Over filosofie en fotografie Afwisselende teksten over filosofie en fotografie en teksten met een knipoog.
27-08-2013
Kierkegaard ( 1813 - 1855 ) deel 5
We klimmen weer verder hoger op naar een volgende steen des aanstoots. De eerste steen heeft ons een pijnlijke blauwe plek bezorgd, dat hebben we gemerkt. De tweede steen komt nu . Hij is er neergelegd door Friedrich Nietzsche en draagt het opschrift : Die frohliche Wissenschaft .Fr. Nietzsche 1882 Nietzsche was een Wanderfilosoof. Om zijn migraine aanvallen te bevechten trok hij in Zwitserland de hoge bergen in voor de zuivere lucht. Op deze vele trektochten had hij altijd zijn notitieblok bij zich om zijn filosofische invallen en ideeen vast te leggen. Uit dit rijke en omvangrijke boek citeer ik een uitspraak, die bij hem karakteristiek is voor de identiteit. Ons karakter is minstens voor een deel voorgeschreven. Ieder mens heeft nl. een eigen karakter(identiteit),dat/die hij niet zelf geconstitueerd heeft en voor een gedeelte de richting van het willen en verlangen bepaalt
Hij spreekt hier dus over een gedeelte. Mijn vraag en probleem is nu: "Welk gedeelte , en hoe groot is en waar zit dat gedeelte in vergelijking met het andere gedeelte??" Hier speelt in de onderliggende laag van ons bestaan en leefwereld in hoeverre wij zelf nog kunnen kiezen en zelf voor de genomen keuze verantwoordelijk zijn. Dit is het grote ethische probleem, dat ook nu steeds weer draait om het begrip Zelf en om dat Zelf met de ons gegeven taal te grijpen en te begrijpen. Dat Zelf is niet aanspreekbaar te maken. Ik geef hier ter "verduidelijking" een voorbeeld van: Wanneer je Zelf thuis bent en je belt je thuis je Zelf op dan krijg je alleen maar een bezet toon te horen. Wanneer je onderweg bent en je belt je Zelf op en er niemand thuis is , dan wordt de telefoon niet opgenomen. Is er wel iemand thuis , dan neemt die "iemand" op, maar nooit je Zelf , want die "iemand" zegt: "helaas, die is er op dit moment niet. En helaas dat moment dat je Zelf komt, komt nooit, je bent namelijk door "iemand" anders opgebeld. Ben je wel thuis dan neem je de telefoon op en noem je je naam , maar "what is in a name?" Je naam verwijst alleen maar naar een naam en niet naar je Zelf!! Je naam werd je gegeven en berust op toeval , familierelaties,schoonheid,klank en zo meer, maar je Zelf : Wie heeft je dat gegeven of van wie heb je dat gekregen??. Daar moet je maar niet een, twee drie God of het (nood)lot bij halen , vooral niet als dat Zelf vreeslijke geestelijke of lichamelijke gebreken heeft. Zolang je lichaam, geest in gezonde harmonie zijn met je Zelf dan heb je aan deze steen geen centje pijn opgelopen , maar oh wee, als bij de geboorte wee of later op je levensweg dat niet meer het geval is hoe dan verder??????!!!!!
Het is nu de verdienste van Kierkegaard, dat hij dit uiterst complexe probleem in zijn ethische fase een nieuwe diepgang heeft gegeven. Of het hem in die diepgang tenslotte lukt om uit dit dilemma te komen, zullen we een stukje hoger op ons pad eens moeten bezien. Het is dus weer even klimmen geblazen.