Over filosofie en fotografie Afwisselende teksten over filosofie en fotografie en teksten met een knipoog.
27-04-2010
Wat we ons zoal niet in(ver)beelden !!
Nietzsche beschouwde de taal als één lange bloemrijke corso van metaforen.(vormen van beeldspraak). Wij spreken graag in beelden, in de hoop dat onze bedoelingen duidelijk worden. Peter Sloterdijk is daar wel een grootmeester in. Zijn taalgebruik is een vorm van geniale woordacrobatiek. Hij haalt vaak de mooiste en ingewikkeldste taalstunten uit. Zweeft daarin boven de grond ( werkelijkheid) en je wacht dan met spanning af of hij niet naar beneden zal donderen. Een boeiend en spannend schouwspel. Het volgende mag daarvan een illustratie zijn. In zijn "Weltfremdheit"(1993) verhaalt hij ons van het ingrijpende gebeuren van het wonder van de geboorte. Mensen, zo zegt hij, verlaten eigenlijk nooit de baarmoeder. Node verlaten ze de paradijselijke plek van de geborgen , warme moederschoot. Hun gehele aardse leven blijven ze echter terugverlangen naar deze toestand van de utererus en zoeken ze naar baarmoedersubstituten. Ook verschillen zij van alle andere primaten hierin, dat ze eigenlijk een jaar te vroeg geboren worden, hetgeen hun spijtoptante gevoelens verhevigt. Gedurende dat eerste jaar is het de moeder , die als eerste de rol van zo'n baarmoedersubstituut vervult, die hij dan met een typisch sloterdijkse term een exo-uterus noemt. Wanneer de mens langzamerhand op eigen benen leert staan , creëert hij voor zichzelf allerlei binnenwerelden (sferen), waarbinnen hij zich min of meer veilig voelt. Hij is een sferen-bouwend en sferen-bewonend wezen. Het huis is zo'n sfeer, maar ook een familie, een stad of dorp, een land , kerk en religie beschouwt Sloterdijk als uteromimetische fenomenen ( weer zo'n typische sloterdijkse term, in gewone taal : baarmoeder-nabootsende verschijnselen ) Gevangen in zijn eigen ver( in)-beelding komt Sloterdijk dan tot de m.i twijfelachtige conclusie , dat de mens het verwende dier is, dat slechts in kunstmatige luxe - toestanden kan leven en in de vrije natuur geen schijn van kans zou hebben. Die conclusie bestrijd ik graag een volgende keer en u raadt het misschien al : weer met metaforen.!!