Over filosofie en fotografie Afwisselende teksten over filosofie en fotografie en teksten met een knipoog.
31-05-2015
Een Godsgeschenk ( deel 14 )
Geef hem de ruimte
Ik kwam een redevoering tegen, gehouden door de Nederlandse filosoof Prof.Dr. G.J.P. J Bolland , hoogleraar aan de Universiteit te Leiden.,gehouden in het jaar 1915.,dus nu precies 100 jaar geleden. Leuk is dat alleen de taal in zo"n korte tijd veranderd is maar de inhoud niet. Ik laat u daarvan enkele passages uit deze redevoering zien :
De titel luidt: NATUURKUNDE EN NATUURBEGRIP
",Een geschiedkundig overzicht," zoo lees ik bij den Duitschen natuurkundige prof.dr. E.Lechner op blz. 6 in een geschrift van 1912 over " Natuurkundige Wereldbeelden", "van al hetgeen te zijner tijd als van zelf sprekend heeft gegolden en thans door ons terecht wordt afgewezen,, zoude boekdelen vallen. Want het ware wel ,jammer, ,maar natuurlijkerwijze , de geschiedenis van elke wetenschap.Want ook de wetenschap,zegt hij, deze reuzenbalans van het bestaande, is waarheid en verdichtsel ( zie blz. 4 ) Hoe verder de weteschap naar de diepste en eerste bronnen harer kundigheden terug gaat , des te onzekerder wordt alles" (blz. 67 ) "Niets kenmerkt meer onze onwetendheid dan de voortdurende wisseling in de opvatting juist van de fundamenteelste begrippen"( blz. 87 ) "Een onzer eerste natuurkundige , de FranschmanH.Poincare,zegt : men wordt letterlijk angstig van al de hypotheses ... de nieuwste mechanica ,rust nog op zeer wankelbaren grondslag "Van het juiste inzicht omtrent elkanders theorieen zijn tegenwoordig allereerst de
natuurkundigen zelf niet zeker; zoo zegt van de jongste betrekkelijkhiedstheorie de Gottinger natuurkundige Wiechert : : Het kan wel zijn , dat ik met mijne formulering van dit beginsel van A. Eijnstein en diens volgelingen niet juist heb weergegeven : de meeste lezers vatten de zaak zo op "(blz. blz 7) Hij had ook kunnen zeggen , dat de natuurkundige verklaring zoo als beeld is begrepen,als konde dit de zin onthullen van de Natuur.
Einde van mijn citaten, de lezing gaat nog met 38 blz voort.
Het is boeiend uit deze rede te lezen hoe nu de klap te verwerken die de wetenschap te verduren kreeg. Prof. Bolland tracht op een pijnlijke plek de vinger te leggen , die zich langzaam maar zeker langs een paradigmatische schuiving voltrok. Er was al een begin van een veenbrand in de 16de eeuw ontstaan onder invloed van Nicolaas Copernicus ,Tycho Brahe Johannnas Keppler, Galileo Galilei en Isaac Newton. Hun voorkeur voor empirische waarnemingen boven religieuze door brak in een tijd loop van enkele eeuwen het eerdere op autoriteit berustende Aristotliaanse wereldbeeld. Men spreekt sedertdien van het Newtoniaanse wereldbeeld.
NEWTON
Ik kan binnen het kader van dit essay niet uitvoerig in gaan op deze geniale natuurkundige. Voor mij is en was hij in zijn tijd een eerste Einstein, ware het niet ,dat hij over de huidige vruchten van de moderne technische wetenschappen had beschikt.
Het geniale werk ,dat hij in 1675 schreef de (Principia Mathematica, ) , behandelt op een matematische ,logische wijze zijn concepten, die 2 eeuwen hebben gewerkt. Newton was een grote geniale Natuurkundige , die deze wetten in 1687 in zijn hoofdwerk : "De Principia Mathematica" heeft gepublceerd.In dit geniale werk heeft hij op een bewonderingswaardige wijze al zijn geniale concepties op een mathematische en logische wijze geformuleerd. Uiteraard zou het te ver voeren om hier binnen het kader van dit essay op de verschillende wetenschappelijke disciplines in te gaan. Voor mij is het altijd een onbegrijpelijk fenomeen dat de comcepten van zo'n geniaal brein in een tijdsverloop van 2000 jaar gewerkt hebben. Maar hopelijk herinnert u zich nog dat ik in het verleden de paradigma- theorie heb behandeld Van Thomas Kuhn ( 1922 ) . In 1962 brengt hij het idee naar voren dat de wetenschappen niet geleidelijk evolueren maar door paradigma wisselingen sprongsgewijze veranderen. Er ontstaat dan een revolutie dat bepaalde problemen niet meer binnen het bestaande werk - en denkkader werken. Dat heeft dan tot gevolg dat hierbij een grote ontreddering plaats vindt, zo'n verschuiving wordt dan doorgaans afgedwongen omdat zich in de werkelijkheid verschijnselen voordoen, die niet langer uit het oude paradigma kunnen worden verklaard .Er ontstaat dan een revolutie binnen de wetenschap. Dat heeft nogal wat te weeggebracht , want aan het eind van de 19de eeuw dachten de wetenschappers ,dat de natuur geen geheimen meer had . De natuur had in een tijdsbestek van circa 2000 jaar voor hen een vaste plek gevonden . ( Newtoniaanse Wereldbeeld ). Door o.a. de gravitatie- wet van Newton werden wij door de zwaartekracht keurig en netjes op onze aardbol gezet. Maar, ja u kunt zich voorstellen, dat na zo'n wordingsgang van 2 eeuwen er iemand in een tijdsbestek van 20 jaar ongelooflijke ideeen had ontwikkeld , die in 1904 werden gepubliceerd en dit jaar tot een Annus Mirabilis maakte.U raadt het al:
ALBERT EINSTEiN
Met zijn speciale relativiteitstheorie (1905 ) en de algemene relativiteits theorie(1915 ), dus precies het jaar waarin Prof. Bolland zijn rede uitsprak, gooide hij een harde knuppel in het wetenschappelijk hoenderhok. De hoenders vlogen alle kanten op. Geen vaste plaats en tijd , maar een gekromde vervormde ruimte tijd. In het Annus Mirabilis schreef hij in 3 kwart jaar 4 artikelen,waar hij in het laatste artikel tot de wereldschokkende eindconclusie kwam , gestold in de wereldberoemde prachtige formule e = mc kwadraat. De massa van een object hangt af van zijn impuls (snelheid ) en niet van de zwaartekracht. DIE BESTAAT NIET!!!! De wetenschappelijke tijdgenoten zetten al hun denkkracht in om dit opzienbarende resultaat te deconstrueren . Dat bracht hemzelf ook aan het twijfelen en probeerde hij met een geforceerd gedachte experiment wat rust in het hoender hok te brengen , de zogenoemde Kosmologische Konstante, waarvan hij later zei, dat dit de grootste blunder was van zijn leven!!!!!
In het Newtoniaanse tijdperk wist men bijna alles hoe de zwaartekracht zich gedraagt, maar waar hij vandaan kwam wist men niet.Einstein was al sinds zijn vroege jeugd geplaagd door de vraag waar komt licht vandaan en wat is de snelheid ervan De theorie van de oerknal ( ook wel de Big-Bang genoemd) was voor hem geen optie.Wel had hij na enige tijd de snelheid van het licht op de laatste seconde berekend, dat deze 300.000 km per seconde droeg, en dat die snelheid constantmoest zijn., sneller kon niet. Nu gaan we even grof door de formule E = Mc kwadraat heen. E=energie (snelheid ) = Massa( gewicht)x c kwadraat . = 100.000 km per sekonde in het kwadraat)Omdat de aarde een planet is met een zeer grote massa ( gewicht) vertelt ons het = tekentje in de formule dat het gewicht vande de aarde gigantisch onvoorstelbaar groot is. Nu even concreet terug naar de aarde. Bij het opstijgen in het vliegtuig moeten de riemen vast . U wordt dan stevig in de rugleuning terug gedrukt. Daarom verplichte gordels om als u met de auto gaat rijden. Hopelijk begrijpt u wel ,dat ik hier de zaak eenvoudig heb voorgesteld, want er spelen hierbij nog andere wetten een rol.
Wat Augustinus (354 -430 ) op de vraag" Wat is nu eigenlijk tijd", antwoordde: "Zolang je het me maar niet vraagt,dan wet ik het wel , maar vraag je me het antwoord, dan weet ik het niet meer" Hij voegde daar nog wel aan toe, dat wanneer we deze vraag aan God zouden stellen, wat Hij aan het doen was voordat hij de tijd schiep, het spottende antwoord zou hebben gegeven: "Het scheppen van de hel voor mensen, die vragen stellen, die ver boven hun pet gaan!!!"
Voor deruimte , waar we het in een vevolg essay gaan hebben , zou ook het antwoord kunnen geldenvan G.Reeve , toen hem gevraagd werd of God bestond: " Die vraag is te mooi om die met een antwoord te bederven.!!!!"