Als ik wil rond geraken met mijn alfabet voor het einde van het jaar dan zal ik er af en toe twee moeten samen nemen zeker met een moeilijke erbij als de :
Zoals in Quarantaine, Om volledig tot jezelf te komen.
en de
van Rust,
die weldadig en regelmatig over te krappe uren en de uit de voegen gebarsten dagen golft.
Onlangs was ik koffie aan het drinken met een kennis een 63-jarige vrouw die op een streng dieet zat. Ze vertelde me dat het nodig was om 10 kilo te verliezen voordat ze zich weer echt vrouw zou voelen. Ze verbood zichzelf om nieuwe kleren te kopen tot ze een paar maten was afgevallen. Ze hield erg van mode en dit was een manier om zichzelf te straffen voor het niet kunnen weerstaan van lekker eten. "Nee, nee, "protesteerde ik. "Je ziet er geweldig uit! Je hoeft helemaal niets te veranderen."
Ze gaf me een lege glimlach. "Dat is lief van je maar .... Ze hield niet meer van zichzelf. Ze hield niet van haar armen. Ze waren te slap, dacht ze. Haar benen waren te kort. En dan, natuurlijk, waren daar haar rimpels. Het lijkt een race tegen de klok om alle tekenen die bewijzen dat ze geen 30 jaar meer is te bestrijden.
Opeens voelde ik me ongemakkelijk, smaakte mijn thee minder heerlijk en wenste ik dat ik niet ingegaan was op haar uitnodiging.
Ik begon me af te vragen of diezelfde onzekerheden ook voor mezelf gelden want ik ben zelfs nog wat ouder? Zijn mijn benen ook niet te kort? Is mijn haar niet te fijn en zouden mijn kleren er beter uitzien als ik gewoon een paar kilootjes zou verliezen?
Ik heb me altijd voorgenomen dat ik mij - nu ik wat ouder ben - niet meer zo druk zou maken over die bijkomstigheden en over dit soort onzekerheden zou heen groeien. Ik heb nu kinderen en kleinkinderen daar kan ik beter mee bezig zijn. Maar terwijl ik luisterde naar mijn 63-jarige kennis, realiseerde ik me dat een zekere onzekerheid over je lichaam niet zomaar verdwijnt.
Op dat moment besloot ik een aantal fundamentele doelen voor mezelf te stellen die me staat stellen om mij goed te voelen ook nu ik 68 ben.
Hier zijn ze: - Ik wil in staat zijn om te lachen om mezelf voordat het moment komt dat ik kritiek op mezelf ga krijgen. - Ik wil de situatie grappig vinden in plaats van vernederend. - Ik wil de situatie grappig vinden in plaats van een mislukking en een teleurstelling.
- Ik wil in staat zijn om mijn lichaam te waarderen voor wat het nog doet, niet hoe het eruit ziet. We verspillen zoveel tijd door geobsedeerd te zijn over het uiterlijk, terwijl daaronder alles precies nog relatief goed functioneert.. Dat is wat we moeten we vieren en waar we moeten op gericht zijn.
- Ik wil me nog sexy voelen zonder steeds in de spiegel te kijken want ik denk dat sexy teveel wordt geassocieerd met een gladde jonge huid en push-up bh's.
- Ik wil eten zonder schuldgevoel. Eten is een van de beste dingen in het leven. Maar al te vaak leren we om er bang voor te zijn, om er tegen aan te kijken alsof het om een dodelijk gevecht gaat. Op een zekere leeftijd voelen sommige omas zich nog steeds schuldig over een heerlijke dessert. Dat wil ik niet.
- Ik wil me bezig houden met andere dingen in plaats van met de obsessie voor eten en afvallen. Schoonheid is belangrijk, maar dat zijn een heleboel andere dingen ook en veel van die andere dingen maken je veel gelukkiger. - Ik wil terug kunnen kijken en mijn hoofd schudden over de jonge vrouw die ik was, over hoezeer zij soms bezig was met allerlei onzin. Natuurlijk leef ik in een wereld die vooral om jonge vrouwen draait, maar ik wil hier ook een veilige plek vinden waar ik mij comfortabel voel.
Dit is niet zoveel gevraagd, toch? - Ik wil me blijven goed voelen hoe lang ik ook leef.
Maar hier komt de aap uit de mouw het is niet zo gemakkelijk als ik het hier neerpen. Misschien moet ik mijn jongere zelf uitschelden over het feit dat ze niet in de gaten had dat haar huid zo heerlijk glad was in haar jeugd en dat haar borsten nog niet hingen en dat dit nu niet meer zo vanzelfsprekend is... Misschien heb ik dat te weinig gewaardeerd tot ik die " uiterlijkheid" begon te verliezen? Maar toch voel ik me bevoordeeld dat ik nog redelijk gezond ben ook al tekent iedere glimlach of verdriet een nieuwe groef op mijn gezicht.
Dit is dus de valkuil. Je bent ertoe veroordeeld om handenwringend jezelf door elke levensfase heen te worstelen. Je bent er toe veroordeeld om veel crèmes, magische beha's en tijdschriften te kopen met 345 eenvoudige stappen om de perfecte kont te krijgen. Tenzij . Ja, tenzij je er gewoon mee ophoudt en leeft Hoe heerlijk klinkt dat woord als ik het hier neerpen, LEVEN! nog te MOGEN leven! Ik denk dat ik niet al te vaak met die dame ga koffie drinken want ik weet beter. Mijn prioriteiten liggen elders. Ik ben nog steeds mezelf al is de verpakking al wat verouderd en al ben ik misschien de aartsvijand van mijn komende rimpels, van dat kilootje meer, van die borsten die de zwaartekracht beginnen te voelen, ik zal ze blijven bevechten totdat we uiteindelijk samen naar de overkant gaan... waar niets van dat alles nog belang heeft!
Eerst dacht ik dat het mooie UFO s waren maar het bleken vliegenzwammen te zijn, voor mij eerder stoelen voor de kaboutertjes al zien ze het op andere plaatsen blijkbaar anders!
Het gaat nu echter stilaan snel zeker na de wind van gisteren
Maar dat is geen probleem, erger zijn de bladeren van de bomen in de straat die zich opstapelen op de oprit en tegen de voordeur aanleunen! De gemeente plaatste juist opvangbakken terwijl ik de bladeren van de oprit en voortuin aan het bijeenvegen was. Dat is de oogst van mijn gezwoeg en zeggen dat die bakken dienen om een de bladeren van een halve straat te verzamelen!! Gelukkig was ik er snel bij!
Nog geen twee minuten na het opruimen, begon de ellende opnieuw! En dat blijft zo tot alle bomen kaal staan! Het vervelende is dat al die bladeren binnen waaien als de deur opengaat!
Wanneer in nu terugdenk aan onze bijeenkomst in "onze kostschool" en zie hoe die kakelende, grijze oma's - de één wat hipper dan de andere - wel de uniformtijd achter zich gelaten hebben maar nog niet het druk zijn en het gelach, dan betrap ik me erop dat ik wellicht van heel de groep wel de grootste ommekeer gemaakt heb na die jaren van " opsluiting". Op enkelen na kozen we na de 6 jaar humaniora massaal voor het onderwijs, ja onze klas was een klas van leiders met enorm veel energie, potentieel en ondernemingsgeest...Die paar enkelingen die een andere weg insloegen, hebben het beroepshalve prima gedaan sommigen zelfs met een topfunctie en de onderwijsmensen hebben ieder op hun manier zeker hun steentje bijgedragen...Maar er was er maar ééntje dat zo'n ingrijpende keuze gemaakt heeft zo'n 45j geleden gemaakt nl deze oma. En wat een revolutie heeft dat toen veroorzaakt! Ik koos voor mijn liefste en het avontuur niettegenstaande mijn diploma en vast werk en liet alles en iedereen achter om de sprong in het onbekende te wagen en met T mee te gaan naar het buitenland. De onmacht van ons pa - die tot dan de touwtjes stevig in handen had - moet erg geweest zijn. Eén van zijn dochters negeerde zijn wil en besloot haar eigen weg te gaan wat in die tijd niet zomaar vanzelfsprekend was. Emotioneel werd ik thuis serieus onder druk gezet, kiezen voor een leven tussen "die wilden" zoals ons pa het toen verwoordde in een land dat ik niet kende, een taal die ik niet kende, geen rekening houden met de inspanning die mijn ouders gedaan hadden om me te laten studeren ( wat toen nog niet zo vanzelfsprekend was).. een goed betaalde job die ik zo graag deed opgeven, mijn jeugdbeweging waar ik de draaischijf van was.. dat allemaal liet ik achter voor een man....En ik die tijdens mijn 6 jaren internaat gezworen had dat nooit meer iemand mijn leven nog zou bepalen! Maar T was niet zomaar iemand, hij was mijn liefste, mijn soulmate de man waar ik mee verder wilde...Die zes jaar internaat hadden me sterk gemaakt en ik wist vanaf het moment dat ik gekozen had dat we samen zouden bewijzen dat we de juiste keuze gemaakt hadden.. . Wellicht heeft die gedachte mij recht gehouden in momenten dat het daar in die ontwikkelingslanden niet altijd van een leien dakje verliep! Misschien is het daardoor dat de band met de klasgenoten iets anders geworden is dan vroeger...Het braaf, katholiek burgerlijke van de meesten loopt niet meer samen met mijn levensvisie ..Nochtans kletsten we nog steeds als "overjaarse pubers" over die tijd van toen..over de band die er dan was, de gemeenschappelijke herinneringen en dan vraag ik me af ..waar heb ik een andere weg ingeslagen? En toch koester ik die zes jaren samen met al die anderen daar tussen die muren van beklemming en vrijheidsberoving want wellicht werd daar het zaadje geplant voor mijn verder keuze....Mijn gevoelige "ik" heeft zich daar leren harden tegen machtsmisbruik, eenzaamheid het gevoel van opgesloten te zitten . Sommigen ondergingen het noodgedwongen want toen was gezag nog wet, maar ik had geen zin om als een grijze mus de wereld ingesmeten te worden na die 6 jaar en had intussen geleerd dat het gezegde van ons ma " kloosters zijn roosters" veel waarheid bevatte. Gelukkig bood het leven me met T een kans om de routine van huisje , kindje, tuintje even te doorbreken vooraleer dat wel aan de orde kwam. Misschien daardoor dat ik - toen ik daar terug rondliep- het gevoel had van "hoe slaagden ze er in om ons 6j lang zo tussen die strenge lijnen te laten lopen"? Ik herinner me maar 1 geval van een leerlinge die weggelopen was ... Ik weet niet meer hoe dat afgelopen is want alles werd heel erg voor ons geheim gehouden!
Terwijl ik hier een paar dagen intens met dat " verleden" bezig was , heb ik ook iets anders ontdekt! Wat ik misschien altijd als vanzelfsprekend beschouwd heb, is niet zo evident als je het plaatst in de tijd van toen. Mijn ouders waren heel gewone mensen die woonden op " den buiten", mijn pa was bediende mijn ma kapster. Het was vooral mijn pa die erop stond dat zijn dochters studeerden en slechte punten waren geen optie. Zij moesten er beiden hard voor werken, wij dus ook. Toen had ik het niet zo begrepen, want omdat mijn resultaten goed waren ,vond ik het maar evident dat ik mocht verder studeren. Maar zo evident was het niet en dat besef ik zoveel jaren later maar al te goed. Mijn pa is te vroeg gestorven om hem te bedanken voor die kans! Mijn ma heb ik er wel kunnen over aanspreken! Het is dank zij hen beiden en misschien zelfs iets meer door ons pa dat ik in het strakke systeem van de school de basis meegekregen heb waardoor mijn latere keuze gemakkelijker werd. Bedankt ma, pa al komt dat hopeloos te laat!
Tsja... het was eigenlijk maar een gewone, dolgezellige reünie hoor. Neen, niet zo eentje waar je "'t Zwien deur de bjèten joagde" maar toch was het genieten. Waarom ik hier dan weer zo filosofisch over doe??? Als jij het niet begrijpt, troost, ik ook niet,
Daar stonden we dan terug voor de poort van ons " gevang" na 50 j . De zware, logge poort is vervangen door een nieuwe, stevige poort en de bel die klonk nog even schel en doordringend! De nieuwe naam van de school viel ons direct op, nl De Bron.
Ingangspoort
50 j geleden.. Eenmaal binnen wachtte ons een koude ,onpersoonlijke hal.
Nu.. werden we ontvangen in een heel warme uitnodigende hal.
Schoolgangen Vroeger, strak, koud en onpersoonlijk.. Nu oogde alles veel minder streng.
Opmerkelijk was de centrale prestigieuze trapzaal met brede natuurstenen. Die trapzaal bestaat nog steeds. Dit is de beruchte trap waar ik via de trapleuning naar beneden gleed bijna recht in de armen van moeder Godelieve alias de chef.
Zo ziet die er nu uit en hebben jullie een zicht op het aantal trappen die ik als straf 5 keer heb mogen op -en afgaan .. Je zou voor minder een toontje lager zingen...
Ernstige inbreuken op het reglement werden in één van de spreekkamers besproken. Het deugde niet als je daar een afspraak had! Ze zien er nu minder streng uit
Binnen in de spreekkamers hangen nog de foto's van de stichteressen van de school, dat werd ons allemaal heel goed uitgelegd!
Het vierde raampje van rechts was mijn slaapkamertje toen ik regentaat volgde. Wat ziet dat er nu vervallen uit want de kamertjes worden niet meer gebruikt en dienen nu als zolder. Daar had ik nog eens zicht op de fameuze dakgoot waar ik de show van het jaar gaf! Mijn spannend rokje moest omhoog om door het raam te geraken en het schuine deel af te dalen waardoor je zicht had op de jarretelles en toebehoren en daaronder korte witte botjes !! Wat een zicht moet dat geweest zijn en natuurlijk werd ik gespot ,weer met alle gevolgen van dien. Mijn buurmeisje had een briefje van 20 laten wegwaaien door het raam en ik vond er niets beter op dan dit terug te halen via het schuine dak en lopend in de dakgoot (3 hoog!!) Wat me toen bezielde....
Voor we de luxe van een kamer kenden , sliepen we eerst een 4 tal jaren in zo'n chambrette. Die waren er ook niet meer want er zijn geen internen meer op school!
Per toeval vonden we nog een slaapkamer die nu ook als rommelkamertje dient. Op de plaats van die kast stond ons bed en een kleine kast waar de schaarse kleren in konden. Gevangen zijn nu beter gelogeerd dan wij toen!!
Ik vertelde jullie in een vorig logje over de grote tuin en onze wandelstondes. Natuurlijk wilden we nog éénmaal door de "Corridor damour" gaan zoals we het wandelpad noemden. Nochtans van amour was daar toen geen sprake tenzij lesbische liefde maar dat was zeker taboe!
De vijver lag er nog steeds idyllisch bij. Heel in het begin van de stichting van de school mochten de pensionaires hier bootje varen. Maar ergens -juist na de oorlog -zijn daar 2 meisjes verdronken toen hun bootje kantelde en van dan af was roeien taboe!
Als afsluiter probeerden we een "casual" foto te maken voor de poort van de school al zie ik dat er twee ontbraken. Die stiekemerds! Maar er werd ook een "officiële" foto genomen die zou doorgestuurd worden. Daarop zijn we voltallig!
Toen ik er noodgedwongen mee verbonden was, kon het mijn geen bars schelen maar nu wilde ik toch wat meer weten over mijn vroeger school. Dus ging ik gisteren bij de persoon die het kon weten mijn licht opsteken en dat is wat ik vernam....
Alles begon in 1829. De 4 zussen van Biervelde dochters van een bierhandelaar uit Izegem kregen de toestemming van het Tielts stadsbestuur om een pensionaat op te richten. 26 mei 1829 Start van het pensionaat voor Jonge juffers 1829 Rozalie en Melanie van Biervliet leggen een examen af en behalen de akte van bekwaamheid wat hen toeliet om dat pensionaat te runnen! 1838 Het pensionaat dat een succes is , verhuist naar een groter domein en heet dan Sinte Marie school 1842 Korte aansluiting van de school bij Spermalie Brugge 1856 Om het statuut van de school te bevestigen werd de eis gestel dat ze een congregatie ( religieuze orde) moesten worden vandaar de oprichting van de congregatie van de Heilige Familie.( valt rechtstreeks onder Rome) Sinte Marie wordt nu Instituut van de Dames van Biervliet nog later "Instituut van de Heilige Familie". 31 aug 1849. De eerste Vlaamse normaalschool voor meisje wordt opgericht in Tielt 1883 Justine de Marie neemt de leiding over de congregatie 1884 Melanie van Biervliet wordt algemeen overste en daardoor Algemeen Meesteres in verschillende scholen 1886 De eerste vrije katholieke middelbare normaalschool voor meisjes in België wordt hier opgericht.
1914-1918 De schoolgebouwen aan het Hulsplein worden omgedoopt tot de Ludwigskazerne en zijn in handen van de Duitsers. Ook een badplaats en een gevangenis voor burgers vindt er zijn onderkomen ( vandaar misschien de later volksnaam voor de school "het cachot van West Vlaanderen"). De lessen zijn nog moeilijk te organiseren en de religieuzen worden meermaals verplicht om te verhuizen. Zo zag de school er toen uit:
1924 Vervlaamsing van het Heilig Familie instituut 1928 De eerste Grieks- Latijse voor meisjes in België wordt hier opgericht evenals de normaalschool voor landbouwhuishoudkunde
1940-1945 De schoolgebouwen doen dienst als Rode Kruispost. De Duitse soldaten bezetten de vleugel van de voormalige normaalschool voor landbouwhuishoudkunde.
De kapel van het instituut doet dienst als decanale kerk 8 sept 1944 Bevrijding van Tielt en zo ook van de school!
1952 Oprichting van een normaalschool voor bewaarschoolonderwijzeressen ( nu zegt men kleuterleidsters) 1955 Accreditatie van de normaalschool voor bewaarschoolonderwijzeressen. Inwijding Regina Mundi gebouw ( regentaat en basischool) 1960 Aankoop van een fabriek naast de school Nu is dat een volledig vernieuwd gebouw dat Vives heet en samenwerkt met de KUL wat de opleiding van onderwijzeressen en kleuterleidsters betreft. 1971 Alle richtingen in de normaalschool zijn nu als hoger onderwijs erkend. 1979 Officiële oprichting van de MOS ( Middelbare oefenschool) heet nu VIVES
Tot daar het wel heel bewogen verleden van de school en zo te horen staan ze nog niet stil! Terwijl ik bezig was, vond ik ook nog foto's van ons uit lang vervlogen dagen. Hier even een shoot van onze gym pakjes tijdens een volleybal match hoewel match... sommigen zagen dat wel heel statisch
Met zijn vieren in uniform onze dagelijkse tenue met das en al! ( eentje hield zich niet echt aan de regels, hoe zou dat komen, rara)
Op schoolreis in uniform natuurlijk! Ik zeg het ..pas op daar ligt een skelet !
In de klas droegen we een kiel! tenzij je het koud had ,hé George?
Elk jaar was er een schoolfeest en in ons laatste jaar droegen we een stuk uit Lucifer van Vondel op. Geloof je het als ik zeg dat we zelf nog de beginregels van het stuk kenden maar uiteindelijk bleven steken... "Wie is het, die zo hoog gezeten, zo diep in 't grondeloze licht,
door tijd noch eeuwigheid gemeten noch ronden,
zonder tegenwicht bij zich bestaat,
geen steun van buiten ontleent
maar op zich zelve rust ..."
Wat waren we nog naïef jong.. Jonge meisjes nu oude oma's!
Ik heb nog wat foto's om te vergelijken met wat we gisteren zagen...maar dat is voor een ander keer want het opladen en inscannen van foto's vraagt tijd!
Gisteren heb ik een heel gezellig dag beleefd met veel herinneringen aan mijn kostschooljaren. Ach, zoveel goede en ook slechte herinneringen. Over die laatste schrijf ik niet, ze zitten opgesloten in een klein hoekje achter in mijn hoofd en komen gelukkig maar heel soms weer naar boven.
Gisteren ben ik met 14 klasgenoten teruggegaan naar daar waar alles begon en eindigde 50 j terug, bij de nonnen natuurlijk.
Op het lyceum van de H Familie of de Damen te Tielt hebben ze me al die jaren weten vast te houden. Het was een school in de jaren vijftig waar alleen maar meisjes toegelaten werden. Pas toen ik in het derde jaar humaniora zat mochten stilaan enkele leraren het statige gebouw betreden.
Maar goed, even terug naar eind jaren 50. Ik volgde de moderne humaniora op internaat in Tielt. Het was een meisjes lyceum met een richting moderne humaniora ( 6j) wet.B, wiskunde of economische. Een klassieke richting 6j latijn/ Griekse, een normaalschool (4j) lager onderwijs of kleuterleidster ( na derde jaar humaniora) en een regentaat ( 2j na de 6 j humaniora) met al zijn richtingen . Vandaar dat het niet te verwonderen was dat het een imposant klooster was ( en nog is.iK deed even navraag en het schoolcomplex beslaat zo'n 5 ha of 50.000m2 !!)
zeker omdat er ook nog eens een immense kostschool bij hoorde maar dat heette toen niet zo niet, nee, je moest zeggen "het pensionaat" dat klonk deftiger en de kostschoolmeisjes waren pensionaires of internen. Wij waren met zo'n 600 " geïnterneerden" in die tijd! Geen wonder dat er buiten de muren vaak gezegd werd dat dit het " cachot van West Vlaanderen" was, want de discipline was er niet min! Contact met externen werd steeds met Argusogen gevolgd want die zouden wel eens kwade, wereldse invloed kunnen binnen brengen! Dat uitgerekend mijn boezemvriendin een externe was heeft vaak voor veel discussies gezorgd! Wij hadden geen slaapkamertjes, maar chambrettes ( die zagen we nu niet meer ) en een non spraken we aan met dame, later moeder. We hadden geen schoolplein, maar een "cour". Hier zie je hoe tussen de gebouwen onze speelplaats lag!
Zo ziet die speelplaats er nu zo uit
Binnen in het complex lag de kapel waar we elke dag de ochtendmis van 7 u volgden en soms ook vespers en lof!
Die kapel is nu ook verdwenen en vervangen door een groot restaurant waar de leerlingen elke dag de keuze hebben tussen 3 menu's per dag!! Waar is de tijd dat wij aten wat de schoolpot schafte!
Achter het schoolcomplex lag een enorm grote tuin met wandelpaden tot aan de " Lourdesgrot" .Ook die grot is er nu niet meer!
Er was zeker bijna een klein leger nonnen nodig om de tuin te onderhouden hoewel? Ik heb hen nooit bezig gezien, zou daar dan toch een tuinier geweest zijn, een man!! Dan werd die goed verstopt!! In de maanden mei en oktober stapten we elke avond ( iedere klas had zijn uur) in lange slierten door die tuin tot aan de grot terwijl we het "paternoster" brabbelden! De tuin is nu ook tot de helft gereduceerd want met de komst van de jongens had men voetbalvelden nodig! Wij droegen geen doordeweekse kleren maar een uniform: bleekblauwe bloes en donkerblauwe plooirok in de week, schotse rok en witte bloes op zondag. Voor de uitstapjes hadden we een donkerblauwe blazer en Schotse baret met witte handschoenen. Natuurlijk mochten we ook geen lange broek aan. Scholieren die van buiten de stad per fiets naar school kwamen, moesten in de fietsenstalling hun lange broek wisselen voor een uniformrok. Kortom het ging er, achteraf gezien, toch wel d(h)eftig aan toe daar op dat lyceum.
Wij pensionaires konden daar niet aan meedoen, wij liepen immers altijd gerokt. We zagen er zo braaf uit, kostschoolmeisjes, netjes elke ochtend naar de mis, goed studeren en ver weg van de verlokkingen van de boze stad. Zoiets stond de nonnen en wellicht ook onze ouders voor ogen al dachten wij daar toch vaak anders over... Maar hoe kwam je buiten, in die zo opvallende blauwe outfit en met nonnen die ogen leken te hebben als haviken? We gingen de eerste jaren van mijn internaat enkel om de 4 weken voor het weekend naar huis, van zaterdag middag tot zondagavond . Later werd dat veranderd naar om de 14 dagen maar dan de ene keer vanaf 16u op zaterdag tot zondagavond ( voor 20u binnen) de andere keer van 's middags. We moesten bij het verlaten van de school en het terugkomen op zondag altijd langs moeder overste. Zij stond dan als een " gendarme" in de grote hal , kende iedereen bij naam ( alle 600 internen) en pas na een " reverence" van onze kant en goed weekend van haar kregen we de "wind van achteren"! Neen, je geraakte nooit ongezien buiten op die school, al lokte de buitenwereld ,voor ons was dat taboe. Zelfs in de hogere jaren hadden we een briefje van moeder overste nodig met de toestemming om van "dan tot dan " even buiten de muren van ons gevang te gaan. De concierge /non hield de tijd nauwkeurig in het oog en o wee als je vijf minuten te laat terug kwam, zeker weten dat je in de eerst komende weken de vrijheid van een paar uurtjes stad niet meer kreeg. Hoewel ... met vrijheid had dat weinig te maken want je kreeg enkel toestemming als je dringend ergens naar toe moest of een opslagwerk enkel in de plaatselijke bibliotheek te vinden was. Tijd om stiekem ergens elders naar toe te gaan was er niet want in de bib kreeg je dan een bewijs van het tijdstip van aankomen en vertrekken en dat werd terug netjes afgegeven aan de concierge.
Omdat jongens natuurlijk ook naar school moesten, was er een kilometertje verderop een college. Maar dat was voor ons verboden terrein. Stel je voor dat je in contact zou komen met zon jongen. Dat we daar in die roerige jaren toch ook wel interesse voor hadden dat ontging de nonnen blijkbaar....We zagen dat andere geslacht enkel op een filmforum dat om de 2 maanden gehouden werd in de feestzaal van de school met aan de ene kant de jongens geflankeerd door hun leraars en aan de andere kant de meisjes afgeschermd door hun klastitularis/non. Stel je niet teveel voor van die films het was meestal " zware kost" want daarna volgde een bespreking + debat. Van dat laatste kwam nooit veel in huis want wie zou er zich aan een mening gewaagd hebben met al die stekende ogen in je rug!!
Dat allemaal en nog zoveel meer ( ik zou hier weken logjes kunnen schrijven met mijn pensionaatservaringen!!) kwam gisteren boven toen we terug tussen die muren liepen al was er van die " gevangenis" niet veel meer terug te vinden alles gaat er nu blijkbaar veel losser aan toe! En dat het er bij ons ook losjes aan toe ging moet ik jullie niet vertellen zeker.. Onze decibels en "oh's en ahah's en weet je nog en hier was het dat ...",vulden de lucht. Enkel de labo's chemie zagen er moderner uit , grapjes met H2SO4 ( zwavelzuur) zoals in onze tijd werden hier zeker rapper afgezogen!! Wij moesten door de ramen hangen om te bekomen!
Als een bende giechelende pubers hebben we dat gisteren allemaal opnieuw beleefd en raar maar waar... we hebben blijkbaar enkel de grappige situaties en fratsen onthouden....
Hebben we een trauma over gehouden aan die jaren ? Daar was bij niemand iets van te merken, integendeel we waren allemaal ( op een paar uitzonderingen na) één voor één stevige oma's geworden haha!! Ik geef jullie wel nog meer foto's te zien en wat uitleg maar daar heb ik wat meer tijd voor nodig en nu wil ik gewoon nog even nagenieten van een fantastische dag!
In een opflakkering van heimwee naar het verleden heb ik me ook opgegeven voor de schoolreünie morgen . De echte reünie om te vieren dat we 50 jaar afgestudeerd zijn uit de humaniora viel in april en die had ik gemist omdat we in Spanje waren. Blijkbaar is toen besloten om ons jubeljaar af te sluiten met een bezoek aan de oude, vertrouwde school om nog eens door de brede en lange gangen te lopen, onze vertrouwde klaslokalen nog eens te ruiken en voor mij uiteraard als super extraatje om mijn eigen dialect te kunnen klappen en om een aantal mensen terug te zien.
Maar voor ik er morgen naar toe ga, sta ik eerst nog even voor de spiegel en heb een gesprek met mijn spiegelbeeld en de bedenkingen erbij
Spiegelbeeld ,vertel eens even, ben ik heus zo oud als jij ? k vrees van wel als ik de lijntjes in mijn gezicht tel.
Spiegelbeeld, is het waar dat ik nu 50 j later die 6 jaren " cachot" terug wil oproepen? Zo fijn was tiener zijn nu ook weer niet, zoveel niet weten, zoveel onzekerheid,...
Spiegelbeeld , ik voel me nog relatief jong durf eens te zeggen dat ik dat niet meer ben maar ik ben toch niet zo jong meer als ik was..
Spiegelbeeld ,ik kan je haten want je geeft geen dag terug hoewel ik over sommige dagen zo blij ben dat ze gepasseerd zijn !
Spiegelbeeld, waarom toch gaan die jaren als je jong bent zo vlug gaan die nu trager dan ?
Spiegelbeeld , ik voel me wat opgelaten, er zullen daar zoveel herinneringen zijn. Gelukkig ben ik nog helder genoeg om me ook de goeie te herinneren.
Spiegelbeeld, uit al die jaren vergeet ik geen ding. Kwestie van de verkeerde dingen niet opnieuw te doen natuurlijk !
Zoals ben je nu een beetjenieuwsgierig ,spiegelbeeld?
Allé heel even . Mijn eerste vriendje, t was een jongen zo oud als ik op 35 dagen na. k Kreeg van hem mijn eerste zoentje, t was een heerlijk ogenblik hoewel,... tss veel jassen aan veel kapstokken terwijl we in rijen naar de "lering" lessen moesten gaan, .
Spiegelbeeld , k ben wel niet zo jong meer maar dat zou ik toch zo graag eens overdoen grove leugen, mijn huidig lief was/is een veeeeeeeel betere kusser !
Spiegelbeeld , durf niet te lachen hé . Die eerste dansles :Quick, quick slow, wat was ik nog groen en of ! Veel te lang donkergroen geweest
Spiegelbeeld, k heb alleen nog wat fotos van mij in uniform en die zeggen me weer hetzelfde, ja , hééééél foute mode toen
Spiegelbeeld, dan was die eerste baljurk toch beter ik kom niet uit een tijd van baljurken, en mocht dat al zo zijn, dan zou ik er toch niet meer in passen. hoewel het bal één grote flop was! . Maar spiegelbeeld nu dwalen we toch wel af want morgen tussen die kloostermuren zullen de herinneringen van een totaal andere aard zijn .
Een vrouw komt bij een arts en beklaagt zich over de lusteloosheid van haar man.
De arts adviseert haar, iedere maaltijd met twee lepels honing te verrijken, dat is een oud natuur heilmiddel en goed voor de potentie.
Na drie maanden ontmoet zij de arts en hij vraagt haar, of dat er succes ingesteld heeft.
"Ja, dokter, zoemen en brommen doet hij al, maar steken nog niet!"
Uit de kindermond
Tijdens de godsdienstles vroeg de kleuterjuf aan kleine Frederik: " Waarom vragen we in het onzevader om het " dagelijks" brood en niet om het wekelijks, maandelijks of jaarlijks brood?" " Omdat het dan beschimmeld zal zijn , juf!"
Onderwijzer : "Bert hoeveel tanden heeft een mens?" Bert: "Tweeëndertig, meester." Onderwijzer: " En welke komen het laatst?" Bert: " De valse, meester."
Pluk en geniet van de zeven heerlijke geschenken van de herfst
Bron: Mediatheek Groente- en Fruitbureau
De (na)zomer is de periode van de rijkdom van de oogst maar ook de herfst heeft ons van alles te bieden. Kijk maar eens goed om je heen en aanschouw de kleuren en schoonheid van de volgende klassieke haagplanten. Ze hebben bovendien nog allerlei heilzame en helende eigenschappen.
1. Rozenbottels De oranjerode bessen worden soms wel een centimeter lang. Ze zijn te plukken van augustus tot november. De vruchten zijn een bron van vitamine C, A, D, E, ijzer en calcium. Bovendien zitten ze vol antioxidanten en vetzuren. De siroop van rozenbottel werd tijdens de oorlogsjaren aan de kinderen gegeven voor hun vitamine C-gehalte. Een beker met 30 bessen bevat evenveel vitamine C als 40 sinaasappels.
In poedervorm kan het pijn verminderen van artrose. Rozenbottels kunnen worden gebruikt in thee, gelei en siroop. Let op dat als je rozenbottelsiroop koopt dat deze niet boordevol toegevoegde suikers zit.
2. Hazelnoten Kunnen zo rond de laatste week van september geoogst worden. Met een beetje geluk heb je een boom in het openbare groen in de buurt. Ze zijn een goede bron van vezels, mangaan, kalium, koper, thiamine, B6 en E en antioxidanten. Ook bevatten ze het hoogste niveau aan enkelvoudig onverzadigde vetten.
Het oliezuur in de hazelnoot doet heel wat goed voor de slechte cholesterol. Noten verruimen ook de bloedvaten en verbeteren de bloedsomloop. Hazelnoten verlagen het risico op hart- en vaatziekten en helpen bij de bestrijding van kanker. Kan rauw gegeten worden, maar ook geroosterd, gebakken, gekookt of gedroogd.
3. Bramen Bramen, prachtige diep paars gekleurde bramen. Bramen hebben een hoog gehalte aan anti-oxidanten. Ook zijn ze rijk aan vitamine C, een half kopje levert levert 100 procent van de aanbevolen dagelijkse vitamine C voor een volwassene. De verbinding die bramen hun kleur geven, anthocyanen, is ook een krachtige anti-oxidant.
Verse bessen zijn de meest krachtige ziektebestrijders. De vruchtjes zouden beschermen tegen longkanker bij vrouwen. De bessen zouden de oestrogeenactiviteit kunnen doen verminderen.
Bramen worden snel oud en kunnen dus best rechtstreeks van de haag gegeten. Met een beetje geluk vind je er nog een paar aan de struiken maar eigenlijk is de beste periode om ze te plukken zo eind augustus, begin september.
Bramensiroop is een geschikte pijnstiller voor een pijnlijke keel en wie heeft die nu niet in de herfst.
4. Bosbessen Het kleine, donkerblauwe fruit is te vinden op struiken die uitgroeien tot ongeveer 18 centimeter op heide en veen. Ze kunnen rauw worden gegeten en bevatten hoge gehaltes aan vitamine C en antioxidanten. Uit een recente studie blijkt dat de sappen het geheugen bij oudere mensen kan stimuleren.
5. Brandnetels Brandnetels zijn overal te vinden, maar tot september kan je de bladeren plukken. Mierenzuur, een antibacterieel, is één van de belangrijkste ingrediënten die verantwoordelijk zijn voor het stekend gevoel op contact. Brandnetels zouden de pijn van artrose aan de knie verminderen. De aanwezige stoffen, serotine en histamine, zouden deze pijnsignalen blokkeren.
Brandnetelthee is makkelijk zelf te maken. Giet kokend water over een handvol verse bladeren in een warme theepot. Laat vijf minuten trekken en drink op. Een takje van brandnetels is ook een goede manier om vliegen weg te houden. Brandnetelsoep is ook heerlijk en goed zelf te maken maar dat kun je beter doen met de jonge brandneteltopjes in het voorjaar.
6. Vlierbessen Vlierbessen hangen overvloedig in de late zomer en vroege herfst. Ze zijn rijk aan anti-oxiderende stoffen. De anthocyanen hebben een antivirale en antibacteriële werking. De besjes stimuleren het immuunsysteem en helpen bij het voorkomen van zwaarlijvigheid en diabetes. Ook is gebleken dat een aftreksel van de vlier het niveau van slechte cholesterol verlaagt.
7. Hop Hop is misschien wel de minst bekende van de zeven heilzame herfstgeschenken. Hop bevat heel wat bittere stoffen, die de eetlust zouden stimuleren. Het kruid heeft ook een antivirale werking en doet dieper slapen. Hop werkt ontspannend. Wie niet kan slapen, strooit wat hop in een kussen voor een goede nachtrust.
Het meest bekend is natuurlijk het gebruik van hop voor bier, maar je kunt het ook heel goed verwerken door je risotto of ze stoven.
Voilà, als je echt niet weet wat gedaan in deze periode van het jaar .. hier kreeg je een paar suggesties!!
Op het moment dat ik aan een logje wil beginnen en zit te denken waarover ik het nu zou hebben, spelen ze juist het liedje Smile op de radio en opeens overvalt me een soort weemoed waar ik geen antwoord voor heb. En meteen weet ik waarover ik het wil hebben... Hoe komt het toch dat bepaalde muziek of een gedicht of gewoon een hartelijke woord een mens overhoop haalt terwijl er helemaal geen reden is om overhoop gehaald te worden? Een mens is toch een complex wezen als je het mij vraagt. Ik kom meestal heel kordaat over maar au fond zit er toch wel een gevoelig persoontje achter die ruwe bast dat ik meestal met een grap en een lach wegmoffel tenzij voor diegenen die het willen zien of me echt dierbaar zijn. Ik ben nu eenmaal iemand die mensen nodig heeft en bij wie communicatie een grote rol speelt en eens je een plaats gevonden hebt in mijn complexe zijn dan behoor je ook tot mijn prioriteiten...
Het blijft echter een heel persoonlijk item dat blootgeven van jezelf en dan stel ik de vraag: waarom hebben we het daar moeilijk mee? Is het schrik om gekwetst te worden of niet sterk of verstandig genoeg over te komen? Is het de gedachte .. "dit is van mij en daar heeft niemand uitstaans mee" of de vrees niet meer echt au serieux genomen te worden? Een doodgewone sterveling mag geen gevoelsvragen stellen of even minder luchtig voorkomen want dat is voor probleemmensen en daar wil je toch niet bij gerekend worden! Larie en apekool zeg ik daar tegen, nog niemand is gestorven omdat hij of zij liet blijken dat "mens zijn "ook inhoudt mensen aanvoelen, mensen ademen, ermee leven en meevoelen! Of is het zo dat we zozeer in ons eigen wereldje leven dat er geen plaats is voor iemand erbuiten? Het vraagt empathie, aanvoelen, meeleven om je aura uit te breiden en dat stelt bepaalde voorwaarden en die zijn aandacht maar vooral tijd en misschien ligt daar het grote probleem. Mensen maken niet graag tijd voor iets anders dan hun eigen plannen. En neen je hoeft niet bepaald problemen te hebben om even in je ziel te laten kijken, een mens is meer dan een verstand gevangen in een lichaam, het is vooral het durven "voelen" dat een mens zo uniek maakt, maar in onze tijd van materie en presteren en haasten is helaas vaak geen plaats en zeker geen tijd meer voor mekaar...nochtans dat ene woord, die ene smile kan soms meer betekenen dan dat duur cadeau. Die ene smile is leven, is mens zijn, is durven verder gaan dan een handdruk., een losse babbel het is.... Je vult het zelf maar in als je durft ! Maar helaas is het bij velen " uit het oog, uit het hart"....maar dan hapert er iets in de vriendschap of het contact, soit!
Ook dat is een reflexie bij de herfst en voor diegenen die hier trouw blijven langskomen met een reactie chapeau en bedankt. Het leven is meer dan werk en bezig zijn en rennen Gewoon stilstaan en elkaar aanvoelen dat tovert een smile op je gezicht!
" In het Westen, en vooral in de Verenigde Staten, dringt het angstwekkende probleem van het oud worden zich al te vroeg in het leven op. "Indien u het niet gemaakt hebt op 35 zal het u nooit meer lukken", zegt men. En als u het wel gemaakt hebt, kan u aannemen dat de rest van uw leven een anticlimax wordt. In beide gevallen bent u de verliezer! De reclame-industrie speelt hier handig op in door de jeugd in het middelpunt van de belangstelling te plaatsen, door haar te overwaarderen, te verheerlijken en ja zelfs, te verafgoden. Onder de bekoring van de stralende goden en godinnen van het scherm en van de reclameborden streven moeders ernaar zusters van hun dochters te worden en willen vaders de jongere broers van hun zonen zijn. Opa's in korte broek en met de jongste haarsnit gaan kamperen, terwijl oma's een facelift ondergaan bij een plastisch chirurg. De begrafenisondernemers zorgen ervoor dat zelfs de lijken er jonger uitzien. Iedereen weet dat de levenscurve haar piek bereikt rond dertigjarige leeftijd, daarna moeten we ons best doen eruit te zien, ons te gedragen en te denken alsof we altijd op die piek kunnen blijven, om zo de afgang naar het bittere einde uit te stellen. En bitter zal het einde onvermijdelijk zijn. In de huidige samenleving heeft een hoge leeftijd geen waardigheid, geen opmerkelijke deugd om de vernederingen en de handicaps te compenseren. In elk opzicht is het een aftakeling. Hoewel het niet gaat om een ziekte kan de prognose niet onheilspellender zijn. Hoewel het niet gaat om een misdaad, is het vonnis niet meer of minder dan de doodstraf." Tot daar de korte versie van het verhaal...
Wanneer we rekening houden met deze typisch Westers houding, is het helemaal niet verrassend dat oude mensen gefeliciteerd worden (indien ze dat geluk sowieso al hebben) om geen oude mensen te zijn. Integendeel, zij worden geprezen omdat ze wandelen, babbelen, met de wagen rijden, aan sport doen zoals iemand die half zo jong is. Net zoals men een kind complimentjes zou geven omdat het zich gedraagt als een volwassene op middelbare leeftijd. Is het niet triestig, om niet te zeggen beledigend dat men de ouderdom een kwaal noemt? Bij nader inzien is de ouderdom een kwaal indien ze geen eigen perspectieven, betekenis of activiteiten heeft.
Natuurlijk is het duidelijk dat deze trieste pogingen om de jeugd te verlengen en om de harde realiteit van veroudering en sterven niet voor ogen te moeten zien geen resultaat hebben. Wat blijft er over van diegene die altijd actief geweest is? Nu de doelstellingen van de kindertijd en de jeugd verwezenlijkt zijn welke nieuwe en vergelijkbare doelstellingen dagen er op voor een oudere?
Welnu, hij of zij kan altijd proberen een verzameling aan te leggen - van schelpen, postzegels, zilveren trofeeën, blonde en bruine haarlokken, dollars, kranteknipsels, titels, ere-voorzitterschappen, goede daden - per slot van rekening komt het allemaal op hetzelfde neer: een steeds grotere ontgoocheling. Niets stelt een mens meer teleur dan een geslaagde verzameling want op niets anders laten de dikke lagen stof van de tijd zich meer opeenhopen. En indien hij er misschien in slaagt vanonder zijn verzameling weg te sluipen en te ontsnappen in een "Oord voor Oudere Burgers" (of brutaler gezegd, in een crèche voor gerimpelde zuigelingen) dan loopt hij nog steeds het risico opnieuw in de verzamelbusiness terecht te komen - nu stapelt hij misschien bingonummers of puntenscores bijeen. Om het even wat kan dienen om de tijd te doden en om het op de loer liggende spook van de dood te verdringen.
Eén van de grootste ironische tegenstellingen van onze hedendaagse maatschappij bestaat hierin dat terwijl er zoveel inspanning gaat naar het "afweren" van de hoge leeftijd, er evenveel inspanning gaat naar het vroegtijdig naderbij brengen ervan. Wanneer een machine het werk van de mens overneemt en tegelijkertijd de zin en de waardigheid ervan wegneemt, wat blijft er voor hem dan over om te doen? In hoog geïndustrialiseerde maatschappijen is het niet alleen de bejaarde die teveel vrije tijd heeft: iedereen wordt vlug oud, zodat het leven doelloos wordt. Het heeft geen zin machines te vernietigen: zij zijn er gekomen om hier te blijven. Wat kan men dan doen aan gevoelens van zinloosheid en verveling wanneer de werkdag, de werkweek en het actieve leven steeds korter worden, om nog niet te spreken van de massale werkloosheid? Een mens die niets de doen heeft, heeft afgedaan.
Tot zover de kwaal.
Nu weet ik waarom ik er gisteren wat verloren bij liep, ik had niets gepland en stond oog in oog met een " lege" dag..en voelde me oud!!
In mijn vorig logje foto's van de herfst, vandaag een expressie van datzelfde herfstgevoel in een vleugje poëzie...
De ziel ingenomen door herfstkleur.
Bij het opstaan raakt ze zachtjes het
blad aan, streelt tezelfdertijd het hout.
Zinderen onder een rood satijnen laken.
Wanneer de dageraad uit een diepe
slaap ontwaakt, kleedt zij de mist aan.
Herfstkleur prikkelt ook de ogen. De vlam
van late zomer wordt opnieuw aangestoken.
Langs velden en wegen geniet ik van
haar unieke kleurenrijkdom. Het groene varieert naar geel oranje tot rood en bruin.
Telkens weer staat de natuur in vuur en vlam.
Herfst is ook de tijd van paddenstoelen in elk formaat , diverse kleur.
diep in de bossen goed verborgen maar ook vlakbij, zo voor de deur.
Soms eetbaar, soms ook giftig, iets geheimzinnigs in hun zijn. Soms overvloedig, soms als eenling
één enkele dienend als medicijn.
Ze groeien als niemand het ziet
vroeg in de ochtend of s nachts
in zachte bedden van heide en mos, op plekken waar tussen
de bomen het zonlicht
kan doordringen tot in het gras.
De avond valt opnieuw, het wordt donker
. Onderweg naar deugdoende nachtrust ontvoert mij de herfstkleur naar haar sprookjesachtig paradijs.
Heerlijk dromen in een harmonie van klank en kleur.
Paddenstoelen leven van afbraak van dood of levend materiaal. De meeste soorten paddenstoelen verteren dode resten van planten en dieren. Als er geen paddenstoelen zouden zijn, zou afval zich ophopen en zouden er uiteindelijk te weinig voedingsstoffen overblijven. Dit is ook de reden waarom zoveel soorten juist in de herfst te vinden zijn want in de herfst vind je veel dood materiaal zoals afgestorven bladeren en planten! Maar sommige paddenstoelen groeien ook op een gezonde boom! Zon boom kan dan zelfs, doordat die paddenstoel door de sporen zich uitbreidt, doodgaan! Sommige paddenstoelen groeien in cirkels, deze cirkels worden heksenkringen genoemd. Vroeger dacht men dat deze ontstonden na een rondedans van heksen.
Dat altijd terugkeren van afsterven en nieuw leven fascineert me en daarom ging ik donderdag met mijn camera in onze tuin op zoek naar die restanten van een mooie zomer! Dat is wat ik vond...
En neen dat is geen slagroom maar puur natuur!
Zeker weten dat een kaboutertje de verleiding niet kon weerstaan, zo te zien!!
Zouden ze hier hun dansje gehouden hebben?
Dat de zomer nog niet helemaal weg is, zie je aan de volgende foto's.
Ik heb genoten van mijn tuinwandeling, jij hopelijk ook...?
Kindertijd: is de tijd in het leven waarin je rare gezichten trekt in de spiegel. Middelbare leeftijd: is de tijd in het leven waarin de spiegel wraak neemt!
En zo kom ik bij de vraag: Wanneer is een mens oud? Als je als tienjarige naar je ouders kijkt dan zijn die oud zo oud dat je het eigenlijk zelf nooit wil worden. Zo rond je vijftiende ben je er van overtuigt dat veertigers oud zijn en vraag je je af of veertigers nog wel een reden van bestaan hebben. Je bent er zelfs van overtuigd dat dergelijke oudjes al zeker niet meer aan seks denken. Seks en genieten is immers iets voor de jeugd, niet voor uitgebluste veertigers. Tot je zelf veertig bent. Dan geniet je volop van het leven want je weet wel zeker dat voor vijftigers alles voorbij is, dat die oude vijftigers toch niks meer hebben om voor te leven. Dan kom je bij de zestigers. Dat zijn pas stokoude mensen. Tot je dan zelf 68 wordt, dan besef je hoe rijk het leven nog is al vind je dan weer dat tachtigers oud zijn, dat het leven hen niks meer te bieden heeft dan alleen maar klagen en zagen over hoe goed het leven vroeger wel was en dat de jeugd van tegenwoordig niks goed kan doen.
Ooit heb ik een man horen zeggen dat zijn vriend jong gestorven was. Die vriend was 83. Zelf was hij er 88. Het is maar hoe je het allemaal bekijkt. Eerst deed het me glimlachen. Maar daarna deed het me wel nadenken over hoe verschillend mensen ouder worden. Ik ken mensen van tachtig die nog fris en monter door het leven gaan ze zien er twintig jaar jonger uit. Anderen zien er al oud en versleten uit op hun vijftigste. Er zijn er zelfs die er zo oud uit zien als ze nooit zullen worden. Zou het dan veel te maken hebben met ingesteldheid, met hoe je als mens het leven bekijkt door een roze bril of als rasechte pessimist? Mensen die jong van hart en geest blijven, leven anders dan zwartkijkers. Ik zie het dagelijks. Optimisten zien er over het algemeen veel jonger uit dan hun leeftijd. Maar oud worden moeten we allemaal. Met een beetje geluk tenminste want er kunnen altijd ongevallen gebeuren, of je kan een ernstige ziekte krijgen. Bij het ouder worden komt er nu éénmaal sleet op een mens. Hier en daar begint er iets door te zakken. De wet van de zwaartekracht zeg maar. Maar alles verslijt bij het ouder worden, niet alleen mensen ook materiële zaken. Dat zie ik dagelijks als ik in de spiegel kijk. Het is duidelijk de spiegel is versleten.
van Poot, buigzaam maar niet breekbaar. Om op te staan en indien nodig stijf te houden, wanneer anderen je aan het wankelen proberen te brengen en doen twijfelen aan jezelf.
Om de veertien dagen is het hier van dat... ophaling van PMD zakken en RA zakken (restafvalzakken.)..Zo ook vandaag. Mooi gerecycleerd staan de gevulde zakken langs de weg maar als ik zo de inhoud van de zakken bekijk dan leidt dat onvermijdelijk tot het volgende logje...
In den beginne schiep God hemel en aarde. Hij sprak: Ik wil dat er licht is, en er was licht. Tegen wie hij dat zei is niet geweten. Het zou me verwonderen dat hij dat tegen elektriciens zei want die moesten nog geboren worden. Maar goed, God zou God niet zijn als hij geen trukendoos achter de hand had. Er was dus licht dan kon hij toch al zien waar hij mee bezig was. En toen bleek dat er nog werk aan de winkel was. Dus ging hij aan de slag. Hij schiep zo nog één en ander. Het ene al nuttiger dan het andere. Wat nuttig is en wat niet laat ik in het midden, want daar heeft ieder zijn persoonlijke mening over. Gedurende zes dagen was God dus druk in de weer met scheppen en schapen. En telkens weer "zag hij dat het goed was" al heb ik hier wel enkele bedenkingen, maar kom niemand is perfect. De zevende dag rustte hij. Dat was, toen al, een vakbondseis van het intergalactische godensyndicaat. Tot daar het bijbelse sprookje.
Maar wat niemand weet is dat hij de achtste dag opnieuw begon met zijn goocheltrucjes. Een normaal mens zou denken dat hij al genoeg gedaan had en dat al dat geschapene zichzelf wel naar de filistijnen zou helpen. Maar nee, hij wist niet van ophouden. De achtste dag schiep hij dan maar de PMD zak. En daar is iets mis mee, luister! Ik beweer niet dat PMD zakken niet nuttig zijn, want recycleren is een goede zaak alleen, geen mens die weet wat er precies thuishoort in die PMD zak. Yoghurtbekers, plasticfolie, boter- en margarinevlootjes bijvoorbeeld mogen er niet in die moeten bij RA, aluminiumbakjes dan weer wel. Aluminiumfolie echter weer niet. Plasticflessen met dop mogen er in. Een eenzame, achtergelaten, flesloze dop mag er dan weer niet in. Pure discriminatie is dat. Dat arme dopje heeft toch ook zijn nut bewezen. Waarom mag dat niet gerecycleerd worden bij zijn lotgenoot? Misschien moet ik er eens aan denken om een actiegroep op te richten ter bescherming van de rechten van alleenstaande flessendopjes? Als voorbereiding voor de oprichting van die actiegroep ben ik eens op zoek gegaan naar de oorzaak van die schandalige achteruitstelling. Veel informatie is daaromtrent niet te vinden. Maar toch ben ik er in geslaagd om de reden te achterhalen. Nu ja, een echte reden is er niet. Het heeft meer te maken met menselijke bemoeienis. Want wat blijkt? In den beginne mocht geen enkel dopje in de PMD zak omdat het moeilijk te recycleren is. Dopjes veroorzaken brokken in het afvalmateriaal. Maar dan vonden enkele mierenneukers dat samengeperste plastiek flessen de neiging hadden om terug hun oorspronkelijke vorm aan te nemen en dus teveel plaats innamen in de PMD zak. Om die gebiedsuitbreiding te voorkomen, werd bij ministerieel besluit besloten om toe te laten dat samengeperste flacons een dop mochten dragen zodat ze klein en pietluttig bleven wegens gebrek aan lucht. Maar de flesloze doppen werden hier schromelijk verwaarloosd. Geen plaats voor hen in de prestigieuze PMD zak. In de plaats daarvan werden ze verwezen naar de ordinaire restvuilzak. Dat respectloos behandelen van alleenstaande doppen is een schrijnende onrechtvaardigheid. Daar moet met onmiddellijke ingang een einde aan komen. Daarom een actiegroep. Naar analogie van de dierenbescherming moet er een doppenbescherming komen met doorslaggevende argumenten, argumenten waar niks tegen in te brengen is. Ik kom graag op voor achtergestelden en om mijn grote gelijk te bewijzen gebruik ik het argument waar andere groeperingen ook gebruik van maken nl. " Het is de wil van God".
Vandaag wandel ik op de aangelegde paden in mijn hoofd. Zowel links als rechts zijn gebouwen opgetrokken uit het niets. Meer dan honderd ramen, meer dan honderd beeldbuizen, meer dan honderd herinneringen.
Als ik door een raam kijk dan zie ik een weerspiegeling van mezelf. Soms maak ik een korte stop om te kijken hoe de weerspiegeling van de herinnering verder afloopt. Maar na die korte stop marcheer ik door op weg naar elders. Ik kan niet eeuwig blijven stilstaan bij wat is geweest. Ik wil niet vastroesten in de tijd. Ik wil geen melancholische schim van mezelf worden. Levenloos, vreugdeloos, hopeloos.
De gebouwen zijn reusachtig. Ze zijn zelfs zo hoog dat ze de wolken kunnen krabben. De top is slechts een klein puntje in de verte. Ik voel me ongemakkelijk klein. Elke ruimte in al die gebouwen is volgestouwd met films, films over mij. Dat lijkt een beetje egocentrisch maar als hoofdspeler voel ik me verplicht om het zo te laten zijn. De reden waarom er zoveel gebouwen zijn, is simpel. Ik kan de herinneringen niet weggooien, ik wil ze niet vergeten. Bij één gebouw hangt een dik slot rond de deur. Ik ben bang dat iemand zal inbreken en die herinnering zal willen stelen. Ik ben bang dat ik ze niet meer zal kunnen bekijken, dat ik zal vergeten wie ik ben, wie ik was en wie ik hoop nog te kunnen worden al begint de tijd te dringen. Ik bewandel de schoongeveegde straten in mijn hoofd. Ondertussen laat ik verschillende gebouwen aan mij voorbij gaan. Zoals ik al zei: ik wil niet vastroesten in de tijd. Ik sta in een straat waarvan de gebouwen heel kleurrijk zijn, niet grijs en grauw zoals die in een andere straat wel zijn. De zon straalt een warme gloed uit. Ik wil heel graag deze gebouwen binnenwandelen, maar ik doe het niet. Ik zet het loopje door mijn gedachten verder.
Hoe langer ik wandel en hoe verder ik ga, hoe meer het straatbeeld verandert. De schoonveegde straat gaat langzaam over in een oneffen pad bezaaid met kiezeltjes en gevuld met regenplassen. De gebouwen hebben plaatsgemaakt voor open velden aan mijn ene zijde en dichtbegroeide bossen aan mijn andere zijde. Ik kan niet meer naar herinneringen kijken. Ik moet niet meer aan de verleiding weerstaan. Het oneffen pad maakt een bocht een links. Ik weet niet waar het heen gaat maar ik blijf het volgen. Ik volg het pad tot de horizon het van me scheidt.
En zo wandel ik verder door het straatbeeld van mijn verbeelding op zoek naar wat?