Over filosofie en fotografie Afwisselende teksten over filosofie en fotografie en teksten met een knipoog.
10-11-2014
Einstein 2
De wonderen zijn nog lang de wereld niet uit
tijd en ruimte
(voor de liefhebbers)
Dr. Crommelin en Prof Eddington beschreven op het symposium van 6 november 1919 in het hoofdkwartier van de oude Londense Royal Society de resultaten van hun recentste onderzoek in de observatoria aan de de zuidkust van Brazilie en West-Afrika .Hier in de Royal Society werden de foto's besproken die ze daar in Brazilie en Afrika gemaakt hadden , omdat hier een totale zonsverduistering plaats vond, zodat zij de omringende sterren volledig konden zien en niet verblind werden door het felle zonlicht en daardoor de juistheid van Einsteins theorieen kon worden bewezen. Einstein was helemaal in z'n nopjes. Had hij al niet in 1915 voorspeld wat zijn foto's nu bewezen, dat lichchtstralen van veraf gelegen sterren werden omgebogen als ze de zon passeerden? Hij had zelfs al bepaald hoeveel het licht werd omgebogen en hoever de sterren leken te verschuiven. Hij deed dat door het zgn Doppler effect. U hebt dat zelf beslist al eens gehoord bij een passerende rijdende trein, auto etc. Het effect is genoemd naar de Oostenrijkse natuurkundige Crhristian Doppler , die in 1842 dit verschijnsel voor zowel licht- als geluidsgolven beschreef.
Bij geluid hoort u als het voortuig u passeert een hoge toon maar als het voortuig voorbij is hoort u al heel snel dat de toon al heel laag is en daarna is alles voorbij. Nu datzelfde effect kunt u niet horen maar wel zien in het lichtspectrum, maar niet met het blote oog maar door grote astronomische telescopen.
Het licht , als dat door een kristal of door de atmosfeer wordt gebroken kunt u nl. het zgnlichtlspectrum zien . In de natuur is dat de regenboog die ( rood, oranje geel,groen blauw indigo en violet) laat zien . Maar de zgn. roodverschuiving in het licht spectrum kan alleen d.m.v. o.a. astronomische telescopen worden gezien om de snelheid ,waarmee de sterrenstelsels zich van ons afbewegen in het heelal. Dat kunt u niet zien bij dat kristal en de regenboog. Aan de hand van de rood verschuiving bewees hij dat het heelal uit dijt : het zgn uitdijend heelal. Hiermee bracht Einstein met zijn relativiteits theorie de gevestigde denkbeelden aan het wankelen. Tijd en ruimte waren relatief met elkaar verbonden ( de zgn tijdruimte ) en bestonden niet opzichzelf (absoluut) zoals bij Newton. En dan te bedenken dat die wetten van Newton ,al honderden jaren als juist werden beschouwd en nog werkten ook.!!!
U begrijpt dat dit alles als een bom inviel bij de diccussie in de Royal Society. Deze duurde nog uren lang en de gemoederen liepen hoog op. Einsteins theorieen waren zeer moeilijk te begrijpen mede doordat hij een zeer speciale en ingewikkelde wiskunde hanteerde en heel wat vooraanstaande geleerden weigerden ze te aanvaarden, zelfs een zeer gerenomeerde geleerde , Sir Oliver Lodge, verliet woedend uit protest de zaal. Maar toch waren de meesten diep onder de indruk. De voorzitter noemde de relativiteitstheorie zelfs "een van de hoogtepunten van de menselijke geest"
Maar geleidelijk raakte Einsteins theorie in veel bredere kringen bekend Ze leidde tot verbazingwekkende ontdekkingen in de ruimte , zoals zwartegaten ,die wellicht de meest mysterieuze en absurde objecten in ons Heelal zijn. Albert Einstein geloofde zelf niet dat zwarte gaten daadwerkelijk voorkomen in de natuur, hij dacht dat ze slechts hypothetische wiskundige objecten waren. Tegenwoordig is echter zeker dat zwarte gaten bestaan. Het grootste zwarte gat dat we tot nu toe kennen is zelfs meer dan 18 miljard keer zo zwaar als de zon.
Men ging nu ook vragen stellen of het heelal een begin heeft en of buiten de grenzen van de ruimte er nog iets bestaat .
Einstein zei zelf eens "Soms vraag ik me af waarom ik precies de relativiteitetheorie heb ontwikkeld. De reden is ,denk ik, dat een normale volwassene ophoudt over problemen van ruimte en tijd na te denken. Dat zijn dingen waar je als kind vragen over stelt. Maar ik was al volwassen , toen ik me voor ruimte en tijd begon te interesseren . Natuurlijk kon ik me veel meer in het probleem verdiepen. dan een kind."!
Hoe zag de natuurkundige wereld er nu voor Einsteins relativiteitstheorie uit.? Daar gaan we de volgende keer een kijkje nemen met een ander groot genie ( Newton).