Over filosofie en fotografie Afwisselende teksten over filosofie en fotografie en teksten met een knipoog.
03-09-2013
Kierkegaard ( 1813 - 1855 ) deel 6
Voordat we onze klim voortzetten blijven we op deze plaats nog even stilstaan bij weer een "Denkzettel" van Kierkegaard. Deze is afkomstig uit zijn werk : De ziekte tot de dood (blz 50). Het is een filosofische gedachte in de vorm van een anekdote: Een boer was blootsvoets naar de hoofdstad gekomen en had daar zoveel schellingen weten te verwerven, dat hij genoeg had voor zichzelf een paar kousen en schoenen te kopen en daarbij nog zoveel schellingen overhield , dat hij zich vol met drank kon laten lopen. Toen hij stomdronken weer op huis wilde gaan bleef hij midden op de landweg liggen en viel daar in slaap. Even later komt er een wagen aanrijden en de koetsier roept hem toe , dat hij moet maken dat hij weg- komt , anders zal hij hem over zijn benen rijden. De ladderzatte boer wordt door dat geroep wakker, kijkt naar zijn benen en omdat hij die vanwege de nieuwe kousen en schoenen niet herkent roept hij: "Rij maar door hoor, want dat zijn mijn benen niet!"
DeMoraal van dit anekdotische verhaal:
Net als de boer zijn wij allemaal zo verkokerd vastgeroest aan onze eigen denk-beelden, meningen en opvattingen, dat onze blikwijdte en denkwijze versmald en verENGd zijn tot een koker of tunnel. Wij erkennen , herkennen,en zien net als de boer, vanwege de nieuwe kousen en schoenen onze eigen vertrouwde benen niet meer. Het zijn voor ons "Fremdkoerperteile" geworden. Alleen onze eigen benen (dus zienswijze en manier van denken ) zijn van belang , tellen en doen er nog aan toe.!! Alleen dat kan gelden wat we op onze eigen vingers(benen) na kunnen tellen. Bij een discussie worden wij( ik tenminste wel)vaak moeilijk overtuigd door de mening van anderen en kan het soms nog wel even duren voordat ons vooroordeel door de ander(en) uit de koker of tunnel wordt gehaald en tot een juist oordeel wordt ontnuchterd en ontmaskerd. Wij bouwen tijdens ons leven een beeld van ons ZELF op dat vaak niet dieper gaat dan de kleding die we ons zelf aan meten en die kleding is niets anders dan een maskerade , die ons bij ons ZELF vandaan houdt. Het is eigenlijk niets meer dan een mentale bouwfraude. Wij kleden ons uit voorzorg warmpjes aan, want voor het geval , dat in een gesprek de ander langzaam het raam naar buiten open zet, zitten we met ons ZELF lelijk op de tocht!! Elkaar open en bloot aanspreken,ja ,ja: je ZELF dus bloot geven: daar moet je echt wel even voor gaan zitten: OPEN en BLOOT. Hans Christiaan Andersen, de fantastische sprookjes verteller uit het schilderachtige Deense plaatsje Odense op het prachtige eiland Funen ,heeft ook op een geniale wijze in het sprookje : De nieuwe kleren van de Keizer( 1837) aan dit sluwe fenomeen en proces een onvergetelijke literaire beschrijving gegeven. Echt een juweeltje. Wellicht heeft Kierkegaard, die Andersen persoonlijk kende en praktisch al zijn sprookjes had gelezen , zich door zijn landgenoot hierdoor laten inspireren. In ieder geval hebben Kierkegaard en Andersen mij geleerd , dat er ook sprookjes bestaan waarin je kunt geloven.