Het antropisch principe (2) (zie ook blog van 01-12-2009)
Stel je nu eens de volgende situatie voor. Er verschijnt een beroemde concertpianist op het podium van het het Concertgebouw. Hij zal een programma spelen van bijv. Chopin.. Men heeft echter op het podium een vleugel neergezet met een andere meer gelijkmatige indeling van de zwarte - en witte toetsen. Het is duidelijk dat onze virtuoos van dat ingestudeerde programma niets terechtbrengt. Hij zal lang moeten oefenen om met dat veranderde toetsenpatroon vertrouwd te raken. Hoe ons huidige ongelijkmatige toetsenpatroon tot stand gekomen is heeft te maken met de zgn. kwintencirkel. Natuurlijk gaat elke vergelijking niet helemaal op om het probleem , dat wij met ons voorstellingsvermogen hebben de huidige snelle ontwikkelingen van de techniek te volgen . Het kan wellicht enigszins het gevoel vertolken dat wij bij de de huidige stand van de techniek hebben en ervaren. Zo zijn we in het vorige artikel ( antropisch principe 1: zie blog d.d. 01-12-2009 ) de oneindige ruimte en tijd van het heelal in geschoten met behulp van de elektronische telescopen en tot 7500 lichtjaren toe op het eerste onbegrijpelijke zwarte gat gestoten. Nu, het gaat bij de hedendaagse theorieën allang niet meer om de alledaagse ervaring zoals ze door onze zintuigen en ons voorstellingsvermogen worden opgedaan en verwerkt. Het is nu materiaal dat verkregen wordt door zeer complexe instrumenten , waarin een heleboel zeer ingewikkelde theorieën verwerkt zijn. Gaston Bachelard karakteriseerde deze wetenschappelijke instrumenten dan ook "als gematerialiseerde theoreën". Onze zintuigen zijn daarbij als zeer onbetrouwbaren bronnen van kennis gebleken. Wij kunnen er echter alleen maar mee aflezen wat deze geavanceerde machines en meetinstrumenten ons bieden en die resultaten , die ons worden aangereikt, staan vaak haaks op de alledaagse ervaring van ons wereldbeeld . De volgende keer nemen we dan eens een duik in de onmetelijke diepten, die adembenemend zijn.
De klok loopt.......... De tijd vliegt. Daartussen in vergt het veel oefening om bij het meanderen op eigen tenen te gaan staan en niet op die van anderen !
Samen hoop ik met u daarbij de juiste cadans te vinden in
Zo, na het intermezzo van beeld en geluid , weer even terug naar 02-10-2009. Hier beschreef ik hoe wij door de spectaculaire techniek met name van onze vertrouwde percepties van ruimte en tijd van "de pot "worden gerukt. We kunnen met onze uiterst geavanceerde electronische apparatuur onvoorstelbaar ver in het heelal doordringen. Zo las ik laatst , dat men in Amerika al op 7500 lichtjaren afstand het eerste onbegrijpelijke zwarte gat heeft gelocaliseerd. Dit zijn gegevens waar wij met ons denken geen voorstelling meer van kunnen maken. Het tot nu toe gebruikelijke antropisch principe wordt daarmee niet langer van toepassing verklaard.: Dit principe luidt" In het heelal is/was voldaan aan de noodzakelijke nogal speciale voorwaarden voor ons bestaan, zodat wij nog als mens ( antropos ) binnen menselijke denkkaders daarvan kunnen denken, spreken en voorstellingen maken. Om niet in al te veel abstract verbaal brei(ij)werk terecht te komen , ga ik u de volgende keer aan de hand van een concreet alledaags voorbeeld dit antropisch principe hopelijk duidelijk maken.
Zoals u wellicht weet werd peter de Grote gebiologeerd door Amsterdam. De rondvaart op de Neva laat duidelijk overeenkomsten zien tussen de grachten van Amsterdam en het IJ.