ellende. En toen had ze het ineens over Mandela, tja,
    dat was dan plots extréém psychische ellende.

    De slotzin vind ik zeer bruikbaar : I’m the captain of my soul. Al is het bij mij eerder de ruggegraat,
    ik blijf baas over mijn ruggegraat. Ik buig wel maar ik breek niet, want hij is gemaakt van riet.
    Veerkracht. 

    Zoiets kende ik vrij jong al, dank zij een van de fabels van Lafontaine : Le chène et le roseau, De eik en het riet.

    Buiten de prent hierboven, die vrolijke stad, vind ik Ramos' tekeningen niet echt aantrekkelijk,
    maar dat is een persoonlijke visie. Wél interessant is een geschreven interview, tweede link onderaan,
    daarin staat een zeer bruikbare gedachte die ik ondertussen al een eigen verwoording gegeven heb :
    'ik stop pas met bijleren wanneer ik stop met ademen'.
    Die zin zou op mijn gedenkplaatje mogen staan, gesteld dat ik zo'n plaatje nodig zou vinden.

    Over Fatinha Ramos : https://nl.wikipedia.org/wiki/Fatinha_Ramos  
    Interview
      : https://www.charliemag.be/mensen/fatinha-ramos/#0  
    Werk gevel stadhuis Antwerpen : https://www.youtube.com/watch?v=L1OACGy_R5E , 02min13 
    Over William Ernest Henley : https://en.wikipedia.org/wiki/William_Ernest_Henley 
    Over het gedicht : https://en.wikipedia.org/wiki/Invictus

    13-11-2019 om 17:35 geschreven door maart


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.024. schip 04 brief 03

    nog altijd vierde schip, derde brief 

    1980-02-09-za Chiba, Japan

    Duur’bren,

    ’k Heb t/m brief nr 12 ontvangen, een gele envelop, waarop geschreven staat: -12- of 11?
    Awel, dat is nr 12. Maar ik vind nr 1 niet. Ofwel heb ik die nooit ontvangen,
    (en er staat me iets van voor dat ik me toen afgevraagd heb waarom ons ma bij 2 begint te nummeren)
    ofwel ligt hij ergens in mijn schuif en dan moet ik hem vinden als ik bij gelegenheid eens opruim.
    ’k Ga hem nu niet zoeken, want deze brief moet morgen ten laatste afgegeven worden,
    bikoos wir fahren nach San Francisco. Mooi, zult ge zeggen, maar zo mooi is dat niet,
    want ik heb een paar foliekes gedaan en kan geen voorschotten op mijn loon meer krijgen de eerste maand. 

    Die foliekes waren drie blauwe parels voor mijn ma. Twee oorbollekes en een ring.
    Maar dat kon ik onmogelijk in die brief zetten hé, dan was de verrassing er af.
    Ze had blauwe ogen, dus vond ik dat het blauwe parels moesten zijn.

    Al goed dat ik het grootste deel naar huis stuur (op de bank laat zetten, wil dat zeggen)
    en dat de rederij het ander deel spaart. Ik had gehoopt dat we een lange overtocht zouden maken,
    desnoods naar Jakkamakka, zodat ik daar wat kon doen met poen,
    maar nu zijn we al binnen twee weken in San Fran en word ik gestraft met
    ‘aan boord blijven wegens geldgebrek’. Enfin,

    -hier laat ik een lege spatie voor een diepe gedachte- 

    wie … euh … moet op de blaren zitten.

    Ik zal wat trager poetsen en zeggen dat ik er niet kom met mijn werk en dan krijgen we weeral overtime.
    Leest ge dat goed, jaja dat is uw dochter die zo denkt. Bijna gelijk een echte werknemer.
    Want het is hier niet met meer te werken dat ge meer verdient. Ô kontrijr en ter contrarie.
    (Ik kan ook veel typfouten typen hé. 'Just gelijk haar moeder').

    Zeg pa, dat van alle dagen een stukske schrijven is goed gevonden hoor. Hebt ge alleen gevonden zeker?
    Awel hé, ik was al zoiets van plan, maar het is absoluut ondoenbaar.
    Schrijven wordt hier alleen gedaan als, ga nu zitten :
    - als het schip niet rolt (de helft van de vaardagen)
    - als we niet moeten uitgaan aan de wal (op de pare dagen)  larie
    -
    als we niet op bezoek gaan bij iemand in de cabine (2x per week)

    - als we niet omvallen van de vaak (als ge moest weten hoe dikwijls ik hier 
      om 20h30 in mijn bed lig, ge zoudt me niet geloven)
    - als ik mijne was niet moet doen (het lukt niet altijd om die tijdens de dag te doen)
    - als ik mijn nagels niet moet lakken (op de onpare dagen)  larie, complete larie
    - als ik geen volk op bezoek heb (gebeurt zelden, meestal ga ik ter plekke)
    - als ik geen zin heb om te lezen ( en lezen is de enige manier om met de gedachten van boord te geraken.
      Lezen doe ik zeker en vooral als er overdag ambras geweest is. En vermits hier nen truter rondloopt
      heb ik onder mijn hoofdkussen een boek gereed liggen). 

    Die truter is toevallig de chef-kok, tijdens de services onze baas. Gelukkig zijn er altijd bazen boven de baas.
    Tot zijn groot ongenoegen red ik mij nogal goed en Nooke nog beter.
    Maar ik word doodmoe van die vent. Ge moet constant op uw hoede zijn, anders krijgt ge het mes in de rug.
    ’k Zal er maar over ophouden. We maken er een sport van hem voor te zijn, en zo blijft het houdbaar.
    Alle geluk dat Noo en ik aan hetzelfde zeel kunnen trekken. Dat zeel is al versleten van er aan te trekken. 

    Ha ja, denk niet dat in niet over het schip wil schrijven maar sinds de boots van het eerste schip
    die 40 bladzijdes 'verloren' is betrouw ik niemand meer en vermits deze brief
    via mensen van het schip van boord gaat (bemanningsleden), blijf ik liever voorzichtig.
    Wat ik niet schrijf vertel ik later wel.

    Wanneer post via de scheepsagentuur van boord ging, betrouwde ik het wel.
    De situatie met de verdwenen 40 blz brief en die bootsman van het eerste schip schiet me nu weer te binnen.
    Dit verhaal gaat eigenlijk over het allereerste schip, niet over dit vierde schip.

    Kijk, voor mij is post heilig, en zeeliedenpost is absolúút heilig.
    Nu had dat vent me in het voorbijgaan al een aantal keren gevraagd wat ik toch altijd zat te typen.
    Of naar wie, of zoiets. Achteraf bekeken leek het meer op platte nieuwsgierigheid dan op welgemeende belangstelling.
    Maar er ging toen bij mij geen belletje rinkelen, ik was nog bleu op dat eerste schip. 

    Toen hij afmonsterde gaf ik een aantal enveloppen mee, met ruim voldoende geld voor de postzegels,
    en die brieven zijn nooit toegekomen. Op geen enkel adres.
    Nu, als een brief ergens niet toekomt, dat kan,
    maar als op geen enkel adres geen enkele brief toekomt, dan is er iets loos.
    En zo zijn er toen 40 blz verdwenen. 

    Toen ik dat ineen gepuzzeld had, dat niémand een brief ontvangen had, was ik witgloeiend.
    Ik met de trein naar Antwerpen, naar de Pool der Zeelieden. Ik vraag die boots zijn adres. Ik krijg dat adres.
    Er werd toen nog niet moeilijk gedaan over privacy en zo. Ik naar de Lijnwaadmarkt (binnenstad).
    In Antwerpen moest ik alles te voet doen, dus ik had de tijd om te bekoelen en mijn aanpak te overdenken. 

    De fluwelen aanpak (uit de lessen van Yvonne).
    Ik bel aan dat appartementsgebouw en hij zou naar beneden komen, zei hij door de parlofoon.
    Hij was zeer verbaasd me daar te zien staan. Toen ik hem voor mij had vroeg ik na de inleidende blabla
    of hij in de travel naar huis soms bagage kwijt geraakt was. Nee, niks kwijt.
    Geen handbagage ookni? Nee, ookni.
    "Dat is eigenaardig want mijn brieven zijn niet toegekomen. Bij niemand."

    En toen begon zijn blik te vluchten van links naar rechts en kon ik ongeveer vermoeden wat hij gedaan had.
    Platte nieuwsgierigheid hé! Hij had de brieven geopend en gelezen. En dan wordt er niks meer verzonden natuurlijk.
    Hij probeerde er zich nog uit te praten dat hij ze van uit de States verzonden had.
    "Van uit de luchthaven ginder? Met Belgisch geld?" Hij kon geen kant meer op.

    Ik heb hem recht in de ogen gekeken en alle minachting die ik in mijn lijf had lag in mijn blik.
    En had ik gedurfd dan had ik hem nog luidop een sukkel genoemd en
    een pft-spuwgebaartje naar zijn schoenen gemaakt. Helaas ben ik relatief goed opgevoed.

    13-11-2019 om 00:00 geschreven door maart


    >> Reageer (0)
    12-11-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.023. Ilja L Pfeijfer

    te gast bij Wim Helsen ~ Ilja Leonard Pfeijffer
    met een tekst uit Habitus van Radna Fabias

              reisgids v

            de smakelijkste leugen is grootsheid er is
            de jachtclub er zijn
            cubaanse sigaren er is
            middelmatige doch vanwege de import prijzige whiskey en
            er is cognac

            de met overdadige hoeveelheden gezuiverd zeewater onderhouden golfresorts
            liggen als littekens
            in het natuurlijk landschap

            rode mensen en zij die daarbij willen horen
            worden in golfkarren rondgereden door volgens hun functie-eisen breed glimlachende
            negers

            voor de allerrijksten is er ook de leugen
            dat dat genoeg is
            die leugen moet u blijven kopen
            het raakt snel op het vult nooit echt
            maar omgekeerd naar uw valuta is dat geen geld

                Afbeeldingsresultaat voor ilja pfeijffer  

                De knop voor de ondertiteling staat rechts onderaan, het rechthoekje.
            Pfeijffer in gesprek met Helsen : 
            https://www.vrt.be/vrtnu/a-z/winteruur/5/winteruur-s5a8/
            13min31

    Een fantastische voordracht, vind ik. Nuja, Pfeijffer is ook niet gelijk wie hé.
    In 2017, op vr-27/01 om precies te zijn, was Pfeijffer al eens te gast bij Winteruur.
    Hij bracht toen Awater van Martinus Nijhoff. 

    Wat hebben ze ginder bij Panenka, beginnen ze te recyleren ? (Panenka = het productiehuis)
    Waarom laten ze ons huidig nationaal monument, Jan Decleir eens niet komen?

    Toen hij Marc Van Eeghem verving en diens tekstkeuze bracht, omdat Van Eeghem overleden was,
    heeft Decleir duidelijk gezegd dat hij zeer graag wou komen als studiogast ‘en zelfs morgen al’.
    Dat was in 2018, op vr-22/12 om precies te zijn. In het derde seizoen.
    Nuja, misschien komt hij dit vijfde seizoen wel. Afwachten. 

    De datums zijn natuurlijk de datums dat ik die teksten op het blog geplaatst heb, de ochtend ná de uitzending.

    Een zeer interessant artikel is de tweede link onderaan, voor wie tijd heeft.
    Pfeijffer heeft het over Venetië en Amsterdam, maar het scenario kan ook dienen voor Brugge, bvb.

    Over Ilja Leonard Pfeijffer : https://nl.wikipedia.org/wiki/Ilja_Leonard_Pfeijffer ,
    https://www.hospitality-management.nl/ilja-leonard-pfeijffer-over-massatoerisme-airbnb-moet-verboden-worden-in-de-hotellerie-schuilt-de-oplossing 
    Over Radna Fabias : https://nl.wikipedia.org/wiki/Radna_Fabias 
    Over haar bundel : https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2019/03/18/radna-fabias/ !!!

    12-11-2019 om 09:32 geschreven door maart


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.022. schip 04 brief 02

    nog altijd vierde schip, tweede brief

                en deze brief is handgeschreven, mogelijk omdat het schip 
            tijdens de oversteek teveel rolde om te typen. 
            En aan mijn geschrift te zien is deze brief geschreven tegen de kaai, 
            ja, dat blijkt ook uit de tekst.
     

    1979-12-79, Port Alfred, Canada

    Dag Make,

    ’k Heb tot en met brief 6 ontvangen, met alle letters er nog op.
    Ik schrijf groot dan is het een vol blad dat ge van mij krijgt.
    Het schip heeft ± 7 dagen (en nachten) gerold. Amai wat een toestanden toen.
    We hebben hier servies en andere spullen zien 'vliegen'.
    Echt, de Noord-Atlantic in de winter is een belevenis.
    Enfin, nu gaan we naar New Orleans of zo (in alle geval de Golf van Mexico).
    Daar rolt het minder zeggen ze, Noord Atlantic of ni.
    Dan vind ik misschien de toetsen van mijn schrijfmachine.
    Deze brief moet nog mee met de 2de stuur die afmonstert, dus ik ben gehaast, want
    seffens gaat die brave jongen naar huis.
    Hij komt ulle allemaal drie kussen geven, dus ge weet het he.

             Ja natuurlijk rolt het in de Golf van Mexico minder, buiten het hurricane seizoen bedoel ik. 
            Al eens gezien hoe de schiereilanden Florida en Yucatan de golf afschermen van oceaangeweld?  
            Iedereen naar Google Earth nu, om die natuurlijke afscherming te bekijken.
            Het hurricane-geweld komt er uit de lucht, niet zozeer van de oceaan.

    Van mij alvast ook veel kussen.
    1 klein kusje voor onze pa, rap, want die heeft het zo vreselijk druk weer
    dat ge hem niet te lang moet bezig houden of storen met kussen van één die daar ergens rond zwalpt.
    Mama krijgt veel grote kussen. m.                                                                                          

                Vandaag vraag ik mij af waarom ik op 27-jarige leeftijd nog zo loyaal bleef tegenover die twee. 
            Ze hadden mij uitgebuit, allebei, en toen ik 20 was ben ik het thuis afgebold, om van hen weg te kunnen wonen.
            Daarbij liet ik mijn zussen in de steek. Vooral Laura, want Tina had zelf al iets bekokstoofd.
            Dat ik Laura toen in de steek gelaten heb, daar heb ik nu bij momenten nog diep, diep spijt van.

            Van zodra ze 20 was ben ik haar daar gaan buitenhalen.
            Toen was ik 27 en verdiende relatief goed mijn brood, dank zij de koopvaardij.
            Ik kon haar kost en inwoon garanderen en met haar studies vlotte het ook weer.

            Omdat men toen pas meerderjarig was op 21 jaar, moest ik garant staan.
            Natuurlijk stond ik garant! Ik had haar zeven jaar alleen gelaten bij die twee.
            Want Tina was ondertussen ook al weg, zij het op een totaal andere manier dan ik,
            meer woelig, meer drama.

            En toch schreef ik nog vriendelijke brieven naar die twee daar, naar père en mère.?
            Waarom snap ik nu niet meer. Echt niet.

            Later heb ik meer afstand genomen. En nog later, nog meer afstand.
            Ik heb een paar zwaar markante verhalen over het waarom & hoe maar
            'wat men oogst heeft men mogelijk zelf gezaaid' en dat hebben die twee 
            blijkbaar nooit willen onder ogen zien
            Zelf noemde ik het afstand nemen ‘psychologische zelfverdediging’. 

            Tja, met al mijn herinneringen bij dit ogenschijnlijk vriendelijk briefje 
            is deze tekst nu tóch wat zware kost geworden …

    12-11-2019 om 00:00 geschreven door maart


    >> Reageer (0)
    11-11-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.021. schip 04 brief 01

    vierde schip, Safaga, Egypte, Rode Zee-zijde

     1979-10-16-di

    Piep!

    Ik kom juist uit de douche en ik zie dat Aline (niet die van vorig schip)
    nog altijd ijverig en blijkbaar geïnspireerd zit te schrijven. Toen dacht ik : ikke ook.
    Ijver genoeg en nu het papier in het machien zit heb ik geen inspiratie.
    Misschien moet ik haar gaan vragen of ze me een beetje wil helpen. 

    We zitten hier vlak tegen de woestijn (zandwoestijn) . Hier is niks. Nooit geweest ookni.
    Zelfs het landschap kan me niet imponeren want dat-heb-ik-al-gezien (Algerije). (steenwoestijn) 
    Zo jong en al blasé, tss, tss …

    Bon, ik zal maar al beginnen met die memorabele woensdagmorgen toen ik om 7h ben opgestaan.
    Ik heb gedoucht, ik het een volle pot koffie gezet, eventueel voor Kris V erbij.
    Toen heb ik al mijn was uit de wasmand genomen, heb dat keurig in plasticzakjes gepropt, mijn schoenen
    er bovenop gesmeten en daarna al mijn kleren en prullen die ik denk eventueel nodig te hebben,
    voor het geval het hier zou beginnen vriezen. Tussendoor heb ik nog een tweede kop koffie gedronken
    maar dat was de laatste want de pot heb ik omgestoten en alles lekte op de bureau en op de vloer
    en ik heb dus nog veel gekuist.
    Toen pak en zak gereed stonden heb ik alle kleren van de gangkast maar aan de kapstok gehangen
    want ik kreeg de koperen stang niet weer op zijn plaats. Elke keer dat ik dacht dat hij goed zat
    en er kleren begon aan te hangen, kletterde hij er terug uit. Na veel keer bedacht ik
    dat ik het in alle gemoedsrust zo mocht laten.

    Toen wou ik nog een afwasje doen, bedacht dat ik misschien nog meer schade zou aanrichten
    en besloot dat het veiliger was dat afwasje te laten staan : dat loopt niet weg.

    Dat is een van de weinige keren dat het bagage maken zo chaotisch verlopen is hoor.
    ’k Had liefst dat ze drie dagen tevoren al kant-en-klaar gereed stond, zodat ik
    een tijdsbuffer had voor de eventualiteiten van de laatste minuut. Want die zijn er. Altijd.

    Kris V was er om 09h30 stipt, dat wel, maar een beetje vloeibaar nog. Ze waren die namiddag blijven zitten
    tot het avond en nog later was geworden. Gelukkig had hij dat bierkaartje op zijn dashboard zitten,
    anders was hij zeker zonder mij naar Zaventem gereden. We staan daar om 09h45, een uur te vroeg.
    Ik heb voor 400 fr boeken gekocht en ben beginnen lezen.
    Maj Sjöwall en Per Wahlöö, het was zo spannend dat ik de groep bijna miste.
    Kris V was al lang naar zijn werk. (Sabena)

    We beginnen daar aan te schuiven, 15 man onder wie 3 vrouwen.
    De enigen die ik kende waren Aline van op de Pool der Zeelieden en Fernadez van op vorig schip.

    In de taxfree shop koop ik 1 slof sigaretten en een flesje Saint Laurent. Een paar dagen later merkte ik
    dat de marconiste (zij is de derde vrouw aan boord) hetzelfde merk op haar tabletje heeft staan.
    Miljaar, en ik vond al een paar dagen dat ze een verschrikkelijk opdringerig geurtje verspreidde.

    Hopelijk wandel ik niet zo te walmen door de gangen. Alleyways, bedoel ik.
    Ik heb het scheepsjargon nog niet helemaal weer onder de knie.

    Nuja, zij gebruikt een spuitbus deodorant en ik den authentieke parfum.
    Het verschil zit hem in de kwaliteit. Ik kan het mij vanavond permitteren
    zo pretentieus te doen binnen de beslotenheid van mijn schotten, omdat ik mijn teennagels gelakt heb.
    Baccararood. Ziet er ook duur uit.

    Dat 1ste contract daar aan boord heeft 5 maanden en 17 dagen geduurd,
    en in al die tijd heb ik dat parfum niet meer gebruikt.
    Toen het schip in Rotterdam kwam heb ik een tweede contract getekend,
    dat heeft 4 maanden en 29 dagen gelopen. Toen hadden we een andere marco en
    vond ik dat ik het parfum mocht gebruiken, het was Rive Gauche. 

    De reis hierheen : Vliegtuig naar Rome. Overstappen, sleuren met bagage.
    Athene. Braaf blijven zitten, niet roken in Athene. Triestige stad.
    Cairo. Om middernacht lag ik in bed.
    Om 04h werden we gewekt, om 07h opstijgen en om 12h waren we in Safaga.

    Allemaal den Atlas pakken nu. En zoek gelijk op waar Luxor en Karnak liggen
    want volgende zondag maken we een uitstap.

    A propos, we liggen hier nog een maand, zegt den ouwe. Maar ja, ouwes zeggen soms zoveel.
     
    1979-10-24-wo

    Verder ben ik nog niet geraakt, we weten geeneens waar de reis naartoe gaat.
    We liggen hier nu al 14 dagen tegen de kaai.
    Lang leve Zuid-Amerika, hier is niks. Ginder wel!

    Dat er 'niks' te zien was in Safaga (zandwoestijn) heb ik vrij snel moeten herzien.
    Toen ik aan het landschap begon te wennen
    zag ik dingen die ik tevoren niet zag omdat ik er over keek.

    https://nl.wikipedia.org/wiki/Sj%C3%B6wall_%26_Wahl%C3%B6%C3%B6

    11-11-2019 om 00:00 geschreven door maart


    >> Reageer (0)
    10-11-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.020. overspoeld

    overspoeld door herinneringen

    Mensen Lief,

    ’k Zou gisteren over het derde schip nog wat uitleg schrijven, maar dat is anders uitgedraaid.
    Dat is eigenlijk grandioos mislukt. Voorlopig. De teksten die tussen 019 en 020 staan zijn geantidateerd.
    Daardoor lijkt tekst 20 nu in feite naast de kwestie, want het hiaat wordt/is opgevuld.


    Door die ene brief uit 1979 kwamen zoveel herinneringen boven dat het tolde in mijn bovenkamer.

    Mooie herinneringen en donkere. En het zijn er vooral véél. En die vechten allemaal om voorrang.
    Uiteindelijk is er stof om een 20-tal teksten te schrijven over dat derde schip.
    Bestaat dat, een omgekeerde writer's block? Niet het gebrek aan materiaal, maar een teveel aan materiaal.

    LM gisteren was blij dat hij voor een ganse namiddag de deur uit kon -hij ging naar een bijeenkomst- want
    ik babbelde de ene herinnering na de andere aan mekaar, ik ratelde maar door en die staccato stoorde hem.
    Toen hij de deur uit was beterde het niet, ik liep hier te ijsberen met de handen in het haar (letterlijk)
    om mijn gedachten op orde te krijgen. Wat natuurlijk niet lukte. Teveel hooi op mijn vork. 

    En vannacht scheen het licht in die duisternis, in die chaos : een beetje afstand nemen.
    Het hoeft niet elke dag over een schip te gaan, anders wordt dit blog een blog-aan-mijn-been
    en daar wordt niemand blij van, van zo’n dwangmatig parcours.
    Well, ik alleszins niet. En de lezer/correspondent ook niet, want die voelt dat. 

    Nu ben ik blij dat gisteren voorbij is.
    Dit is echt een moeilijk blog hoor. Bij de vorige twee had ik een strak schema en een al even strakke methode,
    dus de teksten en de ochtendmail werden intijds geserveerd. Nu niet meer, nu is alles meer fluïde
    en ik weet nog niet of ik mezelf daarmee kan verzoenen. Afwachten.
    Gelukkig is er het Winteruur met Wim Helsen, de tekst-hapjes, de woorden-tapas
    die ons naar een nieuw denk-decor brengen. Toch fijn dat die verbindingsstreepjes bestaan he.

    Over decor gesproken, is het u ook opgevallen hoe ongemakkelijk de mensen zitten op die sofa?
    De zitting is te groot, te ver van de ruggesteun. Iemand daar heeft die ergens van de zolder bij oma gehaald
    en naar de studio gebracht. Het decor heeft iets weg van een studentenkot uit de jaren 70.
    Het programma is namelijk een low-budget productie.
    Dat vind ik prima, en van mij mogen ze zo nog 100 jaar doorgaan,
    maar ze zouden een meer comfortabele sofa moeten vinden,
    want ik krijg plaatsvervangende rugpijn wanneer ik een aflevering bekijk.
    En ik kijk elke aflevering minstens drie keer. Ge moet niet vragen hoe na 3x mijn rug zich dan voelt.
    Bij de Kringwinkel staan toch goedkope sofa's, mét zitcomfort !

    https://en.wikipedia.org/wiki/Writer%27s_block

    10-11-2019 om 00:00 geschreven door maart


    >> Reageer (0)
    08-11-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.019g memorie 07

    Na de stop in Antwerpen was er een hoop nieuwe bemanningsleden & een lading nieuwe passagiers aan boord
    en ik was blij verbaasd dat de man van de Duitse recherche en zijn Indonesische dame weer een reis meegingen.
    Dat ze een zwak hadden voor Zuid-Amerika hadden snap ik wel, maar er waren toch andere, betere schepen in de vaart,
    schepen met meer personeel, dus meer service en vooral meer comfort? 

    Eindelijk was chef steward ofte maître d’hôtel GB er! Na ongeveer tien weken met AK was zijn aanwezigheid alleen al
    voor mij een verademing op voorhand, en we hadden nog geen centimeter gevaren.
    Zoals Yvonne had Claire me verteld dat men van GB veel kon leren. En ik geloofde haar, want
    zij kende wel zeven of tien manieren van servietten vouwen. Allemaal van GB geleerd.
    Dat was al de tweede aanbeveling, ik had er werkelijk goede moed in. 

    De vervangster van Claire was Eline. Bij haar had ik direct mijn bedenkingen. Ze was klein en rank van gestalte.
    Bij iemand van die gestalte zou men een bepaald soort vinnigheid verwachten, maar ze had iets over zich dat ik
    loom & sloom zou noemen. Alsof de job geen inzet vereiste. Oelala, dan wist ze nog niet op welk schip ze beland was.
    In haar manier van praten ook, een beetje krachteloos. Alsof ze al wist wat het leven haar nog zou aandoen.
    Op een of andere manier kwam er bij mij geen sympathie voor Eline, het leek wel of ze niet van 't vak was … 

            In het begin van de tweede reis op dat schip, had ik een eigenaardige droom. Die hield geen steek en ging zo: 
            Er was iets gebeurd met een van mijn zussen. Daardoor moest Claire afmonsteren. 
            Ilse (de stewardess van bij de officieren) kwam bij de cabine en zei 
            "Ik heb wat boterhammekes voor u gesmeerd, want het zal nog lang duren eer ge eten krijgt."
            Een dwaze droom weeral. Met mijn zussen was niks aan de hand en Claire was al vervangen door Eline. 

    Op een keer zat Eline bij mij in de cabine en toen ik mijn kleerkast opende zei ze : amai, gij hebt veel truien bij.
    Het zou toen mei geweest zijn, volgens mijn officieel zeevaartboek.
    Ja, ik had een paar truien bij, want dit was lijnvaart en de lijn was Zuid-Amerika, daar zou het in mei herfst worden 
    en bij aankomt in de meest zuidelijke havens zou het al winter zijn.
    "Hoe, zei Eline, we gaan toch naar het zuiden?"
    De moed zakte mij in de slippers en verdampte en verdween via de ventilatie.
    Wee mij, Poseidon en Neptunus, wat hebt gelle nu aan boord gegooid!
    Niet alleen was ze traag in doen en praten, maar in denken ook nog? Getver, getver …
    Volgens Eline was het : hoe meer zuid, hoe warmer. Punt.
    Jahaa! Dan zou op de Zuidpool geen ijs liggen, zouden er geen pinguïns wonen,
    dan zou het daar twee keer zo warm zijn als op de evenaar, een vlammende hel? Welwelwel!

    'k Heb voorzichtig geprobeerd haar uit te leggen dat het 'hoe dichter naar de evenaar, hoe warmer' was.
    Die formulering geldt zowel voor het noordelijk als voor het zuidelijk halfrond.
    Maar het kopke moet nog meewillen ook hé, en daar lag de knoop.

    Op het zuidelijk halfrond richting ZUID varen, betekent richting koude varen. KOUDE. Naar de Zuidpool.
    Op het zuidelijk halfrond richting NOORD varen, betekent richting warmte varen. WARMTE. Naar de Evenaar.
    Mogelijk heb ik het toen zo gelaten want ik … ja waarschijnlijk heb ik het toen zo gelaten. 
    Hoe de samenwerking tijdens de service-uren verliep weet ik niet meer en
    tijdens onderhoudsuren werkten we afzonderlijk.

    Op een dag tijdens de kleine reis, waarschijnlijk in Bremen, stond ik de laundry van de passagiers
    te schrobben en ineens hoorde ik een luid scherp geluid komen van elders,
    een geluid dat zich ritmisch bleef & bleef herhalen. Het was geen van de alarmen die ik kende,
    en ik kende ze allemaal, want de alarmen worden op elk schip elke week getest.
    't Zou dus wel iets voor de mecaniciens zijn. 'k Sloot de deur van de laundry en werkte verder.

    Na een tijd stond chef GB daar :
    - Ha! Hiér zijt gij! Hebt ge dat niet gehoord?
    - Dat alarm? Ja Chef, was dat voor ons misschien?
    - Nee! Dat was Eline. Haar jongste broer heeft zelfmoord gepleegd.
    Ah bon, dat was dat ritmisch geluid, het was gegil. Dat had ik niet herkend als gegil.
    De akoestiek aan boord haalt soms rare toeren uit.  

    Voor de avondservice stonden de chef en ik er alleen voor.
    Hij had Ilse naar boven gesommeerd voor de afwas. Wéér gesakker in de pantry,
    terwijl ze daar toch twee overuren mee verdiende. Maar 't ging over het prestige.
    Toen ik aanmonsterde had ze gehoopt dat zij wegens haar anciënniteit aan boord
    naar boven zou 'gepromoveerd' worden en dat ik als nieuwkomer een deck lager
    bij de officieren zou gezet worden, samen met een cabineboy als collega.
    Chef AK moet daar op voorhand al anders over gedacht hebben,
    welke maatstaven hij daarbij hanteerde weet ik niet, en
    chef GB volgde die lijn,
    waarom weet ik ook niet. Daardoor stond Ilse nog altijd downstairs.

    Wat ze mij kwalijk nam. Zodra ik tijd had tussen twee gangen kwam ik braaf mee afdrogen.
    Maar afdrogen was blijkbaar niet braaf genoeg, het gesakker ging door. Tot chef GB in de pantry kwam
    om via de parlofoon de volgende gang te bestellen aan bij de keuken. Toen viel Ilse telkens stil. 

    Chef GB zei bij elke bericht tegen kok GR : "Quand vous voulez chef!" Dwz : laat maar komen.
    En kok GR antwoordde dan "Oui, patron". De dialoog bestond uit vaste verbale signalen.

    Het had iets van een ritueel, het was haast rustgevend. 

            Die avond heb ik voorgesteld aan chef GB om met Ilse van job te veranderen,
            maar daar was geen sprake van. Terwijl ik zo graag van die betalende cliënten en hun loetekes
            weg geweest was. Ik werk best voor mensen die werken, dié hebben recht op mijn diensten.
            Dát was mijn job. Niet die chichi in de vervallen glorie van een armtierig interieur.
     

    08-11-2019 om 00:00 geschreven door maart


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.019f memorie 06

    Het vervelende aan herinneringen is dat ze niet in chronologische volgorde komen.

    Hier nog een herinneringetje over dat 3de schip. In een van de Zuid-Amerikaanse havens,

    ik denk dat het Buenos Aires was, hadden we op de verdieping van de passagiers een watchman. Een wachter.
    Niet een gewapende militair, maar een nette oudere heer in pak, die rustig de drie alleyways op en af wandelde
    en regelmatig maté liep te zuigen uit een kleine mooi bewerkte calebas met een elegant zilveren rietje.
    Eerder een gastheer dan een veiligheidsagent.
    Of hij gewapend was weet ik niet, daar was ik toen nog niet bekommerd om.
    Over maté + foto calebas : https://nl.wikipedia.org/wiki/Mat%C3%A9_(drank) 

            Die man liep daar wel rond maar hij kon niet in de drie alleyways tegelijk zijn. En ik was door de aard van mijn job
           ongeveer overál tegelijk, bij wijze van spreken. Regelmatig zag ik een foreman de trap opkomen en
           die vroeg dan telkens naar el capitano. Waarop ik hem de weg wees naar de cabine van de kaptein.
           Een foreman is de ploegbaas van een ploeg dokwerkers. En er waren verschillende ploegen aan het werk.
           Zo ging het misschien een keer of zeven of acht die dag. ’s Avonds hoorde Claire tijdens de service dat de kaptein
           verwonderd was dat hij zoveel foremen aan de deur van zijn cabine gehad had, terwijl die toch een trap lager,
           bij de 1ste stuur moeten zijn. Claire vroeg mij of ík het was die al die mannen naar de kaptein gestuurd had.
           Ah ja, natuurlijk, die mannen vroegen toch naar el capitano …
           Ow, ow, ow, El Capitano betekent daar de 1ste stuurman! De kaptein wordt er El Commandante genoemd.
           Tja, het werd hoogtijd dat ik eens Spaans ging leren, maar wélk Spaans?

    Dat ik gisteren die uitleg over de woontorens van Santos gevonden heb, 40 jaren nadat ik ze gezien heb,
    daar ben ik vandaag nog blij mee. Als een mens maar tijd van wachten heeft hé. Vroeg of laat wordt iets wel duidelijk.
    In dit geval 40 jaar na datum. Ja, sinds gisteren nog altijd een beetje blij.
    Na Santos vaarden we naar Rotterdam. Twee of drie dagen voor aankomst werd het hondje ziek van het rauw vlees
    dat die twee verlichte geesten haar gegeven hadden. In R’dam mocht ik direct naar de dierenarts, veel werk of niet.
    Die cdt moet nogal zijn hand boven mijn hoofd gehouden hebben, dat ik zomaar de faciliteiten kreeg
    om tijdens de werkuren naar de dierenarts te gaan …

               Er schiet me plots nog iets te binnen over de vrouw van de 2de stuur, de mislukte Maryline Monroe.
            In Santos was ze naar de ochtendmarkt gegaan en had er voor haar en haar man (en haar kat)
            scampi’s of gamba’s gekocht en daarna was ze gaan winkelen, of gaan wandelen met haar honden.
            Met die scampi’s. In de blakke tropenzon. 
            Toen ze ermee aan boord kwam waren die beestjes al lang bedorven natuurlijk,
            maar de enige die dat niet door had was zij. Heel de alleyway stonk naar rottende zeewaren,
            en het rook er zo al naar haar honden en de kat. Iemand moet er haar toch op gewezen hebben
            dat er iets loos was en dat die rotte beesten overboord moesten. (Wat eigenlijk niet mag in haven.) 
            Jamaar, zei ze achteraf met een pruillip en op een jammertoontje, ze had ze toch direct in de frigo gelegd.
            Direct na aankoop? Zo vlug mogelijk weer aan boord met bederfbare waren?
            Of eerst nog enkele uren gaan flaneren in de tropenzon …

    In R’dam gingen de passagiers definitief van boord en werd er schoonschip gemaakt. Wat een rust. Een schip zonder
    menselijke lading, enkel de bemanning en de staff. Een zee van poetsuren en maar vier mensen te bedienen aan tafel.
    Schoonschip maken was werkelijk grote schoonmaak. Schotten afwassen, kasten uitwassen, matrassen eruit,
    beddebakken stofvrij maken, de ganse grote kuis dus. Zalig, zonder het tijdrovend gedoe van apéritief en pousse-café.
    De staff at veel soberder wanneer de lading naar huis was. De gewone scheepskost lijk wij allemaal. Maar wel
    opgediend met tafelzilver natuurlijk. The show must go on.

    In die week werd ook alle tafelzilver gepoetst. Wat een corvee. En zeggen dat er zoveel mooi inox bestek op de markt is.
    Maar de containerschepen waren aan het opkomen, en de schepen die stukgoed vervoerden, de schepen van het type
    general cargo dus, waren aan het verdwijnen. Daar werd niks meer geïnvesteerd, tenzij de hoogstnoodzakelijke dingen.
    En tafelzilver hoorde daar niet bij. Vandaar die vergane glorie in het armtierig interieur ook.
    Kok GR kwam opnieuw helpen met het zilver. Dat gaf moed, we hielden het tempo er in.

            Als dank voor zijn hulp gingen Claire en ik later die week mee poetsen in de koelkamers. 
            Voor mij was dat heel interessant, want ik was al wel vaak in koelkamers geweest, 
            maar ik had er nog nooit in gewerkt. 
            Bij die temperaturen werken was een aparte ervaring die later nog vaak van pas gekomen is. 

    De dag erna was álle tafelzilver volledig zwart. Er was die nacht aan deck een vat gevallen en lek geslagen.
    Welk vies product er in dat vat zat weet ik niet, maar ik weet wel dat ik de bootsman vervloekte.
    Waarschijnlijk zijn die vieze dampen via de ventilatie naar binnen gekomen, en gezond zullen ze niet geweest zijn.
    Met de moed der wanhoop zijn Claire en ik voor een tweede keer aan het zilverwerk begonnen.
    Kok GR kwam ons uit eigen vrije wil weer helpen, de goeie ziel.
    Denkt ge dat chef AK eens de handen uit de mouwen zou gestoken hebben? Denk dan maar vlug wat anders.
    Hij heeft Ilse, de collega van beneden bij de officieren naar bij ons boven gestuurd, en wij drie hebben haar gesakker
    enkele uren moeten aanhoren. Zoiets werkt op het gemoed natuurlijk en ik dénk dat er toen woorden gevallen zijn. 

    De volgende haven was Antwerpen. Daar gebeurde de crewchange, de bemanningswissel. Claire monsterde af.
    Persoonlijk vond ik dat erg. Maar ze had al twee contracten achter de rug en wie moe is moet naar huis.
    Ze had gezegd dat ze voor mij nog wel een reis wou blijven, en daar schrok ik van. ’k Heb geantwoord dat ze
    voor mij niet moest bijtekenen, want als er in die negen of tien weken van de komende reis iets zou tegenslaan,
    dan kon ik dat niet opvangen voor haar. Ik wou die verantwoordelijkheid ook niet, dat iemand voor mij zou bijtekenen.

    Het was er hard werken, vermoeiend ook. Door die vermoeienis verdween onze zonnige kant soms.
    Om de kameraadschap te bewaren, en de goede herinneringen, raadde ik haar aan om af te monsteren.
    Wat ze dan blijkbaar opgelucht deed. En in Antwerpen was ik haar kwijt.
    Maar daar was dan weer zoveel drukte en gedoe, dat ik pas op zee beseft heb dat Claire er niet meer was. 

    In Antwerpen werden we een dag of wat vervangen door de shoregang,
    ik bracht Pinjoef naar Laura, kwam terug aan boord en de volgende reis kon beginnen.
    Dit keer met Chef GD, de chef van wie men veel kon leren volgens Yvonne.
    Claire werd vervangen door Eline. Beneden in de keuken waren er ook vervangingen,
    de enigen die van de vorige ploeg overbleven waren kok GR en ik.

    08-11-2019 om 00:00 geschreven door maart


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.019e memorie 05

            het strand van Ipanema, Rio

    Aan de Braziliaanse kusten heerst een strandcultuur,
    die eigenlijk een wandelende strandeconomie is, vooral een subcultuur.
    Claire en kok GR kenden de weg. En Pinjoef, als autochtoon, mocht ook mee.
    Ik droeg haar in een handdoek, want ze was nog te klein voor lange wandelingen en
    ik wou haar niet alleen aan boord laten terwijl ik vrij was. Die handdoek kwam van pas
    om haar te beschermen tegen het zeebriesje. 

    's Avonds togen wij in Rio opgetipt naar het strand van Ipanema. Hoe? Waren wij dan niet moe?
    Mogelijk wel, maar ik wou absoluut Ipanema gezien hebben omdat, eigenlijk stom hoor,

    omdat Cornelis Vreeswijk daar iets over zingt, als een inwoner van de achterbuurten, de Favelas.
    In die tekst vond ik toen zo'n rauwe passage in een ogenschijnlijk opgewekt liedje. Nu nog vind ik die lijnen grauw.

             "Tussen de Playa de Flamenco en het strand van Ipanema 
             wonen alle rijke mensen. Maar de arme lui van Rio 
             wonen hoog boven de rijken, ik woon op de hoogste berg. 
             De zon verbrandt, 't windje koelt. Daar is verdriet dat je niet voelt."

    Klank aan voor Samba de Maria, 1972 : https://www.youtube.com/watch?v=-6So3p9Ifds , 02min54
    Nog iemand die de berg afgaat naar het strand en daarbij óók recht voor zich uit blijft kijken, is
    The girl from Ipanema, 1962 : klank aan, https://www.youtube.com/watch?v=sVdaFQhS86E , 03min01

    Ik wou niet enkel naar Ipanema omdat ik die twee nummers kende,
    ik wou ook zien welke mixture van volk daar liep te flaneren en te floreren.
    Noem het een studie-uitstap naar een mensentuin. Eh?

    Gelukkig was GR er bij, een kleine potige kerel, want Claire en ik kregen als blonde bleke Westerlingen
    voorstellen van gigolo's bij de vleet. Dit was geen wandelen of flaneren of mensjes-kijken meer,
    dit had een sociologische documentaire kunnen zijn. Dus tóch een studie-uitstap in een mensentuin hé.
    Claire wou wat foto’s maken en toen ik aan de beurt was stelde ik voor om met mijn voeten in het water te gaan staan.
    Omdat het strand daar zo zacht afhelde bleef het water ondiep en trok ik verder & verder naar achter, tot ik
    kniehoog in het water stond. Dat was oké, maar eer Claire klaar was met het afstellen van haar fototoestel
    kwam er weer zo'n stille golf aan en plots was ik nat tot aan mijn middel en hoger, want ik had me voorover gebogen
    om Pinjoef te beschermen. Mijn haar was nat, kleren nat, de make-up leek op een clownsmasker zag ik later aan boord,
    maar de pup was droog gebleven.

    Zo nat kon ik niet blijven rondlopen, ik had droge kleren nodig, dus ging ik maar terug naar ’t schip.
    Alles bijeen was ik een uurtje van boord geweest, waarvan misschien 20 minuten op het strand van Ipanema.
    Of Claire die foto toen gemaakt heeft, heb ik eigenlijk nooit geweten. En ik ben het vergeten te vragen
    toen we mekaar tegen het lijf liepen in Antwerpen. Er kwamen toen andere herinneringen aan bod op dat terrasje. 

             "De benaming Ipanema komt van de indianen die daar vroeger woonden.
             Vrij vertaald betekent het 'vuil water'. Doordat de golven aan het strand van Ipanema pas laat breken,
             jaagt het de vissen weg waar de indianen toentertijd naar kwamen vissen. Vandaar de benaming 'vuil water'."

    Ongelukkige vertaling, vind ik. 'Lastig water' is even duidelijk en klinkt minder vervuild,
    want in de eeuw van die naamgeving was het water daar waarschijnlijk nog niet vervuild.
    En dat het lastig water was, daar kan ik van meespreken.

                 het strand van Santos

    Daar is niks speciaals gebeurd maar daar was wel iets opmerkelijks.
    Scheefgezakte woontorens die bewoond werden / worden. Akelig om zien hoor.
    'k Dacht eerst : dit gelooft toch niemand, weeral zo’n zeeverhaal, een strandverhaal in dit geval.
    Want als ik het niet kan staven dan krijg ik het gevoel dat ik aan het overdrijven ben.
    Nu overdrijf ik wel eens graag, maar niet wanneer het over de koopvaardij gaat. 

    Gelukkig wees LM mij op het bestaan van Google. En na enige tijd en veel klikken
    verscheen op het scherm wat ik zocht, een artikel over de ongeveer 100 scheve woontorens in Santos
    mét foto’s en mét uitleg! Lang leven Google! Voor meer foto's kijk hier :
    https://www.amusingplanet.com/2013/04/the-leaning-buildings-of-santos-brazil.html  

             santos-leaning-buildings-1

    En dan nu de uitleg : de woontorens zijn beginnen scheef zakken al van bij de bouw waarschijnlijk.
    De ondergrond bestaat uit 7m zand, daaronder ligt een laag natte gladde klei van 30 tot 40m diep.
    Die modderlaag is absoluut niet geschikt om het gewicht van hoogbouw te dragen.
    Vaste ondergrond, grondgesteente, vindt men er pas op 50m diep. 

    Tot 1968 voorzagen de bouwvoorschriften niet in een regulering wat de funderingen voor hoogbouw betrof.
    De woontorens aan de waterlijn hebben funderingen die maar tot 4 of 5m diep gaan.
    Maw, die buildings zijn gebouwd op zand, en dat zand ligt op malse modder.
    De funderingen hadden tot 50m diep moeten gaan, tot op het grondgesteente, tot op vaste ondergrond.

    Nadat de eerste torens duidelijk zichtbaar begonnen te hellen, besefte men
    dat het voor hoogbouw niet verder kon met ondiepe funderingen. 

            Toen pas? De samenstelling van de ondergrond moet van in het begin toch al gekend geweest zijn?
            Hadden ze daar geen bouwkundig ingenieurs of stabiliteitsingenieurs, of hoe dat beroep ook heet. 
            Bouwen op zand en modder … volgens mij was er snel gewin mee gemoeid, willens en wetens gesjoemel.

    Daarbij komt dat veel buildings vlak naast mekaar staan.

    Het plaatsen van een nieuwe toren nabij een bestaande toren,
    heeft waarschijnlijk bijgedragen tot het overhellen, tenminste in sommige gevallen.

            Door de trillingen die tijdens het bouwen door de ondergrondse modderlaag gaan?

    De positie van de buildings heeft de stadslegende doen ontstaan dat het omvallen van één building

    een domino-effect zou veroorzaken en een reeks volgende buildings zou doen omtuimelen.
    Specialisten ontkennen die geruchten, omdat hoogbouw gewoonlijk verticaal instort.

            Hier heb ik twee bedenkingen:
            - een hoogbouw die scheef staat, zal wanneer hij ongecontroleerd instort
              op een groter oppervlak puin verspreiden dan een hoogbouw die rechtop staat.
              En de brokstukken zullen de naburige toren raken, eventueel destabiliseren.
            - Die ’specialisten’ zijn met hun verticaal instorten de mensen aan het sussen ipv te informeren.
              Misschien zijn die specialisten wel de zonen en de dochters van de generatie specialisten
              die daar op zand en modder gebouwd hebben …

    De woontorens hellen van 0,5m tot 1,8m uit de loodlijn.

    Verbazend genoeg blijven mensen daar wonen, ook al moeten ze onder alle meubelen voldoende wiggen plaatsen,
    en krijgen ze te maken met wegrollend schrijfgerij en speelgoed.
    En het vraagt behendigheid om er zonder morsen of ongelukken (hete) vloeistoffen te gebruiken. 

            Verbazend genoeg ? Maar nee, niks verbazend. Toen het zichtbaar werd dat de woontorens overhelden,
            doken de prijzen van de eigendommen naar beneden. De gegoede burgers trokken weg en  
            de minder gegoede burgers namen hun plaats in. Dat is toch een gekend scenario!
            Bij elke heraanleg van een verkeersader of een plein hebben we dat hier zien gebeuren.
            De Leopold II laan in Brussel ooit, de Turnhoutsebaan in Borgerhout, het Sint Jansplein in Antwerpen,
            de Bredabaan in Merksem, en nu de Leien … wanneer de prijzen van de eigendommen
            en dus ook de huurprijzen een duik nemen, wijzigt de plaatselijke bevolking van samenstelling. 
            Het juiste woord is 'omvolking' denk ik.
            Dat zoiets de schrijver van het artikel verbaast (ene Mr Patowary), verbaast mij dan weer.

    Er werd ooit een poging ondernomen om sommige buildings weer recht te krijgen, maar de kosten waren zeer hoog.

    Slechts één woontoren werd voldoende geholpen, de Núncio Malzoni. En dat heeft 1,5 mio USD gekost. 

          
    Afbeeldingsresultaat voor nuncio malzoni 

    Het artikel dateert van 2012. Hoe de toestand van de andere woontorens vandaag is weet ik niet.
    'k Heb niet verder gezocht naar meer actuele berichten. 'k Was al blij dat ik iets gevonden had,
    met voldoende fotomateriaal, om te staven wat ik zei : dat ik ginder iets eigenaardigs gezien had.
    En ik niet alleen natuurlijk. Van elk schip dat er langs vaart ziet de bemanning die rare situatie. 

    https://nl.wikipedia.org/wiki/Ipanema_(Rio_de_Janeiro) ,
    https://muzikum.eu/nl/123-39-18948/cornelis-vreeswijk/samba-de-maria-songtekst.html#ixzz68fRXWdRC ,
    https://www.lyrics.com/lyric/15680092/Astrud+Gilberto/Girl+from+Ipanema,

    https://www.amusingplanet.com/2013/04/the-leaning-buildings-of-santos-brazil.html ,

    08-11-2019 om 00:00 geschreven door maart


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.019d memorie 04

    hieronder een hernomen tekst, hij komt van blog 02, een vervolg over Pinjoef

    want de hond mocht mee

    Ergens in de jaren 70 kwamen in het Brusselse de Chinese restaurants in beeld.
    In en rond Antwerpen waren ze er al langer.
    Voor de verworpenen der Culturele Revolutie duurde het blijkbaar iets langer
    om Brussel te bereiken dan om Antwerpen te vinden.

    Die eethuizen waren relatief goedkoop en lekker en werden onmiddellijk populair.
    Ook al waren ze in achterafstraten gevestigd,
    de adressen werden doorgegeven en binnen afzienbare tijd waren in die straten
    parkeerproblemen. Populair dus.

    Zo was er een nieuw gedoe in de Timmermansstraat in Jette en
    dat restaurant moest uitgeprobeerd worden natuurlijk.
    Wie heeft er al gegeten? Niemand? Zullen we die nieuwe Chinees dan eens proberen?
    Allen daarheen en de hond ging mee. Dat kon toen nog, met een hond op restaurant gaan.

    De hond heette Pinjoef, was zwart, iets kleiner dan middelgroot, had slimme oogjes
    en ondanks haar temperament wist ze zich bij momenten welopgevoed te gedragen.
    Wat zeer vreemd was, want niemand had haar opgevoed. Zo bedelde ze bvb niet, zelfs niet aan tafel.
    Straatadel. Ze was een beetje nuffig ook.

    Het restaurant was ingericht met veel rood en zwart, aan de muur taferelen met draken,
    en op de vensterbanken stonden vazen met bloemen óp ipv ín.

    We waren met veel en we werden naar de grote ronde tafel geleid.
    We waren de eerste klanten. Dat is oké, een rustige moment,
    dan hebben de mensen van de zaal en van de keuken geen coup de feu,
    de service verloopt vlotjes. (weet ik)

    Er kwam een aperitief, de kroepoek was toen nog gratis, en de bestellingen werden genoteerd.
    Voor een groot gezelschap is een ronde tafel zoveel plezieriger
    dan een rij rechthoekige tafels die bijeen geschoven worden.
    Men ziet iedereen, men hoort ook alle anderen, iedereen is opgenomen in de kring.

    Pinjoef had zich onder de tafel geïnstalleerd en lag daar met het kopje op de poten
    te genieten van het feit dat zoveel mensen met haar meegekomen waren naar die fijne plek.

    Het eten werd geserveerd en ten gerieve van ons werd de muziekinstallatie geactiveerd.
    Uit de luidsprekers kwamen tokkelinstrumenten en hoge vrouwenstemmen die melodieën
    produceerden. Toen nog niet echt voor ons Westers oor, maar goed,
    we leefden in een sfeer van verdraagzaamheid.
    Het eten was lekker en tolerantie was het modewoord.
    De term multicultureel moest nog uitgevonden worden.

    Wij aten en wij praatten en wij dronken en alles was goed en aangenaam
    behalve dat hoog gemiauw van de Chinese zangstemmen uit de luidsprekers.
    Tolerant of niet, trop is teveel. Pinjoef dacht daar anders over. Zij genoot.
    Het duurde efkes eer ik begrepen had dat een bijgeluidje van onder de tafel kwam
    en niet uit de luidsprekers. Ik keek en daar lag ze, oogjes toe, muiltje ook toe,
    daar lag ze te genieten van de Chinese muziek en ze piepte/miauwde mee.
    Waarschijnlijk was ze de enige van het gezelschap die de muziek wist te waarderen.
    Iemand van de bediening kwam met een blij gezicht zeggen :
    'dog music oké!' = zelfs de hond vindt de muziek mooi.

    Yes, zei ik, verschrikkelijk gegeneerd dat die mensen zo Oosters beleefd waren.
    'k Had onder de tafel willen kruipen van schaamte.
    Maar daar lag dat zelfgenoegzaam hondje al, te miauwen.

    m – HiH-10/2016, blog 02

    08-11-2019 om 00:00 geschreven door maart


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.019c memorie 03

    ossestaartsoep

    Of chef AK het doorhad waar ik plots mijn Duits vandaan haalde weet ik niet. Waarschijnlijk wel.
    Hij mocht dan wel een krapuul zijn, maar hij was geen uil.
    Hij zal wel iets aan de weet gekomen zijn, want tijdens de oversteek viel er weinig te beleven en
    dan werd het minste feitje een evenement dat moest besproken worden. Zo bvb mijn plotse vorderingen in Duits.
    Een schip was toen eigenlijk een roddelgehucht op het water. 

    De Indonesische dame had me dan wel gered, maar het nors gemompel van AK was ik nog niet vergeten.
    En op een dag … op een dag was het míjn beurt.
    "Zeg, gij!" Mijn voornaam gebruikte hij niet, ik heette 'zeg, gij!'
    "Ja Chef?" Altijd met twee woorden spreken, ik ben min of meer goed opgevoed.
    "Gij spreekt zo wat Engels hé."
    "Ja Chef." Zo wat, ja, hij moest het weer bagatelliseren natuurlijk.
    "Hoe zegt ge Potage Oxtail in het Engels?" En –tail sprak hij uit als taille. 

    'k Herinner me niet of ik toen op mijn lip moest bijten om niet luidop te lachen,
    of dat mijn mond openviel van verbazing.

    Het vent was al 30 jaar of langer chef steward, pardon, maître d’hôtel
    en hij wist nog altijd niet dat oxtail gewoon ossestaart betekent? Dacht hij dat Oxtail een recept was dat ooit
    opgedragen was aan iemand? Zoals Potage Dubarry, Tournedos Rossini, Pêche Melba …

    "Da's oxtail soup hé Chef, oxtail is gewoon het Engels woord voor ossestaart. Ox-tail, osse-staart."
    Het stak hem natuurlijk dat hij zoiets simpel niet wist, na een hele carrière in de voeding en de service.
    Natuurlijk zette men niet Potage Queue de Boeuf op het menu. Bij het woord queue zouden sommige mensen al afhaken,
    daarom werd het een beetje versluierd door de Engelse benaming te gebruiken.
    Maar men zou toch mogen verwachten dat iemand van het vak zoiets futiel wéét. 

            Vandaag vraag ik mij af waarom hij die vertaling toen nodig had. Vreesde hij dat de twee Braziliaanse echtparen 
            oxtail niet zouden begrijpen. Als er één woord was in heel het menu dat ze begrepen, dan zou het toch wel 
            dat Engels woord zijn, waarvan hij niet wist dat het een Engels woord was.
            Die oxtail was mijn stil momentje van glorie en voor Duits had ik hem ook niet meer nodig. Er kwam ademruimte.  

            En achteraf bekeken meen ik te weten waarom Claire niet mee deed met Duits leren.
            Ik ben was nogal extravert en daarbij ook leergierig. Zodoende trok ik wel een en ander over mijne kop, ja.
            Terwijl zij rustig in de pantry kon blijven stond ik bij de bar om beleefd te zijn met de passagiers, omdat die mij 
            ongeveer in de rol van gezelschapsdame gedouwen hadden. En dat had ik ongeveer zelf veroorzaakt.
            Het is me bij de volgende lading klanten niet meer overkomen, ik werd voorzichtiger in dat soort zaken.

    het hondje

    In Santos (Brasil) waren Claire, de chef kok GR en ik aan de wal
    om in het dichtstbijzijnde barreke onze gedachten te verzetten.
    Een kroeg bestaat ginder niet, een volkscafé evenmin. Een drinkibar was wat het dichtst in de buurt kwam.
    Elke wijk had wel een drinkibar. Iets verderop was een pompstation en daar zag ik een magere moederhond
    vermoeid langssjokken met een kleintje dat omhoog wipte om te kunnen drinken. De moeder ging niet liggen om het
    jong te voeden. Mij leek ze heel moe en veel te mager. Ik nam het jong weg om haar rust te gunnen.
    Ze sjokte gewoon voort, waarschijnlijk haar uitputting tegemoet. Daar stond ik dan, met mijn impulsief gedoe …
    Ik had het hondje in mijn handen en daardoor was ik plots verantwoordelijk voor het beestje. 

    We gingen bij het pompstation vragen van wie het hondje kon zijn. Schouderophalen.
    Wie bekommert zich om een straathond, enkel sentimentele Europeanen natuurlijk.
    In de drinkibar stelde ik de vraag al niet meer. Het hondje lag in mijn schoot te slapen. 'k Had een brede jeansrok aan,
    en in die wieg van textiel lag dat klein zwart mormeltje. Slapen is krachten opdoen, maar eten moet ook natuurlijk.
    Het hondje ging mee naar boord. Dat dierf ik wel, omdat de kaptein zelf zijn hond aan boord had, een zwarte labrador
    die Settil heette, genaamd naar Sept Îles, de streek in Canada waar hij ooit die hond cadeau gekregen had.
    En de vrouw van de tweede stuur had twéé hondjes aan boord. En een kat ook, als ik me goed herinner.

    Zelfs met gesloten deur rook die cabine naar dieren wanneer men er langs liep. Hoe die 2de stuur het daar uithield,
    hoe die twee daarin konden slapen, snap ik nog altijd niet. Het verhaal gaat dat de rederij dieren aan boord
    verboden heeft door toen die situatie met de vrouw van de 2de stuur. Bijna hadden ze de aanwezigheid van echtgenotes
    ook afgeschaft, want terwijl haar man aan het werk was liep zij te flirten met al wat daar losliep aan mansvolk.
    Nee, dat afschaffen fantaseer ik erbij, maar men zou haar type 'une allumeuse' kunnen noemen. 

    Kok GR heeft nog wat melk of bouillon gegeven voor het hondje. Hoe dat afgelopen is weet ik niet meer.

    's Anderendaags om 06h trok ik naar boven, voor het dagelijks onderhoud van de cabine van Capt R.
    Zijn hond Settil stond al in de deur te kwispelen, zijn staart tikte telkens tegen het deurpaneel.
    Niet omdat hij zo blij was mij te zien, maar omdat hij bij het zien van een witte schort wist dat de baas hem dan
    zou laten loslopen op de wing. En zo vertrokken ze dan naar de brug, de hond en zijn baas.
    De baas met een rol WC papier onder de arm voor het hoopje van de hond, dat met een zwierige zwaai overboord ging.

    Die ochtend kwam ik binnen na een aai over de bol van Settil en ik zei "Bonjour Cdt, ik heb gisteren aan de wal
    een klein hondje gevonden. Mag het aan boord blijven?" Hij hield zijn hand voor de ogen, met gespreide vingers.
    Hij zou het dus door de vingers zien. Én hij zou zorgen dat het hondje gevaccineerd werd en de nodige papieren kreeg
    om België binnen te mogen. Merci beaucoup Commandant! 

    Tijdens of na het ontbijt kwam chef AK briesend de pantry binnen. "Weé eedier nen ongd?" Wie heeft hier een hond?
    'k Zal wat schaapachtig zitten kijken hebben want hij wist toch zelf wie er een hond had aan boord.

    Claire was rap van snap die dag: "Gíj, zei ze tegen mij, gíj hebt  toch een hond."
    "Chot ja! Ik heb gisteren een hondje gevonden Chef, maar ’t is in orde, het mag …"
    "Om negen uur klaar staan voor de taxi, vétérinaire!" De kaptein had hem gebeld om te zeggen dat
    de stewardess zich moest gereed houden, maar hij had er niet bij gezegd wie van de stewardessen.
    Om 09h? Oei, dat viel midden in de onderhoudsuren. Claire deed teken dat ze mijn resterende cabines zou overnemen.
    Kijk, op zo'n moment voelt men wat kameraadschap is. Ik smolt ongeveer van dankbaarheid.
    Claire, als ge dit ooit leest, ik sta nog altijd bij u in het krijt. Mail mij, dan gaan we ergens eten. Churrasco.

    'k Kwam terecht in een dierenkliniekje, bij twee Japanse dierenartsen. Het voelde vreemd aan twee Aziaten rad Portugees

    horen praten. Gelukkig voor mij spraken ze ook Engels. De nodige prikjes werden gegeven, ik kreeg een certificaat,
    nog wat vitaminen en andere dingen en ook raadgevingen ivm de voeding. Géén rauw vlees, nóóit!
    Dat laatste heb ik heel goed in mijn oren geknoopt en dat heeft later nog voor tamtam gezorgd aan boord.

    Achteraf heb ik begrepen waarom AK zo brieste over dat hondje : hij voelde zich gepasseerd.
    'k Had het eerst aan hem moeten melden en dan zou hij wel eens zien wat hij kon doen.
    Maar hij sliep tot 07h. En mijn werkdag begon om 06h bij de kaptein. Daar was ik omzeggens kind aan huis.
    De kaptein had eens gevraagd of ik het hondenhaar in zijn cabine niet te erg vond.
    Maar nee kaptein, wij hebben thuis ook altijd honden gehad … en sindsdien lag ik bij hem in de goei schuif.
    Het lag voor de hand dat ik de kaptein zou inlichten over het hondje, en niet zou wachten tot mijn baas wakker werd.
    Als het huishoudpersoneel begint om 06h en zelfs de kaptein start om 06h, dan is de dag toch aan de vroege vogels en niet
    aan knorrepotten die vinden dat ze tot 07h mogen blijven liggen. 

    Het hondje had eten en onderdak, maar het kreeg natuurlijk geen nestwarmte, ik was aan het werk van
    06h tot 14h en van 16h tot 20h, soms tot 22h. Vreemd genoeg was het mormel vrij vlug zindelijk.
    De boodschapjes werden achtergelaten op een groot stuk bruin pekpapier dat ik elke dag verving en
    waarvan voldoende rollen aan boord waren. Tijdens onze etensuren ging ik haar halen en vertroetelde ik haar,
    maar dan had ik niet gegeten, en dat bleek op de duur ook geen oplossing, 3 x per dag niet eten. 

    Chef kok GR stelde voor om haar overdag in zíjn cabine te zetten, zijn cabine lag vlak bij de keuken,
    hij kon gemakkelijker tussendoor van zijn werk naar zijn cabine wippen dan ik. En aldus geschiedde.
    Elke ochtend werd het hondje samen met een lap bruin pekpapier naar beneden gebracht.
    GR voelde zich een beetje de peter van het hondje, want hij was erbij geweest van in het begin.
    Én hij zette mijn ontbijt klaar in zijn cabine zodat ik het mormeltje op de schoot kon houden. 

    Op een dag merkte ik een brede ring opgedroogde bruine vloeistof op zijn schrijftafel.
    De ring had de diameter van een mok. 'k Haalde mijn vileda uit de zak van mijn schort en wou die ring wegwrijven.
    Mijn vileda hield ik op zak want die was persoonlijke eigendom, die bracht ik mee van thuis. 

    De ring liet zich niet zomaar wegpoetsen. Daardoor wist ik dat het geen koffie was, het was een dikkere vloeistof

    die daar opgedroogd was, welke wist ik toen nog niet. Later op de dag kreeg het hondje buikloop.
    Het diertje was zo ziek dat ze haar papier niet meer intijds bereikte. Ik vreesde werkelijk voor haar leven.
    Ik had toch alle instructies van de dierenartsen opgevolgd, medicijnen op tijd en stond, voedselvoorschriften …
    Die bruine ring op GR zijn bureau! Dat was opgedroogd bloed geweest … 

    Ik pakte GR bij zijn nekvel en ik vroeg waarom hij het hondje rauw vlees gegeven had.
    De dierenartsen hadden toch gezegd : nóóít rauw vlees!
    Oui mais, euh… de vrouw van de 2de stuurman (de flirt) had gezegd dat rauw vlees voedzaam is en dus …
    Het gesprek verliep in het Frans en nu is Frans toevallig mijn favoriete taal om ruzie te maken en /of
    iemand omver te babbelen :
    dat die mislukte Maryline Monroe uit de provincie niks kende van honden want haar dieren
    zagen er helemaal niet gezond uit en dat hij moest leren nadenken met zijn hersens ipv met zijn lul.

    Vanaf toen bleef het hondje weer boven in mijn cabine want ik betrouwde GR zijn oordeelvermogen
    voor geen millimeter meer. En Maryline Monroe met haar expertise kreeg het beestje niet meer te zien,
    godweet hoe lang hadden die twee het diertje al rauw vlees gevoerd.

    Elke ochtend vroeg Capt R hoe het met het hondje ging, het diertje heette ondertussen Pinjoef.
    In mijn ellende flapte ik er alles uit. Over het rauw vlees en de vrouw van de 2de stuur en de chef kok,
    en hoelang kreeg het diertje al rauw vlees, en over de buikloop en dat ik vreesde voor haar leven.
    Hij had direct een oplossing : binnen twee dagen (of drie?) zouden we in Rotterdam zijn,
    daar zou bij aankomst een wagen op de kaai staan om mij met Pinjoef naar een dierenarts te brengen.
    - Maar kaptein, mijn werk …?
    - Niet aantrekken, zei hij. Wéér een engelbewaarder, iemand die mij uit de nood hielp! Merci Commandant!
    Waar heb ik zoveel geluk verdiend …

    Verdomme, ik zag het gezicht van maître AK al. ’k Bracht alvast Claire op de hoogte, want zij zou weer eens
    moeten inspringen voor mij, dubbele job voor haar. 

    In Rotterdam stond ik al op de kaai nog voor de taxi er was, Pinjoef in een badhanddoek gewikkeld onder mijn jas.
    Het was half april zegt mijn zeemansboek, maar danig koud want de wind heeft daar vrij spel, aan het water.
    Hoe het bezoek bij de dierenarts verliep weet ik niet meer, maar Pinjoef heeft het overleefd en is nog lange jaren
    gelukkig geweest met haar maatje Kreoon, de boerenfox bij Laura.

    08-11-2019 om 00:00 geschreven door maart


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.019b memorie 02

    het ‘Restaurant’ & het ‘Salon’

    Nu naar de mess. Bij de passagiers heette die ruimte het Restaurant. Die benaming was puur chichi.
    Het meubilair was uitgeleefd, de vloerbekleding was versleten, het geheel oogde afgemat. Puur tristesse.
    En in dat decor liep men dan met zijn allen een beetje precieus te doen.

    Aan de rechthoekige tafel zaten twee Braziliaanse koppels, taal was er geen probleem, we spraken Engels.
    Aan de andere rechthoekige tafel zaten de vier leden van de staff, dat was evenmin een probleem, NL/FR.
    Aan de ronde tafel zaten acht Duitstalige passagiers. En mijn Duits was zero, mijn Duits was van campinggehalte.
    Met die woordenschat kon ik onmogelijk service doen aan tafel. Daarom vroeg ik vóór elke service,
    met het oog op het menu van de dag, een aantal vertalingen aan chef AK,
    want de menu’s waren in het Frans opgesteld en ik wou kunnen antwoorden op de vragen van de Duitstalige passagiers.
    Zijn antwoord kwam telkens zuchtend of neerbuigend.
    "Oe? wettegadani?" Hoe? Weet gij dat niet?
    "Als ik het wist zou ik het niet vragen hé chef!"
    En dan produceerde hij nors een Duits woord, mompelend, zodat ik het amper verstond en drie keer
    wablieft moest vragen, waarop hij dan weer of ik geen oren aan mijn kop had.

    Hij had ook kunnen blij zijn dat ik een inspanning deed voor de service, dat ik de job au sérieux nam.

    Maar nee, meneer verkoos het andere pad, bazig doen ipv chef zijn.
    Nu ben ik opgegroeid met een bullebak in huis en was ik in '79 al lang niet meer zo mak of gedwee als ik er uit zag.
    Ik was gelaarsd en gespoord, zeg maar. Hoe of waar kon ik zo snel mogelijk Duits leren, zodat ik
    die sukkel niet meer nodig had. Geen literatuur-Duits, aan Goethe zou ik niks hebben wanneer het
    over spruiten of schorseneren ging. Werk-Duits had ik nodig, en liefst zo snel mogelijk. Maar waar?
    Op een gegeven moment wist ik het : de vrouw van de rechercheur! Een ingeving, van waar die kwam weet ik niet.
    Lag het aan mijn cabine waar ook Y ooit gewoond had? Waakte zij nog over mij? Een drupje bijgeloof is nooit weg …

    Aan de ronde Duitstalige tafel zat een man die in zijn beroepsleven een hoge piet bij de Duitse recherche geweest was.

    Zijn echtgenote was een dame van Aziatische afkomst. In de gesprekken aan de bar of aan tafel had ik haar al eens
    Java en Sumatra horen vermelden. Mogelijk was zij een Indonesische? Als zij van Indonesische afkomst was,
    en gezien haar leeftijd, had zij waarschijnlijk de koloniale periode meegemaakt. En daar lag mijn hoop op redding:
    mogelijk sprak die mevrouw Nederlands.

    Toen ik haar tegen kwam in de alleyway sprak ik haar aan en het gesprek ging ongeveer zo:
    - Mevrouw, mag ik u vragen, spreekt u Nederlands?
    - Ja natuurlijk, was haar gracieus antwoord.
    - Zou u voor mij een aantal zinnen in het Duits willen vertalen, zinnen die ik nodig heb voor het werk?
    Dat zou zij met plezier doen. Die dame straalde zo’n rust uit dat ik haar als chef gewild had.
    Iemand die iets ging oplossen voor mij! Iemand die mij onder haar vleugels nam!
    Ze was klein van gestalte, een elegant popje van seniorenleeftijd. 'k Wou dat ik kon boetseren.
    Veel later ben ik nog zo’n dame tegen gekomen, aan de wal in Singapore, maar dat is voor later.

    In de loop van de voormiddag bracht ik haar discreet de lijst met zinnetjes die ik nodig had om
    de ontbijtservice te kunnen doen. Het waren er veel meer geworden dan ik gedacht had.
    En ik voelde me een beetje schuldig, want ik had gezegd
    dat het maar een paar zinnetjes zouden zijn.
    Enkele uren later kreeg ik even discreet de Duitse vertaling van al die lijnen.
    Ja, als die vertaling er zo snel lag, dan moest ik ook een inspanning leveren.
    Ik offerde de heilige siësta op en blokte die zinnen, ik leerde ze uit het hoofd alsof het voor een examen was,
    want ik wou die mevrouw niet teleurstellen.
    's Anderendaags deed ik de ontbijtservice in het Duits. Zonder aarzelen, zonder haperen. Wel, bijna zonder haperen.
    Af en toe keek ik zijdelings naar haar en dan neeg ze zachtjes met het hoofd en sloot traag haar ogen als ja-teken.
    Zeer onopvallend. Een ruggesteun zonder betutteling.

    Zo ging het ook met de lijst zinnen die ik nodig had voor de middagservice en de lijst zinnen voor de avondservice.
    Na twee dagen kon ik de ronde tafel bedienen zonder dat ik die ouwe gluiperd nog nodig had. Wat een rust!
    Ik werkte eens zo graag want mijn engelbewaarder zat mee aan tafel!

    Alles samen waren het een 700 zinnetjes. Zij heeft nooit laten horen dat ze het teveel vond.
    Nu vraag ik mij ineens af, waar was Claire in heel dat het verhaal over Duits leren?
    Vond ze het niet belangrijk? Of was het voor haar oké dat ík in de frontlinie stond? 

    Het aperitief werd in de bar geserveerd. De bar bevond zich in de doorloopruimte tussen
    het Restaurant aan stuurboord en het Salon aan bakboord. Het Salon was een groot woord voor
    de gemeenschappelijke woonkamer, een zitkamer. Dat salon zag er even treurig uit als het Restaurant.
    'k Vond het een eigenaardige situatie want aan de bar waren maar vier barkrukken.
    Een aantal van de dames kon dus niet zitten. Daarbij komt dat barkrukken voor mensen op leeftijd
    niet het meest comfortabele zitje zijn. Het aperitief werd volgens mij beter in het Salon geserveerd,
    zodat alle passagiers konden zitten. Dat was een zeer stille bedenking want suggesties waren niet welkom bij AK.
    De bar bedienen deed chef AK zelf.
    Achter de doorloopruimte die de bar was, lag onze pantry. Elke avond was iemand van ons twee van dienst
    om ijsblokjes, citroenschijfjes en desgewenst ook appelsienschijfjes te brengen. Kaasblokjes, pindanootjes …

    De twee Braziliaanse koppels spraken mij soms aan, kwestie van een praatje te maken. Dat was niet naar de zin van
    chef AK, maar zelf sprak hij geen Engels, daardoor moest hij mij wel laten begaan.
    De Duitstalige mensen mengden zich ook in het gesprek en zij spraken blijkbaar meer Engels dan ik gedacht had.
    Waarom een jonge vrouw wou gaan varen? Of ik al veel landen gezien had? Of ik kinderen had? Dat soort vragen.
    Kermille, gvd … na verloop van tijd stond ik in de frontlinie en dat was niet aangenaam.
    Ik wou tussen de ijsblokjes van het aperitief en de avondservice die ging komen
    in de pantry mijn benen nog efkes rust gunnen, want die service duurde, met de afwas erbij, twee volle uren.
    Waar was Claire in heel dat gedoe aan de bar? Ik kan het mij niet herinneren. 

    08-11-2019 om 00:00 geschreven door maart


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.019a memorie 01

    LM was blij dat ik de herinneringen aan het eerste schip achter de rug heb, want mijn gedoe over Yvonne
    begon hem tegen te steken. Dan heeft hij wat vroeg gejuicht, want het derde schip was een schip
    waarover zij zeer vaak vertelde. In de douches recht over de cabines kleefde zelfs nog haar naam op een van de deuren.
    En ik meen te weten waarom. Als haar collega niet wekelijks haar douche schrobde en Yvonne wel,
    dan wou Yvonne een eigen douche. Simpel. Toen ik haar naam daar zag staan werd mijn hart warm en
    ik heb die klever laten hangen. 

    "Ge zet haar op een voetstuk" vindt LM. Natúúrlijk zette ik haar toen op een voetstuk!
    Zij was mijn enige bron van informatie over wat en hoe! Mijn enig houvast.
    En omdat haar kennis en kunde een stevig houvast was, een fundering,
    zet ik haar vandaag nog altijd op een voetstuk. Lastig manneke, die LM van mij.
    Goed, oké! Ik zal haar naam niet meer voluit schrijven! Vanaf nu is het Y.
    Niet veel namen beginnen met een Y, en gij-&-ik weten wie er bedoeld wordt hé.

    Ik wist dat er passagiers waren aan boord van dat schip, dank zij Y.
    Ik kende ongeveer de schikking van ons werkterrein, dank zij Y.
    Én ik wist wie de chef stewards zouden zijn, ofwel AK ofwel GB.
    Voor AK moet ge opletten, had ze gezegd, dat is een smeerlap eersteklas.
    GB is ne goeie, van die kunt ge veel leren. Als aanbeveling kan dat tellen, dus ik keek uit naar chef GB.
    'k Viel natuurlijk bij chef AK, dat soort malchance heb ik wel meer. Chef GB was met verlof.

    Het schip was een vergane glorie. Op de verdieping van de passagiers werd nog wel chic gedaan, chiqué eigenlijk,
    want het laagje vernis was zeer dun. In feite werd daar dag in dag uit toneel gespeeld.
    De passagiers waren welgesteld maar waarom zij genoegen namen met dít schip, heb ik nooit begrepen.

    Daarbij komt dat de bewoning nog op 110 volt stond. Dwz: géén stofzuigers aan boord.
    Begin maar, in een huishouding met 16 passagiers, 4 leden van de staff, 3 personeelsleden
    en nog wat loslopende passanten van andere verdiepingen. Dat alles op witte linoleumvloeren.
    Het poetswerk werd daardoor loodzwaar, door het ontbreken van stofzuigers vanwege die 110 volt.
    Dat alles went is larie. Mijn ruggegraat, mijn schouderbladen, mijn nek dachten er anders over.

    En dan nu de luchtiger dingen. Dat chef AK een krapuul was, was waar. Zo waar als een klontje.
    Hij deed stroperig tegenover de passagiers en de staff, nors tegenover het personeel.
    Dat is geen leiding geven, dat is baas spelen. Zo’n soort chef, als ge ziet wat ik bedoel.

    Y had me de accommodatie zo goed beschreven dat ik er mijn weg al kende nog voor ik aan boord was.
    Over de cabine van chef AK had ze verteld dat hij een ronde spiegel op zijn bureau had staan.
    Die spiegel diende om te kijken wie er achter hem aan zijn deur stond, want passagiers hebben altijd wel íéts nodig.
    Passagiers zijn voor mij de moeilijkste lading. Bauxiet, kolen, ijzererts, ik kon het allemaal baas,
    maar zet me niet op een schip met mensen die zich lopen te vervelen terwijl ik aan het werk ben.
    Chot, wat had ik graag beneden gestaan, bij de officieren. Werken voor mensen die werken, dát was mijn job!

    Goed, die spiegel dus. Y had me gewaarschuwd dat AK de spiegel op zijn slaapkamerdeur richtte
    terwijl men het bed opdekte. Het bed was een hoge beddebak waar men moest inklimmen
    om het werk iet of wat fatsoenlijk gedaan te krijgen. Op een dag zat hij aan zijn bureau
    terwijl ik het bed aan het opdekken was. Ineens kwam er van uit mijn achterhoofd, of van uit mijn ruggemerg
    een waarschuwing : AK + spiegel …

    Jawel, hij had zijn spiegel gedraaid en zat naar mijn achterwerk te gluren. Een achterwerk in een witte werkschort.
    Ik kreeg de slappe lach. Waar zat die sukkel nog op te hopen?
    Dat er onder zijn broeksriem nog iets zou gaan wriemelen eer hij met pensioen ging?
    Dat lachen heb ik achteraf moeten bekopen, maar het kwam vanzelf en het gaf me toch zoveel voldoening.
    En terwijl ik dit typ weer eens. ’k Zit hier weer te lachen met die zielepoot.

    Claire wist niks van dat gluren met de spiegel, zij deed de cabines aan stuurboord.
    Ze wist wel dat AK een klotige chef was. En als de koopvaardij dat nog niet wist dan zou ik daar wel eens voor zorgen
    via de tamtam op de vloer van de wervingszaal in Antwerpen, dé plek om weetjes & nieuwtjes door te geven.
    Dat kon ik rustig doen, want dat gluren was geen eenmalig gebeuren, dus géén inbeelding van mijn kant.
    Het vent zat ziek in mekaar. Hij kon me niet uitstaan en toch moest hij gluren?

    Nu naar de mess. Bij de passagiers heette die ruimte het Restaurant. Die benaming was puur chichi.
    Het meubilair was uitgeleefd, de vloerbekleding was versleten, het geheel oogde afgemat. Puur tristesse.
     

    08-11-2019 om 00:00 geschreven door maart


    >> Reageer (0)



    knop om mij te mailen.


    Archief per maand
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!